De raad van de gemeente Woerden;
gelezen de voorstel van 9 mei 2023 van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de artikelen 2.9, 2.10 en 8.1.1, derde lid van de Jeugdwet;
Overwegende dat:
• de Jeugdwet de verantwoordelijkheid voor het organiseren van goede en toegankelijke jeugdhulp bij de gemeente heeft belegd;
• het uitgangspunt is dat de verantwoordelijkheid voor het gezond en veilig opgroeien van jeugdigen allereerst bij de ouders en de jeugdige zelf ligt. De eigen kracht staat centraal. Ouders en jeugdige dienen alles te doen wat in hun vermogen ligt. Pas als zij niet in staat zijn om de benodigde hulp zelf te geven komt de Jeugdwet te hulp.
• het noodzakelijk is om regels vast te stellen over:
- de door het college te verlenen individuele voorzieningen en overige voorzieningen;
- de voorwaarden voor toekenning en de wijze van beoordeling van, en de afwegingsfactoren bij een individuele voorziening;
- de wijze waarop de toegang tot en de toekenning van een individuele voorziening wordt afgestemd met andere voorzieningen;
- de wijze waarop de hoogte van een persoonsgebonden budget wordt vastgesteld;
- de voorwaarden waaraan degene aan wie een persoonsgebonden budget wordt verstrekt moet voldoen en onder welke voorwaarden een PGB wordt verstrekt voor jeugdhulp geboden door iemand uit het sociale netwerk.
- de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een individuele voorziening of een persoonsgebonden budget, alsmede misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet;
- de waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van jeugdhulp of de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit daarvan;
Besluit
:
1. De 'Verordening Jeugdhulp gemeente Woerden 2023' vast te stellen.
2. De 'Verordening Jeugdhulp gemeente Woerden 2023' in werking te laten treden op de dag na bekendmaking.
Artikel 1 Definities
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
andere voorziening: elke voorziening anders dan in het kader van de Jeugdwet, op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning of werk en inkomen;
- b.
budgethouder: de persoon die een pgb ontvangt op grond van de wet;
- c.
eigen kracht: de eigen kracht van ouders wordt onderzocht en hierbij worden alle feiten en omstandigheden meegenomen; Ouder(s) komen pas voor een voorziening in aanmerking als de ouder(s) niet (meer) in staat zijn de noodzakelijk geachte hulp te bieden.
- d.
Begeleidingsplan: plan bij het verstrekken van een pgb bij individuele begeleiding. In dit plan worden de doelen beschreven, de manier waarop aan deze doelen gewerkt zal worden en ook de termijnen die aan de doelen worden gekoppeld. Indien van toepassing moeten de reeds behaalde doelen beschreven worden.
- e.
gecontracteerde aanbieder: formele aanbieder waarmee de gemeente Woerden een contract heeft voor het leveren van maatwerkvoorzieningen: zorg in natura;
- f.
Hulpvraag: behoefte van een jeugdige of zijn ouders aan jeugdhulp in verband met opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen, als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van de wet;
- g.
individuele voorziening (maatwerkvoorziening artikel 1.1 jeugdwet): op de jeugdige of zijn ouders toegesneden voorziening als bedoeld in artikel 2, derde lid. De volgende vormen van individuele voorzieningen zijn in ieder geval beschikbaar: j-GGZ, begeleiding, behandeling, ernstige dyslexie, zorgvervoer, persoonlijke verzorging, respijtzorg, verblijf, essentiële functies, jeugdbescherming/jeugdreclassering, advies en expertise en crisiszorg. Deze voorzieningen zijn nader uitgewerkt in de nadere regels en beleidsregels Jeugdhulp gemeente Woerden.
- h.
laagdrempelige ondersteuning: algemeen toegankelijke vormen van ondersteuning waar jeugdigen en ouders gebruik van kunnen maken en die hun eigen kracht versterken. Preventie, informatie en advies, signalering horen hier onder.
- i.
overige voorziening: overige voorziening als bedoeld in artikel 2.0 onder a van de Jeugdwet.
- j.
pgb: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 8.1.1 van de wet, zijnde een door het college verstrekt budget aan een jeugdige of zijn ouders, dat hen in staat stelt de jeugdhulp die tot de individuele voorziening behoort van derden te betrekken;
- k.
