Gemeenteblad van Amersfoort
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amersfoort | Gemeenteblad 2023, 277376 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amersfoort | Gemeenteblad 2023, 277376 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende regels voor subsidie Volwasseneneducatie arbeidsmarktregio Amersfoort 2024
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort;
gelezen de nota Regionaal Programma Volwasseneneducatie 2024 invullen d.d. [datum] [nummer]. ;
gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening Amersfoort 2019;
overwegende dat het doel is de zelfredzaamheid, participatie en deelname aan de maatschappij van volwassenen te bevorderen en het daartoe gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan het versterken van de basisvaardigheden van niet-inburgeringsplichtige volwassenen;
Artikel 3. Indieningstermijn aanvraag
In afwijking van artikel 8, eerste lid, van de Asv, dient een aanvrager de subsidieaanvraag voor het jaar 2024 in tussen 1 juli 2023 en 8 september 2023.
Overeenkomstig artikel 12, eerste lid, onderdeel f, van de Asv beslist het college afwijzend op de aanvraag als:
Algemene toelichting op deze subsidieregeling
Uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb) volgt dat een bestuursorgaan slechts subsidie verstrekt op grond van een wettelijk voorschrift waarin wordt geregeld voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt. De gemeente Amersfoort verstrekt in de arbeidsmarktregio Amersfoort subsidie voor Volwasseneneducatie op basis van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB, in het bijzonder Artikel 2.3.1, eerste lid en Artikel 7.3.1, eerste lid, onder b tot en met f).
Volgens dezelfde wet vervult het college van burgemeester & wethouders van een contactgemeente coördinerende taken met het oog op het aanbod van opleidingen educatie.
De regionale samenwerking door de betrokken gemeenten is vastgelegd in het Regionaal Programma Volwasseneneducatie Arbeidsmarktregio Amersfoort 2024.
De gemeente Amersfoort, als contactgemeente, heeft deze subsidieregeling voor 2024 in overleg met de andere regiogemeenten, te weten Baarn, Bunschoten, Leusden, Nijkerk, Soest en Woudenberg, opgesteld. Een deel van de WEB-middelen wordt verstrekt via begrotingssubsidie aan de bibliotheek voor DigiTaalhuis-activiteiten. Bij de gemeente Woudenberg gaat het volledige beschikbare budget vanuit de WEB-middelen naar het Taalhuis. Dat was in de jaren 2020-2023 ook al het geval. Vandaar dat het niet mogelijk is een subsidie aan te vragen op basis van deze regeling voor de gemeente Woudenberg.
De gemeente Amersfoort zorgt voor publicatie van deze regeling en beoordeelt de ontvangen subsidie aanvragen, in overleg met de regiogemeente(n) waar de aanvraag betrekking op heeft.
In de Algemene Subsidieverordening Amersfoort 2019 (Asv) zijn de algemene procedureregels voor het verstrekken van subsidies opgenomen. Het college is op grond van artikel 2, vijfde lid, Asv bevoegd nadere regels (subsidieregelingen) vast te stellen.
Daarbij hanteert de gemeente Amersfoort de volgende uitgangspunten:
Deze regeling betreft een exploitatiesubsidieregeling zoals bedoeld in de Asv. Dat betekent dat het een subsidie betreft ten behoeve van de gehele of gedeeltelijke dekking van de exploitatie van een subsidieontvanger om activiteiten met een voortdurend karakter of jaarlijks terugkerende activiteiten in stand te houden.
Artikelen 1, 3, 11, 13 en 15 zijn niet nader toegelicht omdat dit niet nodig is geacht.
Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Op basis van de Wet educatie en beroepsonderwijs zorgt elke gemeente (het college van B&W) voor aanbod van opleidingen educatie als bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onder b tot en met f, “met voldoende aandacht voor alle doelgroepen.”
Het gaat daarbij specifiek om (artikel 2.3.1. Wet educatie en beroepsonderwijs):
De activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen, hebben betrekking op deze educatie.
Hoewel digitale vaardigheden in de wet niet expliciet zijn vermeld, zijn die bijvoorbeeld in de subsidieregeling Tel mee met taal wel expliciet opgenomen als mogelijk onderdeel van bedoelde educatie en wordt algemeen aangenomen dat bij de aanpak van laaggeletterdheid – waar Volwasseneneducatie een belangrijk middel bij is – digitale vaardigheden ook als basisvaardigheden worden gezien. Immers, wie moeite heeft met lezen, schrijven en rekenen heeft vaak ook moeite met digitale vaardigheden. Zie de informatie op de website van Stichting Lezen en Schrijven, die een landelijke samenwerkingspartner is voor Rijk en gemeenten bij de aanpak van laaggeletterdheid bij volwassenen (onder meer): Laaggeletterdheid | Stichting Lezen en Schrijven.
