Gemeenteblad van Goirle
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Goirle | Gemeenteblad 2023, 35587 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Goirle | Gemeenteblad 2023, 35587 | beleidsregel |
Beleidsregels jeugdhulp gemeente Goirle 2023
Het college van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de Verordening Jeugdhulp gemeente Goirle 2023 en latere versies;
overwegende dat het noodzakelijk is nadere regels te stellen op basis van artikel 8.3 de Verordening Jeugdhulp gemeente Goirle 2023 en latere versies.
Naast de begripsbepalingen in de verordening, die onverminderd gelden in deze nadere regels, wordt in deze nadere regels verstaan onder:
toegang Dyslexie: deskundige die bij een melding van een hulpvraag in verband met Ernstige Dyslexie (ED) beoordeelt of het ondersteuningstraject op school afdoende is uitgevoerd en voldaan is aan de toegangscriteria volgens het landelijk protocol Dyslexie Diagnose en behandeling 3.0. Het akkoord van de toegang dyslexie is noodzakelijk voordat een onderzoek naar ED wordt ingezet.
Hoofdstuk 2 Vormen van Jeugdhulp
Artikel 2.1 Voorzieningen jeugdhulp
Wanneer de individuele voorzieningen zoals opgenomen in de verordening en beleidsregels onvoldoende aansluiten op de hulpvraag en het te behalen resultaat dan zet het college een andere voorziening (maatwerk) in. Het aanbod hiertoe, dat niet onder algemene of individuele voorzieningen valt, wordt beschouwd als jeugdhulp.
Artikel 2.2 Individuele voorzieningen
De inzet van een individuele voorziening wordt bepaald middels het doorlopen van het ‘’12 stappenplan jeugdhulp” om te komen tot passende ondersteuning (zie de website Externe link: www.zorginregiohartvanbrabant.nl voor de meest actuele versie van het stappenplan).
Een uitgebreide beschrijving van de producten is te vinden op de website Externe link: www.zorginregiohartvanbrabant.nl.
Artikel 2.3.1 Ernstige dyslexie zorg (ED)
Voor de inzet van ernstige dyslexie (ED) zorg geldt een toelatingsprocedure die is afgestemd met het onderwijs en de zorgaanbieders. De toelatingsprocedure is toegelicht op: Externe link: www.zorginregiohartvanbrabant.nl
Voor de inzet van vervoer moet altijd worden voldaan aan onderstaande voorwaarden:
De vervoersvoorziening is een vergoeding van de goedkoopst adequate kosten. De berekening van de vergoeding is toegelicht op Externe link: www.zorginregiohartvanbrabant.nl.
Hoofdstuk 3 Criteria voor de inzet van een individuele voorziening jeugdhulp
Artikel 3.1 Verwijzers jeugdhulp
De zorgaanbieder komt voor financiering van de individuele voorzieningen in aanmerking indien de hulpvraag is verwezen door:
Artikel 3.3 Woonplaatsbeginsel
Voor jeugdigen geldt conform de Jeugdwet het woonplaatsbeginsel. Dit houdt in dat voor het onderzoek plaatsvindt moet worden gekeken welke gemeente (financieel) verantwoordelijk is.
Artikel 3.4 Overige voorzieningen
Wanneer blijkt dat belanghebbende niet op eigen kracht of met hulp van het sociaal netwerk tot een oplossing kan komen, beoordeelt het college of er zogenaamde overige voorzieningen (conform artikel 2.1 van de verordening) zijn die de problemen die de jeugdige ervaart (gedeeltelijk) kunnen oplossen. Het betreft voorzieningen waar iedereen, zonder indicatie of andere vorm van toegang, gebruik van kan maken. Overige voorzieningen zijn diensten, zoals (opvoed)advies, voorlichting, cursussen en trainingen, het schoolmaatschappelijk werk en het consultatiebureau van de GGD Hart voor Brabant.
