Verordening nadeelcompensatie Gemeente Hoorn

 

Zaaknummer: 1910517

 

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 13 september 2022

 

Betreft: vaststellen van de ‘Verordening nadeelcompensatie Gemeente Hoorn’ onder de Omgevingswet (Ow)

 

 

De Raad van de gemeente Hoorn besluit:

 

De ‘Verordening nadeelcompensatie Gemeente Hoorn’ vast te stellen

 

Hoorn, 13 december 2022

 

 

De griffier,                                           de voorzitter,

 

 

Bekendmaking:

- door opname in het gemeenteblad

 

Verordening nadeelcompensatie Gemeente Hoorn

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvrager: degene die een aanvraag om tegemoetkoming in de schade indient;

  • b.

    bestuursorgaan: het bestuursorgaan van de gemeente die bevoegd is te beslissen op de aanvraag om tegemoetkoming in schade;

  • c.

    belanghebbenden:

  • degene die de activiteit verricht en met wie een overeenkomst als bedoeld in artikel 13.3c, eerste lid, van de Omgevingswet is gesloten, en

  • als sprake is van een schadeveroorzakend besluit naar aanleiding van een aanvraag, zoals geregeld in artikel 13.3d van de Omgevingswet: de aanvrager van dat besluit of degene die de toegestane activiteit verricht.

  • d.

    adviescommissie: één of meerdere deskundigen die geen deel uitmaken van en niet werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan.

 

Artikel 2. Toepassingsbereik

  • 1.

    Deze verordening heeft alleen betrekking op aanvragen om schadevergoeding als bedoeld in titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht, waarvan de aanvrager stelt dat die wordt veroorzaakt door een bestuursorgaan van de gemeente.

  • 2.

    Deze verordening heeft geen betrekking op aanvragen om schadevergoeding waarop een bijzondere schadevergoedingsregeling van toepassing is.

 

Artikel 3. Heffen recht

  • 1.

    Voor het in behandeling nemen van de aanvraag om schadevergoeding wordt een recht van € 500,- geheven.

 

Artikel 4. Aanvraag

  • 1.

    De aanvrager van schadevergoeding dient de aanvraag in bij het bestuursorgaan en maakt daarbij gebruik van een door het bestuursorgaan vastgesteld elektronisch formulier, beschikbaar via de website www.hoorn.nl. Op verzoek verleent het bestuursorgaan op een andere wijze toegang tot het aanvraagformulier.

  • 2.

    Op verzoek van het bestuursorgaan verstrekt de aanvrager aanvullende gegevens.

 

Artikel 5. Inschakeling van een adviescommissie

  • 1.

    Het bestuursorgaan wint slechts advies in bij een adviescommissie voor zover dat naar zijn oordeel noodzakelijk is om op de aanvraag om schadevergoeding te kunnen beslissen.

  • 2.

    Een adviescommissie kan worden benoemd als:

  • a.

    vaste adviescommissie, benoemd door burgemeester en wethouders voor een termijn van maximaal vier jaar met de mogelijkheid tot herbenoeming voor maximaal vier jaar, of

  • b.

    tijdelijke adviescommissie voor advisering met betrekking tot één of meer aanvragen.

  • 3.

    Advies als bedoeld in het eerste lid, wordt in ieder geval niet ingewonnen als:

  • a.

    de aanvraag kennelijk ongegrond is, omdat zich kennelijk een weigeringsgrond voordoet als bedoeld in titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    de schade kennelijk niet kan worden toegerekend aan een door het bestuursorgaan van de gemeente Hoorn genomen besluit of verrichte handeling;

  • c.

    de aanvraag naar het oordeel van het bestuursorgaan voldoende gelijkenis vertoont met andere aanvragen waarover al advies is uitgebracht;

  • d.

    het in de aanvraag genoemde bedrag aan schadevergoeding minder bedraagt dan € 500,- voor natuurlijke personen en € 1.000,- voor rechtspersonen;

  • e.

    naar het oordeel van het bestuursorgaan in de gemeentelijke organisatie voldoende deskundigheid voor de beoordeling van de aanvraag aanwezig is.

 

Artikel 6. Procedure

  • 1.

