Gemeenteblad van Heerenveen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heerenveen | Gemeenteblad 2023, 284505 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heerenveen | Gemeenteblad 2023, 284505 | beleidsregel |
Beleidsregels Schuldhulpverlening en Budgetbeheer 2023
In deze regeling wordt verstaan onder:
Integrale schuldhulpverlening is het actief ondersteunen van een inwoner bij het voorkomen, oplossen en zorgdragen voor het niet terugkeren van zijn/haar financiële problemen. Hierbij hoort ook ondersteuning bij het vinden van een oplossing voor de eventuele oorzaken hiervan of voor omstandigheden die verhinderen dat de financiële problemen kunnen worden opgelost
In het kader van schuldhulpverlening, wordt een zelfstandige gedefinieerd als een persoon of directeur-grootaandeelhouder die voor de voorziening in zijn levensonderhoud geheel of voor een gedeelte is aangewezen op de inkomsten uit arbeid in de eigen onderneming dan wel in de functie van directeur-grootaandeelhouder en in privé aansprakelijk is voor zakelijke schulden
Alle overige begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
Vroegsignalering binnen de schuldhulpverlening is het in een zo vroeg mogelijk stadium in beeld brengen van inwoners met financiële problemen om vroegtijdige hulpverlening mogelijk te maken door gebruik te maken van daadwerkelijke signalen en outreachende hulpverlening. Hierbij gaat het in ieder geval om signalen van betalingsachterstanden op het gebied van huur, zorgverzekering, gas, water en elektra
Artikel 4 Aanbod schuldhulpverlening
De vorm waarin het college schuldhulpverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en kan per situatie verschillen (maatwerk). Maatwerk is gebaseerd op een analyse van de hulpvraag, de schulden, de onderliggende problematiek en gezinssamenstelling. De factoren die een rol kunnen spelen zijn:
Artikel 7 Beëindigen en weigeren schuldregelingstraject
Het college weigert of beëindigt een schuldregelingstraject als die niet redelijkerwijs kan slagen vanwege de aanwezigheid van schulden die wettelijk niet, of nog niet geheel of gedeeltelijk, kwijtgescholden kunnen worden en waarvan aflossing niet kan worden uitgesteld tot na afloop van een te treffen schuldregeling
Ingeval onverkorte toepassing van deze beleidsregels zou leiden tot een klaarblijkelijke hardheid op grond van de specifieke individuele situatie, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van deze beleidsregels
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
De Beleidsregels schuldhulpverlening en budgetbeheer gemeente Heerenveen 2021, vastgesteld bij collegebesluit van 23 november 2021 worden ingetrokken.
Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na bekendmaking ervan en worden aangehaald als: “Beleidsregels schuldhulpverlening en budgetbeheer gemeente Heerenveen 2023”
Aldus besloten in de vergadering van het college van 20 juni 2023.
De gemeentesecretaris
De heer J. van Leeuwestijn
De burgemeester
De heer T.J. van der Zwan
TOELICHTING BELEIDSREGELS SCHULDHULPVERLENING EN BUDGETBEHEER GEMEENTE HEERENVEEN 2023
Deze beleidsregels komen in de plaats van de Beleidsregels schuldhulpverlening en budgetbeheer 2021, waarbij het Saneringskrediet in deze beleidsregels tot het vaste aanbod schuldhulpverlening hoort. Bij nieuwe aanvragen schuldhulpverlening geldt het uitgangspunt ‘saneringskrediet, tenzij’.
Deze beleidsregels betreffen een weergave over de wijze waarop het college de toegekende bevoegdheden vanuit de Wgs hanteert. Hierbij gelden vooral de termen preventief, vroeg erbij, laagdrempelig, zorgvuldig en snel.
De begrippen cliënt en inwoner zijn gebaseerd op artikel 1 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs). In de Wgs wordt het begrip cliënt gedefinieerd als de persoon aan wie op grond van deze wet schuldhulpverlening wordt gegeven. Dat houdt in dat er in de aanvraagfase nog sprake is van een inwoner en geen cliënt en dat de inlichtingenplicht op grond van de Wgs nog niet geldt. In de toelichting op artikel 5 wordt dit verduidelijkt.
