Gemeenteblad van Roermond
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Roermond | Gemeenteblad 2023, 323870 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Roermond | Gemeenteblad 2023, 323870 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Beleidsregel erfgoedsubsidies Roermond 2023
HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
gezien het voorstel van 5 juni 2023;
restauraties van kleine religieuze monumenten door vrijwilligers, het uitvoeren van beleidsondersteunende erfgoedprojecten en het onderhoud van bepaalde categorieën van gemeentelijke monumenten van algemeen belang zijn en een gemeentelijk ondersteuning nodig hebben.
gelet op het bepaalde in artikel 3, vierde lid van de Algemene subsidieverordening 2008 en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
Vast te stellen de Beleidsregel erfgoedsubsidies Roermond 2023.
Deze beleidsregel verstaat onder:
Beleidsondersteunende activiteiten:
Door derden te organiseren activiteiten die ondersteunend werken aan het vastgestelde beleid op het gebied van monumentenzorg en/of archeologie.
De muren en de kap inclusief de fundering. Hiertoe worden ook de buitenafwerking en de ramen, vensters, kozijnen en deuren in de buitenmuren gerekend.
Het college van burgemeester en wethouders van Roermond.
De natuurlijke persoon of rechtspersoon, die het recht van eigendom dan wel een ander zakelijk recht op een monument heeft.
Gemeentelijk monument van oorsprong en in hoofdzaak ontworpen en gebouwd voor het vieren van een eredienst.
Onroerende zaken die bij besluit van het college als gemeentelijk monument zijn aangewezen.
Gemeentelijk monument van oorsprong ontworpen en gebouwd ten behoeve van fabrieksmatige productie, nutsvoorzieningen, infrastructuur of daarmee verwante of daaraan gerelateerde functies.
Een rapport waarin de technische staat van het monument is beschreven. Het rapport geeft inzicht in de gebreken, oorzaken en eventuele gevolgen daarvan. Het bevat adviezen over de uit te voeren werkzaamheden in volgorde van urgentie en over de termijnen van aanpak.
Stoffelijke uitingen van devotie in de openbare ruimte.
Gemeentelijk monument van oorsprong ontworpen en gebouwd ten behoeve van een kloosterorde of kloostergemeenschap.
Een vergunning als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet voor een activiteit met betrekking tot een gemeentelijk monument of een gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht.
Een door de aanvrager ondertekende verklaring waaruit blijkt dat de gesubsidieerde werkzaamheden met uitzondering van de in deze verklaring gemelde afwijkingen, volledig zijn uitgevoerd en dat de aan de subsidieverstrekking verbonden voorschriften zoals die voor en tijdens de uitvoering van de werkzaamheden van toepassing waren, zijn nageleefd. Eventuele afwijkingen daarvan zijn eerder gemeld of worden in de verklaring aangegeven. Wanneer een gemachtigde het formulier ondertekent, is toezending van een machtiging noodzakelijk.
Gemeentelijk monument van oorsprong ontworpen en gebouwd ten behoeve van het onderwijs.
De voor een subsidie in aanmerking komende kosten zoals beschreven in hoofdstuk 3 van deze beleidsregel.
Het bedrag dat gedurende een kalenderjaar ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens deze beleidsregel.
Een beschrijving van de geplande werkzaamheden waaruit blijkt:
Tot gemeentelijk monument aangewezen bouwwerk of aardwerk bedoeld om een nederzetting of landstreek te verdedigen tegen aanvallen.
HOOFDSTUK 2 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 4 Sober doch doelmatig.
De te subsidiëren werkzaamheden en activiteiten dienen sober doch doelmatig van aard te zijn.
Paragraaf 1 subsidies voor restauraties van kleine religieuze monumenten.
Artikel 7 de kosten van restauraties van kleine religieuze monumenten waarvoor een subsidie kan worden verleend
Het college kan een eenmalige subsidie verstrekken in de kosten van behoud van klein religieus erfgoed.
Voor subsidie in aanmerking komen de kosten van het te gebruiken materiaal en het huren van te gebruiken gereedschap. Indien de werkzaamheden vanwege de benodigde specifieke deskundigheid of gereedschappen redelijkerwijs niet door vrijwilligers kunnen worden uitgevoerd komen de kosten van de inhuur van derden eveneens in aanmerking voor een subsidie.
Artikel 8 de termijn waarbinnen een subsidie voor restauraties van klein religieus erfgoed kan worden aangevraagd
Subsidieaanvragen op basis van artikel 7 kunnen vanaf 1 januari van het betreffende begrotingsjaar worden ingediend.
Artikel 9 het subsidiepercentage voor subsidies voor restauraties van kleine religieuze monumenten.
De subsidie bedraagt ten hoogste 100% van de subsidiabele kosten.
Artikel 10 het subsidieplafond en volgorde besluiten
Voor de op basis van artikel 7 van deze beleidsregel te verlenen subsidies stelt het college, vóór aanvang van het tijdvak waarin ze kunnen worden aangevraagd, een subsidieplafond vast. Een verleende subsidie komt ten laste van het budget dat volgt uit het subsidieplafond met betrekking tot het jaar waarin de subsidie is aangevraagd.