    Als advies wordt ingewonnen bij een adviescommissie, informeert het bestuursorgaan de aanvrager en belanghebbenden.

  • 2.

    Bij de toepassing van de artikelen 4:7 en 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht wordt naar de aanvrager voor zover van toepassing betrokken:

  • a.

    degene die de activiteit verricht en met wie een overeenkomst als bedoeld in artikel 13,3c, eerste lid van de Omgevingswet is gesloten, en,

  • b.

    als er sprake is van een schadeveroorzakend besluit naar aanleiding van een aanvraag, zoals geregeld in artikel 13.3d van de Omgevingswet, de aanvrager van dat besluit of degene die de toegestane activiteit verricht, tenzij:

  • 1.

    de schadevergoeding redelijkerwijze voor rekening behoort te blijven van het bestuursorgaan, of

  • 2.

    de schadevergoeding voldoende op een andere manier is verzekerd.

 

Artikel 7. Uitbetaling

Bij geheel of gedeeltelijke toewijzing van een aanvraag om schadevergoeding, wordt de toegewezen schadevergoeding uiterlijk betaald binnen 4 weken na het onherroepelijk worden van het besluit op de aanvraag tot toewijzing.

 

Artikel 8. Aanvraag voorschot

  • 1.

    Het bestuursorgaan kan, vooruitlopend op de beslissing op een aanvraag om schadevergoeding, een voorschot verlenen op een uit te betalen geldsom.

  • 2.

    Het voorschot bedraagt maximaal 50% van de in het conceptadvies opgenomen geldsom.

  • 3.

    De artikelen 4:95 en 4:96 van de Algemene wet bestuursrecht zijn op dit voorschot van toepassing.

 

Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2023, dan wel gelijktijdig met de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening nadeelcompensatie gemeente Hoorn.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 december 2022

 

de griffier,                                  de voorzitter,

 

 

Toelichting Verordening nadeelcompensatie gemeente Hoorn

 

Algemeen

 

Nadeelcompensatieregeling Algemene wet bestuursrecht en Omgevingswet

 

Naar verwachting treedt in 2023 de nadeelcompensatieregeling, titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), in werking. In die regeling worden bestaande regelingen voor nadeelcompensatie in verschillende wetten en buitenwettelijke regelingen samengevoegd en geharmoniseerd. Titel 4.5 van de Awb voorziet in een algemene regeling in de Awb van de vergoeding (of tegemoetkoming) van schade door rechtmatig overheidshandelen. Daarbij kan worden gedacht aan verzoeken wegens winst- of inkomstenderving, gederfde huurinkomsten, of de lagere opbrengst bij de verkoop van een bedrijf of een onroerende zaak. In 2023 treedt waarschijnlijk ook de Omgevingswet (hierna: Ow) in werking. In de Ow is een nadeelcompensatieregeling opgenomen die aansluit op de generieke regeling uit de Awb (hoofdstuk 15 van de Ow).

 

Normaal maatschappelijk risico

 

Vooropgesteld wordt dat de overheid niet verplicht is om iedere schade die zij in de rechtmatige uitoefening van haar publieke taken veroorzaakt, in zijn geheel te vergoeden. Dat overheidsingrijpen voor sommige burgers en ondernemingen nadelige gevolgen kan hebben, is namelijk onvermijdelijk. Tot op zekere hoogte moeten deze gevolgen dus worden geaccepteerd (normaal maatschappelijk risico (hierna: nmr)). Burgers die door rechtmatig overheidsoptreden schade lijden die uitgaat boven het nmr en in vergelijking tot anderen onevenredig zwaar worden getroffen, kunnen desgevraagd schadevergoeding ontvangen (titel 4.5 van de Awb). De hoogte daarvan moet in zo’n geval redelijk zijn. De schadevergoeding dekt dus niet vanzelfsprekend de volledige schade. Een deel van de schade zal altijd voor eigen rekening blijven.

 

Toelichting per artikel

 

Artikel 1

Begripsbepalingen

 

In dit artikel is een viertal begrippen opgenomen om helderheid te geven over een aantal begrippen die in deze verordening worden gebruikt. Deze begrippen behoeven geen nadere uitleg, maar bij de leden c en d is er sprake van twee verschillende resultaten per begrip. Er zijn dus twee verschillende vormen van een belanghebbende en een adviescommissie kan bestaan uit één persoon, maar ook uit meerdere personen.

