Verordening vermakelijkhedenretributie Zandvoort 2024

De raad van de gemeente Zandvoort:

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 juni 2023;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de Gemeentewet;

 

besluit de volgende verordening vast te stellen:

 

Verordening vermakelijkhedenretributie Zandvoort 2024

Artikel 1. Belastbaar feit

Onder de naam 'vermakelijkhedenretributie' wordt een recht geheven ter zake van het tegen betaling of vergoeding van welke aard dan ook bedrijfsmatig geven van vermakelijkheden waarbij gebruik wordt gemaakt van door of met medewerking van het gemeentebestuur tot stand gebrachte of in stand gehouden voorzieningen of waarbij een bijzondere voorziening in de vorm van toezicht of anderszins van de zijde van het gemeentebestuur getroffen wordt.

Artikel 2. Belastingplicht

Belastingplichtig is degene die de vermakelijkheden verschaft, organiseert of de gelegenheid daartoe biedt of op wiens naam of voor wiens verantwoordelijkheid de vermakelijkheden plaatsvinden.

Artikel 3. Maatstaf van heffing

  • 1.

    Indien een evenement meerdere achtereenvolgende kalenderdagen wordt gehouden, wordt voor de toepassing van dit artikel elke kalenderdag als afzonderlijke vermakelijkheid beschouwd.

  • 2.

    De maatstaf voor de heffing is het aantal bezoekers per vermakelijkheid.

  • 3.

    Het aantal bezoekers wordt gesteld op het aantal verkochte of uitgegeven toegangsbewijzen voor de vermakelijkheid.

  • 4.

    Van de eerste 10.000 bezoekers per vermakelijkheid wordt niet geheven.

Artikel 4. Het tarief

Het tarief bedraagt €3,00 per bezoeker.

Artikel 5. Wijze van heffing

De vermakelijkhedenretributie wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 6. Termijn van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald binnen één maand na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    De algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 7. Kwijtschelding

Bij de invordering van de vermakelijkhedenretributie wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 8. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 9. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening vermakelijkhedenretributie Zandvoort 2024".

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 11 juli 2023

De griffier,

De voorzitter,

Algemene toelichting

Grootschalige vermakelijkheden die veel bezoekers op een dag trekken brengen extra druk mee op de openbare ruimte. De gemeente maakt kosten om de drukte in goede banen te leiden. Zo worden bijvoorbeeld wegen afgesloten en is er sprake van geluidsoverlast en afval. Deze kosten hebben onder meer betrekking op de openbare ruimte, de veiligheid, en mobiliteit en vragen daarnaast tijd voor de nodige afstemming tussen betrokken partijen, zoals inwoners, ondernemers, buurtgemeenten, vervoerders, en de Veiligheidsregio Kennemerland.

 

Met het invoeren van de vermakelijkhedenretributie wordt uitvoering gegeven aan het Amendement actualisatie financiën Formule 1 (raad, 20 april 2021) en de motie Herbevestiging voornemen invoering vermakelijkheidsretributie (raad, 20 december 2022) door de additionele kosten die door Gemeente Zandvoort gemaakt worden in rekening te brengen bij de bezoekers.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Hieronder volgt een artikelsgewijze toelichting op de verordening.

 

Artikel 1. Belastbaar feit

 

In de verordening is voor de formulering van het belastbare feit aangesloten bij de tekst van artikel 229, eerste lid, onderdeel c, van de Gemeentewet. De wet gaat uit van rechten die kunnen worden geheven voor het geven van vermakelijkheden waarbij gebruik wordt gemaakt van door of met medewerking van het gemeentebestuur tot stand gebrachte of in stand gehouden voorzieningen of waarbij een bijzondere voorziening in de vorm van toezicht of anderszins van de zijde van het gemeentebestuur getroffen wordt.

 

‘Vermakelijkheden’ is een wettelijk begrip, en de inhoud ervan heeft in de rechtspraak in de loop der jaren vorm gekregen. Een definitie van ‘vermakelijkheden’ die in verordeningen regelmatig voorkomt is: activiteiten waarbij wordt beoogd, of mede wordt beoogd, het publiek amusement, verstrooiing, ontspanning of vermaak te verschaffen of waarbij het publiek dit amusement, deze verstrooiing, deze ontspanning of dit vermaak zoekt, ondergaat, vindt, pleegt te vinden of kan vinden. Het is evenwel niet nodig om een definitie op te nemen in de verordening, aangezien duidelijk is wat onder een vermakelijkheid moet worden verstaan, en een definitie in de verordening de reikwijdte van het wettelijk begrip alleen maar zou kunnen beperken.

 

De heffing is beperkt tot vermakelijkheden die tegen betaling of vergoeding van welke aard dan ook bedrijfsmatig worden gegeven. Deze beperking is in de rechtspraak toelaatbaar geacht.

