Gemeenteblad van Aalsmeer
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Aalsmeer | Gemeenteblad 2023, 285694 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Aalsmeer | Gemeenteblad 2023, 285694 | beleidsregel |
Besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalsmeer tot vaststelling van de Beleidsregels Terugvordering en Verhaal Aalsmeer
Burgemeester en wethouders van de gemeente Aalsmeer;
gelezen het advies van afdeling Werk & Inkomen van 2 november 2022;
gelet op paragraaf 6.4 en 6.5 van de Participatiewet, paragraaf 5 van de Wet inkomensvoorziening ouder en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, paragraaf 5 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de Algemene wet bestuursrecht;
Artikel 3 Brutering van terugvordering
Wanneer een vordering op grond van artikel 58 eerste lid van de wet is verhoogd met de brutering, kan deze ook worden teruggevorderd van degene van wie kosten van bijstand zijn teruggevorderd op grond van artikel 59 tweede en derde lid van de wet. Artikel 26 IOAW/IOAZ is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 4 Verplichtingen met betrekking tot de invordering
Zolang belanghebbende een betalingsverplichting aan het college heeft, kan hij een verzoek indienen, zo mogelijk onder bijvoeging van afschriften van bewijsstukken, tot gespreide betaling, tot verlaging van de maandelijks vastgestelde betalingsverplichting of tot tijdelijk uitstel van de opgelegde betalingsverplichting, indien hij van mening is dat hij niet of niet meer in staat is deze schuld ineens of middels de eerder vastgestelde betalingsverplichting te voldoen.
a. Een ingediend bezwaar tegen het terugvorderingsbedrag of tegen de vastgestelde betalingsverplichting wordt door het college ambtshalve aangemerkt als een verzoek om toepassing van schorsende werking en wordt toegekend tot één week na de dag van verzending van de beslissing op bezwaar.
Een ingediend beroep of hoger beroep tegen de in 5a bedoelde beslissing op bezwaar kan door het college ambtshalve worden aangemerkt als en verzoek om toepassing van schorsende werking en wordt toegekend tot één week na de dag van de beslissing van de rechtbank in beroep of de beslissing van de Centrale Raad van Beroep in hoger beroep.
Artikel 6 Verrekening en beslaglegging
Na ontstaan van een vordering wordt van de mogelijkheid gebruik gemaakt om onmiddellijke verrekening met de uitkering op te starten op grond van artikel 60, derde lid van de wet, artikel 60a, eerste, tweede en derde lid van de wet, artikel 28, tweede lid, van de IOAW en artikel 28, tweede lid, van de IOAZ, of bij het ontbreken van deze mogelijkheid:
Artikel 6a Verrekening met een vordering van belanghebbende
Het college maakt gebruik van de bevoegdheid uit artikel 60a van de wet om een vordering die de gemeente op belanghebbende heeft, te verrekenen met een vordering op grond van artikel 58 en 59 van de wet of artikel 25 IOAW/IOAZ.
Artikel 7 Vaststelling aflosbedrag bij belanghebbenden met een uitkering
Indien belanghebbende een uitkering ontvangt van de gemeente, bedraagt de aflosverplichting 5% van de relevante uitkeringsnorm per maand, inclusief vakantietoeslag.
Artikel 8 Wettelijke rente en kosten
Bij gebreke van tijdige betaling kan de vordering verhoogd worden met de wettelijke rente en de kosten van invordering.
Artikel 9 Volgorde van betaling
Indien de belanghebbende meerdere vorderingen aan het college dient te voldoen, dan rekent het college de betaling in de eerste plaats toe aan de vordering wegens een opgelegde boete en in de tweede plaats aan de vordering die het gevolg is van het schenden van de inlichtingenplicht. In de derde plaats worden betalingen toegerekend naar overige vorderingen en leningen, waarbij de oudste schuld als eerste wordt afgelost. Daarbij is de datum van het besluit tot terugvordering respectievelijk tot toekenning van de lening bepalend.
Paragraaf 3 Afzien van (verdere) invordering
Artikel 10 Afzien van invordering in verband met gering bedrag
Ambtshalve kan worden afgezien van terugvordering indien het nog terug te vorderen bedrag, of het restant daarvan, na verrekening van eventueel beschikbare tegoeden, minder bedraagt dan €100,00, gerekend over een periode van 12 aaneensluitende maanden tenzij het een vordering betreft op grond van artikel 58, eerste lid, van de wet, op grond van artikel 25, eerste lid van de IOAW/IOAZ (schending inlichtingenplicht).
