Gemeenteblad van Delft
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Delft | Gemeenteblad 2023, 290734 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Delft | Gemeenteblad 2023, 290734 | beleidsregel |
Het Privacy Protocol (vanaf nu: Protocol) is een afwegingskader voor de binnengemeentelijke gegevensuitwisseling ten behoeve van de bestrijding van ondermijnende criminaliteit in de gemeente Delft. In het Protocol is de aanpak Ondermijning van de gemeente in relatie tot de Algemene Verordening Gegevensbescherming (vanaf nu: AVG) beschreven.
1.1.1 Het doel van het Protocol
Het Protocol1 beschrijf hoe binnen de gemeente Delft omgegaan wordt met persoonsgegevens binnen de aanpak Ondermijning. Dit Protocol bevat de waarborgen voor de aanpak van ondermijnende criminaliteit binnen de wet- en regelgeving op het gebied van privacy.
Na vaststelling van het Protocol zal de gemeente periodiek evalueren of in de praktijk ook conform het Protocol wordt gehandeld. Daarnaast zal jaarlijks beoordeeld worden of het Protocol, de werkprocesbeschrijving inclusief bijlagen of de werkwijze moeten worden gewijzigd.
Hoofdstuk twee geeft een beschrijving van de aard van de ondermijnende criminaliteit en de noodzaak van de aanpak ondermijning. In hoofdstuk drie wordt ingegaan op de algemene bepalingen van het Protocol. In de hoofdstukken daarna zal per fase van het ondermijningsproces ingegaan worden op specifieke handelingen voor dit deel van het proces.
Dit document bevat de stapsgewijze beschrijving van het gemeentelijke proces voor de aanpak van ondermijnende criminaliteit2. Hieronder wordt verstaan:
2.2 Noodzaak aanpak ondermijning
Gemeenten hebben een belangrijke rol in de aanpak van ondermijning. De combinatie van omvangrijke criminele vermogens - verdiend met het plegen van strafbare feiten - en de toegang tot zware geweldsmiddelen stelt criminele netwerken in staat invloed te verwerven in maatschappelijke sectoren. Crimineel geld kan vanuit de onderwereld in de bovenwereld worden benut om maatschappelijk aanzien te verwerven, bijvoorbeeld door winkels, bedrijven of horecaondernemingen op te zetten3. Door de verwevenheid tussen de onder- en bovenwereld is het ook mogelijk dat de overheid ondermijnende activiteiten onbewust faciliteert middels subsidies, vergunningen, uitkering, etc. Dit leidt tot aantasting van de integriteit van de overheid. Het is daarom van belang dat ondermijning proactief, preventief en actief wordt aangepakt door de gemeente Delft.
Om de minder zichtbare aspecten van criminaliteit zichtbaar(der) te maken, wijzen diverse onderzoeken uit dat het ondermijningsvraagstuk integraal en gebiedsgericht benaderd moet worden om tot een goede informatiepositie en tot resultaten te komen4.
Een integrale aanpak van ondermijning heeft onder andere de volgende doelen:
In het proces zijn de volgende rollen / teams betrokken:
Stuurt de jaarlijkse rapportage aan de Functionaris Gegevensbescherming met daarin minimaal het aantal uitgevoerde privacycheck met uitkomst (go / no-go) en het aantal afwijkingen van het advies van de Privacy Officer.Indien gewenst kan de functionaris Gegevensbescherming de onderbouwing kan opvragen.
Functionaris Gegevensbescherming
Gemeentelijk Signalen Overleg (GSO)
Het Protocol gaat over het gehele ondermijningsproces van de Signaal fase t/m de evaluatie fase.
