Wijzigingsbesluit gasaansluitplicht netbeheerder wisselligplaatsen Zoutkeetsgracht

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

 

gelet op artikel 10, lid 7, onderdeel a van de Gaswet, gezien de op 3 maart 2020 door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde ‘Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal 2050’; gezien de op 30 september 2020 door de gemeenteraad vastgestelde ‘Transitievisie Warmte Amsterdam’; gezien het op 20 december 2022 door het college vastgestelde ‘Gefundeerd Herstellen - Actieplan bruggen en kademuren’, gezien het op 27 juli 2012 vastgestelde bestemmingsplan Water, gelet op artikel 2, derde lid, onderdeel a van de Inspraakverordening, gelet op de verscheidene mandaten en ondermandaten met betrekking tot de bevoegdheid uit artikel 10, lid 7, onderdeel a van de Gaswet in het Algemeen Mandaatbesluit Amsterdam,

 

besluit het ‘Besluit gasaansluitplicht netbeheerder Amsterdam’ als volgt te wijzigen:

Artikel I  

In bijlage I wordt aan het einde van de opsomming in het Inhoudsoverzicht het volgende onderdeel toegevoegd:

 

Gebied 3 Wisselligplaatsen Zoutkeetsgracht

Artikel II  

In bijlage I wordt aan het einde de volgende paragraaf toegevoegd:

 

Gebied 3 Wisselligplaatsen Zoutkeetsgracht

 

Overzichtskaart

 

Detailkaart

 

Gebiedsomschrijving

 

Het gebied Wisselligplaatsen Zoutkeetsgracht bestaat uit het deel van de zuidelijke wal van de Zoutkeetsgracht dat tussen een verlengde Vierwindendwarsstraat en de Taandwarsstraat ligt. Het gebied is afhankelijk van het formaat van de af te meren woonboten geschikt voor 2 of 3 woonboten en betreft de volgende combinaties van postcode en huisnummers:

 

Huisnummer

Postcode

155K

1013LC

157K

1013LC

159K

1013LC

 

 

Besluitvorming

Het besluit tot aanwijzing van de wisselligplaatsen op de Zoutkeetsgracht is op vrijdag 21 juli 2023 namens het college van B&W genomen door de directeur Ruimte en Duurzaamheid.

Artikel III  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Artikel IV  

Dit besluit wordt aangehaald als Wijzigingsbesluit gasaansluitplicht netbeheerder wisselligplaatsen Zoutkeetsgracht

Aldus vastgesteld op 21 juli 2023.

Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

Josja van der Veer

directeur Ruimte en Duurzaamheid

Toelichting

Dit wijzigingsbesluit wijzigt het ‘Besluit gasaansluitplicht netbeheerder Amsterdam’ door een specifiek gebied toe te voegen aan bijlage I van dat besluit. Als gevolg van deze aanwijzing heeft de netbeheerder de taak om de aangewezen ligplaatsen van een kleinverbruik gasaansluiting te voorzien indien daartoe wordt verzocht. Aanleiding voor dit besluit is een verzoek van het programma Kademuren en Bruggen van de gemeente Amsterdam. In verband met de herstelwerkzaamheden aan de kademuren bestaat er behoefte aan een aantal van gasaansluiting voorziene ligplaatsen om woonboten tijdelijk af te meren. Op of nabij de oorspronkelijke ligplaats van de woonboten worden werkzaamheden aan kademuren of bruggen uitgevoerd die het tijdelijk onmogelijk maken om daar afgemeerd te blijven.

 

Relevante regelgeving

In Nederland wordt de werking van het aardgasnet gereguleerd via de Gaswet. Een centrale rol wordt daarbij gespeeld door de netbeheerder. De netbeheerder heeft een wettelijke taak om te zorgen voor een betrouwbare levering van gas in zijn werkgebied en heeft daarbij ook de taak om te zorgen voor (mogelijkheden tot) aansluiting op het gasnet.

 

In artikel 10, lid 6, onderdeel a en b van de Gaswet zijn respectievelijk de plicht voor de netbeheerder om een kleinverbruik aansluiting te regelen (doorlaatwaarde tot 40m3(n) per uur) en om een aansluitpunt aan te bieden voor een grootverbruik aansluiting (doorlaatwaarde >40m3(n) per uur)

 

In artikel 10, lid 7, onderdeel a van de Gaswet is geregeld dat de aansluitplicht voor een kleinverbruik aansluiting uit lid 6, onderdeel a niet van toepassing is voor nieuwbouw, tenzij het college dit gebied aanwijst (voortaan: aanwijzingsbevoegdheid). De afweging of er sprake is van zwaarwegende redenen van algemeen belang die aanleiding geven tot een aanwijzing ligt bij het college.