Artikel 3.4.1 Zorg in Onderwijs (ZIO)
Een deel van de jeugdigen, die tevens scholier zijn op de scholen Onderwijscentrum Leijpark in Tilburg of De Bodde in Tilburg, kunnen voor zorg in onderwijs gebruik maken van een, binnen de school georganiseerde, overige voorziening. Omdat door een jeugdige gebruik gemaakt kan worden van deze overige voorziening, vervalt de aanspraak op een individuele voorziening jeugdhulp voor zorg in onderwijs op één van de twee genoemde scholen.
Artikel 3.5 Voorliggende voorzieningen op grond van andere wet- of regelgeving
Voorliggend op de Jeugdwet is een indicatie op grond van een andere wettelijke regeling, zoals de Wet langdurige zorg (Wlz), de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) of de Zorgverzekeringswet (Zvw). Als dit het geval is, en deze kan worden ingezet voor de benodigde ondersteuning, zal er op grond van de Jeugdwet geen voorziening worden verstrekt.
Begeleiding van kinderen die problemen hebben in het volgen van onderwijs is de verantwoordelijkheid van school, eventueel met toepassing van de mogelijkheden vanuit de Wet passend onderwijs. Alleen in situaties waarbij het gaat om de begeleiding van problemen die niet direct gerelateerd zijn aan het volgen van onderwijs, kan een individuele voorziening op basis van de Jeugdwet aan de orde zijn.
Artikel 3.7 Overgang van 18-/18 +
De inzet van jeugdhulp vindt plaats op basis van de Jeugdwet en het Burgerlijk Wetboek, waarbij de leeftijdsgrens van 18 jaar wordt gehanteerd. De beschikking voor jeugdhulp wordt in principe afgegeven tot de leeftijd van 18 jaar. Verlengde jeugdhulp, pleegzorg en opname in een gezinshuis is mogelijk voor jeugdigen tot maximaal 23 jaar.
Voor verlengde jeugdhulp gelden de volgende criteria: jeugdige krijgt jeugdhulp en voortzetting van deze hulp na 18 jaar is noodzakelijk;
Hierbij geldt een uitzondering voor specifieke jeugdreclasseringstrajecten en/of specifieke gevallen van jongvolwassenen met een verstandelijke beperking. Het college behoudt altijd de bevoegdheid om, indien het dat nodig acht, voor deze of andere doelgroepen na deze leeftijdsgrens hulp in te zetten. Het betreft hier uitdrukkelijk uitzonderingsgevallen.
Artikel 3.7.2 Perspectiefplan 18+
Indien naar verwachting ook na het 18e jaar nog hulp nodig is wordt nagedacht op welke wijze en via welke financieringsstroom dit vorm krijgt (WMO, zorgverzekering, Wlz, verlengde Jeugdhulp). Input voor het Plan van Aanpak wordt mede geleverd door jeugdhulpaanbieders en/of gecertificeerde instellingen via het Perspectiefplan 18+. Uiterlijk bij de leeftijd van 17 en een half jaar moet duidelijk zijn of en welke ondersteuning er nodig is vanaf het 18e levensjaar en hoe dit geregeld gaat worden c.q. binnen welk wettelijk kader deze ondersteuning dient te vallen. Hiervoor is gekozen om, indien noodzakelijk, een warme overdracht naar zorg en ondersteuning voor volwassenen te garanderen.
Artikel 3.9 Acute problematiek
Is er sprake van een acute problematiek, dan zorgt de gemeente - voor zover dit hoort bij haar taak en bevoegdheden en mogelijkheden - onmiddellijk voor adequate hulp.
Artikel 3.10 De inhoud en geldigheidsduur van het besluit
In geval van een besluit hoog specialistische jeugdhulp wordt de aard en omvang van de in te zetten hulp beschreven in het ondertekende plan van aanpak dat door het samenwerkingsverband hoog specialistische jeugdhulp samen met de jeugdige en zijn ouders is opgesteld. Dit ondertekende plan van aanpak geldt bij hoogspecialistische zorg als de beschikking.
