Gemeenteblad van Valkenswaard
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Valkenswaard | Gemeenteblad 2023, 313550 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Valkenswaard | Gemeenteblad 2023, 313550 | ander besluit van algemene strekking |
Aanwijzingsbesluit vergunningsvrij gebruik openbare weg 2023
Burgemeester en wethouders van Valkenswaard;
artikel 2.10, derde lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Valkenswaard 2022;
de onderstaande categorieën voorwerpen aan te wijzen, die onder de daarbij genoemde voorwaarden, zonder vergunning op de weg of weggedeelte mogen worden geplaatst.
De bepalingen in dit aanwijzingsbesluit zijn niet van toepassing op objecten die worden geplaatst in het kader van de exploitatie van een terras.
Artikel 5 Bouwcontainers, bouwhekken en opslag bouwmaterialen
Bouwcontainers, bouwhekken en opslag bouwmaterialen mogen vergunningsvrij worden geplaatst mits:
Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders d.d. 11 juli 2023
de secretaris,
W. Weterings
de voorzitter,
drs. A.B.A.M. Ederveen.
Bijlage II Stratenoverzicht bij artikel 5 en 6
De straten zoals bedoeld in artikel 5 en 6 van dit aanwijzingsbesluit zijn:
In artikel 2:10 van de APV is geregeld dat het in beginsel verboden is om zonder vergunning voorwerpen op en boven de openbare weg te plaatsen. In datzelfde artikel is geregeld dat het college categorieën voorwerpen kan aanwijzen waarvoor die vergunningsplicht niet geldt. Met dit aanwijzingsbesluit wordt gebruik gemaakt van die mogelijkheid met als doel de administratieve laste te verlichten. Daarbij is ervoor gekozen om categorieën voorwerpen aan te wijzen waarbij het plaatsen zonder vergunning weinig tot geen risico’s kent.
Voorwerpen die niet in dit aanwijzingsbesluit zijn beschreven mogen alleen met een vergunning op grond van artikel 2:10 APV op de weg worden geplaatst.
In 2013 is voor het eerst een aanwijzingsbesluit vastgesteld op grond van de betreffende bepaling uit de APV. Aanleiding om dat besluit te herzien was voornamelijk de herinrichting van het centrum, waardoor het nodig was om de regels opnieuw te beoordelen. Centrummanagement Valkenswaard heeft die wens ook geuit. Naast de herinrichting van het centrum bleek ook dat de regels over uitstallingen in het centrum niet altijd werden nageleefd. Ondanks dat dat in beginsel geen reden is om regels aan te passen, was dat wel aanleiding om deze opnieuw te bekijken.
Voor het draagvlak voor de regels is ook een nadrukkelijke rol bij de ondernemers in het centrum weggelegd om de regels voor het Masterplangebied centrum mee vorm te geven.
Leeswijzer: In deze artikelsgewijze toelichting worden bepalingen die in meerdere artikelen terugkomen slechts eenmaal toegelicht, namelijk bij het eerste artikel daarover.
In dit artikel zijn begrippen uit het aanwijzingsbesluit toegelicht.
Dit artikel regelt de afbakening van dit aanwijzingsbesluit. Hier is geregeld dat het aanwijzingsbesluit niet van toepassing is op het plaatsen van objecten in het kader van de exploitatie van een terras. De regels daarvoor liggen immers al vast in de beleidsregels terrassen (juli 2017). Deze regels voorzien in het plaatsen van alle terrasmeubilair, inclusief menuborden op/bij de terrassen.
Artikel 3 Uitstallingen bij bedrijven (binnen Masterplangebied Centrum)
De regels in dit artikel zijn, onder regie van het Centrummanagement Valkenswaard, voornamelijk tot stand gekomen door inbreng de ondernemers in het centrum zelf. Aan de hand van enkele kaders, hoofdzakelijk uit het Beeldkwaliteitsplan centrum (hierna: beeldkwaliteitsplan), hebben zij een voorstel gedaan voor de regels voor vergunningsvrije uitstallingen in het centrum.
