Gemeenteblad van Midden-Groningen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Midden-Groningen | Gemeenteblad 2023, 28370 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Midden-Groningen | Gemeenteblad 2023, 28370 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Nadere regels energiecompensatie maatschappelijke organisaties en kleine ondernemingen gemeente Midden-Groningen 2023
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
kleine onderneming: een kleine onderneming of een micro-onderneming als bedoeld in bijlage 1 uit Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (de Aanbeveling). De kleine onderneming of micro-onderneming als bedoeld in de Aanbeveling is minimaal vanaf 1 november 2022 ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. In afwijking van artikel 2, tweede en derde lid van de Aanbeveling komen voor deze nadere regels uitsluitend kleine ondernemingen en micro-ondernemingen in aanmerking waar minder dan 25 personen werkzaam zijn, inclusief de eigenaar(s);
Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college aan de in artikel 4 genoemde doelgroepen voor de in artikel 3 genoemde activiteiten.
Artikel 6 Hoogte van de subsidie ten behoeve van maatschappelijk vastgoed
Met werkelijke meerkosten als bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel b wordt bedoeld de kosten voor energie boven de maximumtarieven als bedoeld in het derde lid. Als de aanvrager gebruik kan maken van het prijsplafond, hebben de werkelijke meerkosten als bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel b uitsluitend betrekking op het verbruik van energie boven het maximale verbruik als bedoeld in het vierde lid.
De maatwerksubsidie voor het eerste halfjaar 2023 bedraagt 100% van de meerkosten als bedoeld in het tweede lid tot een verbruik van 2.900 kilowattuur elektriciteit, en/of 1.200 kubieke meter gas en/of 37 gigajoule stadswarmte. Voor het verbruik boven de grenzen als genoemd in de eerste volzin, bedraagt de subsidie 50% van de meerkosten als bedoeld in het tweede lid.
Als de aanvrager van een maatwerksubsidie gebruik maakt van regelingen voor compensatie van energielasten anders dan het prijsplafond, waaronder TEK of eventuele toekomstige Rijksregelingen, worden deze in mindering gebracht op de maatwerksubsidie in zoverre subsidiëring zou leiden tot een hogere compensatie dan bedoeld in het tweede lid.
Artikel 7 Hoogte van de subsidie ten behoeve van kleine ondernemingen
De subsidie voor compensatie van kleine ondernemingen voor de gestegen kosten van energie bedraagt 50% van de kostenstijging voor energiegebruik boven de drempelprijs van € 1,19 per kubieke meter gas en € 0,35 per kilowattuur elektriciteit voor de periode 1 november 2022 tot en met 30 juni 2023. De maximale subsidie voor de periode 1 november 2022 tot en met 30 juni 2023 bedraagt € 20.000.
De kostenstijging als bedoeld in het eerste lid betreft de kostenstijging ten opzichte van het tarief dat de energieleverancier(s) van de aanvrager op 1 januari 2022 hanteerde(n). Als de kleine onderneming haar activiteiten heeft aangevangen in de periode 2 januari 2022 tot en met 1 november 2022, betreft dit de kostenstijging ten opzichte van het tarief dat de energieleverancier(s) van de aanvrager hanteerde(n) op het moment van aanvang van de activiteiten.
Artikel 8 Berekening van uurtarieven, uniforme kostenbegrippen
De verlening van de subsidie ten behoeve van kleine ondernemingen als bedoeld in artikel 7, eerste lid wordt, aanvullend op de genoemde bewijsstukken in het eerste lid, eveneens gebaseerd op een door de aanvrager verstrekt bewijsstuk waaruit het tarief voor energie van zijn energieleverancier(s) op 1 januari 2022 blijkt.
Als de kleine onderneming in de periode van 2 januari 2022 tot en met 1 november 2022 is aangevangen met haar activiteiten, verstrekt zij in afwijking van het tweede lid een bewijsstuk waaruit het tarief voor energie van haar energieleverancier(s) blijkt op het moment waarop de onderneming haar activiteiten heeft aangevangen.
Als het college gebruik maakt van de bewijsstukken die betrekking hebben op een geheel jaar als bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel b en/of het vierde lid voor een aanvraag maatwerksubsidie, deelt hij voor de berekening van het maximale verbruik als bedoeld in artikel 6, zesde lid het totale jaarlijkse verbruik van energie door de aanvrager door 2.
Als het college gebruik maakt van de bewijsstukken die betrekking hebben op een geheel jaar als bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel b en/of het vierde lid voor een aanvraag voor een subsidie als bedoeld in artikel 7, eerste lid, deelt hij voor de berekening van deze subsidie het totale jaarlijkse verbruik van energie door de aanvrager door 2.