Hoofdstuk 4 Persoonsgebonden budget (PGB)
Voor de aanvraag is toestemming nodig conform de leeftijdscategorieën die zijn benoemd in de Jeugdwet: beide gezaghebbende ouders bij jeugdigen tot 12 jaar; van 12 tot 16 jaar de jeugdige zelf en de gezaghebbende ouder(s); en in de leeftijd van 16-18 jaar de jeugdige zelf met of zonder gezaghebbende ouder.
Artikel 4.3 Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering van het pgb
Aanvullend op artikel 5.1 van de verordening kan de beschikking over een individuele voorziening in de vorm van een pgb worden ingetrokken of aangepast, indien:
Artikel 4.4 Voorwaarden om in aanmerking te komen voor een pgb
Als de jeugdige een vertegenwoordiger heeft of heeft gemachtigd om zijn belangen ten aanzien van het pgb te behartigen en de aan het pgb verbonden taken uit te voeren, dan mag om belangenverstrengeling te voorkomen in het geval van formele jeugdhulp, deze vertegenwoordiger niet de uitvoerder zijn van de jeugdhulp die met het pgb wordt ingekocht.
Er is in 2023 een overgangsregeling voor bestaande cliënten die gebruik maken van een informeel pgb. Zij behouden het recht op het informeel pgb tarief 2022 tot afloop van de huidige indicatie. Als hun indicatie in 2023 afloopt, waarna opnieuw een recht op een informeel pgb wordt toegekend, dan geldt voor deze cliënten dat het tarief van 125% Wettelijk minimumloon ingaat per 1 januari 2024.
Artikel 4.6 Voorwaarden inzet sociaal netwerk uit pgb
Voor de inzet van iemand uit het sociaal netwerk vanuit een pgb zijn de volgende voorwaarden van toepassing:
het moet duidelijk zijn dat de kwaliteit van de hulp die het sociaal netwerk biedt toereikend is gelet op de problematiek en ontwikkelingsdoelen van de jeugdige. Er moet beoordeeld worden of de situatie van de jeugdige professionele hulp noodzakelijk maakt. Als alleen professionele hulp een doeltreffende oplossing is kan deze hulp niet door het sociaal netwerk geboden worden.
Indien de jeugdige en/of ouder een pgb besteedt bij een zorginstelling of een zzp'er, dan dient deze in het budgetplan te verklaren te voldoen aan de onderstaande (kwaliteits)eisen.
De jeugdhulpaanbieder organiseert zich zo (en voorziet zich van kwalitatief goed en voldoende personeel) dat verantwoorde hulp kan worden geboden (norm van de verantwoorde werktoedeling). Er wordt verantwoorde hulp geboden als:
De jeugdhulpaanbieder medewerkers inzet met kwalificaties die passend zijn bij de aard van de hulpverlening. Er wordt uitgegaan van de kwalificaties zoals omschreven in de beroepstandaarden (BIG- SKJ- Register vaktherapie). Alle kwalificaties van de door de jeugdhulpaanbieder ingezette medewerkers zijn op verzoek beschikbaar voor inzage door de cliënt en de gemeente.
Er bij een behandeling in het kader van jeugd- en opvoedhulp een gekwalificeerde gedragswetenschapper beschikbaar is onder wiens verantwoordelijkheid de behandeling wordt uitgevoerd. De gedragswetenschapper is geregistreerd in het BIG-register, Kwaliteitsregister Jeugd of in een ander relevant beroepsregister.
Er bij een behandeling in het kader van jeugd-GGZ een gekwalificeerde en BIG- geregistreerde hoofdbehandelaar beschikbaar is onder wiens verantwoordelijkheid de behandeling wordt uitgevoerd. De rol van deze hoofdbehandelaar is beschreven in een kwaliteitsstatuut, dat is geregistreerd bij het Zorginstituut Nederland.