Pgb-plan: in dit plan omschrijft de budgethouder of zijn vertegenwoordiger Pgb-zaken hoe de ondersteuning wordt ingekocht, op welke wijze de kwaliteit gewaarborgd wordt en op welke wijze de ondersteuning gefinancierd wordt;
- l.
sociaal netwerk: personen uit huiselijke kring of andere personen met wie de jeugdige en/of zijn ouders een sociale relatie onderhouden;
- m.
Artikel 2 Vormen van jeugdhulp
- 1.
Algemene voorzieningen anders dan in het kader van de Jeugdwet, op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning of werk en inkomen. Het betreft onmisbare, vrij toegankelijke voorzieningen waar jeugdigen en ouders gebruik van kunnen maken. De voorziening is rechtstreeks toegankelijk zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften en persoonskenmerken van de jeugdige en/ of ouder(s). Preventie, informatie en advies, en signalering vallen hier onder.
- 2.
Individuele voorzieningen zijn beschikbaar in de vorm van intensieve, specialistische en/of zwaardere ondersteuning als bedoeld in artikel 1 lid g. Hiervoor is een beschikking van het college vereist;
- 3.
Het college stelt bij nadere regeling vast welke overige en individuele voorzieningen op basis van het eerste en tweede lid beschikbaar zijn.
Artikel 3 Toegang jeugdhulp via de huisarts, medisch specialist of jeugdarts
- 1.
Het college zorgt voor de inzet van jeugdhulp na een verwijzing door de bij wet bevoegde verwijzers, opgenomen in artikel 2.4 en 2.6 van de Jeugdwet, naar een jeugdhulpaanbieder, als en voor zover genoemde jeugdhulpaanbieder van oordeel is dat inzet van jeugdhulp nodig is.
- 2.
Het college draagt zorg voor de inzet van zorg na verwijzing door de bij wet bevoegde verwijzers; hiervoor zal in de regel geen formele beschikking worden afgegeven. Dit geldt ook voor bepalingen jeugdhulp die door de voor jeugdbescherming gecertificeerde instellingen worden afgegeven.
Artikel 4. Toegang jeugdhulp via de gemeente
- 1.
Jeugdigen en/ of ouder(s) kunnen een aanvraag indienen voor jeugdhulp. De jeugdige en/of ouders maken hiervoor gebruik van het door de gemeente vastgestelde aanvraagformulier.
- 2.
Het college bevestigt de ontvangst van de aanvraag schriftelijk of digitaal.
- 3.
Wanneer het college een melding ontvangt van Veilig Thuis met zorgen over een jeugdige (een zorgmelding), stelt het college een onderzoek in.
- 4.
In spoedeisende gevallen treft het college zo spoedig mogelijk na de aanvraag een passende tijdelijke maatwerkvoorziening, in afwachting van de uitkomsten van het onderzoek.
- 5.
Jeugdigen en/ of ouder(s) kunnen zich rechtstreeks wenden tot een algemene voorziening.
- 6.
Het college kan nadere regels vaststellen met betrekking tot de toegang tot jeugdhulp.
Artikel 5. Cliëntondersteuning
Het college zorgt ervoor dat de jeugdige en/of ouder(s) een beroep kunnen doen op kosteloze onafhankelijke cliëntondersteuning, waarbij het belang van de jeugdige en/of zijn ouder(s) het uitgangspunt is.
Artikel 6 Onderzoek
- 1.
Het college onderzoekt in een gesprek met, de jeugdige dan wel diens vertegenwoordiger, zo spoedig mogelijk, na ontvangst van de aanvraag of melding en voor zover nodig in het kader van de hulpvraag:
- a.
Welke gemeente verantwoordelijk is op grond van het woonplaatsbeginsel;
- b.
Wat de hulpvraag is van de jeugdige en/ of ouder(s);
- c.
Of de jeugdige en/ of ouder(s) tot de doelgroep van de wet behoort;
- d.
Of sprake is van opgroei- en opvoedingsproblemen, een licht verstandelijke beperking, psychische problemen en/of stoornissen en zo ja, welke problemen en stoornissen dat zijn;
- e.
