Nadere regels subsidie monumenten Alkmaar

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alkmaar;

 

Overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan het behouden van de cultuurhistorische waarde en aan het behouden en verbeteren van de historische beeldkwaliteit.

 

Gelet op het bepaalde in de Algemene subsidieverordening Alkmaar 2019;

 

Besluit: Vast te stellen de navolgende regeling:

 

Nadere regels subsidie monumenten Alkmaar

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Alle begrippen die in deze nadere regels worden gebruikt en niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Algemene subsidieverordening Alkmaar 2019.

In deze regeling wordt bedoeld met:

  • a.

    Asv: Algemene subsidieverordening Alkmaar 2019.

  • b.

    monumenten: bouwwerken van algemeen belang vanwege zijn cultuurhistorische waarden of geschiedenis.

  • c.

    beeldbepalende panden: bouwwerken die op de lijst van gemeentelijke monumenten categorie 3 staan dan wel als zodanig zijn opgenomen in het bestemmingsplan of omgevingsplan;

  • d.

    beschermde gemeentelijke monumenten: bouwwerken die op grond van de bepalingen in de betreffende Verordening fysieke leefomgeving als gemeentelijk monument en gemeentelijk monument categorie 1 of categorie 2 zijn aangewezen;

  • e.

    beschermde rijksmonumenten: bouwwerken die zijn ingeschreven in de ingevolge de Erfgoedwet of Omgevingswet vastgestelde registers;

  • f.

    bouwhistorisch onderzoek: onderzoek naar de bouw, verbouwings- en gebruiksgeschiedenis van gebouwen, complexen van gebouwen, of gebieden, in hun ruimtelijke samenhang bezien, aan de hand van de vorm, de constructies, de gebruikte materialen en de afwerking. Hieronder wordt mede begrepen kleurhistorisch onderzoek;

  • g.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Alkmaar;

  • h.

    eigenaar: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die het recht van eigendom heeft op een beschermd monument, op een gebouw in gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, beeldbepalend pand of stolp;

  • i.

    instandhouding door regulier onderhoud: sober en doelmatige werkzaamheden die gericht zijn op het behoud van de monumentale waarden;

  • j.

    kerkgebouw: beschermd gemeentelijk of rijksmonument of zelfstandig onderdeel, dat in oorsprong uitsluitend of voor een overwegend deel is vervaardigd voor het gezamenlijk belijden van de godsdienst of levensovertuiging;

  • k.

    stolp: een bouwwerk van oorsprong boerderij met vierkant en piramidevormig dak die in een bestemmingsplan zijn gemerkt met de dubbelbestemming waarde cultuurhistorie en die niet zijn opgenomen op de lijst van beschermde gemeentelijk monumenten of zijn ingeschreven in het register als beschermde rijksmonumenten zoals bedoeld in artikel 1 c t/m e;

  • l.

    subsidiabele kosten: de kosten van werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen die als zodanig zijn aangemerkt in de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed;

  • m.

    molen: een van oorsprong zijnde werktuigbouwkundig bouwwerk met wieken.

  • n.

    weesorgel: een in onbruik geraakt pijporgel binnen de gemeente Alkmaar, die staat vermeld op de lijst, die is gepubliceerd door de stichting Vrienden van het Orgel;

  • o.

    gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht: groep van onroerende zaken die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang of hun wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde die als zodanig is aangewezen door de gemeenteraad.

Artikel 2 Doel

Het doel van deze nadere regels volgt het erfgoedbeleid: het verstrekken van subsidie voor restauratie en onderhoudsaanpak ten behoeve van het behouden of verbetering van de cultuurhistorische waarde van panden en objecten.

Artikel 3 Doelgroep

Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan eigenaren.

Artikel 4 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten:

    • a.

      werkzaamheden aan onderdelen die in stijl en materiaal en kleur aansluiten bij de architectonische en cultuurhistorische authenticiteit, ten behoeve van het behouden en versterken van de cultuurhistorische waarden;

    • b.

      uitvoeren van kleur- en bouwhistorisch onderzoek en bouwhistorische (deel-)documentatie;

    • c.

      werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen, die zijn aangemerkt in de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, zoals bedoeld in artikel 1 onder l.

Artikel 5 Weigeringsgronden

  • 1.

    In aanvulling op het bepaalde in de artikel 9 van de Asv kan de subsidie in ieder geval worden geweigerd als:

    • a.

      met de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd is begonnen voordat de aanvraag is ontvangen en zonder toestemming van het college;

    • b.

      niet wordt voldaan aan het bepaalde in deze nadere regels;

    • c.

      binnen een periode van 15 jaar voor dezelfde activiteit, met als uitzondering schilderwerk binnen een periode van 5 jaar, reeds subsidie is verstrekt.

