Gemeenteblad van Nissewaard
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nissewaard | Gemeenteblad 2023, 282262 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nissewaard | Gemeenteblad 2023, 282262 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard, houdende nadere regels voor het verstrekken van voorzieningen vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Nissewaard 2023)
Artikel 1.1 Reikwijdte van deze nadere regels
Er zijn artikelen in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en in de Verordening maatschappelijke ondersteuning Nissewaard 2023 die normen bevatten die met algemene woorden zijn aangeduid. Deze normen vragen om een nadere invulling. Daardoor worden concrete rechten en plichten voor een ieder bepaald. De onderwerpen in deze nadere regels dienen in samenhang te worden gelezen met de betreffende artikelen uit de wet en de verordening. Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat de wettelijke begrippen en definities uit de verordening ook van toepassing zijn bij deze nadere regels.
Hoofdstuk 2 Gebruikelijke hulp
Artikel 2.1 Gebruikelijke hulp
Volgens artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 wordt onder gebruikelijke hulp verstaan de hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van de echtgenoot, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten.
Wat naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht, is afhankelijk van de volgende factoren.
Wanneer het om huishoudelijke taken gaat, dan mag bijvoorbeeld worden verwacht dat een gezonde volwassen huisgenoot dit overneemt. Minder gebruikelijk is het dat huisgenoten elkaar helpen bij hun persoonlijke verzorging, maar echtgenoten in kortdurende situaties mogelijk wel. Wanneer het beperkt blijft tot aansturing dan kan het ook gebruikelijk zijn om dit te bieden. Wanneer de hulp gegeven moet worden en of deze uitstelbaar is kan mede een rol spelen.
Uitgangspunt is dat een gezamenlijk huishouden zelf verantwoordelijk is voor het eigen huishouden en de wijze waarop het huishouden wordt gevoerd. Kan één van de huisgenoten een deel van de huishoudelijke taken niet meer uitvoeren dan dienen de overige huisgenoten in beginsel door herverdeling van taken deze over te nemen.
Gebruikelijke hulp is de normale, dagelijkse hulp die huisgenoten geacht worden elkaar onderling te bieden omdat ze als leefeenheid een gezamenlijk huishouden voeren. Gebruikelijke hulp is dus alleen aan de orde als er een leefeenheid is die een gezamenlijk huishouden voert. Uitwonende kinderen vallen hier dus buiten. Betreft het een eenpersoonshuishouden dan is dit géén leefeenheid zoals hiervoor bedoeld en is er dus géén sprake van gebruikelijke hulp.
Gebruikelijke hulp is per definitie hulp waarop geen aanspraak bestaat vanuit de wet en is in de verordening gedefinieerd. Bij het inventariseren van de eigen mogelijkheden binnen de leefeenheid, zoals het verlenen van gebruikelijke hulp, wordt geen onderscheid gemaakt op basis van sekse, religie, cultuur, de wijze van inkomensverwerving of persoonlijke opvattingen over het verrichten van huishoudelijke taken.
Gebruikelijke hulp onderscheidt zich van mantelzorg. Mantelzorg is zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, door personen uit diens directe omgeving waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie. Bij mantelzorg wordt de normale gebruikelijke zorg in zwaarte, duur of intensiteit aanmerkelijk overschreden. Mantelzorg vindt plaats op basis van vrijwilligheid en is niet afdwingbaar.
Artikel 2.2 Gebruikelijke hulp en de leeftijd van huisgenoten
De mate waarin gebruikelijke hulp aan de orde is, wordt voor een belangrijk deel bepaald aan de hand van de leeftijd van de huisgenoten.
Artikel 2.2.1 Gebruikelijke hulp van echtgenoten en andere volwassen huisgenoten voor elkaar
Van echtgenoten en volwassen huisgenoten wordt verwacht dat zij de huishoudelijke taken van degene met beperkingen volledig kunnen overnemen, tenzij er sprake is van beperkingen in de zin van de wet bij die persoon zelf of als er sprake is van een bijzondere situatie. Onder andere volwassen huisgenoten worden ook inwonende kinderen vanaf 21 jaar verstaan.