De voorstellen van de ondernemers voldeden niet overal aan de kaders uit het beeldkwaliteitsplan. In onderstaand schema is een vergelijking gemaakt tussen de regels uit het beeldkwaliteitsplan en de regels zoals voorgesteld door de ondernemers.
Omdat het beeldkwaliteitsplan geen juridisch bindende werking heeft ten aanzien van de uitstallingen, is het mogelijk om in dit aanwijzingsbesluit afwijkende regels op te stellen.
Op het belangrijkste punten komen de voorgestelde regels overeen met het beeldkwaliteitsplan. Dat is het plaatsen van alle objecten in één lijn en wel zo veel mogelijk tegen de gevel aan. Over het aantal te plaatsen objecten verschillende de door de ondernemers voorgestelde regels (75% van de gevel) en het beeldkwaliteitsplan (maximaal 2). Omdat de uitstallingen allemaal in één lijn komen te staan (belangrijk uitgangspunt uit beeldkwaliteitsplan), wordt er voor wat betreft het aantal te plaatsen objecten meer ruimte gegeven, zoals is voorgesteld door de ondernemers.
De 75% wordt bepaald in strekkende meter uitstallingen ten opzichte van het aantal strekkende meter dat het pand breed is. Als bijvoorbeeld de gevel 10 meter breed is, mogen op 7,5 strekkende meter uitstallingen worden geplaatst. De hoogte daarvan doet daarbij niet ter zake, mits uiteraard aan de regel wordt voldaan dat de uitstallingen niet hoger zijn dan 2 meter.
Over de vrije ruimte is advies gevraagd bij het Platform gehandicapten Valkenswaard. Het platform stelt in het advies dat 2 meter vrije doorgang een goede stap is voor de toegankelijkheid. Daarbij stelt het platform tevens dat 1,5 meter het minimum is. Daarom is in dit aanwijzingsbesluit een vrije doorgang van 2 meter als basisuitgangspunt genomen. Omdat het op verschillende plaatsen moeilijk is om een vrije doorgang van 2 meter te waarborgen, volstaan in die situaties een vrije doorgang van 1,5 meter. Als objecten zo geplaatst kunnen worden dat een vrije doorgang van 2 meter mogelijk is, is het vrijhouden van die 2 meter de verplichting.
De ondernemers hebben een maximale hoogte voorgesteld van 2 meter. Tegen deze maximale hoogte bestaat geen bezwaar. Met deze hoogte worden tevens beachflachs en hoge staande banieren uitgesloten, welke volgens het beeldkwaliteitsplan niet gewenst zijn. Deze hoogte sluit tevens het hangen van uitstallingen aan luifels uit. Vanuit het beeldkwaliteitsplan wordt er veel waarde gehecht aan het niet hangen van uitstallingen aan luifels.
Gemeente Valkenswaard en Centrummanagement Valkenswaard willen graag het centrum vergroenen en daarom geldt er één uitzondering ten aanzien van de regel over het hangen van uitstallingen. Het hangen van objecten ter vergroening van het centrum, zoals bloembakken, planten e.d. is daarom wel toegestaan.
In sub f is een zogenaamde ‘vangnetbepaling’ opgenomen om ongewenste situaties, zoals genoemd in de bepaling, tegen te gaan. In beginsel brengen uitstallingen geen schade toe aan de weg, leveren ze geen gevaar op voor de bruikbaarheid van de weg of het doelmatig en veilig gebruik daarvan en vormen ze geen belemmering voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg als wordt voldaan aan de voorwaarden uit sub a tot en met e en sprake is van verplaatsbare objecten. Desondanks kan het voorkomen dat door de vormgeving, constructie en/of plaats van vestiging toch een van deze ongewenste situaties zich kan voordoen. Om die situaties te voorkomen is de bepaling in sub f opgenomen.