Het is niet uitgesloten dat de voorgestelde activiteit eveneens een thematisch andere invalshoek heeft, bijvoorbeeld basale gezondheidsvaardigheden. Een dergelijke voorgestelde activiteit is alleen subsidiabel als de in artikel 2 genoemde activiteiten er in elk geval onderdeel van uitmaken. Het moet dus in de aanvraag duidelijk zijn of het formele of non-formele educatie betreft, gericht op NT1 en/of NT2 inwoners. Daarbij moet de thematische invalshoek betrekking hebben op voor deze doelgroep maatschappelijk relevante thema’s, zoals werk, gezin, gezondheid, geld en bestaanszekerheid. Immers, het beleidsdoel van deze regeling is de zelfredzaamheid, participatie en deelname aan de maatschappij van de betreffende inwoners te bevorderen.
Samenwerking tussen partijen bij het doen van de aanvraag en/of het uitvoeren van de voorgestelde activiteit(en) behoort tot de mogelijkheden en wordt aangemoedigd (zie ook toelichting bij artikel 4).
Artikel 4 Eisen aan de aanvrager
De aanvrager moet ervaring hebben met het onderwerp en door middel van het prestatievoorstel laten zien de behoefte van de (sub-)doelgroep te begrijpen. Het gaat bijvoorbeeld over taalaanbieders, vrijwilligersorganisaties, professionele organisaties zonder winstoogmerk zoals belangenorganisaties, of een samenwerkingsverband tussen dit soort organisaties.
Gegeven het feit dat het om educatie – en dus niet om commerciële activiteiten – gaat en passend aanbod voor inwoners van groot belang is, is samenwerking tussen aanvragende partijen niet uitgesloten, en wordt dit aangemoedigd. Het gaat immers om een variëteit van activiteiten in een regio met zeven gemeenten gericht op een zeer diverse doelgroep.
In het bijzonder als het gaat om de NT1-subdoelgroep wordt van subsidie-ontvangende partijen verwacht mee te werken aan en samen te werken ten behoeve van een beter bereik van de doelgroep.
Artikel 5 Eisen aan de aanvraag
De aanvraag moet aan de in het eerste lid gestelde eisen voldoen. De aanvraag moet verder via het daarvoor digitaal beschikbaar gestelde aanvraagformulier compleet ingevuld, ondertekend en met de gevraagde bijlagen – in elk geval: prestatievoorstel en exploitatiebegroting – ingediend worden. Mocht er nog informatie ontbreken, dan krijgt aanvrager eenmalig de gelegenheid dit aan te vullen, binnen een termijn van maximaal 14 dagen na ontvangst van het verzoek om aanvulling.
Alleen de kosten die in het eerste lid zijn opgesomd, zijn subsidiabel. Kosten die niet in een van deze categorieën vallen, zijn dus niet subsidiabel. De kosten voor de huur van een locatie mag maximaal €55,- bedragen per dagdeel. In de jaren 2020-2023 was dit €50,- per dagdeel; als gevolg van indexatie is dit voor 2024 verhoogd naar €55,- per dagdeel.
Voor de duidelijkheid staan in lid 2 enkele kostenposten opgesomd die niet subsidiabel zijn als deze in de kosten zouden worden opgevoerd. Dit overzicht is niet uitputtend, en dat is ook niet noodzakelijk: als kosten niet onder lid 1 vallen, dan geldt sowieso dat deze niet subsidiabel zijn. Dit overzicht in lid 2 is alleen opgenomen om de aanvrager extra te wijzen op niet-subsidiabele kosten.
Vrijwilligerskosten kunnen betreffen: vrijwilligersvergoeding en/of vergoeding van reëel gemaakte onkosten door vrijwilligers zoals deelnamen aan bijeenkomsten, reiskosten, training.
De hoogte van de subsidie hangt direct samen met de hoogte van de Specifieke Uitkering (SPUK) Volwasseneneducatie. Het Rijk maakt jaarlijks via de septembercirculaire bekend wat de verwachte hoogte is van de uitkering. Bij het opstellen van deze regeling was de hoogte van de uitkering voor 2024 nog niet bekend. Daarom is uitgegaan van het bedrag van 2023. Mocht de SPUK hoger uitvallen, dan is het dan beschikbaar gekomen bedrag te besteden via inkoop voor een project of activiteit(en) naar keuze van de regionaal samenwerkende gemeenten.
Omdat de Rijksmiddelen via een specifieke uitkering aan de contactgemeenten worden uitgekeerd, heeft de gemeenteraad geen kaderstellende invloed op de besteding van de middelen. Mocht het bedrag lager uitvallen dan geschat, dan wordt het plafond bijgesteld naar beneden volgens de gestelde regels in de Asv en deze Subsidieregeling.
