Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente De Bilt 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Bilt;

 

gelet op het bepaalde in artikel 2, eerste lid van de Algemene Subsidieverordening De Bilt 2019, en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

overwegende dat:

 

  • -

    het wenselijk is dat alle peuters in de gemeente De Bilt de mogelijkheid krijgen gebruik te maken van voorschools aanbod waarmee zij zich kunnen voorbereiden op het basisonderwijs;

  • -

    een afzonderlijke subsidieregeling daarvoor gewenst is;

besluit vast te stellen de Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente De Bilt 2024.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Aanbieder: een kindercentrum als bedoeld in artikel 1.1. van de Wet kinderopvang, geregistreerd bij het Landelijk Register Kinderopvang (LRK), met een locatie in gemeente De Bilt en bekend bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). De aanbieder voldoet tevens aan alle relevante wettelijke voorschriften die buiten deze subsidieregeling van toepassing zijn.

  • b.

    ASV: Algemene Subsidieverordening De Bilt 2019;

  • c.

    College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Bilt;

  • d.

    Doelgroeppeuter: kind in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar woonachtig in de gemeente De Bilt, die in aanmerking komt voor voorschoolse educatie op grond van door de gemeenteraad vastgestelde criteria in de Nota Onderwijsachterstandenbeleid gemeente De Bilt en als zodanig door de Jeugdgezondheidszorg van GGD regio Utrecht is geïndiceerd.

  • e.

    Eénverdienende ouder: een gezin waarbij slechts één van de ouders van de peuter inkomen genereert.

  • f.

    Geenverdienende ouder: een gezin waarin geen van de ouders van de peuter inkomen genereert.

  • g.

    Gemeentelijke subsidie peuteropvang: subsidie die met onderhavige regeling via de aanbieder aan ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag wordt verstrekt als tegemoetkoming in de kosten van peuteropvang.

  • h.

    Gemeentelijke subsidie voorschoolse educatie: subsidie die met onderhavige regeling via de aanbieder aan ouders wordt verstrekt als tegemoetkoming in de kosten van voorschoolse educatie middels een vve-programma op een voorschoolse voorziening.

  • i.

    Kinderopvangtoeslag: de toeslag die gerechtigden ontvangen van de belastingdienst.

  • j.

    Maximum uurtarief: het jaarlijks door de Belastingdienst vastgestelde landelijk maximum uurtarief voor kinderopvang, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, aanhef en onder a, van het Besluit Kinderopvangtoeslag voor de subsidie peuteropvang.

  • k.

    Ouder: ouder of verzorger van de (doelgroep)peuter.

  • l.

    Ouderbijdrage: de inkomensafhankelijke bijdrage die door ouders wordt betaald aan de aanbieder. De ouderbijdrage wordt bepaald op basis van de VNG Adviestabel ouderbijdrage peuteropvang van het betreffende jaar.

  • m.

    Peuter: bij de gemeente De Bilt in het Basis Registratie Personen (BRP) ingeschreven kind van 2,5 tot 4 jaar.

  • n.

    Voor- en vroegschoolse programma’s (vve-programma’s): educatieve programma’s gericht op het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden, opgenomen in de databank Effectieve jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut met minimaal niveau ‘goed onderbouwd’.

  • o.

    Voorschoolse educatie: het volgen van een vve-programma op een voorschoolse voorziening.

Artikel 2 Toepassingsbereik

De ASV is op deze regeling van toepassing. Het bepaalde in deze regeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor het in artikel 3 genoemde doel.

Artikel 3 Doel

Met deze regeling wil het college dat iedere peuter in gemeente De Bilt toegang heeft tot peuteropvang. Voor doelgroeppeuters in de peuteropvang geldt een aanvullende doelstelling: zij gaan in hun ontwikkeling versneld vooruit met inzet van voorschoolse educatie.

Artikel 4 Subsidiabele kosten

Er wordt in deze regeling onderscheid gemaakt in twee soorten subsidie: subsidie peuteropvang en subsidie voorschoolse educatie.

  • 1.

    De subsidie peuteropvang is voor minimaal 8 en maximaal 11 uur peuteropvang per week, voor peuters van wie de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag en niet in aanmerking komen voor voorschoolse educatie.

