Gemeenteblad van Aa en Hunze
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Aa en Hunze | Gemeenteblad 2023, 315520 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Aa en Hunze | Gemeenteblad 2023, 315520 | beleidsregel |
Beleidsregel eenmalige energietoeslag gemeente Aa en Hunze 2023
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
Inkomen: het inkomen zoals bedoeld in artikel 31, 32 en 33 van de Participatiewet, verminderd met de ontvangen vakantietoeslag. Tot het inkomen wordt ook gerekend de bijstand voor algemeen noodzakelijke kosten van bestaan, zoals genoemd in artikel 5 van de Participatiewet. Er wordt voor de energietoeslag uitgegaan van de som van het inkomen van belanghebbende en zijn partner.
Artikel 2 Doelgroep energietoeslag en inkomen
Als het inkomen van belanghebbende door wisselende of eenmalige inkomsten in de maand van aanvraag hoger is dan 120% van de norm wordt uitgegaan van een gemiddeld inkomen. Het gemiddeld inkomen wordt berekend door de som van het inkomen dat gedurende 12 maanden voorafgaand aan de aanvraag is genoten, te delen door 12.
Voor bepaling van het inkomen van een zelfstandige wordt uitgegaan van de inkomsten over de maanden januari t/m maart 2023. Dit is het inkomen na aftrek van de verschuldigde inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen. Deze belasting en premies worden gesteld op het percentage, zoals vermeld in artikel 6, lid 2, van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004. Hierbij wordt een teruggave inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen niet als inkomen aangemerkt.
In afwijking van het gestelde in artikel 2 kan een belanghebbende, ongeacht de hoogte van het inkomen voor de tegemoetkoming, in aanmerking komen als hij in het kader van een schuldregeling een relatie heeft met de gemeentelijke Schuldhulpverlening of een opgelegde schuldregeling op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen en hij alleen het vrij te laten bedrag van zijn inkomen overhoudt om te besteden.
Het vermogen waarover de belanghebbende met partner en inwonende minderjarige kinderen beschikken, blijft buiten beschouwing.
De eenmalige energietoeslag wordt zo spoedig mogelijk na toekenning per beschikking in zes termijnen uitbetaald op de bankrekening van belanghebbende. De eerste vier termijnen bedragen € 200; de laatste twee termijnen bedragen € 250,-.
Artikel 9 Vorm van de eenmalige energietoeslag
De eenmalige energietoeslag wordt in de vorm van categoriale bijzondere bijstand verstrekt, conform de Participatiewet.
Inwoners van Aa en Hunze met een laag inkomen wonen vaak ook nog in de slechtst geïsoleerde (verduurzaamde) woningen, waardoor zij dubbel geraakt worden en hun energienota nog hoger wordt. Deze groep minima krijgt daardoor veelal nu al te maken met betalingsproblemen. Conform het Rijksbeleid rond de energietoeslag 2023, kunnen deze huishoudens in 2023 in aanmerking komen voor een energietoeslag van € 1.300.
Voor het definiëren van de begrippen is aangesloten bij de participatiewet. Deze wet geeft structuur aan veel situaties op het terrein van armoedebeleid.
Het begrip huishouden staat niet in de participatiewet. We nemen het begrip op om te verduidelijken dat de compensatie van de energierekening gaat per huishouden met een gas- en energieaansluiting. Een belanghebbende hoeft voor het recht op compensatie niet per se zelf rechtstreeks de energierekening te betalen. Een gezin, alleenstaande of kostendeler betaalt zelf of draagt bij aan de energierekening. Denk bijvoorbeeld voor een persoon die huur inclusief de energiekosten betaalt. In geval van meerdere kostendelers in een woning ontvangt iedere kostendeler de compensatie. Zij dragen namelijk allemaal bij aan de energierekening.
Artikel 2, 3 en 4 Wie komt wel of niet voor compensatie in aanmerking?
De oproep aan gemeenten is om met de compensatieregeling invulling te geven aan wat onder een “laag inkomen” moet worden verstaan.
De inkomensgrenzen zijn niet gekoppeld aan het soort inkomen. Deze toeslag is niet beperkt tot mensen die een uitkering op grond van de Participatiewet ontvangen. Ook mensen met een inkomen uit werk of uit zelfstandigheid of een andere uitkering kunnen in aanmerking komen.
Een zelfstandige kan ook in financieel moeilijke omstandigheden verkeren. Naast het volledig uitoefenen van het ondernemerschap kunnen ook zelfstandige activiteiten worden verricht in combinatie met bijvoorbeeld arbeid in loondienst. Deze zelfstandige activiteiten hebben in dat geval een bescheiden karakter.
Voor het bepalen van het inkomen van een zelfstandige of voor zelfstandige activiteiten gaan we uit van het inkomen over de maanden januari, februari en maart 2023 of de gegevens over het boekjaar 2022, wanneer die beschikbaar zijn
Mensen met schulden die een hoger inkomen hebben, hebben als gevolg van inhoudingen of beslagleggingen vaak een besteedbaar inkomen dat veel lager is. Het volgen van een schuldregelingstraject is een langdurige en financieel moeilijke opgave. Als stimulans om een dergelijk traject te volgen en vol te houden, geeft deze regeling aan dat iemand die een relatie heeft met de gemeentelijke Schulddienstverlening ongeacht de hoogte van het inkomen in aanmerking kan komen voor de tegemoetkoming. Het besteedbare inkomen van de belanghebbende is dan gelijk aan het “vrij te laten bedrag (VTLB)”. Dit geldt ook voor een opgelegde schuldregeling op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen.