Van een bijzondere situatie kan bijvoorbeeld sprake zijn als de echtgenoot of huisgenoot meer dan gemiddeld tijd moet besteden aan zijn werkkring en er hierdoor overbelasting dreigt.
Ook kan het zijn dat de echtgenoot of huisgenoot als gevolg van zijn werk regelmatig niet thuis is. Bijvoorbeeld omdat de echtgenoot of huisgenoot werkzaam is in de offshore, als internationaal chauffeur of werkt in het buitenland. De langdurige afwezigheid moet wel inherent zijn aan het werk en een verplichtend karakter hebben.
Een indicatie voor hulp bij het huishouden kan dan worden afgegeven voor niet uitstelbare taken gedurende de periodes dat de echtgenoot of huisgenoot afwezig is. Niet uitstelbare taken zijn onder andere maaltijd verzorgen, kinderen verzorgen, afwassen en opruimen.
Voor wel uitstelbare taken wordt slechts een indicatie afgegeven als de afwezigheid langer is dan 7 etmalen. Uitstelbare taken zijn bijvoorbeeld: boodschappen doen, wasverzorging, bedden verschonen, ramen aan de binnenzijde van de woning zemen, stofzuigen, sanitair schoonmaken.
Artikel 2.2.2 Gebruikelijke hulp van inwonende kinderen voor de ouder
Bij gezinnen is het uitgangspunt dat van kinderen vanaf 18 jaar verwacht mag worden dat zij een deel van de huishoudelijk taken overnemen. Het gaat daarbij om taken in de omvang vergelijkbaar met die bij het voeren van een eenpersoonshuishouden. Hiertoe behoren: het schoonhouden van de sanitaire ruimte, keuken, één kamer, het doen van de was en boodschappen, het verzorgen van de maaltijden, afwassen en opruimen.
Van kinderen onder de 18 kan geen volwaardige bijdrage aan het huishouden worden verwacht. Afhankelijk van de leeftijd en ontwikkeling van het kind wordt bekeken of er eventueel een bijdrage kan worden geleverd, of dat er juist extra ondersteuning nodig is. De bijdrage die normaal gesproken mag worden verwacht is:
Voorwaarde is dat kinderen niet overbelast worden doordat zij te veel verantwoordelijkheid op zich nemen. In die zin mag een kind in een gezin met een ouder met belemmeringen in het voeren van het huishouden niet meer belast mogen worden dan een kind met gezonde ouders.
Speciale aandacht hierbij is vereist ten aanzien van de invloed die het uitvoeren van huishoudelijke werkzaamheden kan hebben op de schoolprestaties van de kinderen. Het mag nooit zo zijn dat het verlenen van gebruikelijke hulp door tot de leefeenheid behorende kinderen die schoolprestatie negatief beïnvloeden.
Het verzorgen en begeleiden van jongere gezinsleden valt buiten de gebruikelijke hulp van kinderen, tenzij het inwonende kind aangeeft de taak van verzorging van een jonger gezinslid te willen verrichten en duidelijk is dat dit ook verantwoord is en de ouders daarmee instemmen.
Artikel 2.2.3 Gebruikelijke hulp van ouders voor kinderen
Ouders hebben een zorgplicht voor hun kinderen. Deze strekt zich uit over opvang, verzorging, begeleiding en opvoeding, inclusief zorg bij ziekte. Uitgangspunt is dat bij uitval van één van de ouders de andere ouder deze zorg overneemt. Zo nodig kan daarbij gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden van zorgverlof, kinderopvang, buitenschoolse opvang en dergelijke. Een individuele voorziening voor structurele opvang van kinderen is niet mogelijk binnen de wet. Slechts bij calamiteiten en als alle voorliggende voorzieningen en mogelijkheden onvoldoende oplossing bieden, kan een tijdelijke voorziening voor de verzorging van de kinderen worden toegekend.
Artikel 2.2.4 Gebruikelijke hulp voor wat betreft begeleiding, verzorging en verpleging
Ook begeleiding in gezinsverband valt tot op zekere hoogte onder gebruikelijke hulp.