  • 2.

    De subsidie voorschoolse educatie is voor het volgen van een vve-programma voor peuters met een vve-indicatie door de Jeugdgezondheidszorg van GGD regio Utrecht, voor 16 uur per week en 40 weken per jaar.

Artikel 5 Subsidieaanvrager

Subsidie op grond van deze regeling kan uitsluitend worden aangevraagd door de aanbieder, met een locatie voor kinderdagopvang gevestigd en actief in de gemeente De Bilt. De aanbieder vraagt subsidie aan met een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

Artikel 6 Subsidievoorwaarden

  • 1.

    De aanvrager staat ingeschreven bij het Landelijk Register Kinderopvang (LRK).

  • 2.

    De aanbieder verleent te allen tijde medewerking aan onderzoeken door de GGD voor controle aan wettelijke vereisten. Eventuele tekortkomingen worden door de aanbieder adequaat en binnen de gestelde termijnen opgelost.

  • 3.

    De subsidie peuteropvang is voor één of twee dagdelen peuteropvang met een minimum van 8 uur en een maximum van 11 uur per week en voor maximaal 40 weken per jaar.

  • 4.

    De hoogte van de subsidie peuteropvang per uur wordt bepaald door het maximum uurtarief kinderopvang verminderd met de ouderbijdrage per uur. Het maximum uurtarief wordt ieder jaar opnieuw vastgesteld door de Belastingdienst.

  • 5.

    De subsidie voorschoolse educatie is voor 16 uur per week en 40 weken per jaar.

  • 6.

    De hoogte van de subsidie voorschoolse educatie per uur wordt ieder jaar vastgesteld door het college. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig de gemeentelijke begrotingsrichtlijnen en gebeurt onder voorbehoud van definitieve vaststelling van de gemeentebegroting door de gemeenteraad.

  • 7.

    De aanbieder toetst, aan de hand van actuele inkomensgegevens of éénverdienende dan wel geenverdienende ouder in aanmerking komt voor subsidie.

  • 8.

    De aanbieder int de ouderbijdrage en brengt de ontvangsten in mindering op de subsidie.

  • 9.

    De aanbieder verleent doelgroeppeuters voorrang bij plaatsing van peuters op beschikbaar gekomen plaatsen.

  • 10.

    De aanbieder verleent peuters die woonachtig zijn in de gemeente De Bilt voorrang bij plaatsing van peuters op beschikbaar gekomen plaatsen.

  • 11.

    De aanbieder dient een registratie te voeren die toegankelijk is voor controle door de gemeente. Deze registratie wordt 7 jaar bewaard.

  • 12.

    De registratie bevat een digitaal en/of fysiek dossier dat 7 jaar bewaard wordt met daarin opgenomen:

    • -

      een ondertekende overeenkomst tussen de ouder en aanbieder;

    • -

      inkomensverklaring(en) en het getekende aanvraagformulier op basis waarvan de toets geen recht op kinderopvangtoeslag is uitgevoerd en de inschaling van de ouderbijdrage heeft plaatsgevonden;

    • -

      de startdatum van de deelname aan peuteropvang;

    • -

      het aantal uren peuterspeelzaal per maand;

    • -

      het uurtarief en de ouderbijdrage;

    • -

      de aard van de opvang (voorschoolse educatie of niet);

    • -

      indien van toepassing de wijziging of einddatum van de deelname aan de peuteropvang;

    • -

      een afschrift van de indicatiestelling van de peuter (op naam) afgegeven door een jeugdverpleegkundige of jeugdarts Jeugdgezondheidszorg van de GGD Regio Utrecht;

    • -

      een bevestiging van de opzegging van ouders met datum;

    • -

      voor (doelgroep)peuters zonder burgerservicenummer een verwijzing van de Jeugdgezondheidszorg van de GGD Regio Utrecht.

  • 13.

    De gemeente kan op elk gewenst tijdstip controles op de registratie uitvoeren.

  • 14.

    Voor de subsidie voorschoolse educatie gelden specifiek de volgende voorwaarden:

    • a.

      De aanbieder voldoet aan de voorwaarden uit het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie1.

