FINANCIELE VERORDENING (ARTIKEL 212 GEMEENTEWET) GEMEENTE BRUMMEN

Kenmerk Z080738/D405811

 

DE RAAD VAN DE GEMEENTE BRUMMEN,

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 mei 2023 met kenmerk D405810;

Gelet op artikel 212, eerste lid, van de Gemeentewet;

Gehoord het behandeladvies van het forum van 8 juni 2023;

 

HEEFT BESLOTEN met inachtneming van amendement A12 Drempelbedrag Actieve Informatieplicht:

 

  • 1.

    De Financiële verordening (artikel 212 Gemeentewet) gemeente Brummen (D405804 met terugwerkende kracht per 1 januari 2023 vast te stellen;

  • 2.

    De tekst in de Financiële Verordening onder Artikel 8 Actieve Informatieplicht op pagina 6 als volgt aan te passen:

  • 1. Het college informeert de raad als zij verwacht:

  • a. dat de lasten van een programma de geautomatiseerde lasten met meer dan € 100.000 dreigen te overschrijden;

  • b. de investeringsuitgaven het geautomatiseerde investeringskrediet met meer dan € 100.000 dreigen te overschrijden

  • c. de baten van een programma de geautomatiseerde baten met meer dan € 100.000 dreigen te onderschrijden.

 

 

INHOUDSOPGAVE

 

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

Paragraaf 2. Begroting en verantwoording

Artikel 2. Vaststelling programma-indeling en paragrafen

Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken

Artikel 4. Kaders begroting en meerjarenraming

Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten

Artikel 6. Bestuursrapportages

Artikel 7. Jaarstukken

Artikel 8. Actieve Informatieplicht

Artikel 9. EMU-saldo

Paragraaf 3. Rechtmatigheidsverantwoording

Artikel 10. Verantwoordings- en rapportagegrens rechtmatigheidsverantwoording

Artikel 11. Voorwaardencriterium

Artikel 12. Begrotingscriterium

Artikel 13. Misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium

Paragraaf 4. Financieel beleid

Artikel 14. Waardering en afschrijving vaste activa

Artikel 15. Voorziening voor oninbare vorderingen

Artikel 16. Reserves en voorzieningen

Artikel 17. Kostprijsberekening

Artikel 18. Prijzen economische activiteiten

Artikel 19. Vaststelling hoogte belastingen, rechte, heffingen en prijzen

Artikel 20. Financieringsfunctie

Paragraaf 5. Paragrafen bij de begroting en jaarstukken

Artikel 21. Lokale heffingen

Artikel 22. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Artikel 23. Onderhoud kapitaalgoederen

Artikel 24. Financiering

Artikel 25. Bedrijfsvoering

Artikel 26. Verbonden partijen

Artikel 27. Grondbeleid

Paragraaf 6. Financiële organisatie en financieel beheer

Artikel 28. Administratie

Artikel 29. Financiële organisatie

Artikel 30. Interne controle

Paragraaf 7. Slotbepalingen

Artikel 31. Intrekking oude regeling

Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel

 

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    Administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, functioneren en beheersen van de gemeentelijke organisatie en de verantwoording die daarover moet worden afgelegd;

  • -

    Begroting: de begroting zoals bedoeld in artikel 189 Gemeentewet;

  • -

    BBV: het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten;

  • -

    Baten: totaal van de baten vóór onttrekking aan reserves;

  • -

    College: burgemeester en wethouders;

  • -

    Doelmatigheid: de mate waarin een maximale hoeveelheid producten en prestaties is gerealiseerd met een minimale hoeveelheid middelen of een hogere kwaliteit wordt bereikt met een gelijkblijvende hoeveelheid aan middelen;

  • -

    Doeltreffendheid: de mate waarin de geleverde producten en prestaties bijdragen aan het realiseren van gestelde gemeentelijke beleidsdoelen;

  • -

    Indicatoren: de absolute of verhoudingsgetallen die informatie geven over de ontwikkelingen en/of effecten van een programma of activiteit;

  • -

    Investeringen: het vastleggen van vermogen in duurzame goederen waarvan het nut zich over meerdere jaren uitstrekt;

  • -

    Jaarstukken: het jaarverslag en de jaarrekening, zoals bedoeld in artikel 197 Gemeentewet;