Schuldhulpverlening aan een zelfstandige is mogelijk, waarbij het college het Bijstandsbesluit zelfstandigen (Bbz) als voorliggende voorziening aanmerkt. De regeling Bbz wordt voor de gemeente Heerenveen uitgevoerd door Bureau Zelfstandigen Fryslân (BZF). Wanneer een zelfstandige zich meldt voor schuldhulpverlening bij het college, zal deze worden doorverwezen naar BZF ter advisering over de (on)mogelijkheden van het Bbz. Wanneer Bbz niet aan de orde is en er sprake is van dat de schulden gesaneerd moeten worden, dan kan het college de zelfstandige doorverwijzen naar een gecertificeerde organisatie, aangesloten bij de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK), die de sanering gaat uitvoeren. Het college draagt dan – na beoordeling (en de uitvoering) van het plan van aanpak - zorg voor de kosten van dit traject.
Als gemeente Heerenveen zijn wij sinds 1 augustus 2018 lid van de NVVK. De Gedragscode Schuldregeling wordt breed geaccepteerd als de basis voor schuldregelingen in Nederland.
Daarnaast heeft de vereniging eind 2020 besloten dat leden werken conform de uitgangspunten van de zogenaamde NVVK-belofte. Hierin zijn onderstaande 6 uitgangspunten voor schuldhulpverlening beschreven die door het college worden onderschreven en uitgevoerd:
Een aanvraag voor schuldhulpverlening is aan de orde zodra een inwoner zich heeft gemeld en hij in een gesprek heeft aangegeven schuldhulpverlening te willen hebben. De aanvraag wordt geformaliseerd door een door inwoner ondertekend verwijsformulier. De aanvraagdatum betreft de datum van het gesprek waarin is bepaald dat er een verwijzing naar schuldhulpverlening noodzakelijk is. Deze datum staat genoteerd op het verwijsformulier. Een verwijzing naar schuldhulpverlening vindt plaats door gemeentelijke medewerkers die uitvoeringstaken binnen het sociaal domein uitvoeren en voor zelfstandigen en ondernemers door Bureau Zelfstandigen Fryslân (BZF) die (als eerste) het gesprek aan gaan:
over de hulpvraag van de inwoner1.
Het Plan van Aanpak is een plan dat wordt voorgelegd aan de inwoner voordat hij/zij cliënt wordt. Het omvat globaal de financiële gegevens, een analyse van de situatie, de producten/diensten die de inwoner ontvangt en een stappenplan dat toewerkt naar een wenselijk eindresultaat met de daaraan verbonden tussenstappen en evaluatiemomenten. Het Plan van aanpak wordt bijgevoegd bij de beschikking voor toelating tot de gemeentelijke schuldhulpverlening
Het gaat hier om een bevoegdheid van het college om schuldhulpverlening te weigeren en dus niet om een verplichting om schuldhulpverlening te weigeren in geval van fraude met als gevolg een financiële benadeling van een bestuursorgaan.
Ook een afstemming van de bijstandsuitkering kan onder deze definitie van fraude vallen. Er is dan weliswaar geen sprake van een bestuurlijke boete, maar de CRvB heeft al meerdere malen geoordeeld dat de afstemming van bijstand wel moet worden aangemerkt als een punitieve sanctie zoals bedoeld in art. 15 IVBPR2. De afstemming voegt leed toe en voldoet daarmee aan de definitie.
Het is belangrijk om te beseffen dat als een inwoner een schuld op grond van de Fraudewet heeft, dit niet per definitie betekent dat hij op grond van artikel 3, lid 3 Wgs kan worden geweigerd.
Dit komt omdat in het algemeen al veel eerder is voldaan aan de eisen of voorwaarden van de Fraudewet. Om de inwoner te kunnen weigeren op grond van de Wgs moet aan zwaardere eisen en voorwaarden worden voldaan. Onderstaand schema geeft de verschillen goed weer:
Er is sprake geweest van een schending van de inlichtingenplicht. Opzet is soms wel en soms niet vereist |
|
Of de gedraging heeft geleid tot een benadeling van het bestuursorgaan is niet relevant. (Dit kan wel gevolgen hebben voor de hoogte van de boete of het kunnen geven van een waarschuwing) |
|
Ten aanzien van de gedraging is:
|
De schuldenaar moet in verband met de fraude:
|
Artikel 2 Doelgroep schuldhulpverlening
Betreft een specifiekere uitwerking van hetgeen in artikel 3 van de Wgs wordt benoemd. De schuldhulpverlening staat in beginsel voor iedere inwoner van 18 jaar of ouder van de gemeente Heerenveen open, waarbij ook specifiek zelfstandig ondernemers worden genoemd.