    • b.

      Er is sprake van gemengde groep(en) waarbij (indien mogelijk) maximaal 30 procent tot de doelgroep voor voorschoolse educatie behoort (maximaal 5 peuters op een groep van 16 peuters).

    • c.

      Aanbieder stimuleert de ouders van kinderen die deelnemen aan een vve-programma om deel te nemen aan het programma Opstap(je).

    • d.

      Aanbieder neemt actief deel aan het overleg rond voor- en vroegschoolse activiteiten gericht op het zorgen voor samenhang in de vve en het zo goed mogelijk uitvoeren van vve bereik doelgroep.

    • e.

      Aanbieder levert jaarlijks de gevraagde informatie voor monitor vve.

    • f.

      Aanbieder is partij bij het convenant vve en komt de daaruit voortvloeiende verplichtingen na.

Artikel 7 Subsidieverdeling

De subsidie wordt verdeeld na de uiterste datum voor het indienen.

Artikel 8 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en de weigeringsgronden genoemd in artikel 9 en 10 ASV, weigert het college de subsidie in ieder geval indien:

  • a.

    niet voldaan wordt aan de voorwaarden als genoemd in deze regeling;

  • b.

    de aanvraag is ingediend na afloop van de looptijd van deze regeling;

  • c.

    bij aanvrager bestuursrechtelijke handhaving van kracht is of wordt vanaf het moment van subsidieaanvraag tot het moment van subsidieverlening;

  • d.

    de aanvraag onvoldoende is onderbouwd.

Artikel 9 Aanvraag en behandeling

  • 1.

    De aanvraag wordt bij het college ingediend via www.debilt.nl/subsidie middels een incidentele subsidieaanvraag.

  • 2.

    De aanvraag wordt uiterlijk 1 november voorafgaand aan het subsidiejaar ingediend.

  • 3.

    In aanvulling op hoofdstuk 3 van de ASV, worden bij de aanvraag, naast de in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde gegevens, de volgende stukken bijgevoegd:

    • a.

      indien de aanvrager geen subsidierelatie heeft met de gemeente De Bilt een uittreksel van de kamer van koophandel van maximaal 1 jaar oud;

    • b.

      het aanvraagformulier voor de aanvrager (aanbieder).

Artikel 10 Verlening, vaststelling, verantwoording en uitbetaling

  • 1.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

  • 2.

    Bij toekenning wordt de subsidie voorlopig verleend.

  • 3.

    Van de toegekende subsidie wordt 80 procent als bevoorschotting verstrekt.

  • 4.

    De subsidie wordt vastgesteld op basis van een verantwoording, waarin het daadwerkelijke gebruik van het gesubsidieerde peuterplekken per kalenderjaar staat weergegeven.

  • 5.

    Tussentijdse wijzigingen die invloed kunnen hebben op de subsidie dienen binnen vier weken aan de gemeente voorgelegd te worden.

  • 6.

    Als het bezette aantal gesubsidieerde peuterplekken gedurende het subsidiejaar meer dan 20 procent afwijkt van het in de beschikking vermelde aantal, kan een heroverweging van de subsidie plaatsvinden. Als de heroverweging leidt tot verhoging van de subsidie, ontvangt de aanbieder een vervangend besluit waarin de hoogte van de resterende voorschotbedragen opnieuw wordt vastgesteld.

  • 7.

    Het restant van de subsidie wordt na goedkeuring van de verantwoording verstrekt.

Artikel 11 Beslistermijn aanvraag en vaststelling

  • 1.

    Het college beslist binnen 8 weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

  • 2.

    Het college kan de beslistermijn met maximaal 4 weken verlengen.

Artikel 12 Hardheidsclausule

Het college kan van een of meer bepaalde artikelen of artikelleden van deze regeling afwijken, als daaraan vasthouden voor een subsidieaanvrager of –ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na publicatie van deze regeling in het Gemeenteblad.

Artikel 14 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: “Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente De Bilt 2024”.

Aldus besloten in de vergadering van 27 juni 2023

Burgemeester en wethouders van de gemeente De Bilt,

R. van Netten

secretaris,

mr. S.C.C.M. Potters

burgemeester,

Naar boven