Gemeenteblad van Midden-Drenthe
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Midden-Drenthe | Gemeenteblad 2023, 275999 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Midden-Drenthe | Gemeenteblad 2023, 275999 | beleidsregel |
Beleidsuitvoeringsregels huisvesting van arbeidsmigranten 2022 gemeente Midden-Drenthe
Burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Drenthe;
gelet op artikel 2.1 lid 1, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
gelet op de Visie op huisvesting van arbeidsmigranten van de raad van oktober 2022
vast te stellen de volgende beleidsregels:
Beleidsuitvoeringsregels huisvesting van arbeidsmigranten 2022 gemeente Midden-Drenthe .
Al jarenlang voorzien arbeidsmigranten in Nederland in de behoefte van werkgevers aan personeel voor tijdelijk werk. Bijvoorbeeld in de (land-)bouw, distributiecentra en productiewerk. Werkgevers hebben arbeidsmigranten nodig om vacatures te vullen. Deze werknemers moeten ook in de omgeving van hun werk kunnen wonen en daarom is het belangrijk dat er voldoende woonruimte beschikbaar is.
Ook In Midden-Drenthe wonen en werken arbeidsmigranten en is er dus behoefte aan huisvesting voor deze groep. Net zoals er in andere gemeenten bijvoorbeeld behoefte is aan beleidsregels om goede huisvesting voor studenten of andere groepen te regelen. Omdat arbeidsmigranten tijdelijk in onze gemeente verblijven, worden ze vaak geen onderdeel van de buurt. En soms ervaren omwonenden zelfs overlast. En dat willen we niet. Een goede kwaliteit van wonen voor iedereen is een prioriteit in onze gemeente. Daarom vinden we het belangrijk om de huisvesting van arbeidsmigranten voor nu, en ook voor de komende jaren goed te regelen. Daarom heeft de gemeenteraad in oktober 2022 haar visie op huisvesting van arbeidsmigranten vastgesteld.
Aan de hand van het visiedocument heeft het College van B&W dit beleidsdocument ontwikkeld. Dit nieuwe beleid heeft als doel om duidelijke regels te stellen voor het huisvesten van arbeidsmigranten op basis van de uitgangspunten in de raadsvisie. Dat doen we door af te spreken op welke plekken welke soorten huisvesting voor arbeidsmigranten is toegestaan, en welke eisen gesteld worden aan deze locaties. Dit geeft duidelijkheid voor de omwonenden en voor de rechtspositie van de arbeidsmigranten zelf.
De totstandkoming van dit nieuwe beleidsdocument voor huisvesting arbeidsmigranten is een ingewikkelde puzzel geweest met verschillende belangen van alle betrokkenen. Daarom ben ik heel blij dat het gelukt is een nieuw beleid te maken dat gedragen wordt door ondernemers, arbeidsmigranten en buurtbewoners. En verdienen – zonder anderen tekort te doen - FNV, LTO en onze dorpsbelangenverenigingen een groot compliment voor hun actieve meedenken en goede suggesties.
Want Midden-Drenthe is van ons allemaal. En dat betekent dat iedereen moet kunnen rekenen op een goede kwaliteit van wonen en een eerlijk speelveld. Arbeidsmigranten én buurtbewoners. Met dit nieuwe beleid kunnen we daarmee met elkaar aan de slag!
In oktober 2022 heeft de gemeenteraad haar “Visie op huisvesting van arbeidsmigranten” vastgesteld. In deze visie staat beschreven wat de uitgangspunten van de gemeente zijn om ook de komende jaren goede, veilige huisvesting te waarborgen voor buitenlandse medewerkers, die al jarenlang voorzien in de behoefte aan tijdelijk inzetbare arbeidskrachten in Nederland. Ook vanuit werkgevers is er vraag naar een flexibele vorm van huisvesting voor deze mensen. Zowel kwalitatief als kwantitatief is er een tekort aan huisvesting. Zowel voor arbeidsmigranten als voor de omgeving is het belangrijk om de huisvesting op een goede manier te regelen.