Welke hulp naar aard en omvang nodig is om, rekening houdend met de leeftijd en ontwikkelingsniveau van de jeugdige, gezond en veilig op te groeien, te groeien naar zelfstandigheid en voldoende zelfredzaam te zijn en maatschappelijk te participeren;
- f.
In hoeverre de eigen mogelijkheden, eigen kracht en het probleemoplossend vermogen toereikend zijn;
- g.
Of de jeugdige en/ of ouder(s) aanspraak kan maken op voorliggende voorzieningen;
- h.
Of de jeugdige en/ of ouder(s) aanspraak kan maken op algemene voorzieningen;
- i.
De mogelijkheden om te kiezen voor een maatwerkvoorziening in natura of een persoonsgebonden budget;
- j.
Of specifieke deskundigheid is vereist, in dat geval zal een specifiek deskundig oordeel en advies worden opgevraagd;
- k.
Het beoogde resultaat van de in te zetten ondersteuning;
- l.
indien van toepassing, hoe de toekenning van een individuele voorziening zo goed mogelijk kan worden afgestemd op andere voorzieningen op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning, werk en inkomen.
- 2.
Als de jeugdige of zijn ouders een gezinsplan hebben opgesteld, betrekt het college dat bij het onderzoek.
- 3.
Het college informeert de jeugdige dan wel zijn wettelijk vertegenwoordiger over de gang van zaken bij het onderzoek, hun rechten en plichten en de vervolgprocedure.
- 4.
Bij het onderzoek wordt aan de jeugdige dan wel zijn wettelijk vertegenwoordiger medegedeeld welke mogelijkheden bestaan om te kiezen voor de verstrekking van een pgb. De jeugdige of zijn ouders dan wel zijn wettelijk vertegenwoordiger wordt in begrijpelijke bewoordingen ingelicht over de gevolgen van die keuze.
- 5.
De jeugdige dan wel zijn wettelijke vertegenwoordiger verschaffen het college de gegevens en bescheiden die voor het onderzoek nodig zijn en waarover zij redelijkerwijs de beschikking kunnen krijgen. De jeugdige dan wel zijn wettelijk vertegenwoordiger verstrekken in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de Identificatieplicht ter inzage.
- 6.
De gemeente hoeft alleen een voorziening voor jeugdhulp te treffen als dit naar het oordeel van het college noodzakelijk is.
- 7.
Het college kan nadere regels vaststellen met betrekking tot de inhoud van en de wijze waarop het onderzoek wordt uitgevoerd.
Artikel 7 Deskundig oordeel en advies
Het college wint een specifiek deskundig oordeel en advies in, als het onderzoek of de beoordeling van een aanvraag dit vereist.
Artikel 8 Hulpverleningsdoelen opstellen
Als duidelijk is wat de beperkingen en/of problemen van de jeugdige en/of ouder(s) zijn, formuleren zij samen het beoogde resultaat. De casemanager vraagt ouders en jeugdige wat zij willen bereiken of veranderen.
Artikel 9 Criteria voor een individuele voorziening
Als een individuele voorziening noodzakelijk is, verstrekt het college de goedkoopst adequate tijdig beschikbare voorziening.
Artikel 10 Aanvraag en besluit
- 1.
Jeugdigen en ouders kunnen door middel van een door het college vastgestelde ondertekend aanvraagformulier een aanvraag om een individuele voorziening indienen bij het college.
- 2.
Uiterlijk 8 weken na het ontvangst van de aanvraag volgt een beschikking tot verstrekking van een individuele voorziening en wordt in ieder geval gemotiveerd aangegeven of de gevraagde voorziening wordt toegekend of afgewezen. Bij een toekenning van de voorziening wordt in de beschikking aangegeven of de voorziening in pgb of natura wordt verstrekt. Tevens wordt aangegeven hoe bezwaar tegen de beschikking kan worden gemaakt.
- 3.
De termijn van 8 weken kan worden opgeschort middels een besluit waarin de termijn en redenen worden vermeld van het opschorten van de afhandelingstermijn.
- 4.
Bij het verstrekken van een individuele voorziening in de vorm van een pgb wordt in de beschikking in ieder geval vastgelegd:
- a.
voor welke doelen en resultaat het pgb moet worden aangewend;
- b.
welke kwaliteitseisen gelden voor de besteding van het pgb;
- c.
wat de hoogte van het pgb is en hoe hiertoe is gekomen;
- d.
wat de ingangsdatum en de duur is van de verstrekking;
- e.
de wijze van verantwoording van de besteding van het pgb;
- f.
op welke wijze bezwaar gemaakt kan worden tegen het besluit.