  • -

    Planning en control: het proces binnen de kaders van het financieel beleid waarbij aansturing van de organisatie plaatsvindt door formuleren van doelen, het aangeven van termijnen, het beschikbaar stellen van middelen, het aanwijzen van verantwoordelijken, het volgen van de uitvoering, het normeren van de gewenste effecten, het meten van de resultaten en het informeren van alle betrokkenen;

  • -

    Rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen, raadsbesluiten en collegebesluiten;

  • -

    Risico: het effect voor de gemeente van een onzekerheid op het realiseren van een doelstelling (betekenis voor de doelstelling en het financieel effect);

  • -

    Treasury: alle activiteiten die zich richten op het sturen, beheersen en verantwoorden van de financiële vermogenswaarden, de geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s;

  • -

    Rechtmatigheidsverantwoording: de rapportage van burgemeester en wethouders waarbij aangegeven wordt in welke mate de totstandkoming van de financiële beheers handelingen en de vastlegging daarvan overeenstemmen met de relevante wet- en regelgeving.

  •  

Paragraaf 2. Begroting en verantwoording

Artikel 2. Vaststelling programma-indeling en paragrafen

  • 1.

    De raad stelt bij aanvang van de raadsperiode een programma-indeling vast.

  • 2.

    De raad stelt bij de perspectiefnota op voorstel van burgemeester en wethouders per programma vast:

  • a. een nadere onderverdeling van de programma’s en

  • b. de beleidsindicatoren per programma.

  • 3.

    De raad stelt bij de perspectiefnota vast over welke onderwerpen hij in extra paragrafen naast de verplichte paragrafen van de begroting en de jaarstukken kaders wil stellen en wil worden geïnformeerd.

 

 

Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1.

    In de begroting wordt bij de uiteenzetting van de financiële positie het investeringsplan voor de komende vier jaar opgenomen.

  • 2.

    In de jaarstukken wordt van de lopende investeringen de uitputting van de geautomatiseerde investeringskredieten weergegeven.

  • 3.

    In het overzicht van de geraamde incidentele baten en lasten per programma worden posten vanaf € 25.000 afzonderlijk gespecificeerd en toegelicht.

 

 

Artikel 4. Kaders begroting en meerjarenraming

  • 1.

    Jaarlijks ontvangt de raad vóór 1 juni een perspectiefnota met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders van de begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming.

  • 2.

    In de perspectiefnota worden de financiële uitgangspunten voor indexering van inkomsten en uitgaven en de post onvoorzien bepaald.

  •  

Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten

  • 1.

    De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de baten en lasten per programma.

  • 2.

    Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringskredieten worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van het investeringsplan geautoriseerd.

  • 3.

    Voor een investering die niet met het vaststellen van de begroting is geautoriseerd, legt het college voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen een voorstel voor het vaststellen van een investeringskrediet aan de raad voor.

  • 4.

    In het voorstel genoemd in lid 3 worden de financiële consequenties van het voorstel voor de relevante financiële kerngetallen zoals de structurele exploitatieruimte, weerstandsratio, nettoschuldquote en solvabiliteitsratio in beeld gebracht.

 

Artikel 6. Bestuursrapportages

  • 1.

    Het college informeert de raad via twee bestuursrapportages over de realisatie van de begroting. De eerste bestuursrapportage wordt samen met de persfectiefnota en de tweede bestuursrapportage samen met de begroting aangeboden aan de raad.

  • 2.

    Bij de behandeling van de bestuursrapportages in de raad doet het college voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde baten en lasten, het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten en het bijstellen van het beleid.

  • 3.

    De bestuursrapportages bevatten in ieder geval een uiteenzetting over de uitvoering en het bijstellen van het beleid en een overzicht met de bijgestelde raming van:

  • a. de baten en de lasten per programma uitgesplitst naar proigrammaonderdelen;

  • b. de beoogde toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per programma;

  • c. het resultaat, volgend uit de onderdelen a en b;

  • d. de realisatie en raming van de uitputting van de investeringskredieten en;

  • e. overige significante ontwikkelingen.

  • 4.

    In de bestuursrapportages worden afwijkingen op de ramingen van de baten en lasten en toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per programmaonderdeel en inversteringskredieten in de begroting groter dan € 25.000 toegelicht.

  •  

Artikel 7. Jaarstukken

  • 1.

    Gelijktijdig met het aanbieden van de jaarstukken biedt het college de raad het voorstel aan over de bestemming van het jaarrekeningresultaat.

  • 2.