    • d.

      voor zover aan de aanvrager voor dezelfde activiteit eerder op grond van deze nadere regels subsidie is verstrekt en de aanvraag valt binnen de periodes zoals is vermeld in artikel 8 van deze nadere regels;

    • e.

      de subsidiabele kosten lager zijn dan € 750;

    • f.

      het subsidiebedrag hoger is dan 100% van de totale kosten;

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid onder c en f geldt niet voor subsidie die wordt verstrekt op grond van artikel 8 lid 7 en artikel 12.

Artikel 6 Procedurebepalingen

  • 1.

    De aanvraag om subsidie wordt ingediend bij het college.

  • 2.

    Als aanvulling op het bepaalde in artikel 6 Asv, dient de aanvraag te worden vergezeld van een restauratieplan (zie lid 3) met een gespecificeerde offerte of een beschrijvende begroting (zie lid 4).

  • 3.

    Het in lid 2 bedoelde restauratieplan bestaat uit:

    • a.

      een beschrijving van de technische staat van het bouwwerk waarin de gebreken nauwkeurig vermeld staan;

    • b.

      tekeningen van de bestaande toestand en tekeningen waarop de voorgenomen herstelwerkzaamheden of wijzigingen staan aangegeven;

    • c.

      een op de onder a. bedoelde beschrijving gebaseerd bestek of gebaseerde werkomschrijving per onderdeel van de toe te passen constructies, materialen, afwerkingen en kleuren alsmede van wijze van verwerking daarvan.

  • 4.

    De in lid 2 bedoelde beschrijvende begroting is een opsomming van de uit te voeren restauratiewerkzaamheden en de daarmee samenhangende kosten, gespecificeerd in hoeveelheden, uren en materialen, welke begroting niet ouder is dan 2 jaar.

  • 5.

    De aanvrager meldt de aanvang van het werk bij het college.

  • 6.

    De aanvrager meldt, binnen de onderstaande gestelde termijnen, de voltooiing van de werkzaamheden bij het college en legt daarbij een eindverantwoording af van de verrichte werkzaamheden, met daarbij de volgende gegevens:

    • a.

      bij subsidies tot en met €5.000,- dient er, in afwijking van de Asv, binnen 13 weken na voltooiing bewijs te worden aangeleverd dat de activiteiten zijn uitgevoerd, met een foto waaruit dit blijkt of in afstemming met de vakgroep Erfgoed;

    • b.

      bij subsidies vanaf €5.000,- tot en met €50.000,- dient er, in afwijking van de Asv, binnen 13 weken na voltooiing bewijs te worden aangeleverd dat de activiteiten zijn uitgevoerd inclusief facturen en betaalbewijzen;

    • c.

      bij subsidies van meer dan €50.000,- dient er, in afwijking van artikel 16 lid 1 van de Asv, binnen 26 weken na voltooiing bewijs te worden aangeleverd dat de activiteiten zijn uitgevoerd inclusief een eindverantwoording, conform Asv artikel 15, die is voorzien van; een inhoudelijk verslag, een financieel verslag of jaarrekening, facturen en betaalbewijzen. In sommige gevallen kan het college vragen om een accountantsverklaring.

HOOFDSTUK 2 KOSTEN DIE VOOR SUBSIDIE IN AANMERKING KOMEN

Artikel 7 Bouwhistorisch onderzoek en bouwhistorische documentatie

  • 1.

    Aan de eigenaar van een gemeentelijk monument, rijksmonument, stolp, beeldbepalend pand of een object waarvan voor het college aantoonbaar is dat er voldoende cultuurhistorische waarde aanwezig is, kan subsidie worden verstrekt voor het uitvoeren van een kleur- en bouwhistorisch onderzoek en een bouwhistorische (deel-)documentatie.

    • a.

      de subsidie bedraagt 100% van de kosten indien deze kosten onderzoek betreffen ten behoeve van planvorming voor een restauratie, herbestemming of andere ingreep voorafgaand aan een aanvraag van een omgevingsvergunning.

    • b.

      de subsidie bedraagt 30% van de kosten met een maximum van € 1.000, indien deze kosten bouwhistorische (deel-) documentatie betreffen van op basis van een omgevingsvergunning te verwijderen bouwhistorisch en cultuurhistorisch waardevolle onderdelen.

Artikel 8 Rijksmonumenten

  • 1.

    Aan de eigenaar van een beschermd rijksmonument, niet zijnde een woonhuis, kan voor het opstellen van een 6-jaren-periodiek instandhoudingsplan met een bouwkundige opname een subsidie worden verleend van 30% van de totale kosten voor het opstellen van dat plan, met een maximum van € 2.500, eens per 6 jaar;

  • 2.