Uitgesloten van schuldhulpverlening zijn vreemdelingen die geen verblijfsvergunning op grond van artikel 8, onderdeel a t/m d van de Vreemdelingenwet 2000 hebben. Ook de vreemdeling die niet valt onder de noemer gemeenschapsonderdaan op grond van een regeling krachtens het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie dan wel de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte wordt uitgesloten.
Tot slot wordt ook de vreemdeling - waarbij geen verblijfsrecht ontleent kan worden aan het Associatiebesluit 1/80 van de Associatieraad EEG/Turkije zoals vastgesteld in artikel 8, onderdeel l van de Vreemdelingenwet – uitgesloten van schuldhulpverlening.
Vroegsignalering binnen de schuldhulpverlening is het in een zo vroeg mogelijk stadium in beeld brengen van mensen met financiële problemen om vroegtijdige hulpverlening mogelijk te maken door gebruik te maken van signalen van verhuurders, energieleveranciers, zorgverzekeraars en waterleveranciers. Verwachting is dat het aantal aanbieders van signalen in de nabije toekomst gaat toenemen. Hierbij valt te denken aan gemeentelijke belastingen, hypotheekverstrekkers en DUO.
Op basis van de binnenkomende signalen neemt de medewerker vroegsignalering namens het college contact op met de inwoner over de mogelijkheden voor een hulpaanbod of mogelijkheden binnen de schuldhulpverlening.
Schematisch komt ons proces overeen met onderstaand voorbeeld vanuit de VNG:
Afhankelijk van de hulpvraag kan het hulpaanbod variëren van:
In het geval van een verwijzing vanuit vroegsignalering naar de gemeentelijke schuldhulpverlening is er sprake van een aanvraag in het kader van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.
Artikel 4 Aanbod schuldhulpverlening
In het eerste lid van dit artikel is aangegeven dat het college schuldhulpverlening verleent wanneer het dit noodzakelijk acht, waarbij een verzoek tot een (vrijblijvend) informatie- en adviesgesprek te allen tijde tot de mogelijkheden behoort en laagdrempeligheid de norm is.
Hiermee wordt enerzijds recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid van de inwoner. Daar waar de inwoner in staat moet worden geacht om de schuldenproblematiek zelf aan te pakken en te regelen kan schuldhulpverlening achterwege blijven.
Anderzijds wordt recht gedaan aan het feit dat schuldhulpverlening selectief en gericht moet worden ingezet. Het gaat om maatwerk. De inzet van schuldhulpverlening kan per inwoner verschillen. Dit wordt in een beschikking – met daaraan gekoppeld een Plan van aanpak - gemotiveerd. Het aanbod van schuldhulpverlening wordt afgestemd op de persoonlijke en financiële situatie van inwoner.
De noodzakelijkheid is in ieder geval aan de orde wanneer er sprake is van (problematische) schulden of dreigende betalingsachterstanden of wanneer inwoner opgehouden is met betalen.
Aangezien schulden vaak niet een op zichzelf staand probleem zijn, wordt er binnen de gemeente in situaties die daar om vragen op een integrale wijze gewerkt. Denk hierbij o.a. aan een combinatie van financiële problemen, werkloosheid en opvoedproblematiek binnen een gezin. Integraal werken houdt in dat er meerdere specialistische medewerkers in samenhang en met de inwoner of cliënt samenwerken aan een oplossing voor de situatie. Wanneer in dergelijke situaties schuldhulpverlening (nog) niet of (nog) onvoldoende kan bijdragen aan de oplossing zal deze tijdelijk niet worden ingezet of beëindigd. Op het moment dat dit wel weer het geval is, zal opnieuw een aanbod kunnen worden gedaan. Insteek is dat de inwoner – zolang de oplossing nog niet afdoende is - in beeld blijft bij het college.
In het tweede lid geeft het college duiding aan het lidmaatschap van de NVVK sinds 1 augustus 2018 en daarmee het werken conform de gedragscodes en van deze vereniging en de uitgangspunten van de zogenaamde NVVK-belofte.
Het derde lid somt een aantal soorten dienstverlening op die het college kan aanbieden aan de inwoner of cliënt. Onderstaand een korte toelichting.