    Voorstellen voor het overhevelen van investeringskredieten die langer dan 3 jaar doorlopen worden uiterlijk op 31 januari van het jaar volgend op het boekjaar via een apart voorstel ter autorisatie voorgelegd aan de raad.

  • 3.

    Uiterlijk 31 maart van het jaar volgend op het boekjaar informeert het college de raad over het verwachte rekeningresultaat.

     

Artikel 8. Actieve informatieplicht

  • 1.

    Het college informeert de raad als zij verwacht:

  • a. dat de lasten van een programma de geautoriseerde lasten met meer dan € 100.000 dreigen te overschrijden;

  • b. de investeringsuitgaven het geautoriseerde investeringskrediet met meer dan € 100.000 dreigen te overschrijden;

  • c. de baten van een programma de geautoriseerde baten met meer dan € 100.000 dreigen te onderschrijden.

  • 2.

    De financiële verwerking vindt plaats in de bestuursrapportage (zie artikel 6) of in de Jaarstukken als de afwijkingen genoemd in lid 1 na vaststelling van de 2e bestuursrapportage zijn opgetreden.

     

Artikel 9. EMU-saldo

Als het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doen zij een voorstel voor het wijzigen van de begroting.

 

Paragraaf 3. Rechtmatigheidsverantwoording

Artikel 10. Verantwoordings- en rapportagegrens rechtmatigheidsverantwoording

  • 1.

    De raad stelt vast op welke wijze hij door middel van de paragraaf bedrijfsvoering van de begroting en de jaarstukken, naast verplichte onderdelen van deze paragraaf, wil worden geïnformeerd over rechtmatigheid.

  • 2.

    In de rechtmatigheidsverantwoording bij de jaarrekening rapporteert het college aan de raad over afwijkingen met een verantwoordingsgrens van 3% van de totale lasten van de gemeente, inclusief de dotaties aan de reserves.

  • 3.

    In de paragraaf bedrijfsvoering worden de geconstateerde afwijkingen (fouten of onduidelijkheden) groter dan 0,1% van de totale lasten van de gemeente, inclusief dotaties aan de reserves nader toegelicht.

 

Artikel 11. Voorwaardencriterium

  • 1.

    Het voorwaardencriterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. De eisen / voorwaarden zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en hebben betrekking op aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.

  • 2.

    Het college biedt de raad jaarlijks uiterlijk op 31 december ter vaststelling een normenkader rechtmatigheid aan. Dit kader bestaat uit alle relevante (interne) wet- en regelgeving waaruit financiële beheershandelingen kunnen voortvloeien.

 

Artikel 12. Begrotingscriterium

  • 1.

    Het begrotingscriterium is een criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op de grenzen van baten en lasten in de door de raad geautoriseerde begroting van exploitatie en investeringskredieten en de hiermee samenhangende programma’s, waarbinnen de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen.

  • 2.

    De begrotingsrechtmatigheid wordt beoordeeld op het niveau waarop de begroting door de raad is geautoriseerd, zoals is opgenomen in artikel 5.

  • 3.

    Uitgangspunt is dat iedere afwijking van de begroting als onrechtmatig wordt beschouwd. Afwijkingen worden als acceptabel aangemerkt in de volgende situaties:

  • a. Er is sprake van een overschrijding waarbij direct gerelateerde inkomsten de overschrijding compenseren.

  • b. Er is sprake van een overschrijding op een open-einde regeling

  • c. De overschrijding is geautoriseerd door middel van de vaststelling van een bestuursrapportage.

  • d. De raad is via een raadsinformatiebrief door het college actie geïnformeerd als autorisatie via de bestuursrapportage niet meer mogelijk is.

  • 4.

    Begrotingsonrechtmatigheden die passen binnen het bestaand beleid van de raad, worden opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording (voor zover de verantwoordingsgrens voor afzonderlijke fouten of onduidelijkheden is overschreden), maar worden niet nader toegelicht in de paragraaf bedrijfsvoering.

 

Artikel 13. Misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium

  • 1.

    Het misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op het voorkomen, detecteren en corrigeren van misbruik en oneigenlijk gebruik van overheidsgelden en gemeentelijke eigendommen bij financiële beheershandelingen.

  • 2.

    Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

 

Paragraaf 4. Financieel beleid

Artikel 14. Waardering en afschrijving vaste activa

  • 1.

    De regels met betrekking tot waardering en afschrijving van vast activa zijn vastgelegd in de nota investerings- en afschrijvingsbeleid. Deze nota wordt door de raad vastgesteld.