Als de aanvraag betrekking heeft op een deel van de periode 1 november tot en met 31 december 2022 en/of een deel van het eerste halfjaar 2023, wordt voor de berekening van de subsidie het maximale verbruik als bedoeld in artikel 6 of 7 evenredig verdeeld over de periode waarop de aanvraag betrekking heeft.
Als de aanvrager van de subsidie als bedoeld in artikel 7, eerste lid gebruik kan maken van het prijsplafond, wordt er voor de berekening van de subsidie vanuit gegaan dat de aanvrager gedurende het eerste halfjaar 2023 601 kubieke meter gas en/of 1.218 kilowattuur elektriciteit verbruikt voor het tarief als bedoeld in artikel 6, derde lid.
Als de aanvrager van de subsidie als bedoeld in artikel 7, eerste lid slechts een deel van het eerste halfjaar 2023 gebruik kan maken van het prijsplafond of voor slechts een deel van het eerste halfjaar 2023 een subsidie aanvraagt, wordt voor de berekening van de subsidie gebruik gemaakt van de onderstaande prijsplafonds per maand of gedeelte van een maand:
In aanvulling op het derde lid overlegt de aanvrager bij een aanvraag als bedoeld artikel 7, eerste lid een naar waarheid ingevulde de-minimisverklaring en een actuele kopie van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel, met daarop het aantal werkzame personen herkenbaar opgenomen en waaruit blijkt dat het bedrijfspand gelegen is binnen de gemeente Midden-Groningen.
In afwijking van artikel 7, derde lid van de ASV kan een subsidieaanvraag worden ingediend met ingang van 26 januari 2023 tot en met 1 maart 2023.
De aanvrager heeft, waar mogelijk, gebruik gemaakt van regelingen voor compensatie van energielasten anders dan het prijsplafond, waaronder TEK en/of eventuele toekomstige regelingen.
Als het overzicht van het werkelijk verbruik als bedoeld in artikel 2, aanhef en onderdeel a of artikel 3, aanhef en onderdeel a op 1 september 2023 niet beschikbaar is, dient de aanvrager in afwijking van het tweede dan wel derde lid binnen 8 weken nadat dit bewijsstuk beschikbaar is, een aanvraag tot vaststelling in.
Artikel 15 Subsidievaststelling
In afwijking van artikel 13 van de ASV worden maatwerksubsidies die betrekking hebben op het eerste halfjaar 2023 of een gedeelte daarvan direct door het college verleend en vastgesteld voor zoverre de subsidie voor de periode van 1 november 2022 tot en met 30 juni 2023 of een gedeelte daarvan minder dan € 1.000 bedraagt.
In afwijking van artikel 13 van de ASV worden maatwerksubsidies vanaf € 1.000 die betrekking hebben op de periode van 1 november 2022 tot en met 31 december 2022 of een gedeelte daarvan of een subsidie op grond van artikel 7, eerste lid binnen 13 weken na ontvangst van een aanvraag tot subsidievaststelling vastgesteld. Deze termijn kan eenmalig voor ten hoogste 8 weken worden verdaagd.
Als de subsidieontvanger niet of niet binnen de termijn als bedoeld in het vierde lid alsnog een aanvraag tot subsidievaststelling indient, verstuurt het college schriftelijk een voornemen om de subsidie op nihil vast te stellen. De subsidieontvanger heeft 2 weken na de dag van verzending van de voornemensbrief om alsnog een aanvraag tot subsidievaststelling of een zienswijze in te dienen.
Als de subsidieontvanger niet of niet binnen de termijn als bedoeld in het vijfde lid een aanvraag tot subsidievaststelling indient, of als de subsidieontvanger niet of niet binnen de termijn als bedoeld in het vijfde lid een zienswijze indient, of als de door de subsidieontvanger ingediende zienswijze niet leidt tot een ander oordeel, stelt het college de subsidie vast op nihil.
Artikel 16 Bevoorschotting en betaling in gedeelten
Na een aanvraag tot subsidievaststelling stelt het college vast welke meerkosten als bedoeld in artikel 6, tweede lid werkelijk zijn gemaakt dan wel de kostenstijging energiegebruik als bedoeld in artikel 7, eerste lid werkelijk heeft plaatsgevonden. De subsidie wordt vastgesteld ter hoogte van deze werkelijk gemaakte meerkosten of de werkelijke kostenstijging met als maximum het maximumbedrag van de toegekende subsidie.
Het college kan, in bijzondere gevallen, een of meerdere artikelen van de ASV en deze nadere regels buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1, 2, 4 en 9 van de ASV, voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Toepassingen van deze hardheidsclausule worden gemotiveerd in de besluiten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-28370.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.