Met dit beleidsdocument maken we de uitgangspunten uit de raadsvisie concreet, duidelijk en begrijpelijk. De raadsvisie en de input die we hebben verzameld tijdens gesprekken met de belanghebbende partijen zijn daarbij van groot belang geweest. Ook houden we voortschrijdend rekening met de aanbevelingen uit het adviesrapport van het Aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten (‘Geen tweederangsburgers. Aanbevelingen om misstanden bij arbeidsmigranten in Nederland tegen te gaan’, Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten, 30 oktober 2020).
Dit beleid bestaat uit een aantal verschillende hoofdstukken. In Hoofdstuk 1 leggen we de aanleiding uit en geven een vooruitblik op de inhoud van het beleidsdocument.
In Hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de landelijke ontwikkelingen en trends op het gebied van huisvesting voor arbeidsmigranten.
In Hoofdstuk 3 werken we de visie van de gemeenteraad uit in beleidsregels van het College van B&W.
Hoofdstuk 4 bevat de uitgangspunten met betrekking tot het beheer van huisvestingslocaties voor arbeidsmigranten.
In Hoofdstuk 5 gaan we kort in op onze uitgangspunten voor handhaving. Het is immers belangrijk dat er zicht is op de verschillende huisvestingslocaties, en door middel van controle en handhaving kunnen eventuele misstanden worden opgelost of voorkomen.
Hoofdstukken 6 en 7 gaan respectievelijk in op de juridische regeling en het overgangsrecht van het beleid. Voor huisvesters is het immers belangrijk te weten waar ze staan en waar zij rekening mee moeten gaan houden na inwerkingtreding van dit beleidsdocument.
LANDELIJKE ONTWIKKELINGEN EN TRENDS
Het belang van goede huisvesting wordt door diverse partijen onderkend. Dit blijkt onder meer uit de ondertekening van de “Nationale verklaring” in 2012. Onder andere het rijk, de VNG, Aedes, bonden voor uitzendondernemingen, LTO, werkgevers- en werknemersorganisaties hebben deze verklaring ondertekend. Uit de verklaring volgen voor diverse partijen inspanningsverplichtingen, om zo in kwantitatief en kwalitatief opzicht voldoende huisvesting te realiseren. Voor gemeenten volgt hieruit de volgende taak: “samen met verhuurders beter inzicht krijgen in de huidige en toekomstige vraag naar huisvesting en deze vraag, indien relevant, doorvertalen in bestemmingsplannen, woonvisies, prestatieafspraken en huisvestingsverordeningen” (https://www.nbbu.nl/sites/default/files/nationale-verklaring_huisvesting.pdf). Naar aanleiding van de nationale verklaring kunnen gemeenten en andere betrokken partijen afspraken maken over de samenwerking met betrekking tot de huisvesting van arbeidsmigranten, bijvoorbeeld door middel van een convenant, waarin de verplichtingen van de partijen worden vastgelegd om zo de doelen van de samenwerking te realiseren.
2.2 Adviesrapport Aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten (Commissie-Roemer)
Op 30 oktober 2020 heeft het Aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten van Emile Roemer een adviesrapport naar de Tweede Kamer gestuurd. Dit rapport is bedoeld om de situatie van arbeidsmigranten rondom werk en huisvesting in Nederland te verbeteren. De Tweede Kamer wil de aanbevelingen uit het adviesrapport grotendeels uitvoeren. Voor gemeenten betekent dit dat er in het beleid alvast voorgesorteerd moet worden op een aantal aangepaste normen en regels voor het huisvesten van arbeidsmigranten.
2.3 Bestaande en nieuwe keurmerken
De gemeente Midden-Drenthe stimuleert verhuurders van huisvesting aan arbeidsmigranten om een keurmerk aan te vragen voor hun huisvestingslocatie(s). De meest bekende keurmerken in 2022 zijn SNF (“Stichting Normering Flexwonen”) en AKF (“Agrarisch Keurmerk Flexwonen”). De normeringen en toekenning van de keurmerken voor de huisvesting van arbeidsmigranten helpen veilige en goede huisvesting te waarborgen. We willen het gebruik van keurmerken dan ook in de toekomst blijven stimuleren.