Artikel 4 Uitstallingen bij bedrijven (buiten Masterplangebied centrum)
In dit artikel wordt geregeld welke uitstallingen bij bedrijven mogen worden geplaatst buiten het Masterplangebied centrum. Daarbij is zoveel als mogelijk aangesloten bij de regels uit artikel 3.
Sub b regelt dat de uitstallingen op tenminste 1,5 meter afstand moeten staan van het voor rijverkeer bestemde gedeelte van de weg. Deze regel geldt om te voorkomen dat de uitstallingen het zicht kunnen belemmeren van verkeersdeelnemers of anderszins een gevaar kunnen vormen. Onder “het voor rijverkeer bestemde gedeelte van de weg” wordt eveneens verstaan het gedeelte dat bestemd is voor fietsers.
Onder “het voor rijverkeer bestemde gedeelte van de weg” wordt niet het trottoir verstaan, ondanks dat dit wordt gebruikt door bijvoorbeeld scootmobielen. Het trottoir is namelijk niet bestemd voor rijverkeer. Voor scootmobielen geldt namelijk dat zij op het trottoir stapvoets moeten rijden (gelijk aan voetgangers).
Artikel 5 Bouwcontainers, bouwhekken en opslag van bouwmaterialen
Het plaatsen van bouwcontainers, bouwhekken en opslag van bouwmaterialen is vergunningsvrij toegestaan, mits dat kortdurend is. Daaronder wordt verstaan: maximaal één week. Bij het langer plaatsen van de genoemde objecten is een vergunning vereist zodat er een belangenafweging op maat kan worden gemaakt. Daarbij worden de verschillende belangen van de gebruikers van de openbare ruimte tegen elkaar afgewogen.
Een aantal straten is uitgesloten van het vergunningsvrij plaatsen van de genoemde objecten. Voor het plaatsen van de genoemde objecten in die straten moet namelijk altijd een afweging plaatsvinden ten aanzien van aspecten zoals verkeersveiligheid en de bruikbaarheid van de weg, waaronder begrepen de eventuele parkeerdruk.
In sub b wordt het vrijhouden van een calamiteitenroute geregeld. In het vorige besluit uit 2013 was de vrij te houden ruimte 3,5 meter. Omdat een vrij te houden calamiteitenroute van 4,5 meter (inmiddels) wettelijk vastligt in verschillende wetten, is hierbij aangesloten. In de praktijk zal dit ertoe leiden dat de genoemde objecten hoofdzakelijk in parkeervakken mogen worden geplaatst, eventueel aangevuld met een klein deel van de weg. Op de weg blijft er met een vrije te houden ruimte van 4,5 meter niet veel ruimte over voor het plaatsen van objecten.
Om de hinder voor anderen zoveel mogelijk te voorkomen is in sub c geregeld dat de objecten bij voorkeur voor het eigen pand worden geplaatst. In het vorige aanwijzingsbesluit stond nog dat objecten uitsluitend voor het eigen pand mochten worden geplaatst. Omdat dat niet altijd mogelijk is en omdat het voorkomen van hinder tevens ondervangen wordt met de tijdslimiet van een week (sub d) is deze regeling verruimd. Hierdoor ontstaat er iets meer ruimte voor het vergunningsvrij plaatsen van objecten, zonder dat belangen van derden onevenredig worden geschaad.
In het belang van de veiligheid wordt de voorwaarde gesteld dat de objecten voorzien moeten zijn van reflectie zodat deze ook ’s avonds en in de nacht goed zichtbaar zijn. De reflectie moet worden aangebracht volgens de landelijke richtlijn van het CROW.
Artikel 6 Hef- en hijsapparatuur en steigers
Het vergunningsvrij plaatsen van hef- en hijsapparatuur en steigers is niet toegestaan in bepaalde straten, om dezelfde reden als genoemd bij artikel 5.
Lid 1 sub b regelt dat hef- en hijsapparatuur uitsluitend mag worden geplaatst tijdens het gebruik. Veelal gaat het hierbij ook om kortstondig gebruik. Opslag van de apparatuur op de openbare weg (op andere tijden dan het daadwerkelijk gebruik) is op grond van deze bepaling niet toegestaan zonder vergunning.