 

De regeling gebiedsaanwijzing gasaansluitplicht geeft in de onderdelen van artikel 1 enkele concrete voorbeelden wanneer het college kan, en dus niet moet, beslissen om een gebied aan te wijzen. Er is dus sprake van een discretionaire bevoegdheid van het college. De wetgever heeft de beleidsruimte wel beperkt door te vereisen dat er in ieder geval zwaarwegende redenen van algemeen belang moeten zijn die een dergelijke gasaansluiting strikt noodzakelijk maken. De wetgever werpt met deze vage norm aan het college een drempel op om tot een aanwijzing te komen. Uit het voorgaande concludeert het college dat zij bij de beslissing om een gebied aan te wijzen veel beslissingsruimte heeft en dat er in geen geval sprake is van een gebonden bevoegdheid. Het college kan een aanvraag toekennen als zij redelijkerwijs tot de conclusie komt dat er zwaarwegende redenen van algemeen belang zijn die de aanwijzing strikt noodzakelijk maken.

 

Relevant beleid

Op 3 maart 2020 stelde het college van burgemeester en wethouders Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal 2050 vast (voortaan: Routekaart). Daarin schetst zij haar plannen om ervoor te zorgen dat de gemeente Amsterdam in 2050 Klimaatneutraal zal zijn. Op pagina 15 van deze Routekaart schetst het college dat zij een Transitievisie Warmte vast zal stellen met duidelijkheid over wanneer welke wijk van het aardgas afgaat en welke alternatieve warmtetechniek wordt aangeboden. Op 30 september 2020 heeft de gemeenteraad van Amsterdam deze Transitievisie Warmte (voortaan: TVW) vastgesteld. Met betrekking tot het gebied waarin de te realiseren wisselligplaatsen zijn gelegen geeft het college op de transitiekaart in de figuur op pagina 7 aan dat de verwachting is dat deze buurt gebruik zal gaan maken van een aardgasvrij gasnet en dat tot 2040 ingezet wordt op het besparen van tot 70% van het gebruikte aardgas.

 

Het Amsterdamse beleid is duidelijk. We moeten toe naar Klimaatneutraal en dat betekent dat de gemeente Amsterdam moet nastreven om zo min mogelijk CO2 uit te stoten. Er staat voldoende vast dat de verbranding van aardgas direct leidt tot CO2-uitstoot. Het verminderen van het gebruik van aardgas, leidt tot een vermindering van de CO2-uitstoot, aangenomen dat het alternatief niet tot méér uitstoot leidt. Zij wordt daarbij gesteund door een steeds dwingender wettelijke kader.

 

Zonder het voorgaande tegen te spreken moet onder ogen gezien worden dat de beleidsdoelstellingen uit de TVW en de Routekaart zeer algemeen van strekking zijn en dat de TVW in haar opzet een grote ‘korrelgrote’ heeft. Dit beleidsstuk laat zeker ook ruimte voor voortschrijdend inzicht en maatwerk bijvoorbeeld in het kader van de buurtuitvoeringsplannen, zoals genoemd op pagina p.15 . Ook spelen de financiële haalbaarheid en uitvoerbaarheid mee bij de overwegingen blijkens ‘de leidende principes bij de energietransitie’ op pagina 19 van de TVW.

 

Een behoorlijke terughoudendheid van het college om de aanwijzingsbevoegdheid te gebruiken is op zijn plaats. De omstandigheid dat het aan te wijzen gebied op grond van de TVW aangewezen is als een gebied waar overgegaan wordt op een aardgasvrij gasnet en tot 2040 ingezet wordt op 70% besparing van aardgas, pleit in ieder geval niet tegen een aanwijzing. Het staande aardgasvrij beleid laat ruimte voor de aanwijzing die in dit besluit wordt gedaan.