 

Artikel 2. Belastingplicht

 

Belastingplichtig is degene die de vermakelijkheden verschaft, organiseert of de gelegenheid daartoe biedt of op wiens naam of voor wiens verantwoordelijkheid de vermakelijkheden plaatsvinden. In beginsel wordt degene in wiens naam de vergunning voor het evenement wordt aangevraagd, aangemerkt als belastingplichtige. Dit is doorgaans de organisator.

 

Artikel 3. Maatstaf van heffing

 

Op grond van artikel 219, tweede lid, van de Gemeentewet kunnen de gemeentelijke belastingen worden geheven naar in de belastingverordening te bepalen heffingsmaatstaven. Het bedrag van een gemeentelijke belasting mag niet afhankelijk worden gesteld van het inkomen, de winst of het vermogen. Hiermee is tot uitdrukking gebracht dat belastingen niet naar draagkracht geheven mogen worden. Afgezien van deze beperking zijn gemeenten vrij in het opnemen van heffingsmaatstaven in hun verordening.

 

De heffingsmaatstaf is het aantal bezoekers van de vermakelijkheid. Een vermakelijkheid, zoals een evenement, kan over meerdere dagen verspreid zijn. In zo’n geval wordt voor de heffing van het aantal bezoekers per kalenderdag uitgegaan. Omwille van controleerbaarheid en uitvoerbaarheid wordt uitgegaan van het aantal verkochte toegangsbewijzen (of kaartjes). Als een toegangsbewijs voor een bezoeker wordt gekocht of wordt uitgegeven voor meerdere dagen van een evenement, telt zo’n toegangsbewijs voor elk van die dagen mee als een bezoeker.

 

De verordening kent een vrijstelling aan de voet van 10.000 bezoekers per dag. Dat betekent dat voor de berekening van het verschuldigde bedrag aan vermakelijkhedenretributie de eerste 10.000 bezoekers per dag niet worden meegerekend. Er wordt geheven voor zover het aantal bezoekers dit aantal per dag overschrijdt.

 

De voetvrijstelling heeft als voornaamste doel om alleen die vermakelijkheden in de heffing te betrekken die voor de gemeente substantiële kosten met zich meebrengen. Voor veel activiteiten in Zandvoort die (wellicht) als vermakelijkheid zouden kunnen worden aangemerkt, geldt dat de gemeente Zandvoort als toeristische gemeente geen of geen noemenswaardige extra kosten heeft. Van een vermakelijkheid kan alleen worden geheven als de gemeente extra kosten heeft bovenop de reguliere taakuitoefening. Vermakelijkheden van meer dan 10.000 bezoekers per dag vragen extra inspanningen van de gemeente.

 

Artikel 4. Het tarief

 

De Gemeentewet schrijft voor de vermakelijkhedenretributie geen tarief voor. De vermakelijkhedenretributie is een heffing ter dekking van bepaalde kosten, maar er geldt geen opbrengstlimiet of maximaal tarief zoals bijvoorbeeld bij de leges, de rioolheffing of de afvalstoffenheffing. Met het gekozen tarief verwacht de gemeente een deel van de voor haar rekening komende kosten te verhalen op de organisatoren van vermakelijkheden.

 

Artikel 5. Wijze van heffing

 

Er is gekozen om de vermakelijkhedenretributie te heffen bij wege van aanslag. De heffing werkt niet met een bepaald tijdvak. De belastingschuld ontstaat telkens wanneer de vermakelijkheid zich voordoet. Vanaf dat moment kan een aanslag worden opgelegd, en daarmee hoeft bijvoorbeeld niet te worden gewacht tot na afloop van een kalenderjaar.

 

De heffingsambtenaar kan een (vermoedelijk) belastingplichtige uitnodigen tot het doen van aangifte, en van diegene gegevens verlangen ten behoeve van de belastingheffing. Het college van burgemeesters en wethouders stelt in dat geval een regeling vast met betrekking tot de wijze waarop het uitnodigen tot het doen van aangifte geschiedt.

 

Artikel 6. Termijn van betaling

 

Er is voor gekozen om af te wijken van de standaard betalingstermijn die in de Invorderingswet 1990 is opgenomen. De aanslag moet worden betaald binnen één maand na dagtekening van het aanslagbiljet.

 

Artikel 7. Kwijtschelding

 

Omdat de vermakelijkhedenretributie wordt geheven van ondernemers en organisaties is de mogelijkheid van kwijtschelding in de verordening uitgesloten.

 

Artikel 8. Inwerkingtreding

 

Artikel 217 van de Gemeentewet bepaalt dat een belastingverordening een datum van ingang van de heffing moet vermelden. De datum van ingang van de heffing geeft aan vanaf welke datum de in de belastingverordening genoemde (belastbare) feiten in de heffing worden betrokken.

 

Artikel 9. Citeertitel

 

Een citeertitel vereenvoudigt de verwijzing naar een bepaalde verordening.

Naar boven