Artikel 4, lid 3 sub a Informatie en advies
Het doel van Informatie en advies is het geven van informatie en advies over het zelfstandig bereiken van duurzaam financieel evenwicht zonder gebruik te maken van de andere beschikbare dienstverlening of producten in deze beleidsregels. Aangezien dit onderdeel van het aanbod niet gericht is op een rechtsgevolg is er geen sprake van een besluit en ontvangt de inwoner hiervoor geen besluit door middel van een beschikking.
Onder Informatie en advies wordt ook verstaan het doorverwijzen naar derden, waarbij gedacht kan worden aan de doorverwijzing van een zelfstandige met schuldenproblematiek naar Bureau Zelfstandigen Fryslân (BZF) voor advies en mogelijke dienstverlening of een doorverwijzing naar een beschermingsbewindvoerder.
Artikel 4, lid 3 sub b Saneringskrediet
Bij de inzet van een saneringskrediet is er feitelijk sprake van afkoop van de schulden van de cliënt. Nadat schuldeisers akkoord zijn gegaan met het voorstel over het af te lossen deel van de schuld, wordt deze in het geval van een saneringskrediet per direct beschikbaar gesteld aan schuldeisers door middel van een saneringskrediet. Schuldeisers hebben hierdoor direct hun deel van de schuld in het bezit en client lost het bedrag van het saneringskrediet af aan de verstrekker van het krediet.
Voor de inzet van een Saneringskrediet gelden de volgende criteria:
Krediet voor de volledige herfinanciering van schulden
Een andere optie voor kredietverstrekking betreft de volledige herfinanciering van een schuld. Van herfinanciering is sprake wanneer de schuld volledig (100%) kan worden afgelost door de cliënt. Dit houdt in dat de cliënt voldoende aflossingscapaciteit heeft om binnen maximaal 18 maanden de volledige schuld af te lossen. Nadat afspraken met schuldeiser(s) zijn gemaakt over de aflossing ineens van de schuld, wordt deze per direct beschikbaar gesteld via een krediet aan cliënt en betaalbaar gesteld aan de schuldeisers. Schuldeisers hebben hierdoor direct hun volledige bedrag van de schuld in het bezit en cliënt (als zijnde schuldenaar) heeft via het verstrekte krediet nog maar één partij aan wie hij moet aflossen.
Aangezien het college geen kredieten mag verstrekken, is het verstrekken van het saneringskrediet en kredieten voor de volledige herfinanciering van schulden belegd bij een organisatie3 die hier op grond van de Wet financieel toezicht (Wft) toe bevoegd is. Voor het verstrekken van een saneringskrediet en een krediet voor de volledige herfinanciering van de schulden kunnen kosten aan cliënt in rekening worden gebracht.
Artikel 4, lid 3 sub c (Toeleiding) en uitvoering minnelijk traject
Het minnelijk traject is een vrijwillige schuldregeling en bestaat uit 3 fases.
Deze eerste fase komt voor het echte schuldregelingstraject. In deze fase wordt alles op orde gebracht om de kans van slagen in het minnelijke traject te vergroten. Afhankelijk van de mate van zelfredzaamheid kan er eventueel budgetbeheer of zelfs (indien dit ten tijde van het informatie en adviesgesprek niet is gebeurd) nog beschermingsbewind aangevraagd worden. In deze eerste fase zoekt het college meestal nog geen contact met de schuldeisers.
In deze fase wordt er door het college contact opgenomen met de schuldeisers en wordt er op basis van de aflossingscapaciteit een betalingsvoorstel gedaan. Gaan alle schuldeisers akkoord met het betalingsvoorstel en voldoet cliënt 18 maanden lang aan alle voorwaarden van de regeling? Dan wordt het restant van de schulden kwijtgescholden. Er kan sprake zijn van omstandigheden waardoor de schuldregeling en aflossing na 18 maanden toch nog dient te worden voortgezet. Hierin volgen wij de criteria die worden gehanteerd in de Algemene maatregel van Bestuur (AmvB). Cliënt lost in principe in een minnelijk traject nooit meer dan 3 jaar af, maar het streven is om de schulden in de periode van 18 maanden zo volledig mogelijk af te lossen.
Nazorg start al bij de intake. Vanaf het begin van het schuldhulpverleningstraject is er aandacht voor het verkrijgen of behouden van financiële zelfredzaamheid en het voorkomen van terugval. Met name het wegnemen van de oorzaak of oorzaken van de schuldenproblematiek is hierin een belangrijke pijler. Doordat financiële problematiek vaak meerdere oorzaken heeft, is – om deze oorzaken weg te nemen – veelal een integrale aanpak nodig.