- 5.
Bij het verstrekken van een individuele voorziening in natura wordt in de beschikking in ieder geval vastgelegd:
- a.
wat de te verstrekken maatwerkvoorziening is, wat de omvang en wat het beoogde resultaat daarvan is;
- b.
wat de ingangsdatum en duur van de verstrekking is;
- c.
hoe de maatwerkvoorziening wordt verstrekt;
- d.
indien van toepassing welke andere voorzieningen relevant zijn of kunnen zijn;
- e.
op welke wijze bezwaar gemaakt kan worden tegen het besluit.
- 6.
Als sprake is van een te betalen (ouder)bijdrage worden de jeugdige of zijn ouders daarover in de beschikking geïnformeerd.
Artikel 11 Regels voor pgb
- 1.
Het college verstrekt een pgb in overeenstemming met artikel 8.1.1 van de jeugdwet.
- 2.
De hoogte van een pgb wordt in ieder geval bepaald aan de hand van een door de jeugdige of zijn wettelijke vertegenwoordiger opgestelde pgb plan en tot het maximum van de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate individuele voorziening in natura. Het college bepaalt bij nadere regeling op welke wijze en onder welke voorwaarden de hoogte van een pgb wordt vastgesteld bij professionele zorg en zorg uit het sociale netwerk.
- 3.
Het college bepaalt bij nadere regeling onder welke voorwaarden de persoon aan wie een pgb wordt verstrekt, de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk.
- 4.
Het college kan nadere regels stellen inzake onderzoeken naar de verstrekte voorzieningen. Hierbij zal worden onderzocht of de verstrekte pgb gebruikt of besteed wordt ten behoeve van het doel waarvoor ze verstrekt zijn en/of de geleverde zorg van goede kwaliteit is.
- 5.
Uitbetaling van een pgb voor ondersteuning of jeugdhulp vindt op basis van zorgovereenkomsten of op declaratiebasis plaats door de Sociale Verzekeringsbank (SVB).
- 6.
Het pgb wordt conform het door het college goedgekeurde Pgb plan besteed en de jeugdige of de wettelijk vertegenwoordiger voldoet aan de eisen die door de wetgever en het college aan het pgb worden gesteld, vooral in relatie tot verantwoording, zorgovereenkomst en trekkingsrecht.
- 7.
Het niet nakomen van de aan het pgb verbonden verplichtingen kan in ieder geval leiden tot terugvordering van het ten onrechte ontvangen pgb en de weigering om de ondersteuning nog langer in de vorm van een pgb te verstrekken.
Artikel 12 Tarieven PGB
De tarieven inzake de producten zijn opgenomen in het tarieven overzicht zoals vermeldt op de website https://inkooputrechtwest.nlhttp://inkooputrechtwest.nl onder het tabblad Inkoop & Monitoring / tarieven en productenlijst.
Het Pgb tarief bedraagt niet meer dan de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopste adequate in de gemeente tijdig beschikbare individuele voorziening in natura. Afhankelijk van de uitvoerder van de begeleiding worden de volgende percentages van het basistarief gehanteerd:
- 1.
de hoogte van een pgb voor jeugdhulp professioneel bedraagt 75% van het Zorg in Natura tarief.
- 2.
voor niet-professionele zorgverleners geldt een maximaal tarief van €20 euro per uur voor individuele begeleiding en persoonlijke verzorging. Voor dagopvang is het maximale tarief €15,-- per dagdeel (4 uur) en voor kortdurend verblijf €40,-- per etmaal (24 uur).
- 3.
Indien er in individuele situaties geen tijdige en kwalitatief goede jeugdhulp beschikbaar is in de vorm van ZIN en deze jeugdhulp door de casemanager noodzakelijk wordt geacht, dan kan aan de jeugdige of ouders een pgb worden toegekend van 100% van de kosten van de jeugdhulp mits de jeugdhulp wordt geleverd door een derde.
Artikel 13 Kwaliteitseisen
- 1.
