Besluit van het college tot vaststelling van de Regeling tot wijziging van de Subsidieregeling onderwijsjeugdhulparrangementen Den Haag 2022

Toelichting

In 2022 is de Subsidieregeling onderwijsjeugdhulparrangementen Den Haag 2022 in werking getreden. Op grond van die regeling kunnen samenwerkingsverbanden subsidie aanvragen voor het organiseren van activiteiten op het snijvlak van onderwijs en jeugdhulp. Daarbij was aanvankelijk alleen voorzien in subsidie voor het jaar 2022, maar inmiddels is besloten deze activiteiten ook in 2023 en 2024 te subsidiëren. Om dit mogelijk te maken, is deze wijzigingsregeling vastgesteld. Deze regeling voorziet in nieuwe aanvraag- en beslistermijnen en een subsidieplafond voor 2023 en 2024. Verder is van de gelegenheid gebruik gemaakt de verantwoordingslasten te verminderen, door de administratie van de deelname aan de arrangementen door individuele leerlingen te beperken tot hetgeen nodig is, om verrekening met andere gemeenten mogelijk te maken.

Besluitvorming

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020,

besluit vast te stellen de Regeling tot wijziging van de Subsidieregeling onderwijsjeugdhulparrangementen Den Haag 2022:

Artikel I

De Subsidieregeling onderwijsjeugdhulparrangementen Den Haag 2022 wordt als volgt gewijzigd:

• A In artikel 1:4, eerste lid, wordt na “verstrekt voor het” ingevoegd “groepsgericht”.

• B Artikel 1:7 komt te luiden:

  Artikel 1:7 Hoogte van de subsidie

  1. Een subsidie voor het kalenderjaar 2023 bedraagt maximaal:

  a. € 1.090.659,- per aanvrager in het primair onderwijs per jaar;

  b. € 283.363,- per aanvrager in het voortgezet onderwijs per jaar.

  2. Het college stelt de hoogte van de subsidie voor het kalenderjaar 2024 bij besluit vast na vaststelling van het indexeringspercentage 2024 voor de jeugdhulp H10.

• C Artikel 1:8, eerste en tweede lid komen te luiden:

  1. Het subsidieplafond voor het kalenderjaar 2023 bedraagt € 1.374.022,-.

  2. In aanvulling op het eerste lid wordt het subsidieplafond verdeeld in de volgende deelplafonds:

  a. voor arrangement 1: € 172.730,- per jaar;

  b. voor arrangement 2: € 901.449,- per jaar;

  c. voor arrangement 3: € 16.480,- per jaar;

  d. voor arrangement 4: € 283.363,- per jaar.

• D In artikel 2:1 vervalt "in het kalenderjaar 2022".

• E Artikel 2:2 komt te luiden:

  Artikel 2:2 Aanvraagtermijn

  Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV ingediend:

  a. voor het jaar 2023 uiterlijk op 14 juli 2023;

  b. voor het jaar 2024 uiterlijk op 31 maart 2024.

• F In artikel 2:3, tweede lid, wordt na “uit het eerste lid” ingevoegd “voor een aanvraag die ziet op het jaar 2024”.

• G Artikel 4:1 komt te luiden:

  Artikel 4:1 Indieningstermijn aanvraag tot vaststelling

  In afwijking van artikel 17, eerste lid, van de ASV dient de subsidieontvanger de aanvraag tot vaststelling in uiterlijk:

  a. 15 oktober 2023 voor het kalenderjaar 2023;

  b. 1 juli 2024 voor het kalenderjaar 2024.

• H Artikel 4:2, derde lid, komt te luiden:

  3. In de verantwoording worden de leerlingen met een woonplaats buiten Den Haag, Leidschendam-Voorburg en Rijswijk maar binnen de H10 vermeld en wordt voor die leerlingen, ten behoeve van de verrekening, per leerling opgave gedaan van de woonplaats, de OJA’s waaraan zij hebben deelgenomen en de kosten die daarmee gemoeid zijn.

• I In artikel 5:2 wordt “1 december 2023” vervangen door “1 december 2024”.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst.

Den Haag, 27 juni 2023

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

Ilma Merx

de locoburgemeester,

Robert van Asten