Indien het college een controle uitvoert is de jeugdhulpaanbieder verplicht om kosteloos medewerking te verlenen. De controles richten zich onder meer op de inhoudelijke kwaliteit, feitelijke levering, doel- en rechtmatigheid van de gedeclareerde jeugdhulp. De jeugdhulpaanbieder levert alle gevraagde gegevens en is verplicht inzage te geven in bijvoorbeeld de personele en financiële administratie. De controles en evaluaties mogen de continuïteit van de dienstverlening niet verstoren, een en ander ter beoordeling van de gemeente.
Artikel 4.8 De hoogte van een pgb
Voor het pgb gelden de bedragen zoals opgenomen in het Besluit Maatschappelijke ondersteuning en Jeugdhulp. In de beschikking is aangegeven welk aantal uren, dagdelen, etc. van het product noodzakelijk is. Het maximale pgb wordt bepaald als p x q (product x benodigd volume). In de beschikking is de maximale hoogte van het pgb gedurende de geldigheidsduur van de beschikking genoemd.
Bijlage 1 Beschrijving segmenten
In deze bijlage worden de 5 segmenten van zorg nader beschreven. Meer informatie over deze segmenten, de jeugdhulpaanbieders binnen deze segmenten en productcodes staan beschreven op de website Externe link: www.zorginregiohartvanbrabant.nl.
Segment 1: Hoog specialistische jeugdhulp
Het gaat in dit segment om jeugdigen en de gezinnen waarvan zij deel uitmaken, met een ernstige meervoudige complexe problematiek, waarvoor intensieve jeugdhulp nodig is en waarvoor veelal coördinatie over leefdomeinen heen aan de orde is.
Wat houdt hoog specialistische Jeugdhulp in?
We rekenen onder segment 1 de volgende vormen van Jeugdhulp:
Wat houdt LTA, JeugdzorgPlus en Transforensische zorg in?
Landelijk Transitiearrangement (LTA)
LTA is een set aan afspraken die door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) landelijk wordt gemaakt, met een beperkt aantal Jeugdhulpaanbieders. Hieraan liggen een aantal criteria ten grondslag, namelijk:
Door deze hulpverlening landelijk te contracteren, wordt het doel bereikt om goede, passende hulp te bieden aan de meest kwetsbare jongeren en om de continuïteit van het zorglandschap te garanderen.
JeugdzorgPlus is een vorm van gesloten Jeugdhulp. Deze wordt geboden aan Jeugdigen die niet bereikbaar zijn voor lichtere vormen van Jeugdhulp. Zonder behandeling vormen zij een risico voor zichzelf en/of voor hun omgeving. De kinderrechter beslist of een jongere JeugdzorgPlus nodig heeft. Als dat zo is, legt de rechter een civiele maatregel op en spreekt de ‘machtiging gesloten Jeugdhulp’ uit. Een kinderrechter kan ook een ‘voorwaardelijke machtiging gesloten Jeugdhulp’ verlenen waarin voorwaarden staan. Als de jongere zich aan de voorwaarden houdt, hoeft hij of zij niet (terug) naar de JeugdzorgPlus instelling.
JeugdzorgPlus heeft als doel een dusdanige gedragsverandering te realiseren dat de Jeugdige weer kan participeren in de maatschappij. De Jeugdige kan na behandeling in de JeugdzorgPlus instelling verder behandeld worden in een open setting of thuis. JeugdzorgPlus wordt zo kort als nodig, maar zo lang als noodzakelijk opgelegd.
Dit betreft Jeugdhulp (in een strafrechtelijk kader) gericht op gedragsinterventies voor Jeugdigen die een delict hebben gepleegd.
De jeugdhulp binnen segment 1 wordt verzorgd door een samenwerkingsverband van jeugdzorgaanbieders.
Wanneer de thuissituatie geen veilige of passende woonomgeving voor een jeugdige vormt, moet er een alternatieve woonvorm gevonden worden die zo lang als nodig als thuis fungeert. Het gaat dan om pleegzorg, gezinshuizen, kleinschalige woonleefgroepen en zelfstandig bevorderende woonvormen.