Onder gebruikelijke begeleiding valt:
Van echtgenoten mag verwacht worden dat zij bereid en in staat zijn elkaar naar vermogen persoonlijke, lichamelijke zorg inclusief assistentie bij de algemeen dagelijkse levensverrichtingen en aandacht en begeleiding bij ziekte en psychosociale problemen te bieden. Hetzelfde geldt voor ouders die inwonende kinderen hebben. Moet de echtgenoot of ouder de zorgbehoevende ook verplegen of is de totale zorg voor de echtgenoot of ouder dusdanig belastend dat de echtgenoot of ouder daardoor niet in staat is het huishouden te verzorgen, dan ligt het op de weg dat zij op grond van de Wet langdurige zorg danwel de Zorgverzekeringswet een voorziening voor verpleging aanvragen.
Redenen als “niet gewend zijn om” of “geen huishoudelijk werk willen verrichten” leiden niet tot een indicatie voor het overnemen van huishoudelijke taken. Ontbreekt bij één of meerdere huisgenoten de vaardigheid tot het verrichten van huishoudelijke taken die de huisgenoot moet gaan verrichten, dan kan een indicatie worden afgeven voor het ondersteunen bij het aanleren van huishoudelijke taken en het leren efficiënt organiseren van het huishouden. Deze indicatie geldt in principe voor maximaal 6 weken. Het kan zijn dat van een huisgenoot in alle redelijkheid niet meer kan worden verwacht dat deze nieuwe taken volledig aanleert en over kan nemen. In dat geval kan hulp bij het huishouden worden geïndiceerd voor taken die anders tot de gebruikelijke hulp van de huisgenoot zouden worden gerekend.
Criteria ten aanzien van gebruikelijke hulp van ouders voor kinderen met een normaal ontwikkelingsprofiel in verschillende levensfasen van het kind in relatie tot zorg (bron: Indicatiewijzer) staan in de bij dit besluit behorende bijlage 1 Criteria gebruikelijke hulp voor kinderen vermeld.
Als er voor een persoon mantelzorg beschikbaar is, kan dat deel van de zorgaanspraak buiten het indicatiebesluit blijven. Welke zorg de mantelzorger op zich neemt en in welke omvang is, in overleg met de aanvrager, uitsluitend aan de mantelzorger zelf om te beslissen. Hulp kan ook worden geïndiceerd om ervoor te zorgen dat de mantelzorger regelmatig wordt ontlast, bij ziekte van de mantelzorger of als de mantelzorger bijvoorbeeld op vakantie is.
Artikel 2.4 Dreigende overbelasting
Als de huisgenoot die huishoudelijke taken moet overnemen hierdoor overbelast dreigt te raken, kan besloten worden ook voor onderdelen van gebruikelijke hulp een indicatie af te geven, in de vorm van hulp bij het huishouden, of ambulante begeleiding.
Bij het onderzoek naar het risico van dreigende overbelasting van de huisgenoot kunnen de volgende onderwerpen aan de orde komen:
Hoofdstuk 3 Woningaanpassingen
Indien het primaat van verhuizing van toepassing is en de client hier niet aan wil voldoen wordt aan client op verzoek voor de betreffende aanpassing een vergoeding verstrekt. De hoogte van deze vergoeding is maximaal het bedrag dat wordt verstrekt indien er wel sprake is van een verhuizing, zoals vastgelegd in artikel 4.1.
Artikel 3.2 Weigering woonvoorziening
Geen woonvoorziening wordt verstrekt:
als het om voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten gaat, anders dan automatische deuropeners, hellingbanen, het verbreden van gemeenschappelijke toegangsdeuren, het aanbrengen van drempelhulpen of vlonders of het aanbrengen van een opstelplaats bij de toegangsdeur van de gemeenschappelijke ruimte.
Een maatwerkvoorziening kan worden verstrekt voor het bezoekbaar maken van één woning ten behoeve van de inwoner die zijn hoofdverblijf in een Wlz-instelling in de gemeente Nissewaard heeft als inwoner:
Artikel 3.4 Procedure woningaanpassing
Als een pgb aangevraagd wordt voor een woningaanpassing, dan wordt onderstaande procedure gevolgd.