De nazorgfase vindt plaats na beëindiging van een traject schuldhulpverlening. Dit betreft geen verplichtend, maar een vrijblijvend aanbod waarop inwoner – aansluitend op het afgeronde schuldhulpverleningstraject - een beroep kan doen.
Artikel 4, lid 3 sub d (Toeleiding) wettelijk traject
De toeleiding naar een wettelijk traject via de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) start meestal met een poging tot een minnelijk traject. Wanneer niet alle schuldeisers willen meewerken aan een minnelijk traject, dan kan dit via de rechtbank worden afgedwongen.
De cliënt (als zijnde schuldenaar) kan het college vragen een WSNP traject aan te vragen. De verklaring en het verzoekschrift dienen door het college te worden afgegeven bij de rechtbank. De rechter kan schuldeisers verplichten om mee te werken. Na een periode van 18 maanden tot maximaal 5 jaar4 worden de overblijvende schulden kwijtgescholden.
Artikel 4, lid 3 sub e Adviesrecht
Op het gebied van onder bewindstelling wegens schulden is er voor gemeenten de gelegenheid om gebruik te maken van het zogenaamde Adviesrecht. Kern van het Adviesrecht is dat het college bij de rechtbank kan aangeven dat zij graag advies wenst te geven bij een onder bewindstelling wegens schulden van een inwoner.
Inwoners met problematische schulden kunnen worden geholpen met schuldenbewind. Een bewindvoerder beheert dan hun financiën en stabiliseert de situatie. Schuldenbewind is een ingrijpende maatregel. Gemeenten kunnen inwoners met schulden mogelijk ook ondersteunen met lichtere vormen van hulp.
De Wgs regelt dat gemeenten in ieder geval drie maanden nadat schuldenbewind is ingesteld de rechter mogen adviseren of een inwoner het beste kan worden geholpen door voortzetting van het bewind, of door een lichtere vorm van gemeentelijke ondersteuning. Gemeenten kunnen zo hun regierol bij schuldhulpverlening beter vervullen. Dit draagt bij aan de samenwerking tussen rechtbanken, gemeenten en bewindvoerders.
Artikel 4, lid 3 sub f Vormen Budgetbeheer en Budgetcoaching
Het college biedt vormen van budgetbeheer aan voor cliënten die om verschillende redenen (tijdelijk) niet in staat zijn zelf te zorgen voor een stabiele financiële huishouding. Mogelijke redenen zijn onvoldoende kennis en kunde, life-events (scheiding, overlijden, werkloosheid etc.) of andere problematiek die de zelfredzaamheid (tijdelijk) in de weg staan.
Budgetbeheer in het kader van de ontzorgplicht binnen de Wet inburgering valt hier niet onder.
Budgetbeheer kan worden aangeboden in combinatie met een schuldenregeling, maar kan ook preventief worden ingezet, om schulden te voorkomen.
Budgetbeheer en preventief budgetbeheer heeft als voornaamste doel de inkomsten en uitgaven van de inwoner of cliënt (deels) te beheren en in evenwicht te houden. Vanuit dit evenwicht is het doel de (financiële) zelfredzaamheid van de inwoner of cliënt te vergroten.
Ingeval de diverse vormen van budgetbeheer wordt een overeenkomst tot budgetbeheer opgesteld en een plan van aanpak waarin (leer)doelen en afspraken hierover worden vastgelegd.
Aan het budgetbeheer worden enkele voorwaarden gesteld, te weten:
Budgetbeheer wordt - afhankelijk van de situatie van inwoner of cliënt - door het college aangeboden voor maximaal een jaar. In individuele gevallen kan deze periode met maximaal een jaar worden verlengd. Uitzondering hierop is de inwoner of cliënt die zich in een schuldregeling bevindt. Deze kan budgetbeheer aangeboden krijgen gedurende de periode van schuldregeling en de eventuele nazorgfase;
Belangrijke doelstelling van de Wgs is dat de schuldhulpverlening bijdraagt aan het vergroten van de financiële zelfredzaamheid van client en deze weer – waar mogelijk - zelf volledig zijn eigen financiën kan regelen. Hiervoor bieden wij budgetcoaching, waarin de cliënt begeleid wordt om deze zelfredzaamheid te vergroten. Door het verkorten van de maximale aflostermijn bij een minnelijke regeling en het uitgangspunt van de inzet van een Saneringskrediet, tenzij.. is inzet van budgetcoaching een belangrijk speerpunt in onze dienstverlening. De coaching start bij aanvang van toelating tot de Wgs en duurt zo kort als mogelijk en zo lang als nodig. Hiermee is het mogelijk dat de coaching ook na de aflostermijn van de schuldregeling nog blijft doorgaan. De duur van de coaching staat hierdoor los van de aflostermijn van de schuldregeling.
