Gemeenteblad van Culemborg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Culemborg | Gemeenteblad 2023, 351369 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Culemborg | Gemeenteblad 2023, 351369 | gemeenschappelijke regeling |
Gemeenschappelijke Regeling Bedrijfsvoeringsorganisatie West-Betuwe
De colleges van de gemeenten Culemborg, Tiel en West Betuwe,
gezien het besluit van de onderscheiden gemeenteraden waarbij toestemming is verleend voor het wijzigen van deze regeling;
gelet op de bepalingen van de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Gemeentewet;
de ‘Gemeenschappelijke Regeling Bedrijfsvoeringsorganisatie West-Betuwe’ te wijzigen, zodat deze als volgt komt te luiden:
Hoofdstuk I: Algemene bepalingen
Als de deelnemers er mee instemmen, verricht de bedrijfsvoeringsorganisatie op verzoek van publiekrechtelijke rechtspersonen buiten het samenwerkingsgebied van de bedrijfsvoeringsorganisatie maar gelegen binnen Rivierenland één of meer van de in het eerste lid genoemde taken. Hiertoe worden afzonderlijke overeenkomsten gesloten voor de duur van één of meer tijdvakken van 5 jaar.
Indien op grond van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel een taak voor een deelnemer niet wordt uitgevoerd, worden de kosten die verbonden zijn aan de uitvoering van deze taak niet ten laste van deze deelnemer gebracht. Artikel 27 (uittreding) is van overeenkomstige toepassing op een besluit van een deelnemer als bedoeld in het eerste lid van dit artikel.
Artikel 8 – Voorzitter en plaatsvervangend voorzitter
Het bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter en plaatsvervangend voorzitter aan.
Een lid van het bestuur neemt niet deel aan de stemming over een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken. Een benoeming gaat iemand persoonlijk aan, wanneer hij behoort tot de personen tot wie de keuze door een voordracht of bij een herstemming is beperkt.
Het bestuur zendt voor 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders toe aan de raden van de deelnemers. Deze kaders bevatten in ieder geval een indicatie van de gemeentelijke bijdrage, de beleidsvoornemens en de prijscompensatie voor het begrotingsjaar.
In de begroting staat welke bijdrage elke deelnemer verschuldigd is ter dekking van alle kosten van de bedrijfsvoeringsorganisatie. Daarbij geldt als uitgangspunt dat de deelnemers er steeds voor zorgen dat de bedrijfsvoeringsorganisatie altijd over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen
Hoofdstuk VIII: Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing
Het bestuur stelt, nadat hij de bestuursorganen van de deelnemers om zienswijzen heeft gevraagd, een liquidatieplan vast en regelt de vereffening van het vermogen. Het liquidatieplan voorziet in ieder geval in de verplichting van de deelnemers alle rechten en verplichtingen van de bedrijfsvoeringorganisatie over de deelnemers te verdelen op een in het plan te bepalen wijze.
Bij het opstellen van de derde versie van de gemeenschappelijke regeling zijn de kaders van de Wet gemeenschappelijke regelingen, zoals die luidt per 1-1-2015, als uitgangspunt genomen. Bepalingen in de regeling die een relatie hebben met dit wettelijk kader worden dan ook in het hierna volgende niet nader toegelicht. Daarnaast worden bepalingen die, gelet op hun inhoud, geen toelichting behoeven ook niet nader toegelicht.
De wijzigingen die een gevolg zijn van de wijzigingen van de Wgr per 1 juli 2022 worden in een afzonderlijk, regionaal traject doorgevoerd.
In dit artikel is een definitie van Rivierenland opgenomen. In combinatie met het bepaalde in artikel 4, vijfde lid, wordt het verrichten van diensten aan andere publiekrechtelijke rechtspersonen (afnemers) geografisch begrensd.
In lid 1 wordt geformuleerd dat de regeling wordt getroffen voor de behartiging van de belangen van de deelnemers. Dit zijn de gemeenten Culemborg, Tiel en West Betuwe
Het derde lid maakt het mogelijk dat de gemeenschappelijke regeling zelf deel kan nemen in een andere gemeenschappelijke regeling.