Segment 2 betreft de woonvoorzieningen voor Jeugdigen die niet meer thuis kunnen wonen. Dit segment bestaat uit vier diensten, te weten:
Pleegzorg en gezinshuizen zijn gezinsgerichte vormen van Jeugdhulp, omdat de Jeugdigen in een respectievelijk vrijwillige of ‘professionele’ gezinssetting worden opgevangen. Deze genieten – ook wettelijk – de voorkeur boven residentiële plaatsing. De kleinschalige woonleefgroep is een niet-gezinsgerichte woonvorm voor Jeugdigen die die zich thuis onvoldoende veilig kunnen ontwikkelen en/of gezond kunnen opgroeien en voor wie een pleeggezin of gezinshuis vanwege hun (hechtings)problematiek niet passend is. De zelfstandigheid bevorderende woonvorm, is gericht op het toewerken richting zelfstandigheid, bedoeld voor Jeugdigen vanaf 16 jaar die deze steun niet in het eigen gezin (kunnen) ontvangen.
In dit segment verblijven jeugdigen in een zo thuis mogelijke omgeving. Wel kan het zijn dat de aard van de doelgroep een (continue) mate van begeleiding noodzakelijk maakt. Deze is dan bij de woonvoorziening inbegrepen. Als een Jeugdige daarnaast een specifieke, individuele behandel-/begeleidingsvraag heeft, valt deze dienstverlening onder segment 4. Voor dagbegeleiding ten behoeve van de ontwikkeling van een Jeugdige wordt een beroep gedaan op segment 3.
Het regionaal coördinatiepunt wonen wordt bemand door een onafhankelijke professional. Zij nemen aanmeldingen aan leiden toe naar een woonaanbieder.
Het coördinatiepunt doet geen matching. Daar is de Jeugdhulpaanbieder zelf verantwoordelijk voor. Het coördinatiepunt voert geen coördinatie binnen het domein Jeugd of over het Integraal plan van aanpak
Verwijzers hebben de verplichting om aanvragen voor gezinshuizen en kleinschalige woonvoorzieningen via het coördinatiepunt te organiseren. Enkel als een Jeugdhulpaanbieder zelf een Jeugdige in een behandelgroep heeft zitten en in overleg met de Verwijzer rechtstreeks op een eigen woonvoorziening kan worden geplaatst, geldt die verplichting niet. Uiteraard moet de plaatsing wel worden gemeld bij het coördinatiepunt.
Segment 3: Dagbegeleiding en respijtzorg
Dagbegeleiding ziet toe op het stimuleren en aanleren van sociale en praktische vaardigheden gedurende een of enkele dagdelen per week.
Bij respijtzorg gaat het om het bieden van periodieke tijdelijke ontlasting aan ouders en/of het gezin i.v.m. (dreigende) overbelasting van het gezinssysteem. Beide vormen van jeugdhulp zijn tijdelijk van aard en worden in groepsverband op locatie van de jeugdhulpaanbieder geboden.
Binnen de categorie dagbegeleiding kennen we twee varianten: dagbegeleiding A en dagbegeleiding B. Hieronder leest u in de tabel per variant de bijbehorende kenmerken en kan een inschatting worden gemaakt welke variant passend is en aansluit bij de behoefte van de Jeugdige.
Binnen de categorie respijtzorg kennen we twee varianten, genoemd respijtzorg A en respijtzorg B. Hieronder leest u per varianten de bijbehorende kenmerken. Deze tabel biedt de mogelijkheid om o.b.v. de behoefte van de Jeugdige een inschatting te maken welke variant passend is.
Segment 4: Veelvoorkomende jeugdhulp
Het gaat hier om specialistische jeugdhulp voor jeugdigen met enkelvoudige problematiek. Het betreft ambulante en/of poliklinische hulp die minder intensief en/of minder langdurig is dan de hoog specialistische jeugdhulp in segment 1. Vaak ligt de focus op psychische problemen.
