Reg.nummer.: 02430000150947 / 02430000511946
Overwegingen ten aanzien van het besluit
De gemeente Harderwijk wil de luchtkwaliteit in de gemeente verbeteren. Elektrisch rijden is schoner, stiller en zuiniger. Elektrische auto’s stoten geen of minder CO2, NO2 en fijnstof (PM10) uit dan auto’s met een verbrandingsmotor. Daarmee zijn ze minder schadelijk voor de gezondheid, het milieu en het klimaat.
Op 21 juni 2016 hebben burgemeester en wethouders de Beleidsregels Elektrische Laadpalen voor Elektrisch Vervoer Gemeente Harderwijk vastgesteld. Deze beleidsregels zijn bekendgemaakt op 22 juni 2016 en in werking getreden op 23 juni 2016.
Door het beschikbaar maken van een netwerk van oplaadpunten wil de gemeente Harderwijk elektrisch rijden aanmoedigen. Een oplaadpaal heeft 2 oplaadpunten. Op grond van de beleidsregels reserveren we in beginsel 1 parkeervak voor het opladen van elektrische voertuigen.
Wij ontvingen een verzoek voor het plaatsen van 1 laadpaal met parkeerplaats aan het Jan van Nassaupark nabij Churchill-laan 29.
Door de aanvrager is voldoende aangetoond dat op deze plaats behoefte is aan 1 oplaadpaal en de gereserveerde parkeerplaatsen die daarbij horen. Er kan niet in deze behoefte worden voorzien door andere oplaadpunten in de buurt of door parkeer- en oplaadmogelijkheden op eigen terrein.
Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994) moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.
In artikel 12 van het BABW is limitatief opgenomen voor welke verkeerstekens een verkeersbesluit vereist is. In Bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) staan de verkeersborden genoemd. In dit besluit gaat het om bord E8c (parkeergelegenheid alleen bestemd voor het opladen van elektrische voertuigen) van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990).
Artikel 24, lid 1, sub d onder 2e RVV 1990 geeft aan dat het verboden is te parkeren op een parkeergelegenheid op een andere wijze of met een ander doel dan op het bord is aangegeven.
Uit het oogpunt van het waarborgen van de bruikbaarheid van de weg, het bevorderen van doelmatig of zuinig energieverbruik en het voorkomen of beperken van hinder, schade en overlast door het verkeer is het noodzakelijk om de voorgestelde maatregel te nemen (artikel 2 Wegenverkeerswet).
Artikel 24 van het BABW vereist dat er voor het nemen van het verkeersbesluit overleg wordt gepleegd met de gemandateerde verkeersadviseur van politie Oost-Nederland district Noord en Oost-Gelderland.