Gemeenteblad van Bronckhorst
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Bronckhorst | Gemeenteblad 2023, 296341 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Bronckhorst | Gemeenteblad 2023, 296341 | beleidsregel |
Omgevingsprogramma Werklocaties
Ruimte voor economische ontwikkeling
In het Regionaal Programma Werklocaties (RPW) hebben de Achterhoekse gemeenten en de provincie Gelderland de behoefte aan bedrijfslocaties geanalyseerd en gekwantificeerd. Het RPW is in juli 2019 door de gemeenteraad van Bronckhorst vastgesteld. Hoofddoel van het RPW is het faciliteren van de ruimtebehoefte van het bedrijfsleven. Het gaat om het faciliteren van groei van bedrijven die nu al lokaal gevestigd zijn.
Het RPW biedt een samenhangend pakket aan ontwikkelrichtingen:
De gemeente Bronckhorst geeft uitvoering aan het RPW met behulp van de nieuwe kerninstrumenten uit de Omgevingswet, en wel langs de volgende lijnen:
In februari 2022 heeft de gemeenteraad de Omgevingsvisie vastgesteld. Daarin zijn voor de strategische opgaven van Bronckhorst de hoofdlijnen voor ontwikkeling vastgelegd. Voor een adequate uitvoering van het RPW is samenhang in de uitvoering van groot belang. Alleen zo kan het juiste aanbod aan werklocaties worden aangeboden op de juiste plek en op het juiste moment. Om de samenhang te realiseren gaan we in Bronckhorst werken met een Omgevingsprogramma. Daarmee bieden we enerzijds de benodigde ontwikkelruimte en anderzijds realiseren we de gewenste kwaliteitsimpuls in de fysieke leefomgeving.
Kwaliteitssprong fysieke leefomgeving centraal
In de startnotitie Omgevingsprogramma werklocaties is de volgende ambitie vastgelegd voor het omgevingsprogramma:
We faciliteren het bedrijfsleven met de ruimtevraag door tot 2023, acht hectare aan nieuwe bedrijfslocaties te realiseren als doelstelling uit de vastgestelde RPW. Dit doen we door een zo groot mogelijke meerwaarde te leveren aan landschappelijke kwaliteit, energietransitie, klimaatadaptatie en een innovatief ondernemersklimaat.
Het gaat vooral om het faciliteren van lokale groei van bedrijven die al in Bronckhorst gevestigd zijn. Deze bedrijven zijn een belangrijke sociale en economische pijler in het weefsel van de gemeenschappen van Bronckhorst. 60% van de bedrijven bevindt zich verspreid binnen dat weefsel, 40% is gehuisvest op bedrijventerreinen. Daarnaast willen we waar zich kansen voor doen ook bedrijven van elders ruimte bieden.
Door de vraag naar bedrijvigheid op passende wijze te accommoderen ontstaat er een balans tussen het aantal banen en het aantal woningen. Dat draagt bij aan de economische ontwikkeling en de leefbaarheid in de gemeenschappen van Bronckhorst.
Het proces van opstellen van het omgevingsprogramma werklocaties is vastgelegd in de Startnotitie omgevingsprogramma werklocaties. In oktober 2021 en maart 2022 zijn de programmalijnen uit dit omgevingsprogramma verkennend besproken met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, de agrarische sector en natuur- en milieuorganisaties. In april / mei 2022 is het omgevingsprogramma vervolgens integraal besproken met belanghebbenden. In het najaar 2022 en begin 2023 zijn aanvullende gesprekken gevoerd met ondernemers over de specifieke ruimtevraag per deelgebied in de gemeente.
Na besluitvorming wordt het ontwerp programma ter inzage gelegd zodat eenieder erop kan reageren (zienswijzen).
Richtinggevend kader uit Omgevingsvisie
De omgevingsvisie Bronckhorst 2035 bevat de volgende richtinggevende uitspraken voor de economische ontwikkeling van de gemeente:
Het merendeel van onze bedrijven ligt in het buitengebied. Hier bieden we ruimte voor passende ontwikkelingen met zorg voor de inwoners van het buitengebied en de landschappelijke kwaliteit. Op verspreide locaties in het buitengebied beperken we juist de schaal van niet agrarische bedrijvigheid. Het kan zijn dat bedrijven die willen groeien dat alleen kunnen doen op een bedrijventerrein.
We breiden deze ook uit, om te kunnen voorzien in de bestaande behoefte aan nieuwe locaties. We benutten dit om te investeren in landschappelijke kwaliteit. Ter plekke of elders in de gemeente. Daarbij worden karakteristieke structuren, zoals bomenrijen, opgenomen in de plannen. En het totaal krijgt een landschappelijke inpassing.
Raming van de behoefte aan werklocaties
Voor de gemeente Bronckhorst is in het RPW 2019-2023 in de periode tot 2030 een tekort van 17 – 23 ha bedrijfslocaties (netto uitgeefbaar, dus minus ruimte voor infra en groen) geconstateerd. In deze analyse is een effectieve benutting van bestaande bedrijventerreinen al meegenomen.
Jaarlijks vindt monitoring van de raming van de behoefte plaats (RPW Monitor). Zo wordt de behoefte nauwlettend in de gaten gehouden en is steeds actuele informatie beschikbaar voor onderbouwing en afweging van initiatieven in het licht van de ladder van duurzame verstedelijking. De laatste Monitor (maart 2022) geeft aan dat de stand van zaken per 1-1-22 neer komt op een ruimtevraag van 15-19,9 ha tot 2030. We nemen deze actuele cijfers als uitgangspunt. Medio 2023 volgen nieuwe prognoses, 2023 tot 2030 met doorkijk naar 2040. Deze cijfers zullen worden gebruikt voor het nieuwe RPW. Mogelijk vormt deze actualisatie aanleiding om de afspraken tussen Provincie en regiogemeenten te herijken. Mocht dit zo zijn dan kan het Omgevingsprogramma werklocaties dit opvangen. Het programma is immers een samenhangend en flexibel instrument.
Naast de ramingen in het kader van het RPW maken we gebruik van input van ondernemers zelf. De bijeenkomst mei 2022 en de gesprekken eind 2022 en begin 2023 hebben bijvoorbeeld opgeleverd dat er een specifieke ruimtevraag is per deelgebied in de gemeente. Zo is er in en om Zelhem veel vraag, zijn er in Hengelo concrete ruimtewensen en zijn ondernemers in Steenderen en Baak ook op zoek naar extra ruimte. In Vorden is er beperkte behoefte en in Drempt en omgeving hebben ondernemers ook aangegeven te zoeken naar uitbreidingsmogelijkheden.
In de Omgevingsvisie is vastgelegd dat, door het aanbieden van ruimte voor bedrijvigheid, de verhouding, tussen het aantal banen en woningen, in balans is. Dit versterkt de leefbaarheid in de gemeenschappen. Deze zogenaamde functiemengingsindex bedroeg in 2020: 47,9%, wat inhoudt dat er verhoudingsgewijs iets meer woningen zijn dan banen. Bij 50% is sprake van balans.
Overwegingen bij operationalisatie
De kaders uit de Omgevingsvisie worden in het Omgevingsprogramma werklocaties geconcretiseerd naar operationele doelen en bijbehorende maatregelen. De gemeente Bronckhorst heeft hiertoe onderzoek laten doen (Bureau BUITEN) naar de in het RPW 2019-2023 geraamde ruimtebehoefte en de mogelijkheden om deze in te vullen. Op basis hiervan is een pakket samengesteld van maatregelen dat we als gemeente gaan inzetten om ruimte te creëren voor bedrijfshuisvesting. Aan deze uitwerking liggen de volgende overwegingen ten grondslag.
Herbestemmen en verruimen (VAB locaties en solitaire werklocaties in buitengebied)
In het bestaande omgevingsbeleid van de gemeente Bronckhorst is hergebruik van bestaande opstallen mogelijk, in combinatie met een vereveningsverplichting. In het kader van het RPW 2019-2023 is aanvullend vervangende nieuwbouw, uitbreiding van oppervlakte en samenvoeging van meerdere voormalige agrarische bouwblokken tot een nieuw bouwblok voor één of meerdere kleinschalige bedrijven (een maximale gezamenlijke bedrijfsbebouwing van 5.000m2) mogelijk op goed ontsloten locaties. Dit wordt geacht in overeenstemming te zijn het bepaalde in artikel 2.12 van de Omgevingsverordening Gelderland (december 2018).
In de uitvoeringsafspraken (28 oktober 2019) wordt voorgesteld om aan te sluiten op de condities van het bestaande functieveranderingsbeleid zoals vastgelegd in het bestemmingsplan Landelijk gebied Bronckhorst, met dien verstande dat:
Bij de concrete uitwerking van deze punten spelen enkele aandachtspunten. De vraag is allereerst of een andere invulling van de vereveningsbijdrage een precedent-werking heeft ten opzichte van de sloop van gebouwen zoals in het huidige bestemmingsplan landelijk gebied geldt. Daarbij ook in ogenschouw nemend dat bestaande bedrijven in het buitengebied een groei behoefte kunnen hebben. In beide gevallen gaat het om uitbreiding van bedrijfsruimte. De maatregelen om de ontwikkeling in de omgeving in te passen en de hinder en overlast te beperken vormen een menukaart, de daadwerkelijke bijdrage is afhankelijk van de locatie en het initiatief. De mogelijk op te richten Commissie Ruimtelijke Kwaliteit kan aan de voorkant van het proces meedenken over een passende bijdrage.
Alvorens tot uitvoering over te gaan zullen enkele beleidsuitgangspunten worden opgesteld. De inzet van VAB’s wordt onderdeel van een bredere visie waarin ruimtelijke kwaliteit leidend is (in afstemming met Omgevingsprogramma Landschappelijke Kwaliteit, Landbouw en Erfgoed). Kleinschalige vestiging op VAB’s in het buitengebied is denkbaar en kan een impuls geven aan de kwaliteit en leefbaarheid van het buitengebied, zolang deze bedrijvigheid past in de aard en karakter van het buitengebied. De visie geeft dan in hoofdlijnen aan wat de mogelijkheden zijn in verschillende delen van het buitengebied, gerelateerd aan de ontwikkeling van de landbouw en de verschillende gronden en gebouwen. Daarbij kijken we ook naar de positie van solitaire bedrijven, die een groeibehoefte hebben. Dit onderdeel is nu niet opgenomen in de afspraken van het RPW; daar is dan ook sprake van maatwerk.
Uitvoeringsstrategie herbestemmen:
Uitvoeringsstrategie verruimen:
Uitbreiden van bestaande bedrijventerreinen of ontwikkelen van één of meerdere nieuwe, kleinschalige bedrijventerreinen nabij kernen
Vertaling naar programmalijnen
Het Omgevingsprogramma Werklocaties brengt deels al lopende uitvoeringslijnen bij elkaar, zoals herstructurering van bestaande terreinen en het stimuleren van samenwerking. Het bieden van verruimde mogelijkheden voor vestiging in het buitengebied bouwt voort op bestaand beleid. In de volgende hoofdstukken werken we de vier programmalijnen verder uit.
In de diverse operationele doelstellingen en de bijbehorende inspanningen spelen diverse externe stakeholders een eigen rol. Daarbij zijn ze soms partner of bondgenoot. In andere gevallen nemen ze een neutrale plaats in of zijn vertegenwoordiger van een tegenovergesteld belang. Gelet op dit speelveld en het grote belang van samenhang pakken we de uitvoering programmatisch aan.
Programmatisch werken stelt ons in staat om op basis van voortschrijdend inzicht met alle interne betrokkenen en externe stakeholders samen te werken aan het realiseren van het grotere doel van dit Omgevingsprogramma en op de weg daarnaar toe steeds concrete resultaten op te leveren.
De programmatische aanpak vergt het helder beleggen van rollen. We onderscheiden:
De programmamanager en -secretaris bereiden jaarlijks de bijstelling/bijsturing van het programma voor inclusief de vaststelling van de inspanningen voor het volgend jaar. De integrale afweging (wat doen we wel, wat doen we niet, wat doen we anders) wordt daarmee in het kader van opdrachtnemersrol gewaarborgd. Lijnmanager en programmamanager zorgen voor afstemming met strategie en lijnmanager en programmasecretaris voor afstemming met financiën en control.
Voor een succesvolle uitvoering van het omgevingsprogramma is inzet van ondernemers en stakeholders cruciaal. Dit gebeurt op het niveau van het programma en het niveau van concrete initiatieven. De voortgang van het programma wordt vast onderdeel van de agenda van de reguliere periodieke overleggen met de diverse stakeholders.
Verder gaat het om het informeren, betrekken en activeren van de brede samenleving en ook van de eigen organisatie en de gemeenteraad. De afdeling communicatie biedt de benodigde ondersteuning. Bij concrete initiatieven maken we gebruik van de vastgestelde Bronckhorster Participatiehandreiking.
De inspanningen en resultaten vragen om een gestructureerde monitoring en evaluatie, zoals beoogd in de Omgevingswet. Uitgangspunt is dat de gemeenteraad en de samenleving de voortgang transparant kunnen volgen.
Dit betekent dat we structureel periodiek evalueren of binnen de bredere politieke, economische, technologische en maatschappelijk ontwikkelingen de gedane inspanningen nog steeds voldoende zijn om onze grotere ambitie realiseren. Jaarlijks voeren we een overkoepelende evaluatie uit, waarna de resultaten ervan door het college worden besproken, op basis waarvan op het niveau van inspanningen kan worden bijgestuurd. Inzet is om de jaarlijkse resultaten samen met die van andere omgevingsprogramma’s aan de raad aan te bieden, binnen de reguliere P&C cyclus. We sluiten bij de monitoring aan op de open dataontwikkeling binnen Bronckhorst en de Achterhoekmonitor.
Naast de inhoudelijke monitoring volgen we ook expliciet het werken met een omgevingsprogramma. Elk jaren evalueren we de werking van dit nieuwe kerninstrument uit de Omgevingswet. Geleerde lessen worden zo nodig vertaald in aanpassingen van dit en de andere omgevingsprogramma’s.
Het benodigde budget is als volgt:
De out of pocket kosten worden gedekt uit reguliere middelen (Programmabegroting 2023). De formatie wordt gedekt uit reguliere capaciteit. Gelet op de omvang van de benodigde inzet is een combinatie van rollen mogelijk.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-296341.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.