Besluit van burgemeester en wethouders van Woerden houdende een subsidieregeling algemene voorzieningen sociaal domein (Subsidieregeling algemene voorzieningen gemeente Woerden)

 

Het college van burgemeester en wethouders van Woerden,

 

gelet op de Algemene subsidieverordening Gemeente Woerden,

 

besluit vast te stellen:

 

de “Subsidieregeling algemene voorzieningen sociaal domein gemeente Woerden”.

 

 

 

Leeswijzer

Dit document bestaat uit vier delen:

1. Algemeen

Definities en reikwijdte.

 

2. Inleiding

In dit deel wordt een toelichting op en de totstandkoming van het integraal beleidskader Maatschappelijke Agenda 2023-2027 beschreven. Daarnaast wordt de onlosmakelijke relatie tussen de subsidieregeling algemene voorzieningen sociaal domein en het integraal beleidskader Maatschappelijke Agenda 2023-2027 geduid evenals de wijze waarop subsidie als middel dient voor het behalen van maatschappelijke opgaven.

 

3. Inhoudelijke kaders

In dit deel zijn de algemene uitgangspunten en inhoudelijke eisen opgenomen waaraan alle organisaties die subsidie aanvragen op basis van de geldende Algemene Subsidieverordening Woerden (hierna: ASV) en de Subsidieregeling algemene voorzieningen Sociaal Domein moeten voldoen. In dit deel is ook per inhoudelijk thema uitgewerkt waar subsidie voor kan worden verstrekt.

 

4. Subsidieproces

In dit deel worden de processtappen beschreven, waar een subsidieaanvraag aan moet voldoen, de wijze waarop deze wordt beoordeeld en vervolgens moet worden verantwoord.

 

Bijlagen

In de bijlagen treft u de inhoudelijke grondslag, de eventueel jaarlijkse bijstelling en de aanvraagformulieren.

 

 

1. Algemeen

1.1 Definities

 

ASV

Algemene subsidieverordening Gemeente Woerden.

Wet

Algemene wet bestuursrecht.

Beschikking

Egalisatiereserve

Een besluit zoals bedoeld in artikel 1:3 tweede lid van de wet.

Een reserve als bedoeld in artikel 4:27 van de wet.

Inspanning

De inzet die wordt geleverd in de vorm van concrete diensten of activiteiten die bijdragen aan het behalen van de maatschappelijke effecten.

Integraal beleidskader Maatschappelijke agenda 2023-2027

Beschrijving van de beleidsdoelen voor de komende jaren op verschillende integrale thema’s in het sociaal domein.

Maatschappelijk effect

De effecten die de gemeente met haar partners wil bereiken op de maatschappelijke opgaven.

Resultaatafspraken

Afspraken die die gemeente en partners met elkaar maken over wat er bereikt wordt.

Subsidieplafond

Het bedrag dat gedurende een bepaald tijdsvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies, als bedoeld in artikel 4:22 van de wet.

Uitvoeringsovereenkomst

Een overeenkomst welke ter uitvoering van de beschikking kan worden gesloten, als bedoeld in artikel 4:36 van de wet.

Algemene voorziening

Aanbod van activiteiten of diensten dat, zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers, toegankelijk is en dat is gericht op maatschappelijke ondersteuning, als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning.

1.2 Reikwijdte

Deze regeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders ten behoeve van algemene voorzieningen voor inwoners van de gemeente Woerden, met uitzondering van de multifunctionele centra.

 

Subsidie op grond van deze regeling kan enkel voor aanbod (diensten en activiteiten) die bijdragen aan het behalen van de maatschappelijke opgaven en doelen zoals gesteld in het integraal beleidskader Maatschappelijke Agenda 2023-2027. Voor subsidie komen in elk geval niet in aanmerking de reis- en verblijfskosten, consumptie- en cateringkosten, kosten voor uitgeloofde prijzen en kosten die worden omschreven als ‘diversen’ of ‘onvoorzien’ zonder verdere motivatie.

Indien het subsidieplafond wordt bereikt, vindt verstrekking van subsidie plaats in volgorde van de door burgemeester en wethouders aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

Bij de rangschikking van de aanvragen kennen burgemeester en wethouders punten toe aan de hand van het beoordelingsformulier. Zie bijlage 3 voor categorie 1 subsidies (< € 10.000) en bijlage 4 voor categorie 2 en 3 subsidies (> € 10.000,-).