Artikel 12 Intrekking besluit tot afzien van (verdere) invordering wegens schuldenproblematiek
Het besluit tot het gedeeltelijk kwijtschelden van een vordering kan worden ingetrokken of ten nadele van de belanghebbende gewijzigd indien:
Artikel 13 Afzien van (verdere) invordering op aanvraag na het voldoen aan de betalingsverplichting
Het college besluit op aanvraag kwijtschelding te verlenen, indien belanghebbende:
gedurende drie jaar volledig, naar draagkracht en onafgebroken aan zijn betalingsverplichtingen ten aanzien van een schuld heeft voldaan;
gedurende drie jaar niet volledig, onafgebroken en naar draagkracht aan zijn betalingsverplichtingen ten aanzien van een schuld heeft voldaan, maar het achterstallige bedrag over die periode, vermeerderd met de daarover verschuldigde wettelijke rente en de op de invordering betrekking hebbende kosten, alsnog heeft betaald;
Artikel 13a Ambtshalve afzien van (verdere) invordering
Het college kan indien belanghebbende geen kwijtschelding aanvraagt, in afwijking van het bepaalde in artikel 13, ambtshalve kwijtschelding verlenen indien belanghebbende voldoet aan het bepaalde in artikel 13 onder a, b of c en kwijtschelding volgens het college doelmatig of wenselijk is.
Artikel 13b Bijzondere bepalingen bij het afzien van (verdere) invordering
Wanneer aan een belanghebbende een geldlening is verstrekt voor inrichtingskosten, en de belanghebbende voldoet aan het bepaalde in artikel 13, aanhef en onder a of b, wordt ook afgezien van verdere invordering van een aanvullende geldlening voor inrichtingskosten, die na hereniging met zijn gezin, aan de belanghebbende en diens gezinsleden is verstrekt.
Artikel 14 Aparte bepalingen betreffende het afzien van (verdere) invordering
Van afzien van (verdere) invordering als bedoeld in artikel 10,11 en 13 wordt afgezien indien:
de terugvordering betrekking heeft op een vordering op grond van artikel 58, eerste lid, van de wet, op grond van artikel 25, eerste lid van de IOAW/IOAZ en deze vordering het gevolg is van opzet of grove schuld en vanwege deze gedraging een boete of een strafrechtelijke sanctie is opgelegd. Waar in artikel 13 een termijn van 3 jaar wordt genoemd, geldt voor deze vorderingen een termijn van 10 jaar, zoals bedoeld in artikel 58 zevende lid van de wet en artikel 25, zesde lid IOAW/IOAZ.
Het college maakt gebruik van de bevoegdheid om de kosten van de uitkering te verhalen op grond van artikel 61 tot en met 62i van de wet, voor zover zich daar geen andere wettelijke regeling tegen verzet, tenzij:
Bij verhaal past het college de betalingsverplichting ambtshalve of op aanvraag en naar aanleiding van een periodiek onderzoek, aan op gewijzigde omstandigheden ten aanzien van de draagkracht van de belanghebbende.
Bij verhaal zijn de artikelen 10, tot en met 14 van deze beleidsregels met betrekking tot afzien van (verdere) invordering van vorderingen van overeenkomstige toepassing.
Indien de belanghebbende de verhaalsbijdrage na aanmaning niet heeft betaald en/of niet uit eigen beweging bereid is het te verhalen bedrag aan de gemeente te betalen dan wel niet, of niet tijdig, tot betaling daarvan overgaat, kan het college besluiten tot verhaal in rechte, tenzij het te verhalen bedrag naar verwachting een totaalbedrag van €600,00 niet te boven gaat.
Artikel 19 Bijstellen aflossingsbedragen
De aflossingsbedragen worden ambtshalve bijgesteld bij een wijziging van de uitkeringsnormen overeenkomstig artikel 38 van de wet en artikel 5 van de IOAZ/IOAW.
Artikel 20 Onvoorziene situaties
In alle gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien of toepassing daarvan niet overeenkomt met de bedoeling van deze regels, beslist het college.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in de beleidsregels, indien strikte toepassing ervan tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-285694.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.