 

Artikel 2

Toepassingsbereik

 

Eerste lid

Deze verordening heeft alleen betrekking op aanvragen om schadevergoeding vanwege een rechtmatige overheidsdaad. Het gaat om nadeelcompensatie als bedoeld in titel 4.5 van de Awb en afdeling 15.1 van de Ow. Het kan voorkomen dat schade door meerdere overheden wordt veroorzaakt, bijvoorbeeld zowel de gemeente als het waterschap. In deze bepaling wordt verduidelijkt dat de aanvrager in dat geval het juiste loket kiest. Het gaat in deze verordening om schade waarvan door de aanvrager wordt gesteld dat die wordt veroorzaakt door een bestuursorgaan van de gemeente. Hierop bestaat een uitzondering. Dat betreft de situatie waarbij de aanvraag om schadevergoeding betrekking heeft op een besluit ter uitvoering van een projectbesluit. Op die situatie is de regeling van artikel 15.8 van de Ow van toepassing. Daarin is geregeld dat het bestuursorgaan dat het projectbesluit heeft vastgesteld het bestuursorgaan is dat de schadevergoeding toekent.

 

Tweede lid

Een bijzondere regeling kan bijvoorbeeld een verordening zijn voor een specifiek onderwerp, zoals kabels en leidingen, riolering en wegopbrekingen, of voor een specifiek project binnen de gemeente.

 

Artikel 3

Heffen recht

 

De hoogte van het recht voor het in behandeling nemen van een aanvraag om schadevergoeding is op grond van artikel 4:128 Awb een lokale keuze maar mag niet meer bedragen dan € 500. Het huidige recht voor planschade bedraagt € 300. Dit is opgenomen in de Verordening Planschade en geldt al sinds 2008. Het is wenselijk om dit bedrag te indexeren, zoals ook met leges het geval is. Een recht van € 500 sluit hier op aan. Tevens zal de hoogte van dit bedrag er toe bijdragen dat aanvragers weloverwogen een aanvraag indienen. De afhandeling van een aanvraag vergt ambtelijke capaciteit en brengt dus kos-ten voor de organisatie met zich mee. Indien blijkt dat de aanvraag om planschade terecht is en de planschade geheel of gedeeltelijk wordt toegekend, wordt het gehele bedrag van € 500 terugbetaald aan aanvrager. Bij het afwijzen van de aanvraag wordt de heffing dus niet terugbetaald.

 

Artikel 4

Aanvraag

 

Eerste lid

Artikel 4:2 en titel 4.5 van de Awb bevatten een grondslag voor de aanvraagvereisten voor het in behandeling nemen van een aanvraag om schadevergoeding. Als niet aan de aanvraagvereisten wordt voldaan kan de aanvraag op grond van artikel 4:5 van de Awb buiten behandeling worden gesteld. In aanvulling hierop is in het eerste lid geregeld dat de aanvrager van schadevergoeding gebruik maakt van een door het bestuursorgaan vastgesteld [elektronisch] formulier. Wanneer de aanvraag niet wordt aangeleverd via het [elektronisch] formulier, kan worden besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen. Dat kan betekenen dat de aanvrager wordt verzocht de aanvraag nadeelcompensatie alsnog via het formulier in te dienen. De gemeenten moet dan aangeven bij de aanvrager dat de aanvraag niet compleet is om in behandeling te worden genomen. De gemeente kan dan expliciet de termijnen opschorten tot het moment dat wel de stukken zijn ingediend.

 

Tweede lid

Dit tweede lid heeft een algemene strekking waarbij het mogelijk is aanvullende informatie bij de aanvrager te kunnen opvragen. In artikel 4:2 van de Awb is vastgelegd dat een aanvraag wordt ondertekend en ten minste bevat:

(a) de naam en het adres van de aanvrager;

(b) de dagtekening en;

(c) een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd.

