Ondermandaatbesluit Monumenten en Archeologie Amsterdam

De directeur van de directie Ruimte en Duurzaamheid,

 

Gelet op:

 

  • De Erfgoedverordening

  • De Monumentenwet 1988

  • de Gemeentewet;

  • de Algemene wet bestuursrecht;

  • het Algemeen mandaatbesluit Amsterdam;

BESLUIT:

I

Ondermandaat, volmacht en machtiging te verlenen aan het afdelingshoofd Monumenten en Archeologie , c.q. diens plaatsvervanger, ten aanzien van de volgende aangelegenheden:

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1

 

  • a.

    Functionarissen oefenen een aan hun gemandateerde bevoegdheid niet uit indien sprake is van een politiek of bestuurlijk gevoelig onderwerp.

  • b.

    De algemene bepalingen en instructies uit Algemeen mandaatbesluit Amsterdam zijn van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 2 Directie specifieke bevoegdheden bijlage 2, hoofdstuk 4, paragraaf 2 Algemeen mandaatbesluit Amsterdam

 

Artikel 2

 

  • a.

    Het nemen van een selectiebesluit (artikel 24, eerste lid van de Erfgoedverordening).

  • b.

    Het stellen van nadere eisen ten aanzien van een archeologisch onderzoek en het vaststellen van een programma van eisen voor de kwaliteit van een archeologisch veld onderzoek (artikel 24, tweede lid en derde lid van de Erfgoedverordening).

  • c.

    Het bepalen dat een terrein in het belang van een archeologisch onderzoek wordt betreden, dat daarop metingen worden verricht, dan wel daarin opgravingen worden gedaan, voor zover dat onderzoek dient ter voorbereiding of ter uitvoering van een besluit als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (artikel 26 van de Erfgoedverordening).

  • d.

    Het vaststellen of een archeologisch rapport voldoet aan de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie en het Kwaliteitshandboek van de afdeling Monumenten in de zin van artikel 39, tweede lid van de Monumentenwet 1988.

  • e.

    Het opstellen van een selectiebesluit aan de hand van een archeologisch rapport, als bedoeld in artikel 39, tweede lid Monumentenwet 1988, de Wet op de archeologische monumentenzorg, de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie en de Erfgoedverordening Amsterdam.

  • f.

    Het bijhouden van een gemeentelijk erfgoedregister van aangewezen cultureel erfgoed in de zin van artikel 3.16 lid 3 Erfgoedwet.

  • g.

    Het uitoefenen van de rol van bronhouder van de kernregistratie op grond van het Reglement basisinformatie 2018.

  • h.

    Het voorbereiden en uitvoeren van besluiten, beslissingen en handelingen op grond van de Erfgoedwet.B. Monumentenwet 1988 (De Monumentenwet 1988 moet in samenhang met de Erfgoedwet gezien worden. In de Erfgoedwet is namelijk opgenomen dat het onderdeel dat o.a over archeologie in bestemmingsplannen en omgevingsvergunning gaat via de Monumentenwet 1988 geldig blijft).

II. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Amsterdam, 26 juli 2023

De directeur Ruimte en Duurzaamheid voornoemd,

Josja van der Veer

Naar boven