  • 2.

    Bij raadsbesluit kan worden afgeweken van regels rondom de afschrijvingsmethode, afschrijvingsduur en het hanteren van restwaarde in deze nota.

  • 3.

    Het college biedt de raad jaarlijks een meerjareninvesteringsplan aan als onderdeel van de begroting, waarbij inzicht wordt verschaft in de geplande investeringen en de daarmee gepaard gaande kapitaallasten voor de komende meerjarenperiode.

 

Artikel 15. Voorziening voor oninbare vorderingen

  • 1.

    Op basis van een periodieke individuele beoordeling van de inbaarheid van de openstaande vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaar gevormd.

  • 2.

    Het college is bevoegd om vorderingen oninbaar te verklaren.

 

Artikel 16. Reserves en voorzieningen

De regels met betrekking tot reserves en voorziening zijn opgenomen in de nota reserves en voorzieningen. Deze nota wordt door de raad vastgesteld.

 

Artikel 17. Kostenprijsberekening

  • 1.

    Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken en diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overheadkosten en de rente van de inzet van vreemd vermogen, reserves en voorzieningen voor de financiering van de in gebruik zijnde activa betrokken.

  • 2.

    Voor rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, worden daarbij ook de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW), de gederfde inkomsten van het kwijtscheldingsbeleid en de overige relevante kosten betrokken.

  • 3.

    De overheadkosten worden aan de kostprijs toegerekend door middel van een opslagpercentage op de directe loonkosten. Het opslagpercentage wordt berekend door het totaal van de geraamde kosten op het overzicht overhead in de begroting te delen door 1% van het totaal van de directe loonkosten in de begroting.

 

Artikel 18. Prijzen economische activiteiten

  • 1.

    Voor de levering van goederen, diensten en werken door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden waarbij de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt ten minste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht.

  • 2.

    Bij het verstrekken van leningen of garanties door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden worden ten minste de geraamde integrale kosten in rekening gebracht.

  • 3.

    Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van ten minste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen.

  • 4.

    Bij afwijking van het eerste, tweede en derde lid vanwege een publiek belang doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de activiteiten wordt gemotiveerd.

  • 5.

    Raadsbesluiten met de motivering van het publiek belang als bedoeld in het vorige lid zijn niet nodig als minder dan de integrale kostprijs in rekening wordt gebracht en er sprake is van een van de uitzonderingen zoals genoemd in artikel 25h van de Mededingingswet.

     

Artikel 19. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen

Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor de belastingen, de rioolheffingen, de afvalstoffenheffing, grafrechten en leges.

 

Artikel 20. Financieringsfunctie De regels met betrekking tot de financieringsfunctie zijn vastgelegd in het treasurystatuut. Het treasurystatuut bevat uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten op het gebied van treasury.

De raad stelt het treasurystatuut vast.

 

Paragraaf 5. Paragrafen bij de begroting en jaarstukken

 

Artikel 21. Lokale heffingen

Bij begroting en jaarstukken neemt het college in de paragraaf lokale heffingen de verplichte onderdelen op grond van artikel 10 van het BBV op.

 

Artikel 22. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

  • 1.

    De raad stelt de nota Weerstandsvermogen en risicobeheersing vast. In deze nota wordt ingegaan op de kaders en doelstellingen van het risicomanagement, de risicomanagementmethode en de bepaling van het weerstandsvermogen. In de nota wordt ook de gewenste weerstandscapaciteit bepaald.

  • 2.

    Het college geeft in relatie tot de nota weerstandsvermogen en risicobeheersing in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing van de begroting en de jaarstukken een actueel beeld van de financiële risico’s in relatie tot de beschikbare weerstandscapaciteit. Voor zover aanleiding bestaat kan het college, gegeven de uitgangspunten van de nota weerstandsvermogen en risicobeheersing, aan de raad nadere voorstellen doen voor de aanpassing van de gewenste weerstandscapaciteit.

     

Artikel 23. Onderhoud kapitaalgoederen

  • 1.

    Het college biedt de raad ten minste eens in de vier jaar een groenstructuurplan en een wegenplan aan. Deze geven het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud en de kosten van het onderhoud voor het openbaar groen en de wegen. De raad stelt het onderhoudsplan vast.

  • 2.

