Verordening op de Rekenkamer Son en Breugel 2023

De raad van de gemeente Son en Breugel,

  • Gelezen het voorstel van de voorzitter en griffier van de gemeenteraad van 12 mei 2023, bijlage nr.: 36 – 2023;

  • Gelet op de artikelen 81k en 149 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de ‘Verordening op de Rekenkamer Son en Breugel 2023’.

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: Gemeentewet;

  • b.

    Rekenkamer: rekenkamer van de gemeente Son en Breugel als bedoeld in artikel 81a van de wet;

  • c.

    Voorzitter: voorzitter van de rekenkamer;

  • d.

    Raad: de gemeenteraad van Son en Breugel.

Artikel 2 Rekenkamer

  • 1.

    Er is een rekenkamer.

  • 2.

    De rekenkamer bestaat uit twee leden, waaronder een voorzitter.

Artikel 3 Taken rekenkamer

De rekenkamer verricht onderzoek naar en adviseert aan de raad over de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde beleid.

Artikel 4 Klankbordgroep

De rekenkamer gebruikt de auditcommissie als klankbordgroep, namens de raad.

Artikel 5 Herbenoeming leden

De leden van de rekenkamer, waaronder de voorzitter, kunnen maximaal één keer voor een periode van zes jaar worden herbenoemd.

Artikel 6 Secretaris

De griffier of diens plaatsvervanger fungeert als ambtelijk secretaris van de rekenkamer.

Artikel 7 Budget

  • 1.

    De rekenkamer is bevoegd binnen een haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen voor de uitvoering van de werkzaamheden van de rekenkamer.

  • 2.

    Ten laste van het onder lid 1 genoemde budget worden de kosten gebracht van:

  • a.

    De vergoedingen en reiskosten van de leden;

  • b.

    Externe deskundigen die eventueel door de rekenkamer worden ingeschakeld;

  • c.

    Eventuele andere uitgaven die de rekenkamer nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3.

    De rekenkamer legt verantwoording af aan de gemeenteraad over de besteding van het budget.

Artikel 8 Vergoeding

  • 1.

    De leden van de rekenkamer ontvangen voor hun werkzaamheden een vaste maandelijkse vergoeding. De vergoeding bedraagt voor de voorzitter € 250,- en voor het lid € 200,-. De vergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd met dezelfde indexering die geldt voor de vergoeding voor raadsleden.

  • 2.

    Indien leden van de rekenkamer onderzoek verrichten zoals omschreven in artikel 3, ontvangen zij daarvoor een uurtarief van € 80,- bruto per uur. Met eventuele indexatie kan rekening gehouden worden.

  • 3.

    Aan de leden wordt voor het gebruik van zijn/haar particulier motorvoertuig voor woon-werkverkeer een vergoeding van de aan dit gebruik verbonden kosten toegekend. De vergoeding wordt toegekend in de vorm van een bedrag van € 0,37 per afgelegde kilometer.

  • 4.

    De vergoedingen genoemd in het tweede en derde lid komen ten laste van het budget van de rekenkamer.

  • 5.

    De betaling van de vergoeding wordt bij een langdurige afwezigheid van langer dan twee maanden opgeschort, ook bij ziekte.

Artikel 9 Werkwijze

  • 1.

    De rekenkamer vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar.

  • 2.

    De rekenkamer stelt een reglement van orde voor haar werkzaamheden en vergaderingen vast.

  • 3.

    De rekenkamer voert twee onderzoeken per jaar uit.

  • 4.

    De voorzitter heeft, bij het staken van stemmen, een doorslaggevende stem.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening op de Rekenkamer Son en Breugel 2023’.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2023;

  • 2.

    Per die datum vervalt de Verordening op de Rekenkamercommissie gemeente Son en Breugel 2019.

 

 

Aldus vastgesteld door de raad in zijn openbare vergadering van 22 juni 2023.

de griffier, de voorzitter,

Moniek Weerts Suzanne Otters-Bruijnen

Bijlage 1 Verordening op de Rekenkamer Son en Breugel 2023

Algemeen

De raad moet een onafhankelijke rekenkamer instellen (artikel 81a van de wet). Deze verplichting geldt vanaf 1 januari 2023, met een overgangstermijn van een jaar. Daarnaast moet de raad op grond van 81k van de wet een verordening opstellen voor een vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de rekenkamer en een tegemoetkoming in hun kosten. Voorts mag de raad op grond van artikel 149 van de wet aanvullende regels stellen in het belang van de gemeente en met inachtneming van de wet.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven.

Artikel 2

De verplichting tot het instellen van een rekenkamer en het vaststellen van het aantal leden van de rekenkamer vloeit rechtstreeks voort uit artikel 81a en 81b van de wet. Met deze verordening wordt gekozen voor een rekenkamer met twee leden, waaronder een voorzitter.

Artikel 3

In dit artikel zijn de taken van de rekenkamer vastgelegd. Deze taakomschrijving is ook wettelijk vastgelegd op grond van artikel 182 lid 1 van de wet. Om de taak expliciet zichtbaar te maken is de taakomschrijving ook in de verordening opgenomen.

Artikel 4

Rekenkamers hebben in de praktijk soms behoefte om informatie in te winnen bij een afvaardiging van de raad. Voor vragen als wat leeft er binnen de raad en hoe is de organisatie van de raad geregeld. Met deze verordening wordt gekozen een al ingesteld gremium, de auditcommissie, als aanspreekpunt aan te wijzen.

Artikel 5

De leden van de rekenkamer alsook de voorzitter van de rekenkamer worden door de raad benoemd en kunnen ook door de raad worden herbenoemd (artikel 81c, lid 1 en 4, van de wet). De benoemingstermijn is wettelijk op zes jaar gesteld.

Artikel 6

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 7

De raad moet de rekenkamer de nodige middelen ter beschikking stellen voor een goede uitoefening van haar werkzaamheden (artikel 81j van de wet). De rekenkamer is verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. Ten laste van het budget worden de in het tweede lid genoemde kosten gebracht.

Artikel 8

De leden van de rekenkamer ontvangen een bij verordening van de raad vastgestelde vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten (artikel 81k van de wet).

Artikel 9

De rapporten van de rekenkamer zijn in beginsel openbaar, maar op grond van de belangen genoemd in artikel 5.1 van de Wet open overheid kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt.

In dit artikel is onder lid 3 een afspraak opgenomen over het aantal door de rekenkamer uit te (laten) voeren onderzoeken.

Artikel 10

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 11

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Naar boven