 

2. Inleiding

 

Op 20 april 2023 heeft de raad het integraal beleidskader Maatschappelijke Agenda 2023-2027 vastgesteld (bijlage 1). Met deze vaststelling zijn kaders vastgesteld voor het subsidiebeleid voor het sociaal domein. Het integraal beleidskader Maatschappelijke Agenda 2023-2027 is gebaseerd op een analyse van cijfers (trends en financiën), te verwachten maatschappelijke ontwikkelingen en de behoeften van onze inwoners en is tot stand gekomen in co-creatie met raad en maatschappelijke organisaties.

De opgaven uit het integraal beleidskader Maatschappelijke Agenda 2023-2027 zijn samen met maatschappelijke partners in werksessies uitgewerkt. De uitkomsten van deze werksessies betreffen de maatschappelijke effecten en resultaten die de gemeente met zijn maatschappelijke partners wil realiseren en welke inspanningen ervoor nodig zijn om dit te bereiken in het sociaal domein.

 

De gemeente ziet subsidie als effectief middel om organisaties te ondersteunen die een bijdrage leveren aan dat wat inwoners in Woerden nodig hebben. De gemeente wil het beschikbare subsidiebudget gericht, effectief en doelmatig besteden. De gemeente subsidieert organisaties voor de inhoudelijke bijdragen die zij leveren aan realisatie van deze maatschappelijke opgaven.

 

Op basis van het integraal beleidskader Maatschappelijke Agenda 2023-2027 maakt de gemeente Woerden waar mogelijk meerjarige subsidie afspraken met organisaties. De gemeente subsidieert organisaties voor het maatschappelijke effect dat zij bereiken met hun inspanningen. Deze maatschappelijke effecten kunnen aantoonbaar worden herleid naar de maatschappelijke doelen uit het integraal beleidskader Maatschappelijke agenda 2023-2027.

 

De ASV (bijlage 7) is het juridisch kader op basis waarvan de gemeente subsidie verstrekt. Artikel 3 uit de ASV geeft het college de mogelijkheid om nadere regels te stellen over te subsidiëren activiteiten, doelgroepen en verdeling van subsidie over de verschillende beleidsterreinen. Dit document bevat deze nadere (subsidie)regels waaraan de subsidieaanvragen vanaf het moment van inwerkingtreding van deze regeling worden getoetst.

 

3. Inhoudelijke kaders en eisen

 

De basis van inhoudelijke kaders en eisen zijn verwoord in het integraal beleidskader Maatschappelijke Agenda 2023-2027. In bijlage 2 staat de eventuele jaarlijkse bijstelling op de inhoudelijke kaders, op basis van de concept programmabegroting voor het betreffende subsidiejaar verwoord.

 

3.1 Algemene uitgangspunten

Deze paragraaf beschrijft 5 algemene uitgangspunten van deze regeling.

 

Samenwerking tussen gemeente en subsidiepartners is optimaal

De gemeenteraad heeft de maatschappelijke opgaven vastgesteld in het integraal beleidskader Maatschappelijke Agenda 2023-2027. Daarmee zijn maatschappelijke effecten beoogd, beleidskaders ontwikkeld en worden er subsidies verstrekt aan organisaties. Deze organisaties realiseren door hun inzet de gewenste maatschappelijke effecten. Dat vraagt een goede samenwerking tussen de gemeente en gesubsidieerde organisaties. Signalen delen, beleid en programma’s bijstellen, en een heldere verantwoording. De intensiteit van het contact is mede afhankelijk van de omvang van de subsidie. De accounthouder(s) van de gemeente en de subsidiepartners staan in goed contact met elkaar en spannen zich beiden in voor een goede samenwerking.

 

Meerjarige afspraken over resultaten

De gemeente maakt onderscheid tussen eenmalige, jaarlijkse en meerjarige subsidies. Mits het college dit passend acht, worden er een meerjarige subsidieafspraken gemaakt. Dit omdat de maatschappelijke effecten die de gemeente wil behalen veelal gebaseerd zijn op een langere periode. De hoogte van de subsidie in de meerjarige subsidieafspraken is onder voorbehoud van de gemeentebegroting. De periode van de meerjarige afspraken is afhankelijk van de resterende collegeperiode plus minimaal één jaar, zodat de nieuwe meerjarige resultaatafspraken gemaakt kunnen worden op basis van een eventueel door een nieuw college aangepast beleid. Op basis van de jaarlijkse monitoring en evaluatie wordt er eventueel bijgestuurd, zodat de inspanningen van de organisatie relevant blijven.

