Verordening tot wijziging van de Verordening fysieke leefomgeving en de Algemene plaatselijke verordening

De raad van de gemeente Alkmaar;

 

gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 januari 2023;

 

gelet op het advies van de commissie Ruimte van 7 maart 2023

 

gelet op de artikelen 108 en 149 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t

 

Vast te stellen de navolgende Verordening tot wijziging van de Verordening fysieke leefomgeving en de Algemene plaatselijke verordening

Artikel I Wijziging Verordening fysieke leefomgeving

A

Artikel 2:7 vervalt.

 

B

In artikel 10:1, eerste lid, vervalt «2:7, ».

 

C

Onderdeel b van artikel 10:6 vervalt, onder verlettering van de onderdelen c tot en met j tot b tot en met i.

Artikel II Wijziging Algemene plaatselijke verordening

A

Na artikel 2:44 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

 

Artikel 2:44a Loslopende honden

 

  • 1.

    Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond te laten verblijven of te laten lopen:

    • a.

      op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide of op andere door het college aangewezen plaatsen;

    • b.

      binnen de bebouwde kom als de hond niet is aangelijnd; of

    • c.

      buiten de bebouwde kom op door het college aangewezen plaatsen als de hond niet is aangelijnd; of

    • d.

      als de hond niet is voorzien van een halsband of een ander identificatiekenmerk dat de eigenaar of houder duidelijk doet kennen.

  • 2.

    Het verbod in het eerste lid, aanhef en onder b en c, is niet van toepassing op door het college aangewezen plaatsen.

  • 3.

    De verboden in het eerste lid, aanhef en onder a, b en c, zijn niet van toepassing op de eigenaar of houder van een hond:

    • a.

      die zich vanwege zijn handicap door een geleidehond of sociale hulphond laat begeleiden en de hond als zodanige gekwalificeerd is, of

    • b.

      die deze hond gekwalificeerd opleidt tot geleidehond of sociale hulphond.

B

In artikel 5:6 wordt onder verlettering van de onderdelen f tot en met i tot g tot en met j een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • f.

    het Aanwijzingsbesluit verbods- en losloopgebieden voor honden in gemeente Alkmaar op artikel 2:44a van deze verordening;

Artikel III Inwerkingtreding

Deze verordening tot wijziging van de Verordening fysieke leefomgeving en de Algemene plaatselijke verordening treedt in werking op de dag na het bekendmaken daarvan.

Vastgesteld in de vergadering van de gemeenteraad van Alkmaar van 22 juni 2023

mw. drs. A.M.C.G. Schouten,

burgemeester

mw. mr. V.H. Hornstra,

griffier

Toelichting verordening tot wijziging van de Verordening fysieke leefomgeving en de Algemene plaatselijke verordening

Algemeen

Artikel 2:7 van de Verordening fysieke leefomgeving regelt kort gezegd dat het verboden is om honden te laten verblijven of te laten lopen onder bepaalde voorwaarden op bepaalde plaatsen.

 

Het oogmerk van dit artikel is het voorkomen en bestrijden van overlast. In het bijzonder gaat het om het beschermen van de verkeersveiligheid, die door loslopende honden in gevaar kan worden gebracht; het voorkomen van beschadiging aan eigendommen van derden, het voorkomen van hinder voor voetgangers, het bestrijden van verontreiniging (van bijvoorbeeld kinderspeelplaatsen en zandbakken) en het voorkomen van schade en dierenleed.