Het college draagt er zorg voor dat minimaal de uitvoering van de wettelijke kwaliteitseisen als bedoeld in hoofdstuk 4 van de wet, worden opgenomen in de contracten met de aanbieders
- 2.
Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van de veiligheid, kwaliteit van zorg, doeltreffendheid, doelmatigheid en cliëntgerichtheid.
- 3.
De aanbieder past het kwaliteitskader Jeugd en het besluit Jeugdwet en de hierin opgenomen norm voor verantwoorde werktoedeling uitlegbaar toe. Dit houdt in dat de zorgaanbieder:
- a.
Taken laat uitvoeren door of met vakbekwame, geregistreerde professionals;
- b.
Voor jeugdhulp in de vorm van behandeling specialistisch een GZ-psycholoog, geregistreerd in het BIG-register, wordt ingezet of een geregistreerde professional onder verantwoordelijkheid van een GZ-psycholoog wordt ingezet;
- c.
Professionals inzet met een hbo- of wo opleiding die beschikking over een actuele registratie in het kwaliteitsregister jeugd (SKJ) of het BIG-register;
- e.
Niet-geregistreerde professionals kunnen worden ingezet als er geen nadelige gevolgen zijn voor de kwaliteit van de hulp of als dit juist noodzakelijk is voor de kwaliteit van de hulp en zij een voor de zorg relevante opleiding op minimaal MBO 4 hebben afgerond;
- f.
Zorgt dat professionals kunnen werken volgens hun professionele standaarden.
- 4.
Zorgverleners die beroepsmatig in contact komen met jeugdigen beschikken over een Verklaring Omtrent Gedrag. De VOG dient gescreend te zijn op functieprofiel 40, 45, 75, 84 of 85 (algemeen profiel).
- 5.
Het college draagt op dat de door de jeugdhulpaanbieder van een individuele voorziening ingeschakelde medewerkers, voldoen aan de voor de functie vereiste deskundigheid, vaardigheden en wettelijke eisen. Zij dienen te beschikken over een adequate zorgopleiding.
- 6.
De jeugdhulpaanbieder legt zijn kwaliteitsborging en doelen vast in een toetsbaar plan dat past bij de aard van de ondersteuning. Op verzoek van de gemeente overlegt de jeugdhulpaanbieder zijn plan en geeft de jeugdhulpaanbieder inzicht in de daadwerkelijke uitvoering.
- 7.
De jeugdhulpaanbieder van een individuele voorziening houdt rekening met de godsdienstige gezindheid, de levensovertuiging en de culturele achtergrond van jeugdigen. De jeugdhulpaanbieder zorgt ervoor dat binnen de organisatie als vanzelfsprekend wordt omgegaan met verschillen in o.a. seksuele oriëntatie, genderdiversiteit en intersekse-conditie. De samenstelling van het team van zorgverleners past bij de diversiteit van (de vraag van) jeugdigen.
- 8.
De jeugdhulpaanbieder heeft aandacht voor de achtergrond van de jeugdige in de breedte en houdt rekening met een mogelijke taalbarrière tussen zorgverleners en de jeugdigen. De inzet van een tolk valt onder de verantwoordelijkheid van de jeugdhulpaanbieder.
- 9.
Ingeschakelde zorgverleners kunnen niet zelf ook jeugdhulp en/of Wmo zorg, ontvangen voor de hulpvraag waarvoor zij hulp verlenen.
- 10.
Het college kan nadere regels opstellen voor nadere invulling van dit artikel en de wijze waarop de invulling van de kwaliteitseisen wordt gewogen in toetsingskader
Artikel 14 Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerders kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering
Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, in ieder geval rekening met:
- a.
het soort dienst of product en de aard en omvang van de te verrichten taken;
- b.
de voor de sector toepasselijke CAO-schalen in relatie tot de zwaarte van de functie;
- c.
een redelijke toeslag voor overheadkosten;
- d.
een voor de sector reële mate van non-productiviteit van het personeel als gevolg van verlof, ziekte, scholing en werkoverleg;
- e.
kosten voor bijscholing van het personeel
- f.
(jaarlijkse) indexatie van reële prijs voor het leveren van een dienst
Artikel 15 Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering
- 1.