 

Duidelijke rolverdeling tussen subsidieverstrekker en subsidieaanvrager

Organisaties die in aanmerking willen komen voor een subsidie van de gemeente moeten voldoen aan een aantal eisen die de gemeente stelt. De eerste is om bij te dragen aan één of meer maatschappelijke opgaven en daarmee de verantwoordelijkheid te nemen om de gewenste maatschappelijke effecten te bereiken. De gemeente geeft gesubsidieerde organisaties de verantwoordelijkheid en vrijheid om die inspanningen te doen die zij nodig achten om de afgesproken resultaten te bereiken en bespreekt periodiek de voortgang en resultaten. De gemeente is ook een partner: ze deelt kennis, werkt samen en verbindt partijen om dit mogelijk te maken

 

Beoordeling subsidieaanvragen op basis van verwachte doelmatigheid

De gemeente beoordeelt de subsidieaanvraag mede op doelmatig gebruik van de subsidie. Voor het bepalen van de doelmatigheid kijkt de gemeente naar een gunstige verhouding tussen effect, subsidiebedrag en het bereik. Cofinanciering, eigen inkomsten, fondsen of aanvullende subsidies vanuit de eigen organisatie dragen bij aan een gunstige verhouding.

 

A

Effect

De beoogde bijdrage aan het maatschappelijk effect

B

Subsidiebedrag

Hoogte van de gevraagde subsidie

C

Bereik

Het aantal inwoners (gebruikers of deelnemers) dat aan het aanbod deelneemt.

 

Ruimte voor vernieuwing

De samenleving verandert voortdurend. Een passende werkwijze van de organisaties heeft een positief gevolg op het maatschappelijk effect van de activiteit. De gemeente kan met bestaande en nieuwe subsidierelaties afspraken maken over het in te zetten budget voor een vernieuwende aanpak van de activiteiten. Niet de vernieuwing staat centraal, maar het verhogen van het maatschappelijk effect. Binnen het bestaande gemeentelijke subsidiebudget of de toegekende subsidie per organisatie kan ruimte beschikbaar komen voor projecten die gericht zijn op de uitvoering van activiteiten die voldoen aan één of meer van de hierna opgenomen criteria:

  • het project draagt bij aan de realisatie van een of meerdere maatschappelijke opgaven.

  • de subsidie draagt bij aan nieuwe dienstverlening/activiteiten en/of samenwerkingsverbanden die een aantoonbare bijdrage leveren aan het doel waarvoor de subsidie wordt verleend.

  • het project is gericht op ontwikkelen van vernieuwende typen activiteiten door inzet van nieuwe methodieken of werkwijzen.

3.2 Inhoudelijke voorwaarden

In deze paragraaf worden de voorwaarden voor de uitvoering uitgewerkt. Het bevat de leidende principes en de maatschappelijke opgaven. De leidende principes geven de principes aan van waaruit we als gemeente samen met onze subsidiepartners de uitvoering in het voorliggende veld vormgeven.

 

Positieve gezondheid

Er wordt gewerkt vanuit het gedachtegoed ‘positieve gezondheid’. Positieve gezondheid ziet gezondheid als meer dan de af- of aanwezigheid van ziekte of beperkingen. Positieve gezondheid gaat over het vermogen van mensen om met fysieke, emotionele en sociale levensuitdagingen om te gaan. Zoveel mogelijk eigen verantwoordelijkheid voor de eigen keuzes en het zelfoplossend vermogen van de inwoner staan centraal.

 

Aansluiten bij inwoners in hun directe leefomgeving

Inwoners doen en kunnen zoveel mogelijk zelf en krijgen daarbij ondersteuning wanneer dat nodig is. Het sociale netwerk van de inwoner wordt daarbij zoveel mogelijk benut. Inwoners bepalen zelf (eigen regie) en maken zelf keuzes. We zetten in op preventie en goed bereikbare, vrij toegankelijke en laagdrempelige voorzieningen in scholen, wijken en buurten. We bieden daarbij de juiste hulp en ondersteuning op het juiste moment. Oplossingen sluiten aan bij wat inwoners nodig hebben. Inwoners worden zoveel mogelijk in hun eigen leefomgeving ondersteund.

 

Samenwerking WoerdenWijzer

Er is een goede samenwerking tussen de teams van WoerdenWijzer en de maatschappelijke organisaties. Maatschappelijke organisaties bieden de juiste hulp en ondersteuning op het moment dat het nodig is en zij verwijzen tijdig door naar het Sociaal Team en/of het team Jeugd en Gezin van WoerdenWijzer wanneer specifieke of intensieve hulp of ondersteuning nodig is. Zo wordt voorkomen dat lichte ondersteuningsvragen verergeren of escaleren. Andersom geldt dat bij het opstellen van een ondersteuningsplan expliciet gekeken wordt naar de rol die informele ondersteuning kan spelen bij hulp- en ondersteuningsvragen.

 

Samenwerking 0e, 1e en 2e lijn

Organisaties maken gebruik van elkaars aanbod. Er is sprake van warme overdracht wanneer inzet van een andere organisatie beter past. Zo wordt elkaars expertise benut en worden ondersteuning en voorzieningen zo efficiënt mogelijk georganiseerd. Organisaties stemmen onderling af en werken samen met de (andere) 0e, 1e en 2e lijnorganisaties, zodat voorzieningen en hulp uit diverse lijnen aanvullend op elkaar zijn en inwoners gebruik kunnen maken van een integraal aanbod. Er kan gebruik worden gemaakt van, of samenwerking worden gezocht met, andere (welzijns)activiteiten, het verenigingsleven, buurtverbinders en (de huidige) vrijwilligers- en maatschappelijke organisaties in het brede sociaal domein (zoals sport, cultuur, scholen, vrijetijdsvoorzieningen en organisaties die zorg, hulp en ondersteuning bieden) en bestaand (gemeentelijk) vastgoed. Er is een goede balans tussen de inzet van vrijwilligers en het benutten van maatwerkorganisaties, 1e lijnorganisaties en vrijwilligersorganisaties, waarbij de grenzen van vrijwilligerswerk in acht worden genomen. Afschaling van de 2e lijn, eventueel via de 1ste lijn, naar de 0e lijn van zorg en ondersteuning is een doel van de samenwerking.

 

Inclusief

Woerden wordt gevormd door haar inwoners, verenigingen, maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven en gemeente. Inwoners helpen elkaar actief en/of worden geholpen als dat nodig is. Iedereen heeft ervaring, kennis en kwaliteiten, doet mee en draagt naar zijn of haar vermogen bij aan de inclusieve samenleving. Gemeente Woerden gelooft erin dat iedereen ertoe doet, waardevol is en erbij hoort. Samen houden we onze gemeenschap levend en vitaal.

Subsidiëring van de gemeente is dan ook op voorwaarde dat activiteiten van de organisatie toegankelijk en uitnodigend zijn voor alle inwoners van de gemeente Woerden en daarmee niemand uitsluiten. Een uitzondering is wanneer een doelgroep, bij voorkeur tijdelijk, een specifieke benadering nodig heeft waardoor deze niet open kan zijn voor alle inwoners.

 

3.3 Maatschappelijke opgaven en effecten

De gemeente verstrekt subsidie op basis van de bijdrage die geleverd wordt aan één of meerdere doelen en subdoelen genoemd in het integraal beleidskader Maatschappelijke Agenda 2023-2027 zijn bepaald. De doelen zijn ondergebracht onder drie 3 thema’s:

 

1. Kansrijk Woerden

2. Gezond en Vitaal Woerden

3. Leefbaar en Ondernemend Woerden

 

In dit hoofdstuk worden de verschillende thema’s en doelen beknopt beschreven op basis van het integraal beleidskader Maatschappelijke Agenda 2023-2027 (bijlage 1), welke leidend is. Subsidieaanvragen moeten aan minimaal één van deze thema’s een bijdrage leveren. De resultaten per subsidiejaar worden als maatschappelijke organisaties gezamenlijk per thema afgesproken. Ze staan beschreven in bijlage 2. Mocht dit per jaar niet haalbaar zijn dan gelden de resultaten van het jaar ervoor of worden ze door de gemeente op basis van de MAG bepaald.

 

De maatschappelijke organisatie zelf beschrijft haar zelfstandige bijdrage aan het resultaat in de eigen aanvraag. Daar draagt zij verantwoordelijkheid voor.

 

3.3.1 Kansrijk Woerden

 

3.3.1.1 Maatschappelijke opgave

Vergroten van kansengelijkheid van onze inwoners.

 

3.3.1.2 Maatschappelijke doelen

  • 1.

    De bestaanszekerheid van onze inwoners is versterkt o.a. door het bestrijden of voorkomen van armoede

    • a.

      De notitie ‘van armoede naar bestaanszekerheid’ over het bereiken van de doelgroep, geboden ondersteuning en een ‘breed loket’ wordt meegenomen in de uitwerking van de uitvoeringsagenda.

    • b.

      Vrijetijdsvoorzieningen zoals sport, cultuur en buitenschoolse activiteiten zijn voor iedereen toegankelijk.

  • 2.

    Inwoners voor wie betaald werk niet vanzelfsprekend is zijn zo veel mogelijk op maat begeleid naar bij hen passende daginvulling zoals betaald werk op maat, vrijwilligerswerk en/of maatschappelijke activiteiten. Er is daarbij ook oog voor een warme overdracht van jongeren en jongvolwassenen naar zelfstandigheid.

    • a.

      We zetten in op het stimuleren van sociaal ondernemerschap

  • 3.

    Basisvaardigheden van inwoners (digitalisering, laaggeletterdheid, taalvaardigheid, gezondheidsvaardigheden en rekenvaardigheid) zijn verbeterd zodat inwoners beter meedoen in de samenleving.

  • 4.

    Nieuwe Woerdenaren krijgen een warm welkom, en worden van het begin af aan gestimuleerd om naar vermogen mee doen in de Woerdense samenleving. Binnen de drie leerroutes wordt er zoveel mogelijk maatwerk geleverd en wordt ook ingezet op sociale integratie.

  • 5.

    Meer gelijke kansen voor kinderen en jongeren vanaf de zwangerschap en tijdens het opgroeien.

    • a.

      Kinderen (en gezinnen) hebben een kansrijke start door in te zetten op een gezamenlijke aanpak tussen partijen uit het medisch en sociaal domein voor kinderen (en gezinnen) in de eerste 1000 dagen van het leven van een kind.

    • b.

      Kinderen met een (risico op een) onderwijsachterstand hebben betere onderwijskansen.

    • c.

      Kinderen en jongeren krijgen extra hulp om onderwijsvertragingen door COVID-19 maatregelen in te lopen; met het Nationaal Programma Onderwijs zetten we extra in op sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling.

    • d.

      We zetten in op inclusief onderwijs. Bij onderhoud, renovatie, nieuwbouw en de inrichting van het onderwijs streven wij ernaar dat kinderen regulier en lokaal onderwijs volgen.

    • e.

      Meer kinderen en jongeren, kunnen samen met elkaar praten over hun leven en kunnen hulp vragen om hun leven kansrijker te maken.

    • f.

      De zelf-, en samenredzaamheid van ouders en kinderen op het gebied van opvoeden en opgroeien is versterkt.

    • g.

      Kinderen en jongeren ontvangen betere vormen van ondersteuning, waarbij (speciaal) onderwijs en jeugdhulp in samenwerking hun taken zo effectief mogelijk vervullen in aanvulling op de inzet van ouders en mede-opvoeders.

    • h.

      Kinderen en jongeren ervaren de inzet op een stevigere samenwerking tussen de gemeente, maatschappelijke partners in de stad (waaronder het jongerenwerk) en scholen.

    • i.

      Kinderen en jongeren ontwikkelen meer hun talent met de inzet van sport en cultuur.

    • j.

      We dragen zorg voor een warme overdracht en doorlopende lijn van de inzet van zorg en ondersteuning van 0-100 jaar.

    • k.

      Thuiszitters en vroegtijdig schoolverlaters worden gestimuleerd om maatschappelijk actief te worden en te blijven.

    • l.

      We volgen jongeren zonder startkwalificatie vanuit de Wet Regionale Meldpunt en Coördinatiefunctie (RMC-wet) tot 27 jaar.

  • 6.

    We maken informatie toegankelijker en beter vindbaar zodat inwoners en samenwerkingspartners de weg vinden naar de beschikbare informatie, zorg en ondersteuning. Waar nodig worden inwoners ondersteund en begeleid in het vinden van de juiste weg in het vergroten van hun kansengelijkheid. Daarbij is oog voor diverse doelgroepen.

3.3.2 Gezond en Vitaal Woerden

 

3.3.2.1 Maatschappelijke opgave

Bevorderen van de (veer)kracht, samenkracht en eigen regie van inwoners zodat zij kunnen omgaan met fysieke, sociale en emotionele uitdagingen van het leven.

 

3.3.2.2 Maatschappelijke doelen

  • 1.

    Inwoners gebruiken hun eigen kracht om zelfstandig of in een woonvoorziening/woonvorm, die aansluit op hun persoonlijke behoefte, te wonen. Zodra er passende zorg of (informele) ondersteuning nodig is zorgen we dat deze toegankelijk is voor degenen die het nodig hebben. We zetten daarbij interventies in op het gebied van:

    • a.

      Mantelzorgondersteuning en het bieden van respijtzorg

    • b.

      Voorkomen en verminderen van eenzaamheid

    • c.

      Dementievriendelijke gemeente

    • d.

      Valpreventie

    • e.

      Beschikbaarheid voorzieningen en verschillende woonvormen

  • 2.

    We versterken de mentale weerbaarheid en het vermogen om te gaan met fysieke, emotionele en sociale levensuitdagingen bij jeugdigen, jongvolwassenen en hun omgeving door in te zetten op het vergroten van de eigen kracht en veerkracht.

    • a.

      Kinderen en jongeren ervaren minder prestatiedruk. Iedereen mag er zijn en is goed zoals die is. We hebben daarbij oog voor (neuro) diversiteit bij mensen.

    • b.

      We zetten in op een warme overdracht bij het begeleiden van jongeren in een kwetsbare situatie naar zelfstandigheid

    • c.

      We zetten in op het vergroten van het sociale netwerk van jeugdigen, jongvolwassenen en hun omgeving

  • 3.

    We zetten in op het vergroten van geluk en levensvoldoening/zingeving voor alle inwoners door middel van onze culturele, sociale en fysieke voorzieningen en de natuurlijke buitenruimte. We bevorderen een gezonde leefstijl door de keuze hiervoor toegankelijk te maken op het gebied van:

    • a.

      Rookvrije generatie

    • b.

      Middelengebruik tegengaan voor en met jongeren

    • c.

      Sport en bewegen stimuleren

    • d.

      Gezonde voeding stimuleren

    • e.

      Mediawijsheid en gamegedrag

    • f.

      We houden rekening met sociaal-economische gezondheidsverschillen en zetten waar nodig wijkgericht (in en met de wijk) in.

  • 4.

    We zetten in op domeinoverstijgende samenwerking met aanbieders in het medisch domein, huisartsenzorg, wooncorporaties en de lokale formele en informele organisaties

 

3.3.3 Leefbaar en ondernemend Woerden

 

3.3.3.1 Maatschappelijke opgave

Alle inwoners doen mee naar vermogen en worden ondersteund waar nodig in eigen wijk of dorp.

 

3.3.3.2 Maatschappelijke doelen

  • 1.

    De (inrichting van de) fysieke woon- en leefomgeving nodigt uit tot sporten, bewegen en ontmoeten en bevordert de zelf- en samenredzaamheid. De leefomgeving draagt daarmee bij aan het bevorderen van de veerkracht en gezondheid van inwoners.

    • a.

      Sociale, culturele, educatieve, informatieve en fysieke voorzieningen en de natuurlijke buitenruimte dragen bij aan het vergroten van de kwaliteit van leven van inwoners. De inrichting nodigt uit tot meedoen, verhogen van de leefbaarheid in onze wijken en dorpen en het versterken van sociale netwerken van inwoners

    • b.

      Voorzieningen zijn afgestemd op de behoefte per wijk/dorp.

    • c.

      Bewegen dient een preventief doel. Iedereen kan sporten en bewegen en wordt gezien en gehoord bij sportverenigingen.

    • d.

      Iedereen kan cultuur beleven en uiten. Cultuur versterkt creatieve vermogens en de veerkracht van inwoners.

  • 2.

    In elke wijk of dorp zijn laagdrempelige, gastvrije en integrale ontmoetingsplaatsen op loop- of fietsafstand waar functies met elkaar zijn verbonden en waar kinderen, jongeren en volwassenen terecht kunnen voor ontmoeting, activiteiten, informatie, advies en ondersteuning

    • a.

      De programmering en activiteiten worden voor en door kinderen, jongeren en volwassenen georganiseerd.

    • b.

      Advies en hulpverlening is afgestemd op de behoefte v/d wijk of dorp. Deze richt zich op het vergroten van eigen regie en veerkracht van de inwoners.

    • c.

      Ook schoollocaties worden benut. Er is een goede verbinding en samenwerking met de bibliotheek en/of andere cultureel-maatschappelijke organisaties.

  • 3.

    Er is een sterke lokale ondersteuningsstructuur in wijk en dorp. Alle inwoners voelen zich veilig thuis in elke wijk en elk dorp. Advies, ondersteuning en voorzieningen zijn erop gericht om de zelfredzaamheid, samenredzaamheid en kwaliteit van leven te vergroten en de veerkracht van deze inwoners te verhogen.

    • a.

      Inwoners kennen en respecteren elkaar, zien naar elkaar om en helpen elkaar waar dat nodig is.

    • b.

      Informele organisaties worden ondersteund in het vinden, werven en binden van vrijwilligers.

    • c.

      Inwonersinitiatieven die bijdragen aan de maatschappelijke doelen worden ondersteund en waar nodig gefaciliteerd.

    • d.

      Er is een stevig lokaal netwerk aanwezig en een sterke (pedagogische) sociale basis afgestemd op de behoefte van diverse doelgroepen per wijk/dorp. Deze (pedagogische) sociale basis bestaat uit basisvoorzieningen zoals opvang, onderwijs, welzijn, jongerenwerk, sport, cultuur en (jeugd)gezondheidszorg. Hierbij wordt de verbinding gezocht met en gebruik gemaakt van inzet/expertise van: ondernemers, bedrijfsleven, instellingen en centra voor zingeving.

    • e.

      Er is laagdrempelige advies, informatie en ondersteuning over mentaal welbevinden, zingeving, meedoen, vrijetijdsbesteding, kwaliteit van leven, opvoeden, opgroeien, zorg en ondersteuning beschikbaar in elke wijk of dorp. Deze informatie, advies en ondersteuning is beschikbaar, vindbaar en dichtbij met daarbij oog voor toegankelijkheid van informatie voor meerdere doelgroepen.

    • f.

      Formele en informatie organisaties en Woerden Wijzer zijn vindbaar en zonodig fysiek aanwezig op ontmoetingsplaatsen en/of bij vindplaatsen zoals onderwijs en huisartsen. De samenwerking tussen al deze partijen is versterkt

    • g.

      Advies- en hulpverlening is afgestemd op behoeften en gericht op het verhogen van de eigen regie en veerkracht.

  • 4.

    Door een betere aansluiting/verbinding van zorg en veiligheid creëren we meer vroegsignalering, preventie en duurzame interventies

    • a.

      Er is een effectieve en integrale aanpak ontwikkeld voor langdurige en complexe problematiek bij gezinnen en inwoners.

    • b.

      Er is een betere aansluiting tussen veiligheid en zorg om tijdig (passende) ondersteuning te bieden aan jongeren.

 

4. Subsidieproces

4.1 Algemene subsidieproces

De gemeenteraad stelt jaarlijks de programmabegroting vast, waarin de prioriteiten van de gemeente en de financiën zijn vastgesteld. Deze begroting vormt het uitgangspunt. De inhoud die onder de begroting ligt, sluit aan op de maatschappelijk opgaven van de gemeente. Ook het beschikbare budget voor de subsidies wordt jaarlijks in de begroting opgenomen. Binnen deze budgetten kan een subsidieplafond worden vastgesteld door het college. Dat is het maximale bedrag wat voor deze maatschappelijke opgave beschikbaar wordt gesteld. Dit kan als gevolg hebben dat niet alle subsidieaanvragen gehonoreerd kunnen worden.

Het subsidieproces is onderverdeeld in vier fasen: aanvragen, verlenen, monitoren en vaststellen, en vindt plaats op basis van de ASV.

Daarbij gelden de volgende aanvullingen:

 

Categorieën

Op grond van de ASV wordt een subsidie toegekend in een van de drie onderstaande categorieën:

● Categorie 1. Subsidies lager dan € 10.000

● Categorie 2. Subsidies tussen de € 10.000 en € 50.000

● Categorie 3. Subsidies hoger dan € 50.000

 

Subsidievormen

Er zijn verschillende subsidievormen: eenmalige, jaarlijkse of meerjarige subsidies.

 

Processtappen in hoofdlijnen

1. Aanvragen

Een aanvraag wordt ingediend tussen 1 juli en 1 september voorafgaand aan het jaar of de jaren waarop de aanvraag betrekking heeft.

 

2. Beoordeling en toekenning

De gemeente toetst de subsidieaanvraag aan de bepalingen in de ASV, de subsidieregeling algemene voorzieningen Sociaal Domein 2023 en het beoordelingsformulier zoals weergegeven in bijlage 3 (categorie 1) of bijlage 4 (categorie 2 en 3). De gemeente spant zich in om voor 1 december, maar uiterlijk 31 december een besluit te nemen. In de tabel hieronder worden de processtappen toegelicht.

 

( red: 3. Ontbreekt)

 

4. Monitoring, verantwoording, beoordeling en vaststelling

Subsidieaanvragers verantwoorden de uitvoering van de activiteiten en de besteding van het subsidiebedrag volgens onderstaande tabel even. De gemeente beoordeelt en stelt de subsidie vast conform de bepalingen in de ASV.

 

5. Controlesteekproef

Het college gaat uit van vertrouwen. Echter kan de gemeente op basis van een steekproef alsnog de verantwoordingsgegevens opvragen bij minimaal 10% van de verleende subsidies bij organisaties in alle categorieën. Met deze steekproef toetst de gemeente de doelmatige en rechtmatige besteding van het subsidiebudget. Voor elke organisatie betekent dit dat zij te allen tijde de gegevens beschikbaar moet hebben.

 

Categorie 1Subsidies lager dan € 10.000,-

Categorie 2Subsidies tussen € 10.000,- en €50.000,-

Categorie 3Subsidies hoger dan € 50.000,-

Subsidieaanvragen

Aanvraagformulier categorie 1, de gevraagde gegevens worden vermeld.

Controlelijst categorie 2 en 3, de gevraagde gegevens en informatie worden vermeld in de aanvraag inclusief kosten- en inkomstenoverzicht.

Controlelijst categorie 2 en 3, de gevraagde gegevens en informatie worden vermeld in de aanvraag inclusief volledige begroting.

Beoordeling

Subsidieaanvragen worden beoordeeld aan de hand van beoordelingsformulier categorie 1.

Subsidieaanvragen worden beoordeeld aan de hand van beoordelingsformulier categorie 2 & 3.

Subsidieaanvragen worden beoordeeld aan de hand van beoordelingsformulier categorie 2 & 3.

Toekenning

Subsidieverlening en subsidievaststelling vallen samen, tenzij anders vermeld bij de toekenning. Wanneer nodig kan een uitvoeringsovereenkomst worden opgesteld.

Meerjarensubsidie krijgen bij toekenning zowel een beschikking als een uitvoeringsovereenkomst (uvo). In de uvo staan de eventuele meerjarenafspraken.

Meerjarensubsidie krijgen bij toekenning zowel een beschikking als een uitvoeringsovereenkomst (uvo). In de uvo staan de eventuele meerjarenafspraken.

Tussentijdse monitoring

Geen tussenevaluatie.

Tweemaal: een tussenevaluatie en eindverantwoording gesprek.

Viermaal inclusief tussenevaluatie en eindverantwoording gesprek. Inhoudelijk en financiële tussenrapportage over de maanden januari tot en met mei van het betreffende subsidiejaar is verplicht.

Verantwoording en vaststelling

Geen financiële of inhoudelijke verantwoording, mits er geen aanleiding toe is.

Uiterlijk 1 mei van het jaar na het subsidiejaar wordt de inhoudelijke en financiële (kosten en inkomstenoverzicht) verantwoording ingediend.

Uiterlijk 1 mei van het jaar na het subsidiejaar wordt de inhoudelijke en financiële (jaarrekening) verantwoording ingediend. Bij categorie 3 is een accountantsverklaring over de rechtmatige besteding verplicht.

 

4.2 Slotbepalingen

 

4.2.1 Weigeringsgronden

Onverminderd artikel 9 van de Algemene subsidieverordening gemeente Woerden kan subsidieverlening worden geweigerd als:

  • 1.

    Niet voldaan wordt aan hetgeen in deze subsidieregeling gesteld is.

  • 2.

    Al subsidie is verleend voor de activiteiten waar subsidie voor aangevraagd is.

4.2.2 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere omstandigheden afwijken van de bepalingen in deze subsidieregeling of de strikte toepassing hiervan versoepelen.

4.2.3 Inwerkingtreding en intrekking

Deze subsidieregeling treedt de dag na bekendmaking in werking. Tegelijkertijd wordt de “Subsidieregeling algemene voorzieningen sociaal domein gemeente Woerden” ingetrokken, die is vastgesteld op 7 juli 2020.

4.2.4 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als “Subsidieregeling algemene voorzieningen gemeente Woerden”.

 

Aldus door het college van burgemeester en wethouders besloten in zijn vergadering, gehouden op 27 juni 2023.

Drs. M.H.Brander V.J.H. Molkenboer

Gemeentesecretaris Burgemeester

Bijlagen

 

Onderstaande documenten zijn te vinden op de website van de gemeente Woerden via deze link: https://www.woerden.nl/Subsidie/Maatschappelijke_voorzieningen

Bijlage 1. Integraal beleidskader Maatschappelijke Agenda 2023-2027

Bijlage 2 Jaarlijkse bijstelling maatschappelijke effecten en resultaten

Bijlage 3: Aanvraag- en beoordelingsformulier categorie 1 < €10.000

Bijlage 4: Controle- en beoordelingsformulier categorie 2 en 3 > €10.000

Naar boven