Ook landelijk is er aandacht voor keurmerken. Het Aanjaagteam van de Commissie-Roemer pleit voor een integratie van de SNF- en AFK-keurmerken tot één nieuw keurmerk. Daarbij zal niet de verhuurder of huisvester, maar de huisvesting zelf gecertificeerd worden. Het voorgestelde nieuwe keurmerk zou daarbij ingericht worden langs de volgende lijnen:
Inmiddels wordt er gewerkt aan een landelijk keurmerk volgens deze lijnen. Het adviesrapport beoogt dat uitzendbureaus ondertussen in ieder geval het SNF- of AKF-keurmerk hanteren voor alle woonvormen, ook die op bedrijfsterreinen, boerenbedrijven of vakantieparken. Wij zijn voornemens het nieuwe keurmerk te hanteren. Tot die tijd worden binnen de gemeente Midden-Drenthe de normen van de keurmerken AKF en SNF gehanteerd zoals ze zijn.
Voor gemeenten moet het juridisch mogelijk worden gemaakt om, bijvoorbeeld via de verhuurdersvergunning, te eisen dat alle huisvestingslocaties voor arbeidsmigranten deelnemen en voldoen aan een keurmerk voor huisvesting. Het keurmerk geeft gemeenten een overzicht op alle huisvestingslocaties voor arbeidsmigranten binnen de gemeente. De organisatie die het keurmerk uitgeeft voert dan de controles uit. Als tekortkomingen of problemen op een locatie niet (kunnen) worden opgelost, wordt het keurmerk ingetrokken en de gemeente geïnformeerd, waarna niet-gecertificeerde locaties worden opgeheven. De huisvester wordt dan verantwoordelijk voor alternatieve huisvesting.
In dit hoofdstuk zetten we de eisen en kaders voor de verschillende soorten huisvesting uiteen in “3.2 Overzicht beleidsregels per soort huisvesting”. De afwegingen vloeien voort uit de uitgangspunten van de gemeenteraad in het document “Visie op huisvesting van arbeidsmigranten 2022”. Ook met de locaties van de huisvesting is rekening gehouden bij de totstandkoming van deze regels. Het moet duidelijk zijn wat wel en niet mag, voor zowel werkgevers als huisvesters, omwonenden en arbeidsmigranten zelf.
Ook is bij de afwegingen voor de te hanteren normen rekening gehouden met de aanbevelingen van de Commissie-Roemer. Voor de normen rondom het minimale gebruiksoppervlak (GBO) wordt bijvoorbeeld 15 m2 de standaard.
We werken hierbij volgens de keurmerken SNF en AKF.
We hebben gekozen om de randvoorwaarden per type huisvesting op te stellen op basis van de normering van de SNF (SNF 2019. Norm voor huisvesting van arbeidsmigranten), omdat het SNF-keurmerk bedoeld is voor alle ondernemingen die huisvesting voor arbeidsmigranten ter beschikking stellen. De SNF-normen zijn dan ook het minimum waaraan een huisvestingsvoorziening moet voldoen. Uitzondering hierop is de categorie “huisvesting op erf van het bedrijf”. Het SNF-keurmerk voorziet niet in deze vorm van huisvesting. Daarom kiezen we ervoor om alleen voor deze categorie de normering van het keurmerk AKF te hanteren (AKF 2021. Norm voor flexibele huisvesting op land- en tuinbouwbedrijven). Daarbij is echter de voorwaarde dat deze vorm van huisvesting maximaal 12 weken per kalenderjaar plaatsvindt. In Hoofdstuk 4 worden eisen gesteld aan het beheer van de voorzieningen die gelden voor alle situaties. Ook wil de gemeente Midden-Drenthe dat arbeidsmigranten in een goed leefklimaat terecht komen, waarbij voldoende leefruimte en privacy mogelijk is. De gemeente biedt daarom in haar uitgangspunten richtlijnen voor de minimale oppervlakte per arbeidsmigrant per woonobject met behulp van de hierboven genoemde GBO. Ter controle van de beschikbare GBO per persoon tellen de volgende vierkante meters niet mee voor de berekening (NRVT 2019. Meetinstructie gebruiksoppervlakte woningen juli 2019):
Afwijkingen van het beleid zijn mogelijk mits deze binnen de SNF-norm, of in het geval van tijdelijke huisvesting op het erf van het bedrijf, de AKF-norm vallen. Het is dan aan het College van B&W om daar case-by-case een besluit over te nemen. De huisvester kan er natuurlijk voor kiezen om in de bescherming van het belang van de arbeidsmigrant verder te gaan dan de beleidsregels. Zo kan de privacy van arbeidsmigranten het best gewaarborgd worden met een eigen slaapkamer, en kan er bijvoorbeeld gekozen worden voor meer toiletten en douches en meer of grotere koelkasten.