Er is in dit artikel geen ondergrens opgenomen. Dit zodat ook kleine non-formele activiteiten subsidiabel zijn.
In artikel 4 van de Asv staat over Subsidieplafonds:
Om te waarborgen dat het college alleen overgaat tot verlaging van subsidieplafonds als die verlaging ook daadwerkelijk kan worden gebruikt, zijn deze leden opgenomen. Het komt erop neer dat een subsidieplafond alleen kan worden verlaagd als het oorspronkelijke subsidieplafond is vastgesteld voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld en de aanvragen voor de vaststelling van de begroting moesten zijn ingediend, en er bovendien op de mogelijke verlaging wordt gewezen bij de bekendmaking van het plafond. Dat is bij deze regeling het geval.
Een deel van deze gronden staat ook opgenomen in de Asv, maar wordt hier opnieuw genoemd voor de duidelijkheid.
Artikel 10 Wijze van verdeling
Gekozen is voor een systeem, waarbij het beschikbare budget wordt verdeeld over de complete, tijdig ingediende aanvragen door middel van een onderlinge vergelijking van de aanvragen. Daarbij komen de aanvragen voor subsidie in aanmerking in de volgorde vanaf ‘meeste punten’, aflopend tot het subsidieplafond is bereikt.
Van belang bij dit systeem is dat helder is voor de aanvrager op basis van welke criteria de aanvragen worden getoetst en in rangorde worden gezet. De criteria waaraan een aanvraag wordt getoetst dienen zoveel mogelijk objectief en eenduidig te zijn. Dat is in dit artikel geregeld.
Ten eerste moet het prestatievoorstel niet alleen compleet zijn, maar ook onderbouwd. Het gaat daarbij niet om veel tekst, maar om het goed doordacht hebben van de aanvraag.
Ten tweede moet in een aanvraag moet in ieder geval aannemelijk worden gemaakt dat de voorgestelde activiteit(en) bijdraagt (bijdragen) aan dit beleidsdoel. In de aanhef van de subsidieregeling is het beleidsdoel als volgt omschreven: “[het is gewenst] activiteiten te stimuleren die bijdragen aan het versterken van de basisvaardigheden van niet-inburgeringsplichtige volwassenen, met als uiteindelijk doel het bevorderen van hun zelfredzaamheid, participatie en deelname aan de maatschappij.” Daarvoor zijn maximaal twee punten te geven. Een aanvraag die specifiek is gericht op NT1-doelgroep, ontvangt daarbij een derde punt.
Tot slot telt de mate waarin de aanvraag blijk geeft van lokale verankering, zoals door samenwerking met partijen in de gemeente en gebruik van locatie(s) in de gemeente. Denk ook aan oog hebben voor ander aanbod in de gemeente, ten behoeve van een doorlopende leerlijn.
Voor de beoordeling van de aanvragen langs deze criteria wordt een commissie samengesteld van kundige professionals, te weten een adviseur van stichting Lezen en Schrijven, een beleidsadviseur/accounthouder Volwasseneneducatie van contactgemeente Amersfoort en steeds een gemeentelijk adviseur Volwasseneneducatie van de betreffende regiogemeente(n) waar de aanvraag betrekking op heeft.
Er is een landelijke aanpak ‘Tel mee met taal’. Contactgemeenten en/of aanbieders werken mee aan onder andere monitoring door het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS). In arbeidsmarktregio Amersfoort is gekozen voor het zelf verzamelen van de relevante data bij contactgemeente Amersfoort, die zorgt voor aanlevering van de relevante data bij het CBS. Dat gebeurt via aanlevering bij de verantwoordingsdocumenten.
Artikel 14 Aantonen verrichten prestatie direct vastgestelde subsidie
Voor direct vastgestelde subsidies is het mogelijk voor het college om andere bewijsmiddelen te verlangen dan de gebruikelijke. De vorm wordt bij vaststelling afgesproken met de aanvrager. Het kan bijvoorbeeld een kort document zijn met een beschrijving hoeveel deelnemers hebben deelgenomen, wat goed is gegaan en waar leerpunten liggen. En/of levert de aanvrager beeldmateriaal van de activiteit, in de vorm van bijvoorbeeld foto’s, video’s, weblinks van verslagen op sociale media, of krantenartikelen.
BIJLAGE 1 - BEOORDELINGSFORMULIER
Beoordelingsformulier aanvragen Subsidieregeling Volwasseneneducatie arbeidsmarktregio Amersfoort 2024
Elk criterium leidt tot maximaal 1 punt indien het criterium is opgenomen in het prestatievoorstel, behalve bij criteria 13 en 14; daar is de maximale score 3 punten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-277376.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.