 

Het Gefundeerd herstellen – Actieplan bruggen en kademuren 2023-2026 luidt over woonboten op pagina 19: Van de ongeveer 3.000 Amsterdamse woonboten liggen er 1.700 binnen de scope van het programma. Het verplaatsen van iemands huis heeft veel impact, maar er bestaat helaas geen methodiek waarbij bruggen en kademuren hersteld worden terwijl de woonboten op hun plaats kunnen blijven liggen. […] Bij werkzaamheden aan bruggen en kademuren komen de woonboten in de meeste gevallen weer terug op hun oorspronkelijke plek en gaat het dus om tijdelijke verplaatsingen. De komende periode zoeken we naar meer tijdelijke ligplaatsen (wisselplekken) enonderzoeken we in proeftuinen andere oplossingen voor verplaatsingen. […] Wij zorgen voor deugdelijke aansluitingen voor nutsvoorzieningen, toegangs- en aanmeervoorzieningen en riolering na terugplaatsing, hetzij door hergebruik, hetzij door in overleg met de woonbooteigenaren te vernieuwen.

 

Het bestemmingsplan Water van 27 juli 2012 schetst in een gebied dat grotendeels overlapt met het aangewezen gebied dat op de beoogde locatie ruimte is voor een wissellocatie voor 10 woonboten. Dat is een optimistisch aantal. Een deel van de ligplaatsen in het bestemmingplan is regelmatig (ook nu) bezet door vier woonboten van verschillende lengten. Hoewel er planruimte is voor 6 woonboten, resteert er slechts fysieke ruimte voor 3 kleine of 2 grote woonboten.

 

Gelet op het feit dat de wissellocatie al opgenomen is in het bestemmingsplan geeft deze aanwijzing om gasaansluitingen mogelijk te maken slechts uitvoering aan een eerder genomen beleidsvoornemen. Het kan dus aangemerkt worden als een ondergeschikte herziening van eerder vastgesteld beleidsvoornemen en is daarom op grond van artikel 2, derde lid, onderdeel a van de Algemene Inspraakverordening uitgesloten van inspraak.

 

Motivering

Het onderhouden en herstellen van bruggen en kademuren is belangrijk om de veiligheid en bereikbaarheid in de stad te borgen. Gelet op het Gefundeerd herstellen – Actieplan bruggen en kademuren 2023-2026 staat vast dat deze werkzaamheden niet uitgevoerd kunnen worden, terwijl de woonboten blijven liggen. Uit datzelfde actieplan volgt dat woonbootbewoners soms naar een tijdelijke wisselligplaats moeten verplaatsen om die werkzaamheden uit te kunnen voeren. Er zijn dus zwaarwegende redenen van algemeen belang die ertoe nopen om wisselligplaatsen te maken waar woonschepen tijdelijk afgemeerd kunnen worden terwijl werkzaamheden aan bruggen en kademuren worden uitgevoerd.

 

Waarom een aanwijzing?

Als een woonschip van de ligplaats naar een tijdelijke ligplaats wordt verplaatst blijft de gasaansluiting in de voorzieningenkast op de kademuur ongebruikt achter. De woonboot is qua installaties ingericht op verwarming en koken middels die aardgasaansluiting. Als op een tijdelijke ligplaats geen aansluiting aanwezig is, dan kan de woning niet of beperkt verwarmd worden. Ook voor koken geldt dat dan niet of beperkt mogelijk is. Het ligt daarom voor de hand dat een wissellocatie voorzien moet zijn van een fatsoenlijke gasaansluiting. In principe heeft de netbeheerder de taak om een gasaansluiting te realiseren als een verplaatste woonbootbewoner die al een gasaansluiting had daar om vraagt, maar dit is in de praktijk een ingewikkeld en tijdrovend proces dat dan voor elke te verplaatsen woonboot zou moeten worden doorlopen. Ook dwingt het de netbeheerder om bij elke wissel te beoordelen of de woonboot op de tijdelijke ligplaats aangemerkt wordt als nieuwbouw of niet. Juist door deze aanwijzing te doen wordt alle onzekerheid weggenomen en ongeacht de woonboot die op deze ligplaats komt te liggen heeft de netbeheerder de taak om een gasaansluiting te realiseren. Het fysieke deel van de realisatie in de voorzieningenkast kan op deze manier al uitgevoerd worden, voordat duidelijk is welke woonboot aangemeerd zal worden. De woonbootbewoner kan vervolgens met slechts een administratieve handeling zijn gascontract meenemen naar de wissellocatie.

 

Waarom niet aardgasvrij?