    Het college biedt de raad ten minste eens in de vier jaar een rioleringsplan aan. Het rioleringsplan geeft het kader weer voor het beheer van het watersysteem, waaronder het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud, de uitbreiding van de riolering en kosten van het onderhoud. De raad stelt het rioleringsplan vast.

     

Artikel 24. Financiering

Het beleid dat volgt uit het treasurystatuut wordt jaarlijks toegelicht in de paragraaf financiering van de begroting en de jaarstukken.

 

Artikel 25. Bedrijfsvoering

Het college neemt in de paragraaf bedrijfsvoering van de begroting en de jaarstukken naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 14 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:

  • a.

    de omvang, opbouw en ontwikkeling van het personeelsbestand en de loonkosten;

  • b.

    een toelichting op alle afwijkingen in rechtmatigheid, die in de rechtmatigheidsverantwoording zijn opgenomen, voor zover deze de rapportagegrens, zoals bedoeld in artikel 10 overschrijden en eventueel welke maatregelen worden genomen om deze afwijkingen in de toekomst te voorkomen;

  • c.

    een overzicht van en toelichting op niet-financiële onrechtmatigheden in verband met het niet naleven van bepalingen in de Wet financiering decentrale overheden en de bijbehorende ministeriële regelingen, als deze voorkomen;

  • d.

    rapportage van het veelvuldig niet naleven van normen uit de gids proportionaliteit en/of slechte documentatie of naleving hiervan. Als deze voorkomen;

  • e.

    geconstateerde fraude door eigen medewerkers, als dit voorkomt.

 

Artikel 26. Verbonden partijen

Bij begroting en jaarstukken neemt het college in de paragraaf verbonden partijen de verplichte onderdelen op grond van artikel 15 van het BBV op.

 

Artikel 27. Grondbeleid

  • 1.

    De raad stelt de nota grondbeleid vast. De nota grondbeleid bevat in ieder geval:

  • a.

    de strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de gemeente;

  • b.

    de wijze waarop met de toerekening van bovenwijkse voorzieningen wordt omgegaan.

  • 2.

    De raad stelt jaarlijks een Meerjaren Prognose Grondexploitaties (MPG) vast. De MPG biedt inzicht in de actuele stand van de grondexploitaties en de invloed hiervan op de financiële positie van de gemeente. De financiële effecten worden verwerkt in de jaarstukken.

  • 3.

    De voorziening voor verliesgevende grondexploitaties wordt gewaardeerd tegen constante waarde.

 

Paragraaf 6. Financiële organisatie en financieel beheer

Artikel 28. Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van de vaste activa, voorraden, vorderingen, schulden, contracten;

  • c.

    het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeenschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid;

  • e.

    het afleggen van verantwoording door burgemeester en wethouders aan de raad over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving, en

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

 

Artikel 29. Financiële organisatie

Het college draagt in ieder geval zorg voor:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de processen;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden en verantwoordelijkheden;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten.

  • d.

    de interne regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

  • e.

    de te maken afspraken met de processen over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

  • f.

    het beleid en de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten;

  • g.

    het beleid en de interne regels voor de steunverlening en de toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen.

  • h.

    het beleid en de interne regels voor het voorkomen van fraude van gemeentelijke regelingen en eigendommen, opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan en

  • i.

    het verzamelen en vastleggen van gegevens over de geleverde prestaties en de maatschappelijke effecten zodat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid, zoals vastgesteld door de raad, kunnen worden getoetst.

 

Artikel 30. Interne controle

  • 1.

    Het college draagt zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen rapporteert het college daarover in de rechtmatigheidsverantwoording, zoals beschreven in artikel 25. Daarnaast informeert het college de raad over genomen maatregelen tot herstel van de tekortkomingen.

  • 2.

    Het college zorgt voor de systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het financieel vermogen van de gemeente. Bij afwijkingen in de administratie neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.

 

Paragraaf 7. Slotbepalingen

Artikel 31. Intrekking oude regeling

  • 1.

    De Financiële verordening gemeente Brummen, vastgesteld in de raadsvergadering van 17 december 2020, wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt en op de begroting, jaarrekening en jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar dat samenvalt met het jaar waarin deze verordening in werking treedt.

 

Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2023.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Financiële verordening (artikel 212 Gemeentewet) gemeente Brummen.

 

 

Dit besluit is genomen tijdens de openbare raadsvergadering van 22 juni 2023.

De gemeente raad van gemeente Brummen,

Voorzitter A.J. van Hedel

Griffier D.D. Balduk

Naar boven