Artikel(-lid)
|
Huidige redactie
|
Redactie na verbetering / aanvulling
|
1:4, lid 2
|
Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.
|
Degene aan wie een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.
|
1:8, lid 1
|
Een vergunning of ontheffing kan door het bevoegd gezag of het bevoegde bestuursorgaan worden geweigerd in het belang van:
- a.
- b.
- c.
- d.
de bescherming van het milieu.
|
Een vergunning of ontheffing kan worden geweigerd in het belang van:
- a.
- b.
- c.
- d.
de bescherming van het milieu.
|
2:28, lid 5, onder c
|
voor de openbare inrichting een vergunning krachtens artikel 3 van de Drank- en Horecawet is vereist en die vergunning is geweigerd, ingetrokken, of de aanvraag om die vergunning buiten behandeling is gelaten.
|
voor de openbare inrichting een vergunning krachtens artikel 3 van de Alcoholwet is vereist en die vergunning is geweigerd, ingetrokken, of de aanvraag om die vergunning buiten behandeling is gelaten.
|
2:28a, lid 4
|
Het bevoegd bestuursorgaan kan nadere regels stellen.
|
De burgemeester kan nadere regels stellen.
|
2:28b, lid 2
|
De burgemeester kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid en van de leeftijdsgrens als bedoeld in het tweede lid met dien verstande dat de leeftijd van betrokkene niet lager mag zijn dan achttien jaar
|
De burgemeester kan ontheffing verlenen van de leeftijdsgrens met dien verstande dat de leeftijd van de leidinggevende niet lager mag zijn dan achttien jaar.
|
2:42, lid 5
|
Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op aanplakborden die door het college zijn aangewezen voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen.
|
Het college wijst aanplakborden aan voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen.
|
2:47, lid 1, onder b
|
zich op te houden op een wijze die aan andere gebruikers of bewoners van nabij die openbare plaats gelegen woningen onnodig overlast of hinder wordt veroorzaakt.
|
zich op te houden op een wijze die voor andere gebruikers of omwonenden onnodig overlast of hinder veroorzaakt.
|
2:57a, lid 1, sub f
|
op de overige wegen als de hond niet direct onder appèl staat
|
op de overige wegen als de hond niet direct onder appel staat
|
2:60 lid 1, aanhef
|
Het is verboden op door het college ter voorkoming of opheffing van overlast of van schade aan de openbare gezondheid, aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, bij dat aanwijzingsbesluit aangeduide dieren:
|
Het is verboden op door het college ter voorkoming of beëindiging van overlast of van schade aan de openbare gezondheid, aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, bij dat aanwijzingsbesluit aangeduide dieren:
|
2:67, lid 2
|
De burgemeester kan vrijstelling te verlenen van deze verplichtingen.
|
De burgemeester kan vrijstelling verlenen van deze verplichtingen.
|
2:68, onder a, sub 3
|
dat hij het beroep van handelaar niet langer uitoefent;
|
dat hij het beroep van handelaar niet langer uitoefent; of
|
2:71, onder b
|
consumentenvuurwerk: consumentenvuurwerk waarop het besluit van 22 januari 2002 houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk (vuurwerkbesluit) van toepassing is.
|
Consumentenvuurwerk: hetgeen daaronder wordt verstaan in het Vuurwerkbesluit.
|
2:73a, lid 2, onder b
|
het carbidschieten plaatsvindt op de door het college gestelde en bekend gemaakte tijden;
|
het carbidschieten plaatsvindt op de door het college gestelde en bekendgemaakte tijden; en
|
2:78, lid 1
|
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid aan een persoon een verbod opleggen zich op te houden in een in dat verbod aangewezen gebied gedurende het tijdvak en/of tijdstippen daarin genoemd.
|
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid aan een persoon een verbod opleggen zich op te houden in een in dat verbod aangewezen gebied gedurende de daarin genoemde tijdvak(ken).
|
2:79, lid 2, onder d
|
overlast door vervuiling of verwaarlozing van een woning of een erf;
|
overlast door vervuiling of verwaarlozing van een woning of een erf; of
|
2:80, lid 4
|
Het is de rechthebbende op het gebouw en/of het erf verboden, nadat het bevel tot sluiting bekend is gemaakt op de wijze als bedoeld in het tweede lid, daarin bezoekers toe te laten of te laten verblijven.
|
Het is de rechthebbende op het gebouw of het erf verboden, nadat het bevel tot sluiting bekend is gemaakt op de wijze als bedoeld in het tweede lid, daarin bezoekers toe te laten of te laten verblijven.
|
2:80, lid 5
|
Het is een ieder verboden, nadat het bevel tot sluiting bekend gemaakt is op de wijze als bedoeld in het tweede lid, in een bij dit bevel gesloten gebouw en/of erf als bezoeker te verblijven.
|
Het is een ieder verboden, nadat het bevel tot sluiting bekendgemaakt is op de wijze als bedoeld in het tweede lid, in een bij dit bevel gesloten gebouw of erf als bezoeker te verblijven.
|
3:14, onder b
|
in Nederland verblijft of werkt in strijd met het bepaalde bij of krachtens de Vreemdelingenwet 2000;
|
in Nederland verblijft of werkt in strijd met het bepaalde bij of krachtens de Vreemdelingenwet 2000; en
|
4:8
|
Het is verboden binnen de bebouwde kom op een openbare plaats zijn natuurlijke behoefte te doen buiten de daarvoor bestemde plaatsen.
|
Het is verboden binnen de bebouwde kom op een openbare plaats de natuurlijke behoefte te doen buiten de daarvoor bestemde plaatsen.
|
5:3, lid 3
|
Op de aanvraag om een vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
|
Op de aanvraag om een ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
|
5:4
|
Het is verboden een voertuig waarmee als gevolg van andere dan eenvoudig te verhelpen gebreken niet kan of mag worden gereden, langer dan op drie achtereenvolgende dagen op de weg te parkeren.
|
Het is verboden een voertuig waarmee als gevolg van andere dan eenvoudig te verhelpen gebreken niet kan of mag worden gereden, langer dan drie achtereenvolgende dagen op de weg te parkeren.
|
5:12, lid 1
|
Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, aangewezen op de weg gelegen plaatsen fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.
|
Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of beëindiging van overlast, of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, aangewezen op de weg gelegen plaatsen fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.
|
5:23, lid 2
|
Het verbod is niet van toepassing op ruimten die uitsluitend dan wel nagenoeg geheel en voortdurend in gebruik zijn als winkel in de zin van de Winkeltijdenwet.
|
Het verbod is niet van toepassing op ruimten die uitsluitend dan wel nagenoeg geheel en voortdurend in gebruik zijn als winkel in de zin van artikel 1 van de Winkeltijdenwet.
|
5:33, lid 4, onder b
|
binnen de bij of krachtens de Provinciale verordening ‘Stiltegebieden’ aangewezen stiltegebieden ten aanzien van motorrijtuigen die bij of krachtens die verordening zijn aangewezen als toestel.
|
binnen de bij of krachtens de Provinciale milieuverordening Fryslân aangewezen stiltegebieden ten aanzien van motorrijtuigen die bij of krachtens die verordening zijn aangewezen als toestel.
|