Financieel Besluit Jeugdhulp en Maatschappelijke ondersteuning gemeente Heerde 2023

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

Alle begrippen die in dit besluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Gemeentewet of de Verordening Jeugdhulp en Maatschappelijke ondersteuning gemeente Heerde 2022 (hierna: de verordening).

Artikel 2. Hoogte persoonsgebonden budget (pgb)

  • 1.

    Als uitwerking van artikel 8, derde en vierde lid zijn nadere bepalingen vastgesteld in de Beleidsregels Jeugdhulp en Wmo gemeente Heerde 2023.

  • 2.

    De hoogte van een persoonsgebonden budget (hierna: pgb) voor jeugdhulp of maatschappelijke ondersteuning is voor formele hulp gelijk aan 100% van de geldende inkooptarieven in natura.

    Uurtarief

    Informele zorg

    Integraal

    Jeugd

    Wmo

    Individuele begeleiding

    max. €20,00

    Dagbesteding

    max. € 5,00

    Persoonlijke verzorging/ regie op gestructureerd huishouden

    max. €20,00

    Deeltijdverblijf, logeeropvang, respijtzorg

    max. €141,00 per kalendermaand

    Formele zorgproducten 2020

    Voor tarieven van formele zorgproducten verwijzen naar de website van de Zorgregio Midden IJssel oost Veluwe voor de actuele bedragen.

  • 3.

    Het pgb voor maatwerkvoorzieningen op grond van de Wmo 2015 in de vorm van woonvoorzieningen wordt vastgesteld op maximaal 100% van de werkelijke kosten die gemaakt worden voor:

    • a.

      een bouwkundige of woontechnische voorziening in een woning (woningaanpassing), voor zover de kosten betrekking hebben op:

      • i.

        de aanneemsom;

      • ii.

        de risicoverrekening van loon- en materiaalkosten;

      • iii.

        het architectenhonorarium;

      • iv.

        het toezicht op de uitvoering, indien noodzakelijk;

      • v.

        de leges die betrekking hebben op het treffen van de voorziening;

      • vi.

        de verschuldigde en niet verrekenbare of terugvorderbare omzetbelasting;

      • vii.

        renteverlies, in verband met het verrichten van noodzakelijke betaling aan derden voordat de bijdrage is uitbetaald, voor zover deze verband houdt met de bouw dan wel het treffen van voorzieningen;

      • viii.

        de prijs van bouwrijpe grond indien noodzakelijk en gemaximeerd door het gestelde in bijlage 1;

      • ix.

        de door burgemeester en wethouders (schriftelijk) goedgekeurde kostenverhogingen, die ten tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet voorzien hadden kunnen zijn;

      • x.

        de kosten in verband met noodzakelijk technisch onderzoek en adviezen met betrekking tot het verrichten van de aanpassing; of

      • xi.

        de kosten van heraansluiting op de openbare nutsvoorziening; de administratiekosten die de verhuurder verschuldigd is.

    • b.

      een niet-bouwkundige of niet-woontechnische voorziening in een woning, zoals woninguitrusting;

    • c.

      een uitraasruimte;

    • d.

      onderhoud, keuring en reparatie van een gerealiseerde woningaanpassing;

    • e.

      tijdelijke huisvesting.

Artikel 3. Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen Wmo

  • 1.

    Er geldt een vast tarief per bijdrage periode voor inwoners zolang zij gebruik maken van Wmo-maatwerkvoorzieningen of een pgb ontvangen voor een maatwerkvoorziening. De hoogte van de eigen bijdrage bedraagt € 19,- per maand, voor één of meerdere voorzieningen in het kader van de Wmo 2015.

  • 2.

    In een aantal gevallen geldt, in afwijking van het eerste lid, geen bijdrage van €19,-1 per maand. Deze zijn opgenomen in de verordening Jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning 2023.

  • 3.