 

In titel 4.5 is vastgelegd dat de aanvraag mede bevat:

(d) een aanduiding van de schadeveroorzakende gebeurtenis en;

(e) een opgave van de aard van de geleden of te lijden schade en;

(f) voor zover redelijkerwijs mogelijk, het bedrag van de schade of een specificatie daarvan. Verder verschaft de aanvrager de gegevens en bescheiden die voor de beslissing op de aanvraag nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. Het gaat hier om gegevens en bescheiden die ten minste worden verstrekt. Het kan wenselijk zijn om dit voor aanvragen om schadevergoeding nader te specificeren. Uiteraard worden alleen gegevens gevraagd die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag. Daarbij kan het onder meer gaan om maandcijfers, kwartaalcijfers, een specificatie van omzet en kostenposten en branche-informatie.

Als het schade betreft wegens winst- of inkomstenderving zal in ieder geval worden gevraagd om gewaarmerkte jaarrekeningen over het jaar waarin schade is geleden. Voor zover van toepassing de drie daaraan voorafgaande jaren en de aanslagen vennootschapsbelasting of inkomstenbelasting.

Als het schade betreft wegens gederfde huurinkomsten zal gevraagd worden om een afschrift van de huurovereenkomst of gebruiksovereenkomst en een eigendomsakte en een taxatierapport van een onafhankelijke deskundige.

Als het schade betreft wegens de lagere opbrengst bij de verkoop van een bedrijf of een onroerende zaak zal gevraagd worden om de eigendomsakte van de onroerende zaak dan wel indien het de verkoop van een bedrijf betreft, van een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel alsmede in beide gevallen een taxatierapport van een onafhankelijke deskundige.

 

Artikel 5

Inschakelen van een adviseur of adviescommissie

 

Eerste lid

In dit artikel is voorzien in de mogelijkheid om de gemeentelijke deskundigheid naar aanleiding van een ingekomen aanvraag om schadevergoeding aan te vullen. Uitgangspunt is dat in de gemeente voldoende deskundigheid aanwezig is om aanvragen om schadevergoeding te kunnen beoordelen. Als die deskundigheid niet, of onvoldoende aanwezig is, wordt advies ingewonnen bij een adviescommissie.

 

Tweede lid

Er is een mogelijkheid om een vaste adviescommissie te benoemen voor een bepaalde periode. Maar er kan ook per aanvraag om schadevergoeding met een afzonderlijke adviescommissie worden gewerkt. Een adviescommissie bestaat, afhankelijk van de behoefte, uit een of meer deskundige adviseur(s). Bij zaken die betrekking hebben op inkomensderving kan worden gedacht aan deskundigheid op het gebied van accountancy of financieel economische bedrijfsvoering. En bij zaken die betrekking hebben op waardevermindering van een onroerende zaak aan extra deskundigheid op het gebied van taxaties. Bij het te nemen besluit wordt de adviseur van het advies vermeld en het advies kan hierbij ter motivering worden gevoegd (artikel 3:8 van de Awb).

Als een adviescommissie wordt ingeschakeld, betekent dit niet automatisch dat deze wordt gevraagd over de hele aanvraag te adviseren. De adviescommissie is/zijn adviseur(s) als bedoeld in artikel 3:5 van de Awb en vormen een adviescommissie als bedoeld in titel 4.5 van de Awb. Dat betekent dat moet worden voldaan aan de vereisten van dat artikel, waaronder een onafhankelijk voorzitter. De adviescommissie maakt geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan en zijn niet betrokken bij de schadeveroorzakende gebeurtenis waarop de aanvraag betrekking heeft.

Er kan in afwijking van het advies worden besloten. Dat moet dan wel goed worden gemotiveerd. Verder is het van belang dat het bestuursorgaan zich ervan vergewist, dat het onderzoek van de adviescommissie op zorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden (artikel 3:9 van de Awb).

 

Derde lid

In dit lid is vastgelegd in welke situaties in ieder geval geen advies bij een adviseur of adviescommissie wordt ingewonnen.