 

Voor zover het oogmerk ziet op het beschermen van de verkeersveiligheid, sluit het aan bij het omgevingsplan. Een van de maatschappelijke doelen van de Omgevingswet is het bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en die veiligheid staat hier centraal. Voor de overige oogmerken geldt echter dat die aansluiten bij de Apv. Deze oogmerken houden duidelijk verband met de bescherming van de openbare orde en daarbij gaat het om de openbare orde in de zin van “de door het lokale bestuur gewenste en gereguleerde normale gang van zaken van het gemeenschapsleven in, aan en zichtbaar vanaf de openbare ruimte” en “het ordentelijk verloop van het maatschappelijk leven in de openbare ruimte”. Ook voor het oogmerk dat ziet op het tegengaan van verontreiniging geldt dat de openbare orde centraal staat en dat dit aansluit bij de Apv. Het gaat namelijk niet primair om de gevolgen van de verontreiniging voor de fysieke leefomgeving, maar de nadruk ligt op het tegengaan van verontreiniging van speelplekken van kinderen. Het oogmerk van dit artikel wijst dus duidelijk in de richting van de Apv. Ook hangt dit artikel samen met artikel 2:41 van de Apv dat gaat over het opruimen van hondenpoep.

 

Het oogmerk van dit artikel en de aard van de handeling maken dat dit artikel niet (meer) thuis hoort in de Verordening fysieke leefomgeving maar in de Apv.

 

Daarnaast wordt het artikel ook inhoudelijk aangepast. Er is nu de benodigde eenduidigheid in het artikel en de toelichting daarop dat binnen de bebouwde kom de honden aangelijnd dienen te zijn. Daarnaast heeft het college ook de mogelijkheid buiten de bebouwde kom aan aanlijngebied aan te wijzen als dat nodig en mogelijk is.

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 2:44a Loslopende honden

 

Op sommige plaatsen mogen helemaal geen honden komen. Artikel 2:44a, eerste lid en onder a, noemt er een aantal expliciet. Het gaat vooral om plekken die in de eerste plaats voor kinderen zijn bedoeld. Daarnaast heeft het college de bevoegdheid om ook andere plaatsen aan te wijzen waar vervolgens hetzelfde verbod ook geldt. Hierbij valt onder meer te denken aan gebieden met (bijzondere) natuurwaarden. Schade aan flora en fauna dient namelijk zoveel mogelijk te worden voorkomen.

 

Artikel 2:44a, eerste lid en onder b, verbiedt het los laten lopen van honden. Binnen de bebouwde kom moet een hond zijn aangelijnd. Daarvoor zijn verschillende redenen, namelijk de verkeersveiligheid, het voorkomen van schade aan eigendommen van derden, het voorkomen van hinder voor voetgangers, het bestrijden van verontreiniging bijvoorbeeld van speelweiden, zandbakken, en dergelijke en het voorkomen van dierenleed.

 

Artikel 2:44a, eerste lid en onder c, biedt het college de mogelijkheid om een aanlijnplicht buiten de bebouwde kom aan te wijzen. Het kan bijvoorbeeld nodig zijn broedende vogels in/bij (bijzondere) natuurgebieden te beschermen en niet over te hoeven gaan tot de meer verstrekkende variant van het aanwijzen van een verbodsgebied voor de eigenaar of houder van een hond ter plaatse. Ook kan een aanlijnplicht noodzakelijk op andere gronden bijvoorbeeld om verkeersonveiligheid tegen te gaan. Zie daartoe ook de genoemde redenen in de vorige alinea.

 

Het tweede lid geeft het college de bevoegdheid om plaatsen aan te wijzen waar het aanlijngebod niet van toepassing is. De zogenoemde losloopgebieden worden in beginsel aangewezen op plekken waar honden bewegingsvrijheid kunnen hebben en waar overlast of schade aan de omgeving kan worden beperkt of voorkomen. Als in strijd met het in dit artikel neergelegde verbod honden loslopend worden aangetroffen, kan handhaving van dit verbod plaatsvinden door bestuursdwang. Dat kan in de praktijk betekenen dat een loslopende hond wordt gevangen en wordt overgedragen aan een asiel. Dit vindt niet plaats als de eigenaar of houder van de hond direct is te achterhalen.

 

Het derde lid maakt een uitzondering voor situaties waarin zwaarwegende belangen van de hondenbezitter zich tegen toepassing van het aanlijngebod verzetten. Het gaat hier om hulphonden. De van oudsher meest bekende hulphond is de blindengeleidehond.

Naar boven