    De bijdrage voor een materiële maatwerkvoorziening wordt gedurende de volledige economische gebruiksperiode in rekening gebracht. Voor het bepalen van de bijdrage wordt uitgegaan van de gebruikswaarde, zijnde de kosten van de voorziening per jaar (uitgaande van nieuwwaarde van de voorziening en de economische levensduur), eventueel verhoogd met reparatie- en onderhoudskosten per jaar. Bij hulpmiddelen en roerende woonvoorzieningen wordt uitgegaan van een economische levensduur van 108 periodes, bij bouwkundig nagelvaste woonvoorzieningen wordt uitgegaan van een economische levensduur van 120 periodes en bij trapliften wordt uitgegaan van een economische levensduur van 144 periodes.

Artikel 4. Tegemoetkomingen meerkosten

  • 1.

    De richtbedragen tegemoetkoming meerkosten bedraagt:

    • a.

      taxikosten maximaal € 2.890,00 per jaar;

    • b.

      rolstoeltaxikosten maximaal € 3.194,00 per jaar;

    • c.

      gebruik eigen auto maximaal € 1.588,00 per jaar;

    • d.

      verhuis- en inrichtingskosten maximaal € 1.575,00;

    • e.

      aanschaf en onderhoud sportrolstoel maximaal: € 2.846,00 per 3 jaar;

    • f.

      het bezoekbaar maken van een woning maximaal € 6.210,00.

Artikel 5. Terugbetaling kosten nagelvaste woonvoorzieningen

De terugbetaling wordt bepaald door de formule:

 

90% van de kosten bij verkoop na 1 jaar;

80% van de kosten bij verkoop na 2 jaar;

70% van de kosten bij verkoop na 3 jaar;

60% van de kosten bij verkoop na 4 jaar;

50% van de kosten bij verkoop na 5 jaar;

40% van de kosten bij verkoop na 6 jaar;

30% van de kosten bij verkoop na 7 jaar;

20% van de kosten bij verkoop na 8 jaar;

10% van de kosten bij verkoop na 9 jaar.

 

Bij verkoop na 10 jaar wordt geen terugbetaling meer gevraagd.

Artikel 6. Intrekking Besluit Jeugdhulp en Maatschappelijke ondersteuning gemeente Heerde 2020

Het Besluit Jeugdhulp en Maatschappelijke ondersteuning gemeente Heerde 2020 wordt met ingang van 1 augustus 2023 ingetrokken.

Artikel 7. Inwerkingtreding en citeertitel

Dit besluit treedt in werking op 1 augustus 2023 en kan worden aangehaald als het Financieel Besluit Jeugdhulp en Maatschappelijke ondersteuning gemeente Heerde 2023. Met inwerkingtreding van het financieel besluit komt de oude versie te vervallen

Bijlage 1  

 

Aantal m² waarvoor een vergoeding kan worden gegeven ingevolge artikel 2 derde lid sub a. onder viii (het verwerven van grond)2.

 

Het is mogelijk een woonvoorziening te krijgen voor het verwerven van extra grond ten behoeve van een aanbouw of uitbreiding van een bepaald vertrek indien dit op grond van ergonomische beperkingen noodzakelijk zou zijn. Het aantal m² dat voor een woonvoorziening in aanmerking komt, is per vertrek (zie onderstaande tabel) gemaximaliseerd.

 

Soort vertrek

 

 

Aantal m2 waarvoor ten hoogste vergoeding wordt verleend in geval van aanbouw van een vertrek

 

Aantal m2 waarvoor ten hoogste vergoeding wordt verleend in geval van uitbreiding van een reeds aanwezig vertrek

Woonkamer

 

30

6

Keuken

 

10

4

Eenpersoonsslaapkamer

 

10

4

Tweepersoonsslaapkamer

 

18

4

Toiletruimte

 

2

1

Badkamer: wastafelruimte

 

2

1

Badkamer: doucheruimte

 

3

2

Entree/hal/berging

 

5

2

Prikkelarme ruimte

 

10

4

Naar boven