Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- 1.
college: college van burgemeester en wethouder van de gemeente Leeuwarden;
- 2.
energietransitie: overgang van het gebruik van fossiele energiebronnen naar duurzame energiebronnen;
- 3.
transitievisie warmte: door het college vastgestelde visie voor het duurzaam aardgasvrij verwarmen van en koken in de gebouwde omgeving.
Artikel 2 Doel
De subsidie heeft tot doel het stimuleren van het opstarten, ontwikkelen en versnellen van projecten op het gebied van energietransitie, om zo de ambitie te behalen om in 2030 60% minder CO2 uit te stoten dan in 1990 en in 2050 onafhankelijk te zijn van fossiele brandstoffen, waaronder aardgas.
Artikel 3 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor het vormgeven en uitvoeren van een project op het gebied van energiebesparing, duurzame energieopwekking of energieopslag in de gemeente Leeuwarden.
Artikel 4 Doelgroep
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan stichtingen, coöperaties of verenigingen die statutair gevestigd zijn in de gemeente Leeuwarden.
Artikel 5 Subsidieplafond
Het subsidieplafond voor deze regeling bedraagt € 200.000.
Artikel 6 Aanvraagperiode
Een aanvraag voor subsidie dient te zijn ontvangen voor 31 december 2025.
Artikel 7 Aanvraag
Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend door middel van een door het college beschikbaar gesteld aanvraagformulier en gaat vergezeld van de daarin genoemde bescheiden.
Artikel 8 Weigeringsgronden
Subsidie wordt in ieder geval geweigerd voor zover:
- 1.
de aanvrager niet valt binnen de in artikel 4 bedoelde doelgroep van de regeling;
- 2.
de aanvraag is ontvangen buiten de in artikel 6 genoemde termijn;
- 3.
de aangevraagde activiteiten plaatsvinden buiten de gemeente Leeuwarden;
- 4.
de activiteit naar het oordeel van het college niet of onvoldoende voldoet aan de in artikel 2 genoemde doelstelling van de regeling of een of meerdere van de in artikel 9 genoemde toetsingscriteria;
- 5.
de te verstrekken subsidie minder dan € 750 bedraagt;
- 6.
aan de aanvrager op het moment van ontvangst van de aanvraag voor een project in hetzelfde kalenderjaar binnen dezelfde categorie als bedoeld in artikel 9 reeds subsidie is verstrekt op grond van deze regeling, behoudens de situaties als bedoeld in artikel 16;
- 7.
de activiteiten naar het oordeel van het college financieel of praktisch onuitvoerbaar zijn;
- 8.
de activiteiten zijn uitgevoerd voordat de aanvraag is ontvangen.
- 9.
het subsidieplafond bereikt is.
Artikel 9 Toetsingscriteria
In deze subsidieregeling worden de volgende categorieën aanvragers onderscheiden, die aan de volgende criteria dienen te voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen:
- a.
duurzame beginners:
- 1.
de aanvraag is ingediend door twee of meer wijk- of dorpsbewoners, verenigd in een stichting, vereniging of coöperatie, al dan niet in oprichting;
- 2.
er zijn ten minste twintig huishoudens als deelnemer verbonden aan het project; en
- 3.
het project past binnen de kaders van de transitievisie warmte of de Leeuwarder Energie Agenda;
- b.
duurzame doorzetters:
- 1.
de aanvraag wordt ingediend door een stichting, coöperatie of vereniging, niet zijnde in oprichting;
- 2.
er zijn ten minste dertig huishoudens als deelnemer verbonden aan het project;
- 3.
het project bevat collectieve meerwaarde die moet blijken uit het feit dat het project makkelijk opschaalbaar of dupliceerbaar is; en
- 4.
het project past binnen de kaders van de transitievisie warmte of de Leeuwarder Energie Agenda;
- c.
duurzame koplopers:
- 1.
de aanvraag wordt ingediend door een stichting, coöperatie of vereniging, niet zijnde in oprichting;
- 2.
er zijn ten minste vijftig huishoudens als deelnemer verbonden aan het project;
- 3.
het project past binnen de kaders van de transitievisie warmte of de Leeuwarder Energie Agenda; en
- 4.
het project bevat collectieve meerwaarde, die moet blijken uit het feit dat het project makkelijk opschaalbaar of dupliceerbaar is;
- d.
duurzame experts:
- 1.
de aanvraag wordt ingediend door een stichting, coöperatie of vereniging, niet zijnde in oprichting;
- 2.
de aanvrager heeft aantoonbare ervaring met het opzetten en uitvoeren van grotere projecten met als doel energiebesparing, duurzame energieopwekking of energieopslag;
- 3.
er zijn ten minste vijftig huishoudens als deelnemer verbonden aan het project;
- 4.
aanvrager laat middels gespreksverslagen zien dat er voorafgaand aan de aanvraag minimaal twee gesprekken hebben plaatsgevonden met de betrokken energie-ambtenaar van de gemeente over de opzet van het projectplan, waarbij die gesprekken niet langer dan zes maanden voorafgaand aan ontvangst van de subsidieaanvraag plaats hebben gevonden en moeten zijn afgerond met een positief advies van de energieambtenaar voor het uitvoeren van de activiteiten;
- 5.
het project past binnen de kaders van de transitievisie warmte of de Leeuwarder Energie Agenda; en
- 6.
het project is aanvullend op het huidige aanbod binnen de gemeente Leeuwarden.
Artikel 10 Subsidiabele kosten
- 1.
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie, komen uitsluitend voor subsidie in aanmerking:
- a.
advies-, proces- en ontwikkelkosten;
- b.
- c.
- d.
kosten voor juridisch advies;
- e.
kosten voor de uitvoering van fysieke maatregelen.
- 2.
Kosten als bedoeld in het eerste lid, onder e, komen slechts voor subsidie in aanmerking, voor zover zij minder bedragen dan 20% van de totale kosten.
Artikel 11 Niet subsidiabele kosten
Kosten die niet rechtstreeks aan het project zijn toe te rekenen, komen niet voor subsidie in aanmerking.
Artikel 12 Subsidiehoogte
De hoogte van de subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten, voor zover die
redelijk en noodzakelijk zijn in relatie tot het doel van deze regeling, tot een maximum van:
a. € 2.500 voor de in artikel 9, onder a bedoelde categorie;
b. € 7.500 voor de in artikel 9, onder b bedoelde categorie;
c. € 12.500 voor de in artikel 9, onder c bedoelde categorie;
d. € 25.000 voor de in artikel 9, onder d bedoelde categorie.
Artikel 13 Verdeelsystematiek
1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de subsidieaanvragen, waarbij de datum waarop de aanvraag volledig is, geldt als datum van binnenkomst.
2. Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.
Artikel 14 Verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger is verplicht :
- 1.
Om een eindproduct op te leveren bestaande uit een plan van aanpak en eindrapportage. Deze eindrapportage mag door de gemeente vrijelijk verspreid worden.
Artikel 15 Bevoorschotting en betaling
- 1.
De subsidie als bedoeld in artikel 12, onder a, wordt zonder voorafgaande subsidieverlening vastgesteld en uitbetaald.
- 2.
Het voorschot van subsidies als bedoeld in artikel 12, onder b tot en met d bedraagt 80% van het verleende subsidiebedrag en wordt verstrekt tegelijkertijd met de subsidieverlening.
Artikel 16 Wijziging subsidie
- 1.
De subsidievaststellingbeschikking voor een subsidie als bedoeld in artikel 9, onder a, kan op verzoek van de subsidieontvanger worden vervangen door een subsidieverleningsbeschikking voor een subsidie als bedoeld in onderdeel b van dat artikel.
- 2.
Een verzoek als bedoeld in het vorige lid wordt getoetst aan de criteria als genoemd in artikel 9 onder b.
- 3.
De subsidieverleningsbeschikking voor een subsidie als bedoeld in artikel 9, onder b, kan, indien de subsidie nog niet is vastgesteld, op verzoek van de subsidieontvanger worden gewijzigd naar een subsidieverleningsbeschikking voor een subsidie als bedoeld in onderdeel c of d van dat artikel.
- 4.
Een verzoek als bedoeld in het vorige lid wordt getoetst aan de criteria als genoemd in artikel 9 onder c, respectievelijk onder d.
- 5.
De subsidieverleningsbeschikking voor een subsidie als bedoeld in artikel 9, onder c, kan, indien de subsidie nog niet is vastgesteld, op verzoek van de subsidieontvanger worden gewijzigd naar een subsidieverleningsbeschikking voor een subsidie als bedoeld in onderdeel d van dat artikel.
- 6.
Een verzoek als bedoeld in het vorige lid wordt getoetst aan de criteria als genoemd in artikel 9 onder d.
- 7.
Een verzoek als bedoeld in het eerste, derde en vijfde lid wordt slechts gehonoreerd indien zij betrekking heeft op activiteiten in hetzelfde kalenderjaar als de oorspronkelijke aanvraag.
Artikel 17 Prestatieverantwoording
- 1.
De ontvanger van een subsidie als bedoeld in artikel 12, aanhef en onder b tot en met d, dient binnen 10 weken na uitvoering van de activiteiten een verzoek tot vaststelling in bij het college.
- 2.
Het verzoek tot vaststelling bevat in ieder geval:
- a.
en inhoudelijke beschrijving van de uitgevoerde activiteiten zoals die in het plan van aanpak staan beschreven, die door de gemeente ook gebruikt mag worden voor kennisdeling; en
- b.
een financieel verslag, op dezelfde wijze gecategoriseerd als de bij de aanvraag overgelegde begroting en toegelicht per post.
Artikel 18 Hardheidsclausule
Het college kan de bepalingen gesteld bij of krachtens deze subsidieregeling buiten
toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing, gelet op de doelstelling van
deze subsidieregeling, naar haar oordeel leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 19 Inwerkingtreding
- 1.
Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van bekendmaking.
- 2.
Deze subsidieregeling vervalt op 1 januari 2026, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op aanvragen die voor die datum zijn ontvangen.
Artikel 20 Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling duurzame dorpen en wijken 2023.