Het vierde lid maakt het mogelijk dat de gemeenschappelijke regeling zelf kan deelnemen in een privaatrechtelijke rechtspersoon, zoals een werkgeversvereniging.
De taken in het eerste lid zijn concreter geformuleerd. Bij de start van BWB was BWB belast met de volledige uitvoering van het takenpakket op het gebied van Financiën en P&O. Met het besluit tot ontvlechting van deze advies taken, is er een noodzaak om de taken iets concreter te omschrijven, aangezien de adviestaken bij de deelnemers zijn komen te liggen, maar er ook nog steeds taken op het gebied van Financiën en P&O tot het takenpakket van BWB behoren. Voor de duidelijkheid zijn ook de hoofdtaken van de andere taakvelden iets concreter omschreven. In met de deelnemers af te sluiten Dienstverleningsovereenkomsten worden de te leveren diensten en producten verder geconcretiseerd (lid 4).
Omdat BWB een uitvoeringsorganisatie is kunnen niet alle taken in volle omvang worden overgedragen. Het vaststellen van regelgeving is beperkt tot het vaststellen van regelgeving voor BWB zelf. Dit geldt ook voor beleid. Het voorbereiden en uitvoeren van beleid en regelgeving behoort wel tot de taak van BWB, waarna de deelnemers zelf hun regelgeving vaststellen. Het uitvoeren van feitelijke handelingen (advisering en beheertaken) ligt ook bij BWB.
Lid 5 voorziet in de mogelijkheid om ook voor andere publiekrechtelijke rechtspersonen (afnemers) binnen Rivierenland werkzaamheden te verrichten. Een dienstverleningsovereenkomst wordt voor een minimale periode van 5 jaar aangegaan en moet qua omvang de mogelijkheid tot inbesteding van de deelnemers, niet in gevaar brengen. Daarnaast moet rekening worden gehouden met btw-verplichtingen, de vennootschapsbelasting, het aanbestedingsrecht (de afnemer is aanbestedingsplichtig) en de mededingingsregels (Wet Markt en Overheid).
De gemeenschappelijke regeling voorzag niet in de mogelijkheid om delen van het takenpakket niet af te nemen. Inmiddels is het gewenst om de mogelijkheid te hebben om bepaalde taken niet af te nemen.
Artikel 5 Verdeling van bevoegdheden
Het gaat om een regeling van de colleges gezamenlijk. BWB wordt een organisatie die, net als de Omgevingsdienst Rivierenland, in mandaat werkt voor de deelnemers. Die deelnemers moeten de bedrijfsvoeringsorganisatie wel van toereikende mandaten e.d. voorzien om de opgelegde taken adequaat te kunnen vervullen.
Artikel 6 Samenstelling van het bestuur
De drie colleges wijzen allen uit hun midden één bestuurder aan, die zitting neemt in het bestuur van BWB. De colleges bepalen zelf welke bestuurder zitting neemt in het bestuur. Daarbij wordt er, voor zover mogelijk, rekening mee gehouden dat in het organisatieplan BWB, duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillende rollen die de bestuurders van de drie gemeenten hebben. Enerzijds is het college eigenaar van BWB en anderzijds is het college opdrachtgever van BWB.
Bij voorkeur krijgt het lid van het college dat de taak “bedrijfsvoering” in zijn portefeuille heeft, de rol van opdrachtgever. Om die reden heeft het de voorkeur dat een ander lid van het college de eigenaarsrol krijgt en zitting neemt in het bestuur. Er kunnen echter redenen zijn voor het college om een andere keuze te maken.
Het bestuur wordt ten behoeve van de belangen van de GR geadviseerd door de directeur. De bestuurders worden in hun rol als vertegenwoordiger van de deelnemer geadviseerd door hun gemeentesecretaris.
Daarom zijn zowel de gemeentesecretarissen als de directeur BWB aanwezig tijdens de bestuursvergaderingen. Zij hebben geen stemrecht.