In sub d regelt een veilige vrije doorgang voor voetgangers, kinderwagens, rolstoelen en scootmobielen. Hierbij geldt niet dat de voor hen beschikbare weggedeelten niet kunnen worden gebruikt voor het vergunningsvrij plaatsen van hef- en hijsapparatuur. Als daarvan sprake is, moet er een veilige alternatieve doorgang voor deze weggebruikers zijn of worden gerealiseerd door de personen die aan het werk zijn met de hef- en hijsapparatuur.
In het belang van de veiligheid en bereikbaarheid is de afzetting en omleiding aan regels gebonden. De landelijke richtlijn CROW-publicatie 96b moet daarbij in acht worden genomen. Voor wat betreft de omleidingen zal het daarbij uitsluitend gaan om kleine omleidingen van voetgangers en fietsers, zoals bijvoorbeeld oversteken. Gelet op de vrije ruimte van 4,5 meter, die er altijd moet zijn in verband met de calamiteitenroute, is het omleiden van gemotoriseerd verkeer in principe niet aan de orde. Wanneer het voor de werkzaamheden nodig is om een groter deel van de weg te gebruiken, waardoor de 4,5 meter niet vrij kan blijven, dan moet voor de activiteit een vergunning worden aangevraagd.
Voor het tweede lid geldt grotendeels dezelfde toelichting als voor het eerste lid, met de volgende twee uitzonderingen:
de plaatsing is vergunningsvrij toegestaan tot maximaal één week in plaats van uitsluitend tijdens het gebruik. Steigers worden doorgaans langer gebruikt. Daarnaast staan deze vaak tegen de gevel waardoor ze minder hinderlijk zijn voor verkeersdeelnemers. Daarom is langer gebruik vergunningsvrij toegestaan.
Om een ‘wildgroei’ aan spandoeken te voorkomen wordt het vergunningsvrij ophangen daarvan beperkt tot het ophangen ten behoeve van een ideëel of maatschappelijk doel. Bekende voorbeelden daarvan zijn spandoeken om aandacht te vragen voor collectes of verkeersveiligheid (campagne “de scholen zijn weer begonnen”). Als voor andere (commerciële) doelen spandoeken gewenst zijn, kan daarvoor vergunning worden aangevraagd. Om de aanwezigheid van spandoeken te beperken, in het belang van het uiterlijk aanzien, wordt dit eveneens beperkt tot de duur van maximaal drie weken.
sub c tot en met g bevatten voorwaarden voor het veilig ophangen van de spandoeken. De hoogte van 4,20 meter is de hoogte die geldt voor de calamiteitenroute. Deze hoogte is tevens hoog genoeg voor vrachtwagens, welke maximaal 4 meter hoog mogen zijn.
In het Aanwijzingsbesluit vergunningsvrij gebruik openbare weg 2013 was opgenomen dat spandoeken ook niet in het Masterplangebied centrum (toenmalige term: kernwinkelgebied) mochten hangen. Gelet op het ideëel of maatschappelijk doel waarvoor deze mogen worden opgehangen wordt het ophangen van de spandoeken in het Masterplangebied centrum niet als onwenselijk aangemerkt. Tevens is de verwachting dat met het verruimen van deze regel geen sprake zal zijn van ‘wildgroei’ van spandoeken in dat gebied. Na afstemming met Centrummanagement Valkenswaard is deze beperking voor het hangen van spandoeken opgeheven.
In het eerste lid is geregeld dat vlaggen, wimpels en vlaggenstokken vergunningsvrij mogen worden geplaatst als deze geen gevaar opleveren voor personen en goederen. Wat wordt verstaan onder “geen gevaar opleveren” is niet specifieker gevat in concrete regels. De beoordeling daarvan en de verantwoordelijkheid ligt bij de burgers en bedrijven die de vlaggen, wimpels of vlaggenstokken plaatsen. Het hangen van de genoemde objecten boven de openbare weg is al jaren vergunningsvrij (tenminste sinds inwerkingtreding van het vorige aanwijzingsbesluit in 2013) en heeft nog niet tot interpretatieverschillen of discussies geleid over wat wordt verstaan onder “geen gevaar opleveren”. Deze verantwoordelijkheid is daarom goed bij de burgers en bedrijven te beleggen.