Er wordt slechts een pgb voor een woningaanpassing verleend indien de door hen aangewezen personen toegang is verstrekt tot de woonruimte waar de woningaanpassing wordt verricht. Controle vindt achteraf plaats. De genoemde personen moeten ook inzicht krijgen in bescheiden en tekeningen, welke betrekking hebben op de woningaanpassing en de gelegenheid krijgen de woningaanpassing te controleren.
Het pgb wordt uitbetaald aan de aanvrager tenzij deze toestemming heeft verleend aan de gemeente om het aan de woningeigenaar uit te betalen. Direct na de voltooiing van de werkzaamheden, doch uiterlijk binnen drie maanden na het verlenen van toestemming voor het aanpassen van de woning, verklaart diegene aan wie het pgb wordt uitbetaald aan de gemeente dat de bedoelde werkzaamheden zijn voltooid (de gereedmelding). Deze gereedmelding is tevens een verzoek om vaststelling en uitbetaling van het pgb. De gereedmelding gaat vergezeld van een verklaring dat bij het treffen van de voorziening is voldaan aan de voorwaarden waaronder het pgb is verleend. Degene aan wie het pgb wordt uitbetaald, dient gedurende een periode van vijf jaar alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de werkzaamheden ter controle beschikbaar te houden.
Hoofdstuk 4 Financieel besluit
Wanneer een cliënt om het resultaat van een huishouden, ten aanzien van toegankelijkheid, bereikbaarheid en bruikbaarheid van de benoemde vertrekken, te bereiken verhuist naar een geschikte woning of een geschikt te maken woning kan hij in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de verhuiskosten.
Artikel 4.2 Vergoeding aanpassing keuken en badkamer
Bij het geheel of gedeeltelijk vervangen van de keuken of badkamer kan worden besloten een deel van de kosten niet te vergoeden in verband met de afschrijftermijn. Het vervangen van een keuken of badkamer geldt als algemeen gebruikelijk. Keukens en badkamers zijn voor de wet ‘algemeen gebruikelijke voorzieningen’. Dat betekent dat de cliënt deze zelf betaalt. Wanneer een keuken of badkamer vervangen moet worden in verband met de beperkingen van de cliënt, dan betaalt de cliënt zelf het deel van de kosten dat gezien de leeftijd van de keuken of badkamer als afgeschreven geldt.
Heeft de te vervangen voorziening de leeftijd van de afschrijftermijn nog niet bereikt dan worden de meerkosten die nodig zijn als gevolg van de beperking en een deel van de vervangingskosten vergoed. Op de vergoeding van de vervangingskosten wordt een percentage van de vervangingskosten in mindering gebracht voor elk jaar dat de voorziening oud is:
In bijzondere gevallen kan ten gunste van de belanghebbende worden afgeweken van deze nadere regels indien de toepassing hiervan leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.
Artikel 5.2 Intrekking oud besluit
Het Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Nissewaard 2023 wordt ingetrokken.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard op 20 juni 2023.
De gemeentesecretaris,
mr. M.L.M. Weerts
De burgemeester,
mr. F. van Oosten
Bijlage 1, bedoeld in artikel 2.2.4: criteria gebruikelijke hulp voor kinderen
Criteria ten aanzien van gebruikelijke hulp van ouders voor kinderen met een normaal ontwikkelingsprofiel in verschillende levensfasen van het kind in relatie tot zorg (bron: Indicatiewijzer).
Bijlage 2, bedoeld in artikel 4.3: Tarieven en Indexering
3.1 Tarieven pgb formele hulp open house diensten Wmo
In aanvulling op artikel 4.3 bedraagt voor 2023 de hoogte van het uurtarief pgb voor informele zorg € 14,51 per uur wat zorg gelijk is aan het minimumuurloon inclusief vakantiebijslag en vakantie-uren zoals bedoeld in de Wet minimumloon voor een persoon van 21 jaar of ouder bij een werkweek van 36 uur. Indien in de loop van 2023 het minimumloon wordt aangepast is het een automatisme dat dit bedrag wordt aangepast zonder dat het besluit hiervoor verder moet worden herzien.