Artikel 3 bepaalt dat deze groep van mensen recht hebben op de tegemoetkoming indien in de peilmaand februari 2022 het VTLB van toepassing is.
Mensen in een inrichting zijn uitgesloten van deze compensatieregeling omdat vanuit het zak- en kleedgeld de kosten van energie gedragen worden door de gemeenschap. Het gaat om instellingen waar belanghebbende hulp wordt geboden en/of verblijf houden met verzorging dan wel verpleging. Zie ook de definitie in artikel 1 van de wet.
De energietoeslag wordt toegekend per huishouden, zoals omschreven in artikel 1. De energietoeslag wordt derhalve toegekend aan gezinnen maar ook aan alleenstaanden, zoals kostendelers of individuele onderhuurders. Overeenkomstig het landelijke advies zijn thuisinwonende jongmeerderjarige kinderen en studerenden uitgesloten. Ouders die daardoor in de financiële problemen komen, kunnen individuele bijzondere bijstand aanvragen.
De toeslag is niet bedoeld voor de lasten van tweede woningen zoals vakantiehuisjes of woningen in het buitenland.
Ter verduidelijking drie voorbeelden:
Vb 1) Een echtpaar met een inwonende 30-jarige zoon die allen periodieke bijstand genieten ontvangen dus 2 x € 1.300, - aan compensatie. Het echtpaar 1x en de kostendelende zoon eveneens € 1.300, -.
Vb 2) Een echtpaar dat periodieke bijstand geniet met een inwonende 20-jarige studerende dochter die WSF krijgen, ontvangen dus 1 x € 1.300, - aan compensatie. Het echtpaar 1x en de studerende dochter niet.
Vb 3) In een oud herenpand wonen 4 huurders met gezamenlijk gebruik van keuken en badkamer die elk aan de huurbaas een all-in huur ad € 450, - betalen. Elke huurder heeft een eigen huishouden en is een alleenstaande. Dus 4x compensatie ad € 1.300, -. Dit verandert niet indien één van de bewoners optreedt als hoofdhuurder en de andere drie van de hoofdhuurder onderhuren.
Om voor deze energietoeslag in aanmerking te komen is het vermogen niet relevant.
Huishoudens aan wie de energietoeslag niet automatisch kan worden toegekend, kunnen zelf een aanvraag doen voor de energietoeslag. Hiervoor zal een afzonderlijk digitaal loket worden ingericht. Het gaat daarbij onder meer om zelfstandigen met een laag inkomen voor hun privéwoning, werkenden met een inkomen beneden de 120% en AOW-gerechtigden zonder aanvullend pensioen of met een erg klein aanvullend pensioen, waardoor ook zij onder de 120% blijven.
Gemeenten krijgen de bevoegdheid om de eenmalige energietoeslag zonder schriftelijke aanvraag te verstrekken. Op deze wijze kan een relatief groot deel van de doelgroep snel ambtshalve worden bediend zonder dat de betrokkenen hier iets voor behoeven te doen. We zullen de belanghebbenden waarvan we de relevante gegevens hebben de toeslag ambtshalve toekennen. Deze belanghebbenden ontvangen informatie hierover per brief. Dat doen we voor de belanghebbenden met een participatiewet-uitkering, bekende schuldenaren en voor belanghebbenden die in 2022 een of meerdere van minimaregelingen hebben ontvangen.
Vaststellen inkomen bij aanvragen
Het inkomen is relevant bij het bepalen van het recht op de eenmalige energietoeslag. De energietoeslag is bedoeld voor huishoudens met een inkomen tot 120% van de geldende bijstandsnorm. Van belanghebbenden die de energietoeslag ambtshalve ontvangen weten we het inkomen en zij hoeven dat verder niet aan te tonen.
Bij het aanvragen van de energietoeslag wordt om een inkomensbewijs gevraagd. Voor het vaststellen van het inkomen wordt bij loondienst uitgegaan van de salarisstrook van januari 2023.
Het spreekt voor zich dat het college in een individueel geval kan afwijken van deze beleidsregel, indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven en noodzaken.
Artikel 9 Vorm van de eenmalige energietoeslag
De toeslag wordt als categoriale bijzondere bijstand in zes termijnen uitbetaald. De ontvangst van de toeslag heeft geen gevolgen voor de bijstandsuitkering en zal, behoudens indien onjuiste informatie is verstrekt, nooit worden teruggevorderd bij de ontvanger. Er zal niet worden gecontroleerd op daadwerkelijke stijging van de energielasten maar wel op het hebben van energielasten.
Artikel 10 Inlichtingenplicht en terugvordering
De belanghebbende is verplicht om alle relevante inlichtingen te verstrekken aan de gemeente. De onvoldoende naleving van deze verplichting kan leiden tot terugvordering (zie artikel 58 Participatiewet).
De beleidsregel treedt in werking op de dag van het collegebesluit.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-315520.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.