Binnen dit segment hebben wij het over alle ambulante of poliklinische jeugdhulp (begeleiding, behandeling, ambulante GGZ, vaktherapie, combinaties hiervan) die niet onder segment 1 valt.
Het betreft ambulante hulp gericht op:
De volgende soorten hulp vallen onder segment 4:
* Vaktherapie kan domeinoverstijgend in worden gezet.
Het gaat hier om jeugdigen en gezinnen waarvoor acute hulpverlening noodzakelijk is vanwege veiligheid en/of de aard van de hulpvraag.
Er is sprake van crisis bij een plotselinge, ernstige ontregeling (in de fysieke, sociale en psychische gesteldheid van de Jeugdige of van de omgeving) met als gevolg het ontstaan van een acuut onhoudbare situatie in het thuismilieu of de woonsituatie van de jeugdige.
De regio rekent onder segment 5 de volgende vormen van integrale crisiszorg:
De jeugdhulp binnen segment 5 wordt verzorgd door een samenwerkingsverband van jeugdzorgaanbieders.
Bijlage 2 Richtlijnen gebruikelijke hulp
Voor zover het gebruikelijk is dat partners, ouders, inwonende kinderen en/of andere huisgenoten elkaar bepaalde hulp en zorg bieden, is cliënt niet aangewezen op ondersteuning vanuit de Jeugdwet.
Gebruikelijke hulp is de normale, dagelijkse hulp en zorg die partners, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten geacht worden elkaar onderling te bieden. Voor kinderen geldt dat er een bandbreedte is in het normale ontwikkelingsprofiel. Ook tussen kinderen van dezelfde leeftijd zonder ondersteuning vanuit de Jeugdwet kan de omvang van de zorg (per dag) verschillen. Het ene kind is nu eenmaal gemakkelijker dan het andere kind. Gebruikelijke hulp bij kinderen kan activiteiten omvatten die niet standaard bij alle kinderen voorkomen.
Bij gebruikelijke hulp wordt er een onderscheid gemaakt in kortdurende en langdurige situaties.
Kortdurend: er is uitzicht op herstel. Het gaat hierbij over het algemeen over een periode van maximaal drie maanden.
Langdurig: het gaat om chronische situaties waarbij naar verwachting de hulp en zorg langer dan drie maanden nodig zal zijn.
In chronische situaties is pas sprake van boven gebruikelijke hulp wanneer de omvang van de hulp en zorg substantieel meer is dan een gezond kind van dezelfde leeftijd gemiddeld nodig heeft. Met substantieel wordt een omvang bedoeld van gemiddeld meer dan een uur per etmaal. Dit uur is in de thuissituatie geen boven gebruikelijke zorg, maar hoort nog tot gebruikelijke hulp en zorg. Als er binnen een gezin meerdere kinderen met beperkingen zijn en deze kinderen hebben een Jeugdwet-zorgvraag, dan wordt het uur substantieel slechts één keer in mindering gebracht2.
Het bieden van een beschermende woonomgeving van ouders aan kinderen is tenminste tot een leeftijd van 17 jaar in beginsel gebruikelijke hulp, zowel in kortdurende als langdurige situaties. Kan een kind niet bij (een van) de ouder(s) wonen vanwege de onmogelijkheden van de ouder(s) om een veilig thuis te bieden en/of vanwege opvoedingsonmacht van de ouder(s), is verblijf op grond van de Jeugdwet aan de orde.
Voor zover een partner, ouder, volwassen broer/zus en/of elke andere volwassen huisgenoot geobjectiveerde beperkingen heeft en/of kennis/vaardigheden mist om gebruikelijke ondersteuning ten behoeve van de cliënt uit te voeren en deze vaardigheden niet kan aanleren, wordt van hen geen bijdrage verwacht.