3.2 Tarieven pgb informele hulp beschermd wonen
3.3 Beschermd wonen en Geclusterd wonen – regio Zuid-Hollandse Eilanden
Normatieve huisvestingscomponent ( nhc )
Integraal onderdeel van het tarief dat dient als normatieve vergoeding voor (vervangende) (nieuw)bouw en instandhouding. Deze vergoeding bestaat uit een geïndexeerde jaarlijkse bijdrage die voldoende is om, over de gehele levenscyclus van een nieuwbouwvoorziening, de rente-, afschrijvings- en instandhoudingsuitgaven te dekken.
Normatieve inventariscomponent ( nic )
Een integraal onderdeel van het tarief dat dient als normatieve vergoeding voor investeringen in inventaris. Deze normatieve vergoeding bestaat uit een jaarlijkse bijdrage die voldoende is om, over de gehele levenscyclus van inventaris, de rente en afschrijvingskosten te dekken.
De ondersteuningscomponent in het tarief varieert per ondersteuningsarrangement op basis van de ondersteuningsbehoefte -en complexiteit van de cliënt. Het betreft een mix van de functies ondersteunende ondersteuning (begeleiding), persoonlijke verzorging en verpleging, dagbesteding.
3.4 Opbouw tarieven ondersteuningsarrangementen 2023
De tarieven houden rekening met de ondersteuningsintensiteit van de cliënt, gekoppeld aan de prestaties.
Beschermd wonen met financiering van de verblijfscomponent
De (intensieve)ondersteuning, de verblijfsverblijfscomponenten en al dan niet de dagbesteding, gedragsregulering, ondersteuning en verpleging worden gefinancierd door de gemeente Nissewaard.
De verblijfscomponent is een vast bedrag binnen het tarief, onafhankelijk van de zorgzwaarte van de cliëntondersteuning.
De bovenstaande verblijfscomponenten worden door de zorgaanbieder niet meer doorberekend aan de cliënt als servicekosten.
Geclusterd wonen (plus) zonder financiering van de verblijfscomponent
De (intensieve)ondersteuning en al dan niet de dagbesteding, gedragsregulering, ondersteuning en verpleging worden gefinancierd door de gemeente Nissewaard. De cliënt betaalt de verblijfsverblijfscomponent uit een uitkering, eigen middelen of studiefinanciering. Deze vorm is van toepassing bij intramurale ondersteuning vanuit financiële ‘scheiding wonen-ondersteuning’.
Geclusterd wonen (plus)zonder verblijfscomponent
Er is sprake van gescheiden wonen-ondersteuning financiering. De volgende verblijfscomponenten zijn onderdeel van het tarief:
Volgende kosten zijn onderdeel van de huur en servicekosten die de cliënt betaalt uit een uitkering, studiefinanciering of eigen middelen zijn:
huur woning/kamer, op basis van www.huurcommissie,nl;
De dagbestedingscomponent is opgebouwd op basis van een gemiddeld aantal dagdelen per cliënt per week en gaat uit van (actieve) aanwezigheidsfinanciering.
De vervoerscomponent is gebaseerd op het vervoer heen en terug de dagbestedingslocatie en de locatie waar de cliënt verblijft, op basis van feitelijke aanwezigheid per dag.
3.6 Tarieven collectief vervoer
Per gemaakte rit is de cliënt een eigen bijdrage verschuldigd. Deze bijdrage wordt berekend op basis van de Openbaar Vervoer tarieven.
Boekt de cliënt een rit welke op werkdagen tussen 10:00 uur en 12:00 uur of tussen 18:00 uur en 20:00 uur moet plaatsvinden, dan krijgt de cliënt 25% korting op de prijs van de rit. Dit geldt niet ritten waarvoor de commerciële tarieven betaald moeten worden. In de volgende gevallen worden de commerciële tarieven in rekening gebracht:
De vergoeding voor een cliënt met een pgb voor collectief vervoer bedraagt de kilometerprijs die de gemeente betaalt voor het collectief vervoer, incl. btw en na aftrek van de eigen bijdrage. In 2023 bedraagt dit € 2,99.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-282262.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.