Wijziging Re-integratieverordening

 

DE RAAD VAN DE GEMEENTE ARNHEM;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 juni 2023, nummer: 221566;

 

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

1. Vast te stellen de verordening tot wijziging van de Re-integratieverordening

Artikel I Wijziging van de verordening

De verordening wordt als volgt gewijzigd:

 

Er wordt een nieuw artikel 13a ingevoegd, luidende:

 

Artikel 13a Tijdelijke bijverdienbeloning voor de periode van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2025

  • 1.

    Het college verstrekt ambtshalve over de periode van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2025 telkens per tijdvak van zes respectievelijk 12 maanden een bijverdienbeloning ter stimulering van de arbeidsinschakeling aan een belanghebbende ouder dan 27 jaar die recht heeft op een uitkering op grond van de wet respectievelijk IOAW of IOAZ, en die inkomsten uit arbeid heeft ontvangen.

  • 2.

    Er bestaat geen recht op de bijverdienbeloning zolang de inkomstenvrijlating, bedoeld in artikel 31, tweede lid, aanhef en onder n van de wet, artikel 8, tweede lid van de IOAW of artikel 8, derde lid van de IOAZ toegepast wordt ten aanzien van belanghebbende.

  • 3.

    Het in het vorige lid bepaalde geldt niet ten aanzien van personen die op 1 juli 2023 reeds gebruik maken van de inkomstenvrijlating, bedoeld in artikel 31, tweede lid, aanhef en onder n van de wet, artikel 8, tweede lid van de IOAW of artikel 8, derde lid van de IOAZ.

  • 4.

    De bijverdienbeloning wordt achteraf vastgesteld over het voorafgaande tijdvak van zes maanden indien belanghebbende een uitkering op grond van de wet ontvangt. Daarbij wordt uitgegaan van de volgende tijdvakken:

    • a.

      eerste tijdvak: juli tot en met december 2023;

    • b.

      tweede tijdvak: januari tot en met juni 2024;

    • c.

      derde tijdvak: juli tot en met december 2024;

    • d.

      vierde tijdvak: januari tot en met juni 2025.

  • 5.

    De hoogte van de bijverdienbeloning voor een belanghebbende die een uitkering op grond van de wet ontvangt, is afhankelijk van de hoogte van het inkomen in het voorafgaande tijdvak van zes maanden zoals bedoeld in het vorige lid en bedraagt niet meer dan het in artikel 31, lid 2, onder j van de wet genoemde bedrag per jaar.

  • 6.

    De bijverdienbeloning wordt achteraf vastgesteld over het voorafgaande tijdvak van 12 maanden indien belanghebbende een uitkering op grond van de IOAW of de IOAZ ontvangt. Daarbij wordt uitgegaan van de volgende tijdvakken:

    • a.

      eerste tijdvak: juli 2023 tot en met juni 2024;

    • b.

      tweede tijdvak: juli 2024 tot en met juni 2025.

  • 7.

    De hoogte van de bijverdienbeloning voor iemand die een uitkering op grond van de IOAW of de IOAZ ontvangt, is afhankelijk van de hoogte van het inkomen in het voorafgaande tijdvak van 12 maanden zoals bedoeld in het vorige lid en bedraagt niet meer dan het in artikel 2:8, lid 1, onder b van het Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten genoemde bedrag per jaar."

Artikel II Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 juli 2023.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Tweede wijziging Re-integratieverordening.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 12 juli 2023.

De griffier, De voorzitter,

Naar boven