Artikel 11 Verlening, vaststelling en uitbetaling van een subsidie voor restauratie van kleine religieuze monumenten
Artikel 12 Begin en einde van de op basis van op basis van artikel 7 gesubsidieerde werkzaamheden
Artikel 13 controle achteraf van een subsidie voor restauratie van kleine religieuze monumenten
Ten behoeve van steekproefsgewijze controle dienen kopieën van de facturen tot een jaar na voltooiing van de gesubsidieerde werkzaamheden of beëindiging van de gesubsidieerde activiteiten ter beschikking van het college gehouden te worden. Deze facturen dienen eenduidig herleid te kunnen worden naar de begroting, op basis waarvan de subsidie is verstrekt. Wanneer niet aan deze verplichting wordt voldaan kan de subsidie worden ingetrokken of gewijzigd worden.
Paragraaf 2 Subsidies voor beleidsondersteunende activiteiten
Artikel 14 De kosten van beleidsondersteunende activiteiten waarvoor een subsidie kan worden aangevraagd
Het college kan een subsidie verstrekken in de kosten van beleidsondersteunende activiteiten die naar het oordeel van het college het draagvlak voor het monumenten- en archeologiebeleid verbreden of in voldoende mate bijdragen aan de doelstelling van het gemeentelijk archeologie- en monumentenbeleid.
Artikel 15 De termijn waarbinnen een subsidie voor beleidsondersteunende activiteiten kan worden aangevraagd.
Subsidieaanvragen op basis van artikel 14 kunnen vanaf 1 januari van het betreffende begrotingsjaar worden ingediend.
Artikel 16 Het subsidiepercentage en het maximumbedrag voor subsidies voor beleidsondersteunende activiteiten
De subsidie als bedoeld in artikel 14 bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten. Wanneer de subsidie ten goede komt aan activiteiten die jaarlijks worden georganiseerd bedraagt deze een door het college vast te stellen vast bedrag per jaar.
Subsidie wordt, in aanvulling op het gestelde in artikel 5, in ieder geval geweigerd voor zover de te subsidiëren activiteiten reeds zijn uitgevoerd.
Voor de op basis van artikel 14 van deze beleidsregel te verlenen subsidies stelt het college, vóór aanvang van het tijdvak waarin ze kunnen worden aangevraagd, een subsidieplafond vast. Een verleende subsidie komt ten laste van het budget dat volgt uit het subsidieplafond met betrekking tot het jaar waarin de subsidie is aangevraagd.
Artikel 19 Verlening, vaststelling en uitbetaling van een subsidie voor beleidsondersteunende activiteiten
Artikel 20 Begin en einde van de op basis van op basis van artikel 14 gesubsidieerde werkzaamheden
De op basis van artikel 14 van deze beleidsregel gesubsidieerde werkzaamheden dienen
Artikel 21 controle achteraf van een subsidie voor beleidsondersteunende activiteiten
Ten behoeve van steekproefsgewijze controle dienen kopieën van de facturen tot een jaar na voltooiing van de gesubsidieerde werkzaamheden of beëindiging van de gesubsidieerde activiteiten ter beschikking van het college gehouden te worden. Deze facturen dienen eenduidig herleid te kunnen worden naar de begroting, op basis waarvan de subsidie is verstrekt. Wanneer niet aan deze verplichting wordt voldaan kan de subsidie worden ingetrokken of gewijzigd worden.
Paragraaf 3 subsidies voor onderhoud aan bijzondere categorieën van gemeentelijke monumenten
Artikel 23 De termijn waarbinnen een subsidie voor onderhoud aan bijzondere categorieën van gemeentelijke monumenten kan worden aangevraagd
Artikel 24 Het subsidiepercentage en het minimum subsidiebedrag voor een subsidie in de kosten van onderhoud aan bijzondere categorieën van gemeentelijke monumenten
Artikel 26 Berekening en vaststelling van de subsidiabele kosten voor een subsidie in de kosten van onderhoud aan bijzondere categorieën van gemeentelijke monumenten
Artikel 27 Verlening van de subsidie in de kosten van onderhoud aan bijzondere categorieën van gemeentelijke monumenten
Subsidies op basis van artikel 22 worden voor de gehele in artikel 22, tweede lid onder a genoemde periode verleend.
Artikel 28 Voorwaarden waaronder de subsidie wordt verleend
De subsidie wordt verleend onder voorwaarde dat:
Artikel 29 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Het college kan de subsidieontvanger verplichten:
Artikel 30 uitbetaling en bevoorschotting van de subsidie in de kosten van onderhoud aan bijzondere categorieën van gemeentelijke monumenten
Artikel 31 Verantwoording en subsidievaststelling.
Uiterlijk op 30 maart van het kalenderjaar, volgend op het laatste kalenderjaar van het subsidietijdvak waarover de subsidie is verstrekt wordt een aanvraag tot subsidievaststelling ingediend. Deze aanvraag gaat vergezeld van kopieën van de rekeningen van de gesubsidieerde kosten. De in deze rekeningen genoemde bedragen dienen herleidbaar te zijn tot de begroting op basis waarvan de subsidie is verleend.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-323870.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.