    Aan de eigenaar van een beschermd rijksmonument, niet zijnde een woonhuis, kan in geval de begeleiding van de uitvoeringswerkzaamheden van het instandhoudingsplan bedoeld onder artikel 8 lid 1, door een externe deskundige is gedaan, een subsidie worden verstrekt van 30% van de inhuurkosten, met een maximum van € 6.000, te verstrekken ineens na voltooiing van de werkzaamheden;

  • 3.

    Aan de eigenaar van een beschermd rijksmonument, niet zijnde een woonhuis, kan voor onderhouds- en restauratiewerkzaamheden een subsidie worden verstrekt van 30% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 6.000 per kalenderjaar;

  • 4.

    Aan de eigenaar van een beschermd rijksmonument, zijnde een woonhuis, kan eens per kalenderjaar voor onderhouds- en restauratiewerkzaamheden waarvan de kosten niet hoger zijn dan € 4.000, een subsidie worden verstrekt van 30% van de subsidiabele kosten;

  • 5.

    Aan de eigenaar van een beschermd rijksmonument, zijnde een woonhuis, kan eens per kalenderjaar voor een Quick Scan door het Nationaal Restauratiefonds ten behoeve van een kostenraming van de restauratiebehoefte, een subsidie worden verstrekt van 100% van de kosten, indien dit leidt tot een restauratieplan;

  • 6.

    Aan de eigenaar van een beschermd rijksmonument, zijnde een molen, kan voor kosten voor instandhouding door regulier onderhoud een subsidie worden verstrekt van maximaal € 2.000 per kalenderjaar per molen;

  • 7.

    Aan de eigenaar van een beschermd rijksmonument, niet zijnde een woonhuis, met een grote instandhoudingsbehoefte en waarvoor een SIM 6-jaren-periodiek instandhoudingsplan is aangevraagd, kan voor instandhoudingswerkzaamheden subsidie worden verleend volgens onderstaande bedragen en perioden. Indien voor dezelfde werkzaamheden een subsidie wordt verleend door het rijk, de provincie en/of andere fondsen, worden de respectievelijke subsidiebedragen in mindering gebracht op de subsidiabele kosten.

    • a.

      voor een monument met een 6-jaarlijkse instandhoudingsbehoefte vanaf € 300.000 bedraagt de subsidie 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 130.000 per kalenderjaar. Bij de aanvraag voor deze subsidie moet een financieel dekkingsplan zijn gevoegd. De aanvrager moet aantonen dat zij de aanvraagmogelijkheden bij de daarvoor in aanmerking komende fondsen en andere overheden voldoende heeft benut;

    • b.

      voor een monument met een incidentele instandhoudingsbehoefte vanaf €100.000 tot maximaal € 300.000 bedraagt de subsidie 30% van de subsidiabele kosten eens per 12 jaar.

    • c.

      met incidentele instandhoudingsbehoefte onder sub b worden onderhoudsactiviteiten bedoeld die buiten de SIM 6-jaren-periodiek onderhoudsplan vallen.

Artikel 9 Gemeentelijke monumenten

  • 1.

    Aan de eigenaar van een beschermd gemeentelijk monument kan per kalenderjaar subsidie verstrekt worden ten behoeve van reguliere onderhoudskosten als bedoeld in artikel 1, onder i.

    • a.

      De subsidie bedraagt maximaal 30% van de subsidiabele kosten, en is ten hoogste € 6.000 per kalenderjaar;

    • b.

      De subsidie kan in geval van funderingsherstel en eventueel bijbehorend cascoherstel eenmalig per beschermd gemeentelijk monument worden verhoogd naar 30% van € 40.000;

    • c.

      Voor gemeentelijke monumenten kan het college voor onderhoud op uitzonderlijk grote schaal, zijnde een stolp, kerkgebouw, school, bedrijfsgebouw een subsidie toekennen voor meerdere kalenderjaren, met een maximum van 4 jaar.

Artikel 10 Gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht

  • 1.

    Aan de eigenaar van een woning gelegen in een gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht kan eens per 4 kalenderjaren subsidie worden verstrekt voor de kosten van onderhoud ter verbetering of instandhouding van cultuurhistorisch waardevolle delen aan de buitengevels, het casco en de kap.

    • a.

      De subsidie bedraagt maximaal 30% van de subsidiabele kosten, en is ten hoogste € 6.000 eens per 4 jaar.

Artikel 11 Beeldbepalende panden en stolpen

  • 1.

    Aan de eigenaar van een beeldbepalend pand of stolp kan eens per 4 kalenderjaren subsidie worden verstrekt voor de kosten van onderhoud anders dan onderhoudsschilderwerk, ter verbetering of instandhouding van cultuurhistorisch waardevolle delen aan de buitengevels zichtbaar vanaf de openbare ruimte en de kap.

    • a.

      De subsidie bedraagt maximaal 30% van de subsidiabele kosten, en is ten hoogste € 6.000 eens per 4 jaar.

Artikel 12 Weesorgels

  • 1.

    Aan een instelling die zich inzet voor het behoud van weesorgels binnen de gemeente Alkmaar, kan per kalenderjaar subsidie worden verstrekt voor onderhoud aan weesorgels. De subsidie bedraagt maximaal € 750,- per weesorgel per kalenderjaar.

    • a.

      Indien onderhoudskosten aan een weesorgel in aanmerking komen voor een SIM 6-jaren-periodiek instandhoudingsplan, geldt dat het weesorgel in een lopende SIM aanvraag moet zijn opgenomen.

    • b.

      Bij de aanvraag moet een jaarprogramma worden aangeleverd met minimaal 5 openbare toegankelijke bespelingen van minimaal 3 weesorgels.

HOOFDSTUK 3 OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 11 Berekening van de subsidie

  • 1.

    Verlening en vaststellen van de subsidie vindt plaats op basis van de door het college goedgekeurde werkelijke kosten en met inachtneming van het daaromtrent bepaalde in deze nadere regels.

  • 2.

    Vaststellen van een op grond van dit hoofdstuk verleende subsidie vindt plaats overeenkomstig het bepaalde in artikel 4:46 van de Algemene wet bestuursrecht en nadat:

    • a.

      de in artikel 4 bedoelde activiteiten door het college zijn gecontroleerd en akkoord bevonden;

    • b.

      de in artikel 6, lid 6, sub c bedoelde facturen en betaalbewijzen over de uitgevoerde restauratie in dezelfde volgorde zijn gerangschikt als de in artikel 6, lid 2 bedoelde begroting en door het college zijn gecontroleerd en akkoord bevonden.

  • 3.

    Bij de berekening van de subsidie worden op de subsidiabele restauratiekosten die kosten in mindering gebracht, die op grond van de Wet op de omzetbelasting 1968 op verschuldigde belasting in aftrek kunnen worden gebracht.

Artikel 12 Verdeling van het subsidieplafond

  • 1.

    Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld. Indien aanvragen zijn ingediend op dezelfde datum, wordt de volgorde bepaald door loting.

  • 2.

    Indien het toe te kennen bedrag hoger is dan het restant beschikbare subsidiebedrag, dan wordt de subsidieaanvraag geweigerd, volgens artikel 4:25 lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht, als met het mindere bedrag de activiteit niet kan worden uitgevoerd.

Artikel 13 Verplichtingen

  • 1.

    Aan de subsidie wordt in elk geval de verplichting verbonden dat:

    • a.

      de restauratiewerkzaamheden worden uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in de Uitvoeringsrichtlijnen van stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumenten;

    • b.

      de start van de restauratiewerkzaamheden bij het college wordt gemeld;

    • c.

      de restauratiewerkzaamheden binnen 12 maanden na de verlening van de subsidie moeten zijn afgerond en bij het college zijn gemeld.

    • d.

      de resultaten van het bouwhistorische onderzoek en bouwhistorische documentatie worden gedeeld met het college.

  • 2.

    Het college kan voorts aan de verlening van de subsidie voor beschermde monumenten, gebouwen in gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, beeldbepalende panden en stolpen als bedoeld in artikel 8, 9, 10 en 11 in elk geval de voorwaarde stellen dat de eigenaar vooruitlopend op de werkzaamheden een kleur- en/of bouwhistorisch onderzoek dient te laten uitvoeren.

Artikel 14 Slotbepalingen

  • 1.

    De Nadere regels subsidie monumenten en beeldbepalende panden Alkmaar, zoals vastgesteld door het college op 07-05-2019, worden ingetrokken, met dien verstande dat op aanvragen om subsidie die zijn ingediend vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling, op subsidies die voor dat tijdstip zijn verleend en op subsidies die voor dat tijdstip zijn vastgesteld, blijft de regeling van toepassing zoals het luidde vóór dat tijdstip.

  • 2.

    Deze nadere regels treden in werking op 01-08-2023.

  • 3.

    Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als “Nadere regels subsidie monumenten Alkmaar”.

Aldus besloten in de vergadering van 11-07-2023,

Het college van burgemeester en wethouders van Alkmaar,

A.M.C.G. Schouten, burgemeester

R.M. Reus, secretaris

Naar boven