De inrichting van het proces en dit Protocol is in lijn met het Model privacy Protocol binnengemeentelijke gegevensdeling5 van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Dit Protocol wijkt niet af van het Model Privacy Protocol maar geeft daar waar nodig aanvullende informatie die specifiek is voor de Delftse situatie. Het Model Privacy Protocol beperkt zich ook tot het begin van het Ondermijningsproces (Signaal fase en deels Informatie fase). Dit Protocol gaat verder. Daar waar in het Model Privacy Protocol gesproken wordt over “fase of fases” wordt in dit Protocol gesproken over “stap of stappen”. Dit om eventuele verwarringen met het de fases uit het gehele ondermijningsproces te voorkomen.
Artikel 1. Doel van het Protocol
De aanpak Ondermijning dient met inachtneming van privacy wet- en regelgeving plaats te vinden. Dit Protocol bevat de benodigde waarborgen om dat te realiseren. Dit Protocol beschrijft hoe er gewerkt wordt binnen de aanpak Ondermijning conform de privacy wet- en regelgeving. Daarnaast biedt dit Protocol een betrokkene inzicht in de wijze waarop de gemeente Delft bij deze aanpak zijn/haar persoonsgegevens verwerkt en met welk doel dat gebeurt.
Artikel 2. (Verwerkings)verantwoordelijke
Het hoofd van de afdeling Advies, Cluster Veiligheid van de gemeente Delft draagt de dagelijkse verantwoordelijkheid (Responsible) voor de verwerking. Het hoofd draagt zorg voor het dagelijks beheer van de verwerking, waaronder de beveiliging van de persoonsgegevens, de informatieverstrekking aan betrokkene en de ondersteuning bij de afhandeling van de door betrokkene uitgeoefende rechten.
Artikel 3. Grondslag voor de verwerking
De grondslag voor de verwerking is dat de gegevensverwerking noodzakelijk is voor de vervulling van een taak van algemeen belang of van een taak in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag dat aan de verwerkingsverantwoordelijke is opgedragen (artikel6.e AVG). De wettelijke onderbouwing hiervoor is terug te vinden in artikel 172 Gemeentewet. Per casus vinden privacychecks plaats om te bepalen of de verwerking noodzakelijk is en of er wordt voldaan aan subsidiariteit en proportionaliteit.
Artikel 4. De verwerkte persoonsgegevens
Van de melders worden uitsluitend de in het signaal opgenomen persoonsgegevens verwerkt ten behoeve van communicatie met de melder dat het signaal in goede orde is ontvangen. Daarna worden de persoonsgegevens direct verwijderd.
Artikel 5. Categorieën van ontvangers
Voor zover noodzakelijk voor de in paragraaf 2.3 genoemde doelen, kunnen gegevens (signaal en aanvullingen uit open bronnen) worden verstrekt aan gemeentelijke onderdelen ten behoeve van een plan van aanpak, voor zover zij die behoeven voor de uitvoering van hun wettelijke taak.
Het uitgangspunt is dat de persoonsgegevens alleen worden bewaard voor zover dat noodzakelijk is voor de geformuleerde doelstellingen.
Artikel 10. Recht op informatie
De plicht tot Informeren kan uitgesteld worden indien dit niet kan i.v.m.de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, met inbegrip van de bescherming tegen en de voorkoming van gevaren voor de openbare veiligheid door een andere afdeling of organisatie. Bijvoorbeeld als het informeren het casusonderzoek zou verstoren.
Indien gebruik wordt gemaakt van artikel 10 lid d, dient dit gemotiveerd vastgelegd te worden door het GSO en wanneer zij verwachten dat betrokkene wel geïnformeerd kan worden, alsook van welke omstandigheden dit afhankelijk is, hoe periodiek wordt getoetst of deze omstandigheden nog aanwezig zijn en hoe dan wel wanneer Betrokkene geïnformeerd zal worden.