3.1 Overzicht beleidsregels per soort huisvesting
4.1 Ontkoppeling huur- en arbeidscontract
De aanbevelingen van de Commissie-Roemer pleiten voor de ontkoppeling van huur- en arbeidscontracten, bijvoorbeeld door hiervoor regels te stellen bij de certificering van uitzendbureaus of de afgifte van een (verplicht) keurmerk voor alle vormen van huisvesting. In de gemeente Midden-Drenthe kiezen we er ook voor om dit als uitgangspunt te nemen.
4.2 Beheer: Informatievoorzieningen en overige eisen
Bij het ontwikkelen van welke huisvestingsvorm dan ook, is het van belang dat er sprake is van goed beheer. In het kader van de “Nationale Verklaring” zijn huisvestingsnormen opgesteld. De gemeente Midden-Drenthe neemt deze huisvestingsnormen mee als kader voor behoorlijk beheer. Omdat niet alle normen één op één van toepassing zijn of al op een andere plek zijn genoemd, worden de relevante normen hieronder weergegeven. Deze normen gelden voor alle soorten huisvesting, tenzij anders aangegeven:
o regels over te handhaven orde en netheid in en om de accommodatie;
o rook-, drink- en drugsafspraken;
o telefoonnummer van de beheerder van het complex;
o contactinformatie van de politie Noord-Nederland;
o contactinformatie van de brandweer;
o het dichtstbijzijnde ziekenhuis;
o de dichtstbijzijnde huisarts en huisartsenpost;
o de dichtstbijzijnde tandarts;
o 112 (alleen in noodgevallen);
o de contactgegevens van de handhavers van gemeente Midden-Drenthe;
o ontruimingsplan en noodprocedure.
4.3 Beheer: persoon van de Beheerder
De verantwoordelijkheden van de werkgever, de arbeidsmigrant en de verblijfsbieder horen gescheiden te zijn. Wij willen de rechtspositie van alle partijen (arbeidsmigranten, werkgever en verblijfsbieder) waarborgen. Daarbij ziet de gemeente het hebben van een beheerder als een goede oplossing. Degene die verblijf biedt is beheerder en deze moet zorgen dat voldaan wordt aan de normen voor behoorlijk beheer. In het geval degene die verblijf biedt niet zelf als beheerder kan of wil functioneren, staat het hem vrij om een ander aan te wijzen als (professioneel) beheerder. Degene die verblijf biedt blijft verantwoordelijk voor de uitvoering van het beheer.
Het zorgen voor een of meerdere (professionele) beheerders is verplicht bij de huisvesting van arbeidsmigranten in:
De beheerder zorgt in het algemeen voor een goede huishouding, boekhouding en verdeling van personen binnen het type huisvesting gelet op de eisen zoals onder meer bepaald in 4.2 en 5.3.
De gemeente wil dat alle arbeidsmigranten in Midden-Drenthe veilig kunnen worden gehuisvest. Vertrekpunt daarbij is het principe “high trust, high penalty”. Dat betekent dat we huisvesters het vertrouwen en de ruimte schenken om eigen verantwoordelijkheid te nemen. Tegelijkertijd betekent een schending van dit vertrouwen dat stevig wordt ingegrepen als het misgaat. Op deze manier willen we huisvesters aanmoedigen de kwaliteit van huisvesting in eigen hand te houden.