Het tweede lid regelt onder welke voorwaarden zonneschermen vergunningsvrij boven de openbare weg mogen hangen. De minimale hoogte van 2,2 meter is opgenomen zodat er veilig onder de luifels door gelopen kan worden. Om te voorkomen dat het zicht wordt belemmerd voor het rijverkeer, is de regel opgenomen dat de zonneschermen tenminste 0,5 meter van de voor rijverkeer bestemde gedeelten vandaan moeten blijven. In verband met het uiterlijk aanzien van de openbare ruimte worden zonneschermen van meer dan 1,5 meter uit de gevel niet vergunningsvrij toegestaan. Deze regels stammen uit het aanwijzingsbesluit van 2013 en zijn ongewijzigd overgenomen. Enerzijds omdat de regels niet tot klachten en/of gevaarlijke situaties hebben geleid. Tegelijkertijd zou een wijziging kunnen inhouden dat luifels niet langer zijn toegestaan. Eigenaren daarvan worden dan onnodig in hun belang aangetast.
Het derde lid regelt dat voorwerpen op de weg mogen worden geplaatst tijdens het laden en lossen ervan. Deze bepaling staat los van de regels uit het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) over het laden en lossen. Die regels gaan over het mogelijk plaatsen van het voertuig. Deze bepaling uit het aanwijzingsbesluit gaat over de voorwerpen die in- of uit het voertuig wordt geladen en tijdelijk op de openbare weg wordt geplaatst.
Artikel 9 Algemene voorwaarden in het belang van de veiligheid
Deze twee bepalingen zijn nieuw toegevoegd aan het aanwijzingsbesluit (ten opzichte van het aanwijzingsbesluit uit 2013). In het eerste lid is geregeld dat de brandkranen vrij toegankelijk en zichtbaar moeten blijven. Dat ze vrij toegankelijk moeten blijven spreekt voor zich. Tegelijkertijd moeten ze ook goed zichtbaar zijn om te voorkomen dat de brandweer de brandkranen eerst moet zoeken als men deze ter plaatse nodig heeft. Vooralsnog is niet gespecificeerd wat wordt verstaan onder “zichtbaar blijven”. Dat is namelijk afhankelijk van meerdere factoren op de betreffende locatie, zoals bijvoorbeeld aanwezig straatmeubilair en de richting van waaruit de brandweer komt aanrijden. Het niet nader definiëren van wat wordt verstaan onder “zichtbaar blijven” betekent dat hier een beroep wordt gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van de burgers en bedrijven die de objecten plaatsen.
Artikel 10 Uitzondering tijdens evenementen
Dit artikel regelt dat evenementen waarvoor een vergunning is afgegeven geen hinder mogen ondervinden van vergunningsvrije objecten op de openbare weg. Evenementenorganisatoren hebben er belang bij dat het evenemententerrein wordt opgeleverd zonder aanwezige vergunningsvrij te plaatsen objecten. Dit belang weegt zwaarder dan het belang om objecten vergunningsvrij op de openbare weg te kunnen plaatsen.
Ten opzichte van 2013 is aan deze bepaling toegevoegd dat dit artikel weer niet geldt als de organisator van het evenement geen problemen heeft met de aanwezigheid van het object. Bijvoorbeeld bij de aanwezigheid van spandoeken op 4,20 meter hoogte kan het goed zijn dat een te houden evenement daarvan geen hinder ondervindt.
Artikel 11 Intrekken oude regeling
Dit artikel regelt de intrekking van het “Aanwijzingsbesluit vergunningsvrij gebruik openbare weg 2013”
Dit artikel regelt wanneer dit aanwijzingsbesluit in werking treedt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-313550.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.