Artikel 11. Rechten van betrokkenen
De rechten van betrokkene, zoals het recht op inzage in zijn gegevens, het verbeteren, aanvullen, verwijderen of afschermen van gegevens indien die feitelijk onjuist zijn, het recht op bezwaar, etc., worden door de verwerkingsverantwoordelijke uitgeoefend overeenkomstig de artikelen 15 tot en met 22 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)
Het proces van het signaleren en aanpakken van signalen van ondermijnende activiteiten verloopt met het oog op proportionaliteit en subsidiariteit in vier stappen. Daarbij geldt dat de beoordeling van een binnengekomen signaal het startpunt van het Protocol vormt. Er wordt in dit Protocol dan ook tot uitgangspunt genomen dat het delen van signalen met het VIK op rechtmatige wijze geschiedt. Vanzelfsprekend zal een verstrekker van een signaal wel steeds moeten vaststellen of die verstrekking in lijn is met de privacyregelgeving.
4.1 Stap 1 – Ontvangst & intake van het signaal
Stap 1 heeft betrekking op de ontvangst en de intake van een signaal. Een signaal kan op verschillende manieren binnenkomen:
Het signaal wordt na ontvangst beoordeeld door de Analist Ondermijning. Voor de beoordeling van een signaal is van belang wat het signaal inhoudt en of het betrekking heeft op ondermijning. Een signaal wordt bij intake beoordeeld op grond van een aantal kenmerken en indicatoren.
Artikel 13. Tweede weging (2a)
De Analist Ondermijning beoordeelt of het signaal een taak of bevoegdheid van de gemeente is en niet op een taak of bevoegdheid van een andere instantie (bijvoorbeeld van de politie, belastingdienst, etc.). Het is hierbij dus van belang na te gaan of het signaal in beginsel tot gemeentelijk optreden kan leiden. Een dergelijke gemeentelijke taak is bijvoorbeeld een van de openbare orde bevoegdheden van de burgemeester.
Vervolgens zijn er twee opties:
Artikel 14. Tweede weging (2b)
De Analist Ondermijning beoordeelt of het signaal betrekking heeft op het grondgebied van de gemeente. Het gaat, met andere woorden, om de vraag of het subject of object waar het signaal betrekking op heeft binnen de gemeente woont respectievelijk is gevestigd. De volgende vragen moeten daarbij achtereenvolgend worden beantwoord:
4.2 Stap 2 – Zwaarte bepalen van het signaal
In deze stap vindt de beoordeling van signalen van burgers en professionals plaats. Hier vindt dan ook de derde weging plaats. De gemeente weegt de zwaarte van het signaal en beoordeelt of en beoordeelt hoeveel prioriteit het signaal heeft. Indien het signaal niet (direct) wordt opgepakt, worden de gegevens maximaal 1 jaar bewaard. In deze periode kan op elk moment besloten worden om het signaal toch door te zetten naar stap 3.
In deze stap wordt gebruik gemaakt van gemeentelijke bronnen om meer informatie over het signaal te verkrijgen. De opgevraagde informatie beperkt zich tot informatie die nodig is om een “Hit / No hit” check uit te voeren.
Na de signaalfase worden de overige fases uitgevoerd.
Vanuit elke fase kan worden doorgegaan naar een volgende fase of teruggegaan naar een willekeurige eerdere fase.
Nadat de besluitvormers het plan van aanpak hebben goedgekeurd, wordt het informatieproces geïnitieerd.
5.2 Fase interventieontwikkeling
Op basis van het plan van aanpak en het intelligenceproduct maakt de casushouder, samen met de GSO, een interventieadvies. In dit advies staan de voorgestelde interventie(s) om de eerder geformuleerde doelstellingen te bereiken. Het interventieadvies wordt voorgelegd aan het besluitvormend gremium, het Gemeentelijk Signalen Overleg (GSO)
5.3 Fase planvorming interventie
Dit plan wordt door de casushouder, samen met relevante afdelingen in de uitvoering, gemaakt op basis van het interventieadvies. Waar het interventieadvies nog richtinggevend was zorgt het interventieplan voor de concrete uitvoering van de actie. Het verloop van de interventie wordt in detail opgeschreven met daarin de taken voor de deelnemende afdelingen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-290734.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.