Als een bestuurslid zich moet onthouden van stemmen, ontstaat een even aantal en is het mogelijk dat de stemmen staken. In artikel 11 leden 4 en 6 wordt geregeld, hoe moet worden gehandeld bij het staken van de stemmen. Artikel 11 lid 5 is conform artikel 28 lid 3 van de Gemeentewet. Besluitvorming vindt plaats bij gewone meerderheid.
Gelet op de taken die worden uitgevoerd is geoordeeld dat aan de mogelijkheid voor het instellen van een bestuurscommissie geen behoefte bestaat. Uitsluitend adviescommissies zijn dus mogelijk. Voorbeeld: bezwaarschriftencommissie.
Artikel 15 Gemeenschappelijk overleg
Er is een gemeenschappelijk overleg waaraan de directeur van BWB samen met de algemeen directeuren van de gemeenten en/of de andere directeuren van de gemeente, bijvoorbeeld de directeur die bedrijfsvoering in zijn pakket heeft.
De werkwijze en de bevoegdheden worden vastgelegd in een statuut.
Artikel 16 Opdrachtgever/ opdrachtnemerschap
In een dienstverleningsovereenkomst, waar een productendienstencatalogus (PDC) onderdeel van uitmaakt, concretiseren BWB en de gemeenten gezamenlijk de aard en omvang van de diensten en producten, de mate van standaardisatie én de wijze waarop de producten en diensten verleend worden. Bovendien worden er afspraken gemaakt over de leveringen, prestatienormen, rapportages en het relatiebeheer tussen de gemeenten en BWB.
De instructie voor de directeur wordt opgenomen in de door het bestuur vast te stellen organisatieregeling.
Dit is conform artikel 34b WGR.
Lid 1 is conform artikel 35, eerste lid, WGR.
Lid 3 is conform artikel 34, tweede lid, WGR.
Lid 6 is conform artikel 35, vijfde lid, WGR.
Lid 1 is conform artikel 34b WGR.
Lid 4 is conform artikel 34, vierde lid, WGR.
In lid 6 is beschreven op welke wijze wordt omgegaan met een batig of nadelig saldo van de jaarrekening. Dit zal worden verrekend naar rato van de financiële inbreng van de deelnemers in de regeling.
In lid 7 is een gemaximeerde risicoreserve opgenomen.
De Archiefwet geldt, op dezelfde wijze als voor de deelnemers, voor gemeenschappelijke regelingen. De regeling moet daarvoor bepalingen bevatten. Gelet op de relatie met het Regionaal Archief Rivierenland is hier gekozen voor aansluiting bij de archiefregelingen van de gemeente Tiel.
Het artikel gaat er van uit dat, vóórdat de wettelijke geschillenregeling wordt toegepast (GS beslechten het geschil) er eerst onderling wordt geprobeerd om tot een oplossing te komen.
Lid 4 bepaalt de minimaal verschuldigde toetredingsvergoeding voor nieuwe deelnemende gemeenten. De gemeenten Culemborg, Geldermalsen en Tiel hebben voor gezamenlijke rekening tijd en geld geïnvesteerd in de totstandkoming van BWB. Het is dan reëel dat nieuwe deelnemers naar rato een deel van deze investering compenseren. Dit wordt door het bestuur bij de toetredingsprocedure verder financieel uitgewerkt.
Lid 4 is opgenomen, omdat deze bepaling ook al in de samenwerkingsovereenkomst stond
Lid 5 is opgenomen, omdat lid 4 niet van toepassing kan zijn op gemeenschappelijke regelingen, maar wel de mogelijkheid opengehouden moet worden, een instapfee te vragen. Het bedrag kan bijvoorbeeld worden afgestemd op de omvang van de taak waarvoor wordt deelgenomen.
Om de continuïteit van de BWB te waarborgen is het de eerste 5 jaar niet mogelijk om uit te treden. De opzegtermijn voor uittreding is in lid 3 bepaald op 2 jaar, om op een verantwoorde manier rekening te kunnen houden met de gevolgen van een uittredende deelnemer. De financiële gevolgen van de uittreding worden afgehandeld conform het bepaalde in lid 6 tot en met 8. Dit sluit aan bij artikel 16 van de samenwerkingsovereenkomst CGT.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-351369.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.