In het kader van toezicht en handhaving kunnen de locaties met vergunning worden gecontroleerd en locaties zonder vergunning zo veel mogelijk inzichtelijk worden gemaakt. Hiervoor is het uitvoeringsprogramma Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) van de gemeente Midden-Drenthe leidend. De toezicht en handhaving met betrekking tot het huisvesten van arbeidsmigranten wordt benoemd in de jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s van VTH en projectmatig opgepakt. De handhaving wordt hierbij opgesplitst in een incidenteel en een meer structureel programma dat daarop kan volgen. Illegaal gebruik van bouwwerken/percelen krijgt vanuit het VTH-beleid een prioriteit toebedeeld, waarop de aanpak kan worden bepaald. Ook willen we kijken naar de mogelijkheden tot het verbeteren van de registratie van arbeidsmigratie. Een betere registratie helpt om een accurater beeld te krijgen van de situatie rondom arbeidsmigranten in Midden-Drenthe.
De Landelijke Aanpak Adreskwaliteit kan in worden gezet ten behoeve van adresonderzoek. De LAA is een instrument om signalen van uitvoeringsorganisaties zoals UWV en Belastingdienst over een vermoedelijk verblijf in Nederland door niet-ingezetenen, te onderzoeken. Door regelmatig gegevens te vergelijken kunnen inconsistenties worden opgespoord en opgelost, bijvoorbeeld door werkgevers die gebruik maken van bepaalde BSN’s te benaderen.
Incidentele handhaving bestaat onder andere uit:
Bij het benaderen van werkgevers en uitzendbureaus kunnen deze partijen melden waar werknemers verblijven, zolang het wettelijk vastgelegd beleid voor de kwaliteit (nog) niet leidt tot een integrale registratie van de verblijfplaatsen van arbeidsmigranten. Bij deze insteek wordt de nadruk gelegd op het realiseren van veilige en goede woonsituaties voor werknemers. Daarbij is de inzet van 2 BOA’s nodig.
Het adviesrapport van de Commissie-Roemer gaat een stap verder en wil een actieve zorgplicht invoeren voor werkgevers, waarbij de formele werkgever medeverantwoordelijk wordt voor een juiste registratie van de arbeidsmigranten in de BRP/RNI. Daardoor worden werkgevers en uitzendbureaus een waardevolle bron bij het in kaart brengen van de verblijfplaatsen van arbeidsmigranten.
De controle op de vergunde locaties zal met een positieve insteek plaatsvinden. Als voldaan wordt aan de regels, is de drempel om het keurmerk te integreren laag. Het toekennen van een keurmerk toont duidelijk aan dat de locatie goede huisvesting biedt aan arbeidsmigranten. Dit beperkt de weerstand vanuit de vergunde locaties en er liggen kansen om tijdens zulke controles informatie te krijgen over overige locaties. Deze verkregen informatie heeft de aanvullende werking om te zijner tijd prioriteit te geven aan structurele handhaving.
Een structurele aanpak betreft zowel het toezicht op vergunde locaties als het controleren op illegale situaties met bijkomende handhavingsprocedures (o.m. dossiervorming). Dit is binnen de huidige omstandigheden in een forse opgave, want de meeste arbeidsmigranten verblijven op niet-vergunde locaties. In het kader van het VTH-uitvoeringsprogramma zal dit onderwerp beoordeeld worden en kan er prioriteit aan worden gegeven. Voor deze structurele aanpak is inzet personeel nodig. De benodigde capaciteit voor structurele controles wordt inzichtelijk na de afronding van de incidentele aanpak.
Mogelijk bieden toekomstige ontwikkelingen op landelijk niveau kansen. De insteek van het adviesrapport van de Commissie-Roemer is om onwenselijke leefomstandigheden voor arbeidsmigranten integraal aan te pakken. Het is te verwachten dat dit t.z.t. positieve gevolgen gaat hebben voor de omvang van de structurele handhavingsopgave.
Op grond van artikel 438, lid 1 van het Wetboek van Strafrecht is degene die er zijn beroep van maakt aan personen nachtverblijf te verschaffen, verplicht om een doorlopend register bij te houden waarin diverse gegevens moeten staan van de personen die daar verblijven. Het nachtregister is ook van belang voor de heffing van de toeristenbelasