Verpachtingvoorwaarden kermissen gemeente Dinkelland

I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze voorwaarden verstaan wij onder:

  • a.

    kermis: cultureel evenement van algemene aard dat jaarlijks van gemeentewege in de gemeente Dinkelland wordt geëxploiteerd. Bij dit evenement worden de bezoekers geamuseerd door middel van kermiszaken. Dit is een samenstel van bewegende en stilstaande vermaakattracties, daarbij passende mobiele verkoopzaken en gelegenheden tot het deelnemen aan spelen of tot het bezichtigen van het zogenaamde kijkwerk, de bezoekers van dat evenement, met een zo groot mogelijke mate van afwisseling, geamuseerd worden;

  • b.

    exploitant: een natuurlijke of rechtspersoon die zijn beroep heeft gemaakt van de exploitatie van een onder a. bedoelde kermiszaak;

  • c.

    pachtsom: het voor het innemen van een standplaats geboden bedrag;

  • d.

    burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dinkelland;

  • e.

    de gemeente: de gemeente Dinkelland;

  • f.

    kermisterrein: de door de gemeente Dinkelland aan te wijzen locatie voor het houden van de kermis;

  • g.

    woonwagenterrein: de door de gemeente Dinkelland aan te wijzen locatie voor het stallen van de woonwagens gedurende de kermis;

Artikel 1.2 Plaats en tijd

  • 1.

    Kermis Denekamp:

    • a.

      De kermis zal worden gehouden op het centrumplein van Denekamp in het weekend na de tweede donderdag in september van vrijdag tot de daarop volgende zondag.

    • b.

      De openingstijden van de kermis zijn:

      vrijdag: 15:30 - 24:00 uur

      zaterdag: 10:00 - 24:00 uur

      zondag: 13:00 - 23:00 uur

  • 2.

    Kermis Ootmarsum:

    • a.

      De kermis zal worden gehouden in de binnenstad van Ootmarsum op de eerste vrijdag in november en de zaterdag en zondag daaropvolgend met dien verstande dat wanneer deze vrijdag op 1 of 2 november valt, de kermis één week later wordt gehouden.

    • b.

      De openingstijden van de kermis zijn:

      vrijdag: 10:00 – 24:00 uur

      zaterdag: 13:00 – 24:00 uur

      zondag: 13:00 – 24:00 uur

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen, onverminderd het bepaalde in het eerste en tweede lid, in bijzondere gevallen ook andere kermisperioden, tijden en locaties aanwijzen.

Artikel 1.3 Ritprijzen

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen driejaarlijks een maximale ritprijs vast voor vermaakinrichtingen en kinderzaken. Zij zijn bevoegd hierin een diversificatie aan te brengen, al naar gelang de aard, omvang en kostprijs van een inrichting.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders stellen tevens driejaarlijks een maximale prijs voor oliebollen en gebak vast.

  • 3.

    De rit- en entreeprijzen moeten gedurende de gehele kermis goed zichtbaar voor het publiek op de kassa aanwezig zijn.

II WIJZE VAN VERPACHTING

Artikel 2 Inschrijving

  • 1.

    De verpachting van de standplaatsen voor de kermissen geschiedt uitsluitend aan de hand van uitnodiging en/of inschrijving. Voor het doen van inschrijvingen moet gebruik worden gemaakt van de daartoe van gemeentewege vastgestelde en/of aangewezen inschrijfformulieren. Het inschrijfformulier moet volledig en duidelijk leesbaar worden ingevuld.

  • 2.

    Inschrijvingen kunnen alleen worden gedaan door exploitanten die staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel of bij een vergelijkbare buitenlandse instantie, dan wel door hun gemachtigden. De bevoegdheid van de gemachtigde moet blijken uit een aan het inschrijfformulier aangehangen, door exploitant ondertekende, volmacht. Niemand kan optreden als gemachtigde van meer dan één exploitant.

  • 3.

    Inschrijfformulieren worden tegelijkertijd met de Pachtvoorwaarden gemeente Dinkelland en de modelovereenkomst aan exploitanten toegezonden.

Artikel 2.1 Eisen aan de inschrijving

  • 1.

    Op het inschrijfformulier moeten ten minste worden vermeld:

    • a.

      naam, voornaam, huisadres, correspondentieadres, (mobiel)telefoonnummer, alsmede handtekening van de exploitant;

    • b.

      naam en omschrijving van de inrichting;

    • c.

      het bedrag, zowel in cijfers als letters, dat geboden wordt;

    • d.

      aanduiding van de kermis (Denekamp of Ootmarsum), waarvoor de inschrijving bedoeld is;

    • e.

      de juiste afmeting van de hoogte, frontbreedte en diepte of doorsnede van de inrichting, alsmede van de uitsteekzeilen, oploopvloeren, kassa en dergelijke, wanneer deze buiten de maten van breedte, diepte of doorsnede uitsteken, inclusief voor-, zij- en achterschoren en voorts de exacte plaats van de eventuele voor-/zij- en achteringangen, kant of open zaak;

    • f.

      de juiste afmetingen van de eventuele kassa en woonwagen;

    • g.

      de benodigde aansluitwaarde in KWH en PK tijdens opbouw, kermis en afbouw;

    • h.

      het aantal woon- en pakwagens.

  • 2.

    Bij de inschrijving moet worden gevoegd:

    • a.

      een kopie van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel of bij een vergelijkbare buitenlandse instantie, die niet ouder is dan 1 jaar;

    • b.

      voor zover van toepassing, de volmacht als bedoeld in artikel 2;

    • c.

      een recente foto, waarop het uiterlijk aanzien van de inrichting kan worden beoordeeld;

    • d.

      voor zover wettelijk noodzakelijk een kopie van het bewijs van (goed)keuring, als bedoeld in het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen;

    • e.

      een kopie van de geldende polis van de aansprakelijkheidsverzekering.

  • 3.

    Indien het inschrijvingsbedrag in letters afwijkt van het daarbij vermelde bedrag in cijfer, zal het bedrag in letters worden aangenomen als de geboden som.

  • 4.

    Wanneer ten aanzien van een geboden pachtsom het voorbehoud ‘zonder concurrentie’ of een ander voorbehoud van dezelfde strekking wordt gemaakt, moet daarbij nauwkeurig worden aangegeven welke inrichtingen de exploitant als van concurrerende aard beschouwt.

  • 5.

    Verpachting vindt onbelast van BTW plaats. Indien exploitant een belaste verpachting wenst, moet hij dit vroegtijdig kenbaar maken. Pachter en verpachter moeten dan gezamenlijk een verzoek indienen. Het verzoek dient voorafgaand aan de ingang van verpachting te zijn ingediend. Bij het verzoek moet een verklaring van de pachter worden gevoegd waarin staat dat hij het verpachte voor meer dan 90% voor belaste prestaties gebruikt.

  • 6.

    Op één inschrijfformulier mag slechts voor één inrichting of soort inrichting worden ingeschreven. Inschrijving met een combinatie van twee of meer inrichtingen, alsmede gecombineerde inschrijvingen door of voor verschillende exploitanten zijn niet toegestaan.

  • 7.

    Indien tussen burgemeester en wethouders en de exploitant verschil van mening bestaat over de aard van een bepaalde inrichting in verband met de concurrentie, beslissen burgemeester en wethouders, na advies te hebben ingewonnen van de kermisvakbond NKB en/of BOVAK of een andere deskundige.

  • 8.

    Onvolledige en onduidelijke inschrijvingen, alsmede inschrijvingen die voor meerdere uitleg vatbaar zijn, zullen door burgemeester en wethouders terzijde worden gelegd. De exploitant zal hiervan zo spoedig mogelijk in kennis worden gesteld.

Artikel 2.2 Algemene gunningprocedure standplaatsen

  • 1.

    Burgemeester en wethouders verpachten de standplaatsen primair via een onderhandse verpachtingprocedure.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders zijn daarnaast bevoegd om, indien er open plaatsen zijn, in het openbaar een verpachting te houden.

  • 3.

    In principe worden driejarige contracten aangegaan. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om hiervan af te wijken. Dit wordt schriftelijk bevestigd.

  • 4.

    In geval van onderhandse en openbare verpachting zijn deze voorwaarden van kracht.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders zijn, anders dan in algemene zin, geen verantwoording verschuldigd over het gevoerde toewijzingsbeleid.

Artikel 2.3 Gunningprocedure onderhandse verpachting

  • 1.

    Voor onderhandse verpachting wordt met een checklist gewerkt. Die exploitant die na afloop van de driejarige contractstermijn terug wenst te komen, geeft dit schriftelijk aan bij de gemeente Dinkelland. Op dit verzoek wordt alleen ingegaan indien is voldaan aan het gestelde in artikel 3 en de gunning niet vervallen is verklaard.

  • 2.

    Aan de hand van de door burgemeester en wethouders vastgestelde checklist wordt dan bekeken of aan de voorwaarden die op deze checklist staan zijn voldaan.

  • 3.

    De exploitant vult het benodigde inschrijfformulier in en doet een bieding voor de pachtsom.

  • 4.

    De exploitant is gehouden aan zijn bod tot en met de datum van gunning, althans uiterlijk tot 30 dagen na de datum van het aangeven van de wens tot terugkoming. Verhoging of verlaging van de geboden pachtsom kan uitsluitend geschieden door middel van een nieuw inschrijfformulier, waarop duidelijk is vermeld welk bod verhoogd of verlaagd wordt en dient tevens te geschieden binnen 30 dagen na de datum van het aangeven van de wens tot innemen van een standplaats.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders beslissen binnen 30 dagen na inschrijving omtrent de gunning van de standplaatsen.

  • 6.

    Aan elke inschrijver wordt binnen zes weken na inschrijving een bericht gezonden of de standplaats(en) waarvoor hij heeft ingeschreven, hem al dan niet is (zijn) gegund.

  • 7.

    Als de exploitant te kennen geeft dit te wensen, zullen burgemeester en wethouders hun beslissing omtrent het wel of niet gunnen van een standplaats aan de exploitant nader motiveren.

  • 8.

    Nadat burgemeester en wethouders de gunning bekend hebben gemaakt gaan partijen een overeenkomst aan. Een modelovereenkomst wordt door burgemeester en wethouders vastgesteld.

Artikel 2.4 Gunningprocedure open verpachting

  • 1.

    Indien er na het volgen van de procedure onderhandse verpachting “open plaatsen” zijn, wordt een advertentie in een vakblad geplaatst.

  • 2.

    De inschrijfformulieren moeten vóór een door of vanwege burgemeester en wethouders bepaalde datum en tijdstip bij het gemeentehuis of op een andere aangegeven plaats zijn aangeleverd. Deze datum en het tijdstip zijn bekendgemaakt bij de aanbieding van de inschrijfformulieren. Te laat ingeleverde formulieren worden terzijde gelegd.

  • 3.

    Inschrijvingen via e-mail worden ook geaccepteerd als het inschrijfformulier binnen de in lid 2 genoemde datum is ingeleverd.

  • 4.

    De exploitant is gehouden zijn bod tot en met de datum van gunning, althans uiterlijk tot 30 dagen na de in het tweede lid bedoelde datum gestand te doen. Verhoging of verlaging van de geboden pachtsom kan uitsluitend geschieden door middel van een nieuw inschrijfformulier, waarop duidelijk is vermeld welk bod verhoogd of verlaagd wordt en dient tevens te geschieden vóór de datum en het tijdstip als bedoeld in het tweede lid.

  • 5.

    Bij de beoordeling van deze inschrijvingen wordt onder andere gelet op de pachtprijs, de variatie in het aanbod, de evenwichtige verdeling van de attracties over de verschillende vakken, het karakter van de kermis en of aan de gestelde voorwaarden kan worden voldaan.

  • 6.

    Binnen 30 dagen na de in het tweede lid genoemde datum beslissen burgemeester en wethouders omtrent de gunning van de standplaatsen.

  • 7.

    Aan elke inschrijver wordt binnen zes weken na de in het tweede lid bepaalde datum een bericht gezonden of de standplaats(en) waarvoor hij heeft ingeschreven, hem al dan niet is (zijn) gegund.

  • 8.

    Als de exploitant te kennen geeft dit te wensen, zullen burgemeester en wethouders hun beslissing omtrent het wel of niet gunnen van een standplaats aan de exploitant nader motiveren.

  • 9.

    Nadat burgemeester en wethouders de gunning bekend hebben gemaakt gaan partijen een overeenkomst aan. Een modelovereenkomst wordt door burgemeester en wethouders vastgesteld.

III FINANCIËLE BEPALINGEN

Artikel 3 Betaling

  • 1.

    Uiterlijk zes weken voorafgaand aan de betreffende kermis wordt er een factuur toegezonden. Deze factuur dient uiterlijk 14 dagen voor de betreffende kermis volledig door de exploitant aan de gemeente te zijn voldaan.

  • 2.

    De betaling kan geschieden door storting of overschrijving op het rekeningnummer zoals door de gemeente opgenomen in de betreffende gunning. Hiertoe worden door de gemeente facturen toegezonden.

  • 3.

    Indien de pachtsom niet is betaald binnen de termijnen in dit artikel genoemd, is de exploitant van de inrichting in gebreke door het enkele verloop van deze termijnen zonder dat daarvoor een ingebrekestelling nodig is en verliest hij het recht op de hem toegewezen plaats en zal hem een boete op grond van artikel 5, lid 5 worden opgelegd. Tevens wordt de overeenkomst ontbonden.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders behouden zich het recht voor de opengevallen plaats aan een ander toe te wijzen.

Artikel 3.1 Restitutie pachtsom

Wanneer als gevolg van overmacht de kermis niet doorgaat of ophoudt door te gaan dan wel als gevolg van overmacht aan de zijde van de exploitant de gepachte standplaats niet ingenomen kan worden, wordt naar het oordeel van het burgemeester en wethouders, gehoord hebbende de brancheorganisaties van kermisexploitanten, de betaalde pachtsom teruggegeven, dan wel gedeeltelijk naar rato van het aantal dagen, waarop de standplaatsen niet kunnen worden gebruikt, gerestitueerd.

IV VERPLICHTINGEN GEMEENTE

Artikel 4 Verblijfsklimaat

De gemeente draagt zorg voor een goed tijdelijk verblijfsklimaat voor de exploitanten die een standplaats hebben op de kermis.

Artikel 4.1 Voorzieningen op de terreinen

  • 1.

    Op het terrein waar de woonwagens worden geplaatst, zal van gemeentewege worden gezorgd voor voldoende afvalcontainers, watertappunten, stroomcontacten en riolering.

  • 2.

    Hiervoor worden géén servicekosten in rekening gebracht.

  • 3.

    Op het kermisterrein verzorgen de exploitanten voor eigen rekening de stroomvoorziening.

  • 4.

    Op het kermisterrein zal van gemeentewegen worden gezorgd voor voldoende afvalcontainers.

  • 5.

    Het kermisterrein wordt vóór, tijdens en na afloop van de kermis van gemeentewege gereinigd.

V VERPLICHTINGEN EXPLOITANT

Artikel 5 Innemen standplaats kermisterrein

  • 1.

    Geen standplaats mag worden bezet:

    • a.

      dan nadat deze eerst van gemeentewege op het kermisterrein is aangewezen;

    • b.

      tot een ander doel dan waarvoor zij is uitgegeven;

    • c.

      dan nadat aan de gemeente is aangetoond, dat de pachtsom volledig is betaald;

    • d.

      dan nadat is aangetoond dat de inrichting, waarvoor is ingeschreven, door de exploitant zelf of door een bij deze in dienst zijnde bedrijfsleider wordt geëxploiteerd.

  • 2.

    Indien van gemeentewege daarom wordt verzocht, dient de exploitant, onverminderd het bepaalde in artikel 2.1 lid 4 sub e, de verzekeringspolis over te leggen, teneinde inzicht in de betreffende verzekering te verschaffen.

  • 3.

    De exploitant mag de aan hem verpachte standplaats alleen gebruiken voor de plaatsing en de exploitatie van de inrichting als waarvoor is ingeschreven. De exploitatie van de inrichting moet geheel in overeenstemming zijn met de daarvan in het desbetreffende door de exploitant ingezonden inschrijfformulier gegeven benaming of omschrijving. De exploitatie moet plaatsvinden met inachtneming van de van gemeentewege gegeven aanwijzingen.

  • 4.

    Gedurende de tijden dat de kermis voor het publiek is opengesteld, dient de exploitant zijn inrichting voor het publiek open te houden, en geheel te verlichten, te exploiteren, behoudens toestemming van burgemeester en wethouders voor niet-openstelling.

  • 5.

    Indien de pachter zijn toegewezen standplaats niet inneemt of exploiteert wordt door de gemeente Dinkelland een boete clausule gehanteerd van € 2.500,-. Tevens wordt de overeenkomst ontbonden.

Artikel 5.1 Geen overdracht gunning

Afstand of overdracht van de pacht c.q. de gunning aan een derde en ruiling of wisseling van een standplaats met een andere exploitant mag alleen geschieden met schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders en in bijzondere omstandigheden.

Artikel 5.2 Opbouwen en afbreken inrichting

  • 1.

    Met het opbouwen van de inrichtingen mag niet eerder worden begonnen dan:

    • a.

      Denekamp: op de woensdag voor de kermis vanaf 14.30 uur

    • b.

      Ootmarsum: op dinsdag voorafgaand aan de kermis vanaf 9:00 uur.

  • 2.

    In uitzonderlijke gevallen kunnen burgemeester en wethouders van de bepalingen in lid 1 afwijken. Voorts mag pas gebouwd worden nadat de gemeente hiervoor toestemming heeft gegeven. Na aanvang van de kermis mag niet meer worden gebouwd, behoudens toestemming van burgemeester en wethouder.

  • 3.

    Met het afbreken van de inrichtingen mag niet worden begonnen vóór het sluitingsuur van de laatste dag van de kermis, behoudens toestemming van burgemeester en wethouders. Het afbreken van de kermis mag niet tussen 0.00 uur en 7.00 uur ‘s ochtends plaatsvinden.

  • 4.

    Behoudens voor op- of afbouwactiviteiten mogen gedurende de kermis op het kermisterrein geen woon-, vracht- en pakwagens staan. In uitzonderlijke gevallen kan hiervan, na verkregen toestemming van burgemeester en wethouders, worden afgeweken.

  • 5.

    De inrichting dient uiterlijk 24 uur na de kermis om 12.00 uur te zijn afgebroken. De vracht- en pakwagens dienen op dat moment van het kermisterrein te zijn verwijderd. Burgemeester en wethouders kunnen toestemming geven om hiervan af te wijken.

Artikel 5.3 Vervallen standplaats indien te groot

  • 1.

    Indien bij het opbouwen van een inrichting blijkt, dat de afmetingen ervan groter zijn dan bij de inschrijving is opgegeven en hiermee de standplaats van andere exploitanten, de totale opstelling van de kermis of de (brand)veiligheid in het gedrang komt, verliest degene, aan wie de standplaats is toegewezen het recht op de plaats en de pachtsom die door hem reeds is betaald.

  • 2.

    De exploitant zal dan binnen 6 uur, na constatering van de afwijking, de standplaats ontruimd dienen te hebben, zodat burgemeester en wethouders deze standplaats zo mogelijk aan een ander kunnen gunnen.

Artikel 5.4 Vervallen indien niet verschijnen

Indien een exploitant zowel in Ootmarsum als Denekamp een standplaats toegewezen heeft gekregen, en hij zonder geldige opgaaf van redenen op één van deze kermissen niet verschijnt, is de gemeente gerechtigd om beide overeenkomsten te ontbinden, onverminderd de bevoegdheid die de gemeente op grond van artikel 5, lid 5 toekomt.

Artikel 5.5 Woonwagenterrein

  • 1.

    Woonwagens dienen te worden geplaatst op het daarvoor bestemde terrein. Dit dient te geschieden op aanwijzing van de gemeente.

  • 2.

    Afvoerslangen van de woonwagens dienen op een deugdelijke manier te worden aangebracht in de daarvoor bestemde afvoerput of straatkolk.

  • 3.

    Afval, afkomstig van de woonwagens, dient in een afgesloten vuilniszak te worden gedeponeerd in een van de grote containers die op het woonwagenterrein staan.

  • 4.

    De exploitant aanwezig op het woonwagenterrein dient er voor zorg te dragen dat er geen (geluids-)overlast in de woonomgeving wordt veroorzaakt.

  • 5.

    Alle aanwijzingen van of namens de gemeente of politie dienen direct te worden opgevolgd.

  • 6.

    Het woonwagenterrein dient schoon en opgeruimd in de oorspronkelijke staat te worden achtergelaten.

Artikel 5.6 Parkeren pakwagens

Vracht- en pakwagens mogen uitsluitend worden geparkeerd op het daartoe aangewezen gedeelte op het woonwagenterrein of een andere door de gemeente aangewezen locatie.

Artikel 5.7 Geluid van de kermisinrichting

  • 1.

    Equivalent geluidsniveau (Leq, 2 min) tussen het publiek mag 1 meter vanaf de attractie (gemeten rondom de gehele attractie) niet meer bedragen dan: 85 dB(A) tussen 10.00 en 24.00 uur. Op de zondag geldt de waarde van 85 dB(A) tussen 10.00 en 24.00 uur.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen voor attracties het gebruik van geluidsbegrenzers verplicht stellen.

  •  

In deze pachtvoorwaarden zijn geen geluidsnormen van de kermisinrichting opgenomen. De geluidsnormen van de kermisinrichting worden geregeld in de Beleidsnota geluid bij evenementen in de gemeente Dinkelland.

VI VOORKOMEN GEVAAR, SCHADE OF HINDER

Artikel 6.1 Bescherming weg- en groenvoorzieningen

  • 1.

    In de bestrating mogen geen pennen, wiggen of andere soortgelijke voorwerpen worden geslagen, gedreven of op welke andere wijze ook worden ingebracht, nog mogen gaten of kuilen worden gemaakt.

  • 2.

    De exploitant dient er voor zorg te dragen, dat noch hijzelf, nog personen die in zijn opdracht of onder zijn verantwoordelijkheid werkzaam zijn, takken, bomen, struiken en/of andere groenvoorzieningen beschadigen. Het is niet toegestaan om, zonder toestemming van burgemeester en wethouders, takken van bomen te verwijderen of anderszins groenvoorziening aan te tasten.

  • 3.

    Onder alle stroom- en elektrische machines, alsmede onder alle toestellen, werktuigen en/of machinerieën, waarvan olie, benzine of dergelijke kan afdruipen, moet een voorziening worden getroffen ter voorkoming van verontreiniging van de bodem en/of beschadiging van de bestrating.

Artikel 6.2 Opvolging aanwijzingen

De exploitant is verplicht te allen tijde in zijn inrichting toe te laten ambtenaren van de politie, van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), brandweer, alsmede andere vertegenwoordigers van of aangewezen personen door de gemeente (bijvoorbeeld ambtenaren Integrale Handhaving en marktmeester), en de aanwijzingen op te volgen die door deze personen in het belang van de openbare orde, veiligheid, gezondheid en/of goede zeden worden gegeven.

Artikel 6.3 Geen (steek)wapens en dergelijke

Het is niet toegestaan om vuur- en steekwapens en daarop gelijkende voorwerpen als prijzen uit te geven. Er worden derhalve geen messen, dolken, vlindermessen, geweren, revolvers en dergelijke geduld, ook al betreft het namaak. Het is evenmin toegestaan om zakmessen, hoe klein ook, als prijs te geven aan kinderen beneden de leeftijd van zestien jaar.

Artikel 6.4 Brandveiligheidseisen

  • 1.

    In of nabij elke kermisattractie waar gebakken of gebraden wordt dient een blusapparaat met een inhoud van tenminste 6kg bluspoeder aanwezig te zijn. De blusapparaten dienen in een goede staat van onderhoud te verkeren, steeds bereikbaar en voor onmiddellijk gebruik gereed te zijn. In attracties, waarin gebakken of gebraden wordt dienen goed passende deksels aanwezig te zijn.

  • 2.

    De exploitant moet de brandveiligheidsvoorschriften naleven.

  • 3.

    Losse kabels moeten zich op een hoogte van tenminste 2,50 meter boven de grond bevinden, of kabels die in de looppaden op de grond liggen moeten afgedekt worden met dekmatten. Op de aanrijroute van de hulpverlening is het toepassen van losse kabels toegestaan bij een vrije doorganghoogte van 4.00 meter.

Artikel 6.5 Kook- en bakinrichtingen

Kook- en bakinrichtingen op elektrische energie dienen te voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    Het gebruik van frituurvet en spijsolie is alleen toegestaan in thermisch beveiligde kooktoestellen;

  • b.

    De kooktoestellen dienen vast op de vloer dan wel op tafel opgesteld te staan en dienen tegen omvallen en omstoten beschermd te zijn;

  • c.

    De kooktoestellen dienen tenminste 1,5 meter van tentdoek of andere brandbare materialen opgesteld te staan;

  • d.

    Indien de kooktoestellen binnen 1,5 meter van tentdoek of andere brandbare materialen opgesteld staan, dient een brandwerende bescherming te worden aangebracht.

Artikel 6.6 Algemene bepaling

Indien de exploitanten en/of hun personeel handelen of doen handelen in strijd met vorenstaande bepalingen kan op last van de burgemeester de inrichting worden gesloten of onmiddellijke ontruiming daarvan gelasten, zonder dat de exploitant aanspraak kan maken op terugbetaling van de pachtsom of een gedeelte daarvan.

VII AANSPRAKELIJKHEID

Artikel 7 Verzekeringsplicht

De exploitant is verplicht het risico van aansprakelijkheid, waaronder begrepen zowel wettelijke als contractuele aansprakelijkheid, voor schade aan personen en goederen (daaronder begrepen de gepachte grond), alsmede de daaruit voortvloeiende schade, direct of indirect in verband houdende met de exploitatie van de inrichting, in toereikende mate te verzekeren, onder verwijzing naar artikel 2.1 lid 2 sub e.

Artikel 7.1 Schade

  • 1.

    De exploitant is op gelijke wijze als voor eigen handelen aansprakelijk voor schade die ontstaat door handelen van zijn personeel en van door hem bij de exploitatie ingeschakelde derden.

  • 2.

    De exploitant vrijwaart de gemeente voor alle in lid 1 bedoelde aanspraken wegens geleden schade, tenzij deze schade het gevolg is van door of vanwege de gemeente voor de samenstelling van de kermis genomen of voorgeschreven maatregelen.

  • 3.

    De exploitant is aansprakelijk voor alle schade als gevolg van de exploitatie van de kermisattractie, inclusief schade toegebracht aan bestrating, aan andere gemeentelijke eigendommen van derden, die aan hem te wijten is en welke is ontstaan door het plaatsen van en het rijden met kermisvoertuigen, het oprichten, onderhouden, wijzingen en afbreken van kermisinrichtingen, alsmede door het plaatsen, verplaatsen of verwijderen van machines en werktuigen, of door welke andere oorzaak ook.

Artikel 7.2 Niet-nakoming pachtvoorwaarden

  • 1.

    Indien één van beide partijen de verplichtingen op grond van deze pachtvoorwaarden niet, niet tijdig of niet deugdelijk nakomt is deze partij, na schriftelijk in gebreke te zijn gesteld en waarbij een redelijke termijn is gesteld om alsnog na te komen, tenzij dit op grond van deze voorwaarden, de overeenkomst of de wet niet nodig is, en in geval van termijnstelling, nakoming binnen die termijn uitblijft, aansprakelijk voor alle schade die hieruit voor de andere partij en/of derden voortvloeit en is de andere partij gerechtigd tot ontbinding van de overeenkomst over te gaan.

  • 2.

    De verplichting tot betaling van een schadevergoeding op grond van het vorige lid laat onverlet de verplichting tot betaling van de pachtsom door de exploitant dan wel het verval van de pachtsom aan de gemeente.

  • 3.

    Bij overtreding van die voorwaarden, waarvan naleving – in het belang van de veiligheid van het publiek of in het algemeen belang van de kermis – bij voortduring gewaarborgd dient te zijn, is de burgemeester, onverminderd het bepaalde in lid 1, bevoegd:

    • a.

      De inrichting van de exploitant met onmiddellijke ingang te sluiten, zonodig onder het gelijktijdig staken van de levering van elektriciteit;

    • b.

      Aan de exploitant een boete op te leggen van € 2.500,00 per overtreding en/of elke dag of gedeelte daarvan dat de overtreding duurt.

  • 4.

    Voorwaarden waarvan de naleving bij voortduring gewaarborgd dient te zijn, als bedoeld in lid 3, zijn in ieder geval artikel 1.3 lid 1 (Rit- en entreeprijzen), artikel 5.8 (Geluid) en artikel 5.9 (Zorgplicht veiligheid inrichting).

VIII SLOTBEPALINGEN

Artikel 8 Toepasselijk recht

Op deze overeenkomst is het Nederlandse recht van toepassing.

Artikel 8.1 Geschillenregeling

  • 1.

    Alle geschillen, die naar aanleiding van de verpachting van de standplaatsen mochten ontstaan, van welke aard en omvang ook, daaronder mede begrepen die, welke slechts door één der partijen als zodanig worden beschouwd, zullen door de burgerlijke rechter te Almelo worden beslecht.

  • 2.

    Indien één der partijen stelt dat sprake is van een geschil als bedoeld in het eerste lid, dient deze partij de andere partij onverwijld hiervan schriftelijk in kennis te stellen. Partijen zullen zich inspannen om het geschil in der minne te regelen bijvoorbeeld middels pre-mediation of een gesprek.

Artikel 8.2 Aanhalingstitel

  • 1.

    Deze algemene voorwaarden voor de verpachting van plaatsen op de kermisterreinen van de gemeente Dinkelland kunnen worden aangehaald als “Verpachtingvoorwaarden kermissen gemeente Dinkelland.

Artikel 8.3 Intrekking oude pachtvoorwaarden

De “Pachtvoorwaarden gemeentelijke kermissen Dinkelland” uit 2007 wordt ingetrokken.

Aldus door burgemeester en wethouders vastgesteld tijdens de vergadering van 10 januari 2023.

Burgemeester en wethouders van Dinkelland

De secretaris

Drs. C.H.A.A. Luttikhuis

De burgemeester

J.G.J. Joosten

ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1, Begripsomschrijving:

De begripsomschrijvingen in dit artikel spreken voor zich. In de begrips¬omschrijving ‘kermis’ wordt uitdrukkelijk tot uiting gebracht dat het een culturele activiteit betreft.

 

Artikel 1.2 Plaats en tijd:

Perioden en tijden van de van gemeentewege geëxploiteerde kermissen zijn opgenomen in het Kermisbeleid op grond van de Algemene plaatselijke verordening (APV).

 

Artikel 1.3, Rit en entreeprijzen:

De maximum vastgestelde ritprijzen gelden voor (kinder )vermaak en/of draaizaken en oliebollen. Voor andere eetzaken, gokzaken, spelen en aanverwante attracties gelden vrije deelname/entreeprijzen. Met als uitgangspunt het publiek een betaalbare kermis te bieden, wordt al geruime tijd met vaste ritprijzen gewerkt. Uiteraard komen de vastgestelde ritprijzen tot uiting in de hoogte van de pachtsommen. Deze zullen lager zijn dan bij vrije rit¬prijzen. Gelet op de langdurige traditie, met name in Ootmarsum, heeft het middel van vaste ritprijzen echter duidelijk effect gesorteerd. Vanuit die optiek wordt de voorkeur gegeven voor een lagere pachtsom bij een lagere ritprijs boven een hogere pachtsom bij een vrije (lees: hogere ritprijs). Dit sluit tevens aan bij de visie, dat de kermis een culturele activiteit is.

 

Artikel 4, Inschrijving:

De verpachting van de van gemeentewege georganiseerde kermissen geschiedt primair aan de hand van onderhandse verpachting. Dit betekent dat de exploitanten waar voor de periode 2005-2007 contracten zijn gesloten, opnieuw een contract wordt aangeboden. De procedure die hiervoor gevolgd dient te worden, is opgenomen in artikel 2.3. Wanneer er na deze procedure plaatsen over blijven, doordat partijen niet tot overeenstemming kunnen komen, worden deze plaatsen openbaar verpacht. Deze procedure wordt ook omschreven in de pachtvoorwaarden.

 

Artikel 2.1, Eisen aan de inschrijving:

Deze bepaling geeft eisen ten aanzien van het inschrijfformulier. Het in¬schrijfformulier, zoals dit thans in Dinkelland wordt gebruikt, voldoet aan deze eisen. Ten aanzien van lid 7 wordt vermeld, dat inschrijvingen, bevattende concur¬rentiebedingen die ten doel hebben om inrichtingen, die niet hetzelfde zijn als de inrichting waarmee wordt ingeschreven, te weren of om bepaalde personen te weren, worden afgewezen.

 

Artikel 2.2 Algemene gunningprocedure standplaatsen:

In dit artikel wordt omschreven dat het college in eerste instantie de standplaatsen onderhands gaan verpachten. Zoals de afgelopen jaren ook het geval is geweest, worden contracten gesloten voor drie jaar. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om hier van af te wijken wanneer bijvoorbeeld een exploitant met een nieuwe attractie aangeeft dat hij eerst een eenjarig contract wenst, of wanneer van de zijde van de gemeente een eenjarig contract gewenst is.

 

Artikel 2.4 Gunningprocedure open verpachting

Wanneer er na het volgen van de onderhandse verpachtingprocedure plaatsen over blijven om te verpachten, zal een advertentie gezet worden in de daartoe geëigende vakbladen. De procedure die daarna gevolgd wordt, wordt omschreven in dit artikel en behoeft geen verdere toelichting.

 

Artikel 3, Betaling:

Uiterlijk zes weken voorafgaand aan de betreffende kermis wordt er een factuur toegezonden. Deze factuur dient uiterlijk 14 dagen voor de betreffende kermis volledig door de exploitant aan de gemeente te zijn voldaan. Niet tijdige betaling kan leiden tot het vervallen van de gunning. De aan de gunning gestelde voorwaarde wordt immers niet nagekomen.

Omdat de meeste contracten voor een periode van 3 jaar worden aangegaan, en slechts 1 maal een gunning verzonden wordt, is er voor gekozen om voor de volgende twee contractjaren dezelfde factureringsmethode te kiezen. Dus zes weken voorafgaand aan de kermis wordt de factuur verstuurd die uiterlijk 14 dagen voor de kermis voldaan moet zijn.

 

Artikel 3.1 Restitutie pachtsom:

Vanzelfsprekend dient er voor toepassing van dit artikel wel duidelijk sprake te zijn van overmacht, zoals bedoeld in het Burgerlijk Wetboek. De zinsnede “naar rato van het aantal dagen” betekent onder meer dat bij de financiële afwikkeling van belang is dat de ene dag voor de exploitatie veel belangrijker is dan de andere. Het is aan het oordeel van het college of van een dergelijke omstandigheid sprake is.

 

Artikelen 4 t/m 4.2

Deze artikelen zijn een uitvloeisel van de praktijk van de afgelopen jaren. De gemeente leg zichzelf een zorgplicht op, onder meer ten aanzien van een goed verblijfsklimaat en de promotie van de kermis. De gemeente zorgt voor een toereikend woon- en (pak)wagenterrein met de nodige voorzieningen. Voor wat betreft de stroomvoorziening geldt dat de exploitanten dit zelf en voor eigen rekening verzorgen.

 

Artikel 5 Innemen standplaats kermisterrein:

Lid 4 is bedoeld om alle zaken tot aan het sluitingsuur open te houden. Dit geldt in het bijzonder voor kinderzaken. Ook al hebben deze zaken later op de avond nog maar weinig klanten, het sluiten van zo’n zaak betekent een donkere plek, wat voor de kermis niet positief is.

Lid 5 is bedoeld voor de situatie waarbij de exploitant op het laatste moment niet komt opdagen. De gemeente zit dan met een lege plek op de kermis, die voor de kermis niet aantrekkelijk is. Vanwege de korte termijn is het dan niet meer mogelijk om een vervangende attractie te vinden. De gemeente lijdt op dat moment schade. De boete zat direct opgelegd worden.

Een exploitant die niet komt opdagen is geen betrouwbare contractspartner. Om die reden wordt er tevens voor gekozen om de overeenkomst(en) te ontbinden. Vanzelfsprekend zal de exploitant zijn (eventueel) betaalde pachtsommen niet terug krijgen.

 

Artikel 5.1 Geen overdracht gunning:

Er zijn exploitanten die denken een stuk van een kermisterrein te hebben gepacht, waarna ze met dit gedeelte min of meer vrijelijk kunnen handelen; zelfs een andere attractie plaatsen zou dan moeten kunnen. Gunningen worden verleend aan een bepaalde persoon voor een concrete attractie (overeenkomstig de inschrijving) en op een bepaalde plaats. Afwijking van een van deze drie elementen is niet toegestaan, tenzij met toestemming van burgemeester en wethouders.

 

Artikel 5.2 Opbouwen en afbreken:

Alle attracties moeten vanaf de aangegeven dag kunnen worden opgebouwd. Praktijk is dat soms met de opbouw van een zaak eerder moet worden begonnen, gelet op specifieke plaatselijke omstandigheden. Burgemeester en wethouders kunnen toestemming geven om van de aangegeven tijden af te wijken. Om geluidsoverlast te voorkomen, mag, in overeenstemming met de Wet Geluidhinder, niet worden begonnen met afbreken tussen 0.00 uur en 7.00 uur.

 

Artikel 5.3 Vervallen standplaats indien te groot

Wat moet er gebeuren als een kermiszaak groter blijkt te zijn dan bij de inschrijving is opgegeven? Eigenlijk zou dit probleem helemaal niet hoeven spelen. Waarom geeft een exploitant niet direct bij de inschrijving de juiste afmetingen door? Voor de hoogte van de pachtsom speelt de afmeting immers geen rol. Het kan zijn, dat de grotere afmetingen in de praktijk niet op problemen stuiten. Maar in het geval de te grote zaak de standplaats van andere exploitanten, de doorloop voor het publiek, de brandveiligheid of iets dergelijks, in het gedrag brengt dan mag die zaak niet worden opgebouwd c.q. moet deze worden afgebroken. In het geval de kermiszaak kleiner blijkt te zijn dan bij inschrijving is opgegeven, is dit doorgaans in de praktijk minder problematisch. Maar zodra een zaak afwijkt van de inschrijving, dan kan, ter beoordeling van burgemeester en wethouders en wegens overtreding van artikel 5, lid 3, de overeenkomst worden ontbonden. Een voorbeeld hiervan is, dat wordt ingeschreven met een Reuzenrad van 50 meter hoogte, maar de exploitant ter plaatse een veel kleiner rad van 30 meter wil opbouwen.

 

Artikel 5.4: Vervallen indien niet verschijnen

Het is in het verleden voorgekomen dat een exploitant die zowel in Denekamp als Ootmarsum een standplaats vergund heeft gekregen, op één van deze kermissen niet komt opdagen. Wanneer hier geen geldige reden voor is, bestaan er voor de gemeente twee mogelijkheden. De eerste is de overeenkomst met de andere kermis in te trekken. De tweede mogelijkheid is om op grond van artikel 7.2 een boete op te leggen. Op het niet verschijnen op de kermis staat op grond van artikel 5, lid 5 een boete van € 2.500,-.

 

Artikelen 5.5 en 5.6

De inhoud hiervan spreekt voor zich.

 

Artikel 5.8 Geluid van de kermisinrichting:

De maximale geluidsnormen zijn overgenomen uit de vergunningsvoorwaarden welke worden opgelegd aan de houder van een evenementenvergunning.

 

Artikel 6.1 t/m 6.3

De inhoud van deze artikelen spreken voor zich.

 

Artikel 6.4 Brandveiligheidseisen

Dit artikel voldoet aan de nieuwste brandveiligheidseisen en is in overleg met de brandweer tot stand gekomen.

 

Artikel 6.6. Algemene bepaling:

Op grond van artikel 174 van de Gemeentewet heeft de burgemeester de bevoegdheid om bij de uitoefening van het toezicht, bedoeld in dit artikel, de bevelen te geven die met het oog op de bescherming van veiligheid en gezondheid nodig zijn. Met dit artikel wordt deze bevoegdheid nogmaals aangehaald en daarbij ook dat de exploitant geen aanspraak maakt op terugbetaling van de pachtsom in een dergelijke situatie.

 

Artikel 7 Verzekeringsplicht:

Het is duidelijk, dat de exploitant zich in voldoende mate moet verzekeren voor aansprakelijkheid. Bij het inschrijfformulier dient de exploitant een kopie van de geldende verzekeringspolis te voegen (zie artikel 2.1, lid 4 sub e). Ingevolge artikel 5, lid 2, kan – vóór het opbouwen – nog inzicht in de verzekeringspolis worden gevraagd. Van gemeentewege zal er tevens op worden gelet, dat de aansprakelijkheidsverzekering van een exploitant van voldoende hoogte is.

 

Artikel 7.1 Schade:

Indien de gemeente verkeerde aanwijzingen geeft die door de exploitanten moeten worden nageleefd terwijl de naleving daarvan schade veroorzaakt, kan dit tot aansprakelijkheid van de gemeente leiden. Dit geldt ook wanneer door de gemeente onnodig een gevaarlijke situatie wordt toegelaten of niet wordt verboden. Het zal duidelijk zijn dat indien wegen zich niet in goede staat bevinden en er schade ontstaat, dit niet op de exploitant kan worden verhaald, tenzij de schade hem op enigerlei wijze kan worden verweten. Hetzelfde geldt voor de door de gemeente opgelegde route, die de exploitant moet volgen om bij het kermisterrein te komen, waarbij er wegen zijn die niet geschikt zijn voor de woon- en vrachtwagens. Ook dan zal de exploitant niet snel aansprakelijk kunnen worden geacht voor ontstane schade, indien hij slechts de hem opgedragen route heeft gevolgd.

 

Artikel 7.2 Niet-nakoming pachtvoorwaarden

Formeel-juridisch is deze wijze van in gebreke stellen, alvorens tot schadevergoeding dan wel ontbinding wordt overgegaan, vereist. Aangezien echter de verpachting voor een zeer korte periode plaatsvindt, kunnen zich omstandigheden voordoen, waarbij het niet mogelijk is om de wederpartij nog in gebreke te stellen. Het is evenwel het meest zuiver toch zoveel mogelijk een ingebrekestelling aan dergelijke acties vooraf te laten gaan, om problemen te voorkomen en om in eventuele procedures te kunnen aantonen dat niet zonder meer tot actie is overgegaan.

 

Naleving van bepaalde verplichtingen van de exploitant moet tijdens de gehele duur van de kermis bij voortduring gewaarborgd blijven. Dat geldt in ieder geval voor de verplichting zorg te dragen voor de veiligheid van de inrichting, de geluidsnorm en voor de verplichting zich te houden aan de vaste rit- en entreeprijzen. In deze gevallen zijn de daarbij betrokken belangen niet gediend met een procedure van ingebrekestelling, termijnstelling en eventuele ontbinding van de overeenkomst. Het zijn immers spoedeisende belangen. Voor wat betreft de veiligheid en de geluidsnorm is dit duidelijk. Ten aanzien van de vastgestelde rit- en entreeprijzen geldt het algemeen belang van de kermis zelf en van de andere exploitanten. Op het moment van constatering van het niet-naleven van deze normen, moet daarentegen onmiddellijk opgetreden kunnen worden: óf door het sluiten van de inrichting óf door het opeisbaar worden van een boete.

 

Artikel 8 Toepasselijk recht:

Het voorleggen van een geschil aan de rechter is natuurlijk alleen in het uiterste geval gewenst. Eerst zal gezocht worden naar minnelijke oplossingen.

 

Artikel 8.1 Geschillenregeling:

Het verdient nogmaals vermelding dat de onderhavige voorwaarden geheel privaatrechterlijk van aard zijn. Enkele in deze voorwaarden gestelde eisen/voorwaarden, bijvoorbeeld de kermisperioden, openingstijden en bijvoorbeeld de geluidsnormen zijn terug te herleiden uit de publiekrechtelijke normen die hiervoor gelden, onder andere vastgelegd in het op grond van de APV vastgestelde Kermisbeleid. Op basis van deze voorwaarden worden overeenkomsten aangegaan tussen twee privaatrechtelijke partijen. Dat wil zeggen dat tegen een afwijzing (niet gunning) van een standplaats geen bezwaar of beroepschriftprocedure kan worden gevolgd als in de Algemene wet bestuursrecht beschreven.

Naar boven