Wanneer voor de partner, ouder, volwassen broer/zus en/of andere volwassen huisgenoot eigen mogelijkheden en/of voorliggende voorzieningen zijn om de (dreigende) overbelasting op te heffen dienen deze eigen mogelijkheden en/of voorliggende voorzieningen hiertoe te worden aangewend. Als er sprake is van (dreigende) overbelasting vanwege het zelf leveren van geïndiceerde ondersteuning, dient men die overbelasting op te heffen door deze ondersteuning door (andere) zorgverleners uit te laten voeren/in te kopen.
Begeleiding tijdens kinderopvang
Wanneer ouders werken, zijn/blijven zij verantwoordelijk voor de opvang/verzorging van hun kinderen. De Begeleiding die buiten dit werk/onderwijs om als gebruikelijke hulp wordt beschouwd, kan gedurende de tijd dat de ouders werken/onderwijs volgen niet worden geïndiceerd. Wanneer sprake is van boven gebruikelijke Begeleiding, wordt de omvang van de boven gebruikelijke begeleiding vastgesteld over het hele etmaal/zeven dagen per week. Dus feitelijk ook gedurende de periode dat ouders werken/onderwijs volgen. Ouders kunnen de keuze maken wanneer zij de geïndiceerde uren inzetten, thuis of tijdens de kinderopvang.
Wanneer kinderen naar school gaan, kan gedurende de schooltijd geen Begeleiding worden geïndiceerd die buiten de schooltijd als gebruikelijke hulp wordt beschouwd. Wanneer sprake is van boven gebruikelijke Begeleiding, wordt de omvang van de boven gebruikelijke begeleiding vastgesteld over het hele etmaal/zeven dagen per week. Dus feitelijk ook gedurende de periode dat het kind op school is. Ouders kunnen de keuze maken wanneer zij de geïndiceerde uren inzetten, thuis of tijdens het onderwijs. Daarnaast is het mogelijk om Begeleiding in de vorm van toezicht tijdens het onderwijs te indiceren wanneer het gedrag van het kind de omgang met andere leerlingen bemoeilijkt.
Normaal ontwikkelingsprofiel kind
Onderstaande tabel laat zien in hoeverre een jeugdige/jongere gezien zijn leeftijd ontwikkeld zou moeten zijn op de genoemde gebieden om veilig op te groeien tot een zelfstandig en gelukkig persoon. Waarbij:
1 = jeugdige heeft bij alles ondersteuning nodig
3 = kan sommige dingen zelf, maar meestal steun nodig
4 = kan het als iemand mee kijkt
5 = kan het als hij vooraf geïnstrueerd wordt of als het in zijn routine zit
6 = kan het zelf, maar krijgt af en toe nog tips
7 = heeft geen enkele ondersteuning nodig
Normtijden activiteiten (bron: CIZ)
Ligt het kind structureel en aanzienlijk achter op deze ontwikkeling en vraagt dit van het huishouden om boven gebruikelijke zorg, dan kan compensatie toegekend worden op basis van onderstaande tabel. De gemiddelde tijd bevat de tijdsbesteding die direct gemoeid is met de directe zorg/handeling, maar ook het binnenkomen, gedag zeggen, handen wassen, zorgdossier kort inkijken of bijwerken en vertrekken (indirecte zorg). De frequentie waarmee de Begeleiding wordt geïndiceerd is niet meer dan nodig om verantwoorde zorg te bieden.
Uitleg begeleidingsactiviteiten (bron: CIZ)
Normtijden begeleidingsactiviteiten (bron: CIZ)
Bij het indiceren wordt hier de gebruikelijke zorg nog van af getrokken.
Normtijden persoonlijke verzorging (bron: CIZ)
Voldoen de begeleidingsactiviteiten niet volledig aan de hulpbehoefte van de cliënt, dan kan er indien nodig persoonlijke verzorging geïndiceerd worden. Persoonlijke verzorging wordt bekostigd vanuit de Jeugdwet indien het géén verband houdt met de behoefte aan geneeskundige zorg. Een jeugdige met persoonlijke verzorging krijgt hulp en zorg bij algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-35587.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.