Het verplaatsen van een woonboot is in veel gevallen al een behoorlijke opgaaf. Met de aanwijzing van de Gebied 1 Bokkinghangen 6 en 8 is al gebleken dat het omzetten van een woonboot naar aardgasvrij is in veel gevallen een zeer ingewikkelde, kostbare en tijdrovende klus. Het is daarom onredelijk om te verlangen dat een woonbootbewoner zijn woonboot aardgasvrij maakt, zodat deze op een tijdelijke ligplaats afgemeerd kan worden. Het is ook onredelijk om te verlangen dat een woonbootbewoner terwijl ze mogelijk voor meerdere jaren tijdelijk elders liggen, in de kou moeten zitten. Dergelijke oplossingen zouden de al aanwezige weerstand tegen een verplaatsing alleen maar vergroten. Dergelijke situaties moeten vermeden worden. Daar komt bovenop dat de verplaatsing in principe niet leidt tot een toename van het aardgasgebruik, slechts tot een verplaatsing waar het aardgas gebruikt wordt. Het is ook niet wenselijk om de schijn te laten ontstaan dat een tijdelijke verplaatsing wordt gebruikt om af te dwingen dat woonboten aardgasvrij gemaakt worden. Het aardgasvrij maken van woonboten kent een eigen proces vanuit het programma aardgasvrij.

 

Stadsdeel

Gezien het concrete en zeer lokale karakter van deze aanwijzing was er geen aanleiding tot het vragen van een formeel advies vanuit het betrokken Stadsdeel Centrum. Gedurende de voorbereiding van dit besluit is de voorzitter van het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel Centrum geïnformeerd over de inhoud van dit besluit en deze heeft aangegeven af te zien van de mogelijkheid tot het geven van ongevraagd advies.

 

Netbeheerder

Het college heeft naar aanleiding van de aanvraag ook afstemming gezocht met de netbeheerder. Deze heeft aangegeven dat het lage druk gasnet dichtbij ligt en voldoende druk heeft. Mogelijk is een iets kostbaardere verlenging van de hoofdleiding ter plaatse nodig, maar er zijn geen indicaties dat hiermee iets disproportioneel of onredelijks gevraagd wordt.

 

Gelet op het voorgaande kan samenvattend gesteld worden dat er zwaarwegende redenen van algemeen belang zijn die nopen tot het mogelijk maken van gasaansluitingen voor nieuwbouw op de tijdelijke wisselligplaatsen op de Zoutkeetsgracht. Woonbootbewoners wiens woonboot omwille van essentiële werkzaamheden tijdelijk verplaatst worden moeten kunnen rekenen op een gasaansluiting op de tijdelijke locatie.

 

Bezwaarclausule

 

Niet mee eens?

Bent u het niet eens met dit besluit? Dan kunt u binnen zes weken na dagtekening van dit besluit bezwaar maken. Als verzenddatum van uw bezwaar geldt de poststempel op uw bezwaarschrift.

 

Stuur uw bezwaarschrift naar:

Het College van Burgemeester en Wethouders

T.a.v. Directie Juridische Zaken

Postbus 202

1000 AE Amsterdam

 

Of per mail naar: bezwaarenberoep@amsterdam.nl

Vermeld in uw bezwaarschrift altijd:

  • Uw naam, adres en telefoonnummer

  • De datum waarop u het bezwaar schrijft en uw handtekening

  • Het besluit waartegen u bezwaar maakt, met datum en referentienummer van het besluit

  • Waarom u bezwaar maakt.

Na ontvangst informeert de gemeente u over de manier waarop uw bezwaarschrift wordt behandeld.

 

Dient iemand anders namens u een bezwaarschrift in? Stuur dan een machtiging mee.

 

Schorsende werking

Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Dat wil zeggen: het besluit waartegen u bezwaar maakt, blijft geldig totdat over uw bezwaar is beslist.

 

Spoed? Voorlopige voorziening

Bij grote spoed kunt u (tegen kosten) een zogeheten voorlopige voorziening aanvragen. Dat is een spoedprocedure waarmee het genomen besluit tijdelijk kan worden ingetrokken en/of andere maatregelen kunnen worden getroffen. Een voorlopige voorziening vraagt u aan bij:

 

De Voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam

Sector Bestuursrecht Algemeen

Postbus 75850

1070 AW Amsterdam

 

Dat kan ook via. https://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht Daarvoor hebt u DigiD nodig

 

Naar boven