Het college informeert de jeugdige en zijn wettelijk vertegenwoordiger in begrijpelijke bewoordingen over de rechten en plichten die aan het ontvangen van een individuele voorziening of pgb zijn verbonden en over de mogelijke gevolgen van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.
- 2.
Onverminderd artikel 8.1.2 van de jeugdwet doen een jeugdige en/of de wettelijk vertegenwoordiger op verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan het college mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hun redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing tot verstrekking van een individuele voorziening of pgb.
- 3.
Onverminderd artikel 8.1.4 van de wet kan het college een beslissing aangaande een individuele voorziening herzien dan wel intrekken als het college vaststelt dat:
- a.
de jeugdige of de wettelijk vertegenwoordiger onjuiste of onvolledige gegevens hebben verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid;
- b.
de jeugdige of de wettelijk vertegenwoordiger niet langer op de individuele voorziening of op het pgb zijn aangewezen;
- c.
de individuele voorziening of het pgb niet meer toereikend is te achten;
- d.
de jeugdige of de wettelijk vertegenwoordiger niet voldoen aan de voorwaarden van de individuele voorziening of het pgb;
- e.
de jeugdige of de wettelijk vertegenwoordiger de individuele voorziening of het pgb niet of voor een ander doel gebruiken dan waarvoor het is bestemd.
- f.
de situatie van de jeugdige dusdanig wijzigt dat het recht op een individuele voorziening of
- 4.
Als het college een beslissing op grond van het derde lid, onder a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens heeft plaatsgevonden, kan het college van degene die onjuiste of onvolledige gegevens heeft verschaft geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten individuele voorziening of het ten onrechte genoten pgb.
- 5.
Een beslissing tot verlening van een pgb kan worden ingetrokken als blijkt dat het pgb binnen zes maanden na toekenning niet is aangewend voor de bekostiging van de voorziening waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.
Artikel 16 Vertrouwenspersoon
- 1.
Het college zorgt ervoor dat jeugdigen, ouders en pleegouders kosteloos een beroep kunnen doen op een onafhankelijke vertrouwenspersoon
- 2.
Het college wijst jeugdigen en ouders erop dat zij zich desgewenst kosteloos kunnen laten bijstaan door een onafhankelijke vertrouwenspersoon.
Artikel 17 Klachtregeling
Het college stelt een regeling vast voor de afhandeling van klachten van jeugdigen en ouders die betrekking hebben de wijze van afhandeling van meldingen en aanvragen als bedoeld in deze verordening.
Artikel 18. Betrekken van ingezetenen bij het beleid
- 1.
Het college betrekt de ingezetenen van de gemeente, vertegenwoordigd in de Participatieraad Sociaal Domein, bij de voorbereiding van het beleid betreffende jeugdhulp overeenkomstig de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend.
- 2.
Het college stelt ingezetenen, vertegenwoordigd in de Participatieraad Sociaal Domein, vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Artikel 19. Hardheidsclausule
Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing van dat artikel gelet op het belang van de jeugdige en/of de wettelijk vertegenwoordiger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit.
Het college kan nadere regels en beleidsregels vaststellen ter uitvoering van deze verordening.
Artikel 20 Overgangsbepalingen
- 1.
Een jeugdige houdt recht op een lopende voorziening verstrekt op grond van de Verordening jeugdhulp gemeente Woerden 2015 totdat het college een nieuw besluit heeft genomen waarbij het besluit waarmee deze voorziening is verstrekt wordt ingetrokken.
- 2.
Aanvragen voor ondersteuning die bij het college zijn ingediend voor het in werking treden van deze verordening en waarop nog niet is beslist op het moment van in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld volgens deze verordening. Hier kan ten gunste van de jeugdige worden afgeweken.
- 3.
Op bezwaar- en (hoger) beroepschriften in verband met een besluit genomen op grond van de onder het eerste lid genoemde ingetrokken verordening is de ingetrokken verordening van toepassing. Hier kan ten gunste van de jeugdige worden afgeweken.
Artikel 22 Intrekking oude verordening, inwerkingtreding en citeertittel
1. De Verordening Jeugdhulp gemeente Woerden 2015 wordt ingetrokken;
2. Deze Verordening wordt aangehaald als: Verordening Jeugdhulp gemeente Woerden 2023;
3. Deze Verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking;