Gemeenteblad van Lingewaard
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lingewaard | Gemeenteblad 2023, 306576 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lingewaard | Gemeenteblad 2023, 306576 | beleidsregel |
Beleidsregel Re-integratie en participatie gemeente Lingewaard 2023-1
Het college van burgemeester en wethouders van Lingewaard heeft op 4 juli 2023 de Beleidsregel Re-integratie en Participatie gemeente Lingewaard 2023-1 vastgesteld.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard.
Beleidsregel Re-integratie en participatie gemeente Lingewaard 2023-1.
Op 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. Deze nieuwe wet geeft gemeenten de opdracht om mensen te helpen bij werk en arbeidsinschakeling en om bijstand te verlenen aan diegenen, die niet zelf in hun bestaan kunnen voorzien. Tevens is de uitvoering van de Participatiewet er op gericht mensen met of zonder arbeidsbeperking te ondersteunen bij het vinden van werk.
Uitgangspunt is dat een traject of een voorziening alleen zal worden ingezet als de gemeente van oordeel is, dat het vinden van duurzame, algemeen geaccepteerde arbeid zonder deze instrumenten (voorziening, begeleiding en/of scholing) niet mogelijk is.
In dit document is het Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Lingewaard 2015 leidend, andere verwijzingen worden apart aangegeven.
Met ingang van de Participatiewet per 1 januari 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor re-integratie van:
1 Niet-uitkeringsgerechtigde: de persoon jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd, die als werkloze werkzoekende staat geregistreerd bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en die geen recht heeft op arbeidsondersteuning op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten of een uitkering op grond van deze wet of de Werkloosheidswet, de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Toeslagenwet, de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria, de Algemene nabestaandenwet dan wel een uitkering op grond van een regeling, die met deze wetten naar aard en strekking overeenstemt’.
Artikel 3 Nieuwkomers en inburgeringsactiviteiten
Bij het re-integratie aanbod van nieuwkomers houden wij rekening met:
Artikel 4 Nuggers (Niet Uitkering Gerechtigden)
Bij de re-integratie van inwoners, met een uitkering van de niet-uitkeringsrechtigde (Nuggers), hanteren wij de volgende uitgangspunten:
Artikel 5 Re-integratie instrumenten, -voorzieningen en trajectplan
Re-integratie instrumenten zijn activiteiten, gericht op herintreding in het arbeidsproces. Re-integratie- instrumenten worden ingezet om uitval te voorkomen of re-integratie te bewerkstelligen. Het is evident, dat de inzet van instrumenten moet aansluiten bij de gesignaleerde problemen om aan het werk te komen.
Re-integratievoorzieningen zijn kostensoorten, die de werknemer met beperkingen nodig heeft voor de uitvoering van een functie. Bijvoorbeeld zoals een inrichting van arbeidsplaats voor productie- en/of werkmethode, de bij arbeid vanwege arbeidsongeschiktheid te gebruiken hulpmiddelen op de werkplek of werkplekaanpassing, persoonlijke ondersteuning ter compensatie van de beperkingen, speciale vervoer etc. Voor de belanghebbende met beperking zal hiervoor ook een beroep worden gedaan op vergoedingen van het UWV, als voorliggende voorziening.
Re-integratieinstrumenten zijn bedoeld voor uitkeringsgerechtigden, Nuggers en werknemers, die in aanmerking komen voor een gesubsidieerde baan. Zij maken aanspraak op ondersteuning van de gemeente bij hun re-integratie.
Re-integratie afspraken leggen we vast in een trajectplan.
Dit trajectplan beschrijft welke instrumenten gericht op arbeidsinschakeling ingezet c.q. aangeboden worden, evenals de daaraan verbonden rechten en plichten voor de belanghebbende. Ook wordt het beoogde einddoel in het trajectplan opgenomen. Het trajectplan maakt onderdeel uit van de beschikking. Wanneer de kandidaat het niet eens is met het plan kan de kandidaat hiertegen bezwaar maken.
Onvoldoende inspanning trajectafspraken trajectplan:
Voor Nuggers, die zich onvoldoende inspannen kan de Maatregelenverordening Participatiewet Gemeente Lingewaard 2015 niet worden toegepast. Wel moet vooraf overwogen worden om een boetebeding in het trajectplan op te nemen (zie toelichting bij terugvorderingsmogelijkheid bij punt 14 van dit document).
Artikel 6 Tegenprestatie naar vermogen, richtlijn B 163
De gemeente Lingewaard meent, dat de tegenprestatie voor uitkeringsgerechtigden een gelegenheid is om te blijven participeren in de samenleving en om een sociaal netwerk arbeidsritme en regelmaat te behouden.
Vrijwilligerswerk is werk, dat belanghebbende onbetaald en onverplicht doet, voor anderen of voor de samenleving. Het is niet precies te zeggen wat wel en wat geen vrijwilligerswerk is.
In het algemeen gelden de volgende voorwaarden voor vrijwilligerswerk:
Er is sprake van een vrijwilligersvergoeding als de vergoeding niet in verhouding staat tot de omvang en het tijdsbeslag van het werk. De vergoeding moet het karakter hebben van een onkostenvergoeding.
Daarnaast gelden de volgende aanvullende voorwaarden:
De maximale vergoeding van € 95,- per maand en € 1.500,- per jaar mag niet worden overschreden. De bedragen worden aangepast/komen overeen met de jaarlijkse fiscale vrijlatingsbedragen. Zie Externe link: https://vrijwilligerswerk.nl/vrijwilligersvergoeding).
De maximumbedragen gelden voor het totaal van de vergoedingen. Denk bijvoorbeeld ook aan de vergoedingen in natura zoals het verstrekken van sportkleding en eventuele reiskostenvergoedingen. Als de maximale normbedragen worden overschreden, dient de vrijwilliger/ belanghebbende de vergoeding op te geven aan de gemeente.
Overzicht vrijgelaten middelen artikel 31, lid 2 van de Participatiewet (januari 2016).
Vrijgelaten middelen (art 31, lid 2 van de Participatiewet).
Voor werknemers, die zelfstandig niet het volledige minimumloon kunnen verdienen, kunnen werkgevers een loonkostensubsidie krijgen via de gemeente. De subsidie is een compensatie voor het feit, dat de werknemer een verminderd arbeidsvermogen heeft en bedraagt het verschil tussen de loonwaarde van de medewerker en het wettelijk minimumloon. Er dient onderscheidt te worden gemaakt tussen:
De loonkostensubsidie voor de mensen die geen WML kunnen verdienen wordt bepaald in artikel 13 van de Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Lingewaard 2015 en wordt betaald vanuit de BUIG middelen.
Regionale werkprocesafspraken loonkostensubsidie WML
Artikel 9 Mandaat/voorziening/instrument
Voor het inzetten van voorzieningen en instrumenten is de mandaatregeling leidend.
De klantmanager bepaalt, namens het college, welk instrument en/of voorziening er worden ingezet, met welk doel en voor hoelang.
Als het om inschakelen van externe partijen gaat, dan geldt de volgende regel: tot € 5.000,- bepalen de klantmanagers zelf de mogelijkheden bij duurdere trajecten en vindt er overleg plaats met de coördinator werk (Mandaatregeling 2015/artikel 6b/1d).
Artikel 10 Beperkte aanspraak op voorzieningen/instrumenten
Bij de aanspraak op voorzieningen/instrumenten gelden een tweetal beperkingen:
Maatwerk blijft als individualiseringsmogelijkheid
In artikel 2 lid 3 van de Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Lingewaard 2015 is tevens opgenomen, dat rekening gehouden wordt met de omstandigheden en functionele beperkingen van een belanghebbende.
Voorbeeld zorgtaken ten laste komende kinderen tot vijf jaar:
De alleenstaande ouder met inkomsten uit alimentatie boven bijstandsniveau. Omdat alimentatie na een periode ophoudt, kan het, ondanks dat het inkomen de bijstandsnorm overschrijdt, gewenst zijn de re-integratie te ondersteunen om te voorkomen dat de belanghebbende t.z.t. in de bijstand terechtkomt.
Artikel 11 Ontheffing van verplichtingen richtlijn B 030
De Participatiewet legt in beginsel iedereen de verplichting op om, naar vermogen, algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen en te aanvaarden. Door geen beperkende voorwaarden te stellen aan aard en omvang van het werk en aan de aansluiting op opleiding en ervaring, wordt bereikt dat een eventueel beroep op inkomensondersteuning zo kort mogelijk is.
De gemeente voert een beleid, dat er naar passend werk zal worden gestreefd. Ook de omstandigheden zullen van zwaarwegende invloed zijn. (geholpen willen worden c.q. geholpen kunnen worden).
Deze richtlijn bevat informatie over de ontheffing van de arbeidsverplichting in artikel 9 en artikel 9a van de Participatiewet. Indien er dringende redenen aanwezig zijn, kan in individuele gevallen tijdelijk geheel of gedeeltelijk ontheffing worden verleend.
Te allen tijde zal de duur en de reden van de tijdelijke ontheffing vermeld moeten worden in een beschikking.
Voorbeelden van individualiseringsmogelijkheden zijn:
De ingezette instrumenten/voorzieningen, die zijn ingezet, kunnen om een aantal redenen worden
beëindigd. Het is aan de casemanager om gemotiveerd te beoordelen of hiervan sprake is. De beëindiging vindt altijd plaats in overleg met het re-integratiebedrijf, dat het trajectplan uitvoert.
De voorziening/instrument kan worden beëindigd:
Bij het niet nakomen van de overeengekomen en vastgelegde trajectverplichtingen wordt in beginsel een maatregel toegepast. Wanneer de trajectverplichtingen door eigen toedoen niet nagekomen worden en/of een maatregel de belanghebbende onvoldoende motiveert:
Artikel 14 Terugvordering (juridisch advies Schulinck/A. Piepers 10 februari 2016)
De Participatiewet biedt geen grondslag om trajectkosten terug te vorderen. De kosten van het traject zijn namelijk rechtstreeks voldaan aan de aanbieder en in die zin ook niet onverschuldigd aan de belanghebbende betaald. Vandaar dat er geen grondslag voor terugvordering is.
De enige mogelijkheid is om een boetebeding op te nemen bij de overeenkomst, die het college met de Nugger aangaat. Vooraf moet een dergelijk beding bij de overeenkomst worden afgesproken. Het op straffe van niet nakoming/voortijdig afbreken van het traject een boete opleggen, kan wellicht de stok achter de deur zijn. In de overeenkomst leggen we daarom schriftelijk vast dat 100% van het benadelingsbedrag als boete opgelegd wordt bij het niet nakomen van de verplichtingen.
In betreffende gevallen voorziet de verordening in de grondslag om het traject te beëindigen.
Kosten, die verband houden met re-integratie, worden verwervingskosten genoemd. Het gaat om kosten die gemaakt worden om je beroep te kunnen uitoefenen zoals :reiskosten (woon-werkverkeer) of kosten, die het gevolg zijn van het verwerven of aanvaarden van werk.
Dit vergoeden we vanuit het Participatiebudget.
In zijn algemeenheid behoren reiskosten woon-werkverkeer tot de algemene bestaanskosten. Als uitgangspunt gaan we er bovendien vanuit, dat de werkgever voor een vergoeding woon-werkverkeer zorgt. Als er echter door het maken van reiskosten daarmee het inkomen daalt tot onder bijstandsniveau, kan er sprake zijn van bijzondere omstandigheden, die in het individuele geval leiden tot bijzondere noodzakelijke kosten.
Als het vervoer noodzakelijkerwijs per eigen auto moet plaatsvinden, dan geldt een kilometer vergoeding van € 0,19 per kilometer. (conform. Kilometervergoeding, welke door een werkgever belastingvrij vergoed mag worden). Tarief voor vervoer per bromfiets of scooter is 50% van de hiervoor gestelde vergoeding van € 0,19 per kilometer.
Voor personen, die gebruik maken van het reizen per openbaar vervoer, zijn de kosten van aanschaf van een OV-chipkaart noodzakelijke kosten van het bestaan, maar kunnen niet worden aangemerkt als bijzondere kosten. Immers het betreft een algemene regeling, die geldt voor alle Nederlanders, die met het openbaar vervoer reizen. Hierdoor is er in het individuele geval geen sprake van een bijzondere situatie. De aanschafkosten voor een OV-chipkaart worden daardoor geacht redelijkerwijs te kunnen worden betaald uit een inkomen op minimumniveau.
Reizen per openbaar vervoer - OV-chipkaart
Voor de aanschafkosten van een OV-chipkaart wordt ook geen bijzondere bijstand verstrekt.
Reiskosten en hoe vast te stellen
In het geval de reiskosten - voor het reizen per openbaar vervoer - moeten worden vastgesteld, omdat deze worden vergoed uit een traject of anderszins, geldt de volgende regeling:
voor dagelijks en regelmatig gebruik per openbaar vervoer (wat kan variëren van elke dag, eens per week tot eens per maand) is het uitgangspunt dat er gereisd wordt met de persoonlijke OV-chipkaart. De reiskosten kunnen desgevraagd worden aangetoond via "mijn OV-chipkaart". Op basis daarvan wordt de vergoeding vastgesteld (achteraf);
voor incidenteel vervoer per openbaar vervoer. (= waaronder wordt verstaan eens per kwartaal) is het gebruik van een wegwerpkaart toegestaan. De reiskosten worden dan vastgesteld op basis van de informatie via Externe link: www.9292ov.nl;
als de te vergoeden reiskosten van te voren moeten worden vastgesteld en uitbetaald dan vindt vaststelling plaats op basis van de informatie via Externe link: www.9292ov.nl;
Artikel 16 Buitengewone verwervingskosten
In bijzondere situaties kunnen er dusdanige verwervingskosten zijn, dat daar rekening mee gehouden moet worden. In die gevallen kan een vergoeding uit het participatiebudget worden verstrekt. Hierbij kan gedacht worden aan werkkleding, die niet of slechts voor een deel vergoed wordt door de werkgever.
Vergoeding is mogelijk voor representatieve kleding en bedrijfskleding, incl. werkschoenen en bezoek aan kapper ten behoeve van:
Is de vergoeding van derden hoger dan de werkelijke kosten dan wordt de eventuele hogere vergoeding vrijgelaten.
De vergoeding is eenmalig en bedraagt maximaal € 100,- (forfaitair/ prijspeil 2016).
Een vergoeding kan verstrekt worden voor overige beroepskosten ten behoeve van: (opsomming is niet limitatief):
De vergoeding is eenmalig en bedraagt maximaal € 100,- (forfaitair/ prijspeil 2016).
Oppaskosten / kinderopvangkosten
Zie afzonderlijke beleidsregels tegemoetkoming eigen bijdrage kinderopvang./regeling Sociaal Medische Indicatie.
Reiskosten schoolgaande kinderen (is maatwerk en valt onder bijzondere bijstand)
Kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking (algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan), omdat de dichtstbijzijnde school (basis of voorgezet en vervolg beroepsonderwijs) altijd binnen fietsafstand ligt gezien de geografische ligging van de gemeente Lingewaard ten opzichte van Arnhem en Nijmegen. Voor het bijzonder onderwijs is een specifieke regelgeving van toepassing via leerlingenvervoer/doelgroepenvervoer.
Zoals altijd bij de beoordeling van bijzondere bijstand is afwijken van de algemene regel mogelijk op basis van maatwerk (individuele beoordeling).
Leerplichtige nieuwkomers, die de taal nog niet voldoende machtig zijn en/of onvoldoende in staat zijn om veilig aan het verkeer te kunnen deelnemen, kunnen tijdelijk een vergoeding krijgen vanuit de bijzondere bijstand op basis van kosten openbaar vervoer.
Artikel 17 Premiekortingen Bedrijven
Voor actuele mogelijkheden en bedragen verwijzen we naar de site van de belastingdienst:
Externe link: http://www.regelhulpenvoorbedrijven.nl/premiekortingen
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-306576.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.