 

Artikel 6

Procedure

 

Algemeen

De procedure en bijbehorende beslistermijnen voor het tot stand komen van het besluit op de aanvraag om schadevergoeding zijn uitputtend geregeld in de Awb en daarom niet opgenomen in deze verordening. Bij het afhandelen van aanvragen waarbij een adviescommissie is aangewezen bedraagt de beslistermijn maximaal zes maanden. Bij het afhandelen van aanvragen zonder adviescommissie geldt een termijn van acht weken. Die termijn kan eenmaal met respectievelijk zes maanden en acht weken worden verdaagd. Van de verdaging wordt schriftelijk gemotiveerd mededeling gedaan aan de aanvrager en belanghebbenden.

 

Eerste lid

Aanvullend hierop is vastgelegd dat het bestuursorgaan de aanvrager en belanghebbenden informeert als advies wordt ingewonnen bij een adviescommissie. De opdracht aan de adviescommissie kan ook worden ingetrokken. In dat geval worden de aanvrager en belanghebbenden daar ook over geïnformeerd.

 

Tweede lid

Op de voorbereiding van het besluit op een aanvraag om schadevergoeding is de Awb van toepassing, waaronder de bepalingen over de voorbereiding van besluiten (hoofdstuk 4 van de Awb). Dat betekent onder andere dat de artikelen 4:7 en 4:8 van de Awb van toepassing zijn op grond waarvan de aanvrager en eventuele belanghebbenden, binnen de daar opgenomen kaders, in de gelegenheid worden gesteld om voorafgaand aan de beslissing op de aanvraag een zienswijze naar voren te brengen. In het tweede lid is verduidelijkt welke partijen naast de aanvrager een zienswijze naar voren kunnen brengen. Dat zijn voor zover van toepassing degenen met wie een schadeovereenkomst is gesloten en, als sprake is van een schadeveroorzakend besluit naar aanleiding van een aanvraag, de aanvrager van dat besluit of degene die de toegestane activiteit verricht. Hierop gelden twee uitzonderingen:

  • als de schadevergoeding redelijkerwijs voor rekening behoort te blijven van het bestuursorgaan en dus niet bij derden verhaald kan worden;

  • de schadevergoeding voldoende op een andere manier verzekerd is en dus geen afzonderlijke schadevergoeding van toepassing is.

 

Artikel 7

Uitbetaling

 

In deze bepaling is de uiterste betaaltermijn vastgelegd. Als een aanvraag om schadevergoeding geheel of gedeeltelijk wordt toegekend, wordt het betreffende bedrag uiterlijk vier weken na het onherroepelijk worden van het toekenningsbesluit uitbetaald. Dus na afronding van eventuele bezwaar- en beroepsprocedures.

 

Artikel 8

Aanvraag voorschot

 

In dit artikel is vastgelegd dat het bestuursorgaan op een daartoe strekkende aanvraag kan beslissen een voorschot te verlenen op het eventueel uit te betalen bedrag aan schadevergoeding. Een voorschot zal slechts in zeer uitzonderlijke gevallen verleend worden. Hiertoe kan door de aanvrager een verzoek worden gedaan. Het voorschot kan ook ambtshalve worden verleend. De artikelen 4:95 en 4:96 van de Awb zijn op dit voorschot onder meer van toepassing. Dat betekent onder andere dat onverschuldigde voorschotten kunnen worden teruggevorderd. Het voorschot betreft 50% van de hoogte van het bedrag dat op basis van het concept advies als schadevergoeding is gesteld. Dit percentage betreft een hiermee een redelijk deel van het totaal bedrag dat mogelijk als schadevergoeding kan worden uitgekeerd. Het percentage is niet hoger gesteld omdat, wanneer er geen uitbetaling van een schadevergoeding aan de orde is, deze teruggevorderd zal worden. Het bedrag is daarmee ook niet zodanig hoog dat de terugvordering tot problemen bij de aanvrager zal leiden.

 

Artikel 9

Inwerkingtreding en citeerregel

 

De Verordening nadeelcompensatie treedt in werking gelijktijdig met de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Deze verordening treedt niet in de plaats van de ‘Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Hoorn’. Deze laatste verordening blijft in stand en geldt nog voor besluiten genomen op basis van de Wet ruimtelijke ordening en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

De nieuwe verordening wordt aangehaald als ‘Verordening nadeelcompensatie gemeente Hoorn’.

 

 

Naar boven