Artikel 4, lid 3 sub g Flankerende instrumenten
Met flankerende instrumenten wordt bedoeld dat het college ook hulp- en dienstverlening biedt ter ondersteuning aan de schuldregelende activiteiten of preventief hieraan. Een voorbeeld op het gebied van ondersteunende hulp- en dienstverlening of preventie is de inzet van de (vrijwillige) Budgetmaatjes van Caleidoscoop. Zij kunnen cliënt o.a. ondersteunen bij het inzichtelijk krijgen en houden van hun financiën.
In het 4e lid wordt benoemd dat de inzet van schuldhulpverlening per cliënt kan verschillen. Dit wordt in een beschikking gemotiveerd. Het aanbod van schuldhulpverlening wordt afgestemd op de persoonlijke en financiële situatie van inwoner of cliënt (maatwerk).
Er geldt op grond van de Wgs geen inlichtingenplicht tijdens de aanvraagfase. Reden hiervoor is dat er in deze fase nog sprake is van een inwoner en nog niet van een cliënt. Doordat het voor de beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is om relevante gegevens te ontvangen van de inwoner, kunnen wij terugvallen op artikel 3.2 [noot5] van de Algemene wet bestuursrecht.
Met zowel de verplichting tot het verstrekken van inlichtingen en het verlenen van medewerking wordt een beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van de inwoner of cliënt. Het college onderzoekt de aangeleverde gegevens op juistheid en volledigheid. Gegevens waarover het college reeds kan beschikken vallen niet onder de inlichtingenplicht.
De onder lid 4 vermelde opsomming is niet limitatief. Afhankelijk van het aanbod en de situatie van inwoner of cliënt kunnen aanvullende verplichtingen (lid 5) gelden. Enkele voorbeelden zijn: binnen een bepaalde termijn aangifte inkomstenbelasting te doen of om de auto te verkopen.
Artikel 6 Weigeren en beëindigen schuldhulpverlening
In verband met de eigen verantwoordelijkheid en de beperkte middelen voor schuldhulpverlening is in dit artikel opgenomen dat het college in bepaalde gevallen geen aanbod schuldhulpverlening kan doen of de lopende schuldhulpverlening kan beëindigen.
Op het moment dat inwoner of cliënt niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals is vermeld in artikel 5, kan het college besluiten om schuldhulpverlening af te wijzen dan wel te beëindigen.
Alvorens er een besluit tot weigering dan wel beëindiging wordt genomen biedt het college een hersteltermijn in het geval een inwoner of cliënt de verplichtingen zoals genoemd in artikel 5 niet nakomt. De duur van de hersteltermijn moet redelijk zijn. Deze is afhankelijk van de verplichting zoals genoemd in artikel 5. Een termijn van circa 2 weken zal veelal voldoende moeten zijn, wat niet betekent dat dit in alle gevallen de uiterlijke termijn is. Indien de inwoner of cliënt binnen de termijn nog niet de verplichting(en) nakomt dan kan het college besluiten over te gaan tot weigeren of beëindigen van schuldhulpverlening.
In lid 3 van artikel 6 worden de situaties omschreven waarbij het college in ieder geval besluit af te zien van een hersteltermijn.
Ingeval overlijden - zoals genoemd in artikel 6, lid 5 - waarbij nog sprake is van een partner, is beëindiging afhankelijk van of de partner als cliënt wordt aangemerkt. Wanneer dit niet het geval is, eindigt de schuldhulpverlening.
Wanneer er sprake is van fraude dan kan besloten worden tot weigering of beëindiging van schuldhulpverlening. Om de schuldhulpverlening te kunnen weigeren op grond van artikel 3 lid 3 Wgs moet zijn voldaan aan de vier voorwaarden genoemd in artikel 1 van de toelichting.
Wanneer de schuldhulpverlening wordt afgewezen of beëindigd, dan vindt - waar nodig - overdracht naar flankerende hulpverlening plaats.
Artikel 7 Weigeren en beëindigen schuldregelingstraject
Een onderdeel van schuldhulpverlening kan het opzetten van een schuldregeling zijn. Zonder de ondersteuning van schuldhulpverlening te beëindigen, kan op grond van dit artikel de toegang tot het onderdeel schuldregeling binnen de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) wel worden geweigerd of beëindigd.
Een voorbeeld voor lid 2 van dit artikel betreft een schuld - die ten gevolge van door een misdrijf veroorzaakte lichamelijke schade - tot een opgelegde schadevergoeding heeft geleid.
Wanneer er minder dan 2 jaar geleden een schuldregeling succesvol is afgerond, wordt een nieuw verzoek hiertoe geweigerd. Dit geldt ook wanneer er minder dan 2 jaar geleden een saneringskrediet is verstrekt.
Een weigering of beëindiging op grond van fraude is aan de orde wanneer het sociale zekerheidsfraude6 of fraude op het gebied van belastingen en toeslagen betreft.
Lid 5 beschrijft de mogelijkheid om af te zien van deze weigering of beëindiging.
Het weigeren van de toegang tot of beëindigen van een schuldregelingstraject betekent niet (automatisch) dat de schuldhulpverlening wordt geweigerd of beëindigd. Voor beëindigen van de schuldhulpverlening geldt artikel 6 van deze beleidsregels.
Artikel 8 Recidive – hernieuwde aanvraag
Hierin wordt beschreven op welke wijze een hernieuwde aanvraag voor schuldhulpverlening wordt beoordeeld. Uitgesloten van deze beoordeling zijn het onderdeel Informatie en advies, omdat dit altijd beschikbaar is voor iedere inwoner van de gemeente Heerenveen en waarvoor geen besluit nodig is.
Het eerste lid van artikel 8 beschrijft de mogelijkheden die het college heeft om - gezien een voorgeschiedenis - de algehele schuldhulpverlening te weigeren, waarbij het 2e lid het college specifieke mogelijkheden geeft om hier van af te kunnen zien.
Het 3e lid waarborgt de rechtszekerheid van de inwoner, omdat het besluit tot afwijzing van de hernieuwde aanvraag gemotiveerd kenbaar wordt gemaakt en hierop bezwaar en beroep mogelijk is.
Artikel 4 lid 1 Wgs bepaalt dat het college de inwoner vooraf een globaal inzicht geeft in het aantal weken tussen het eerste gesprek waarin de hulpvraag wordt vastgesteld en het bereiken van een resultaat. Deze zogenaamde doorlooptijd zal individueel kunnen verschillen. Het aantal weken dat verstrijkt tussen het moment waarop de hulpverlening start en het bereiken van een resultaat is immers bij uitstek de periode waarin het bieden van maatwerk aan de orde is. Zo maakt het voor de lengte van de doorlooptijd veel uit of een inwoner uitsluitend een financieel probleem heeft, of dat die financiële problemen direct samenhangen met bijvoorbeeld psychosociale problematiek.
Vanwege de snelheid vindt het college een periode van maximaal 15 werkdagen tussen datum aanvraag (= datum melding) en (eerste) intakegesprek belangrijk. Ook is besluitvorming over toelating of afwijzing in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening binnen de periode die de Algemene wet bestuursrecht (Awb) (max. binnen 8 weken) hierin voorschrijft voor het college van belang. Bij dit besluit zal een concreet plan van aanpak worden bijgevoegd, waar in ieder geval de actuele beslagvrije voet in acht wordt genomen.
Bij de inwoner die onder bewind staat is sprake van zowel een door ons opgesteld (summier) plan van aanpak, als een specifiek plan (van aanpak) opgesteld door de bewindvoerder. Dit plan van de bewindvoerder wordt periodiek door de rechtbank beoordeeld.
Bij een crisissituatie wordt er vanzelfsprekend sneller gehandeld en wordt er binnen 24 uur na de melding contact opgenomen met de inwoner of degene die namens de inwoner de melding heeft gedaan. Een crisissituatie is aan de orde wanneer er sprake is van een dreigende huisuitzetting en/of afsluiting van energie en/of water van de inwoner.
Dit artikel geeft ruimte aan het college om in bijzondere en/of onvoorziene gevallen af te wijken van de regels zoals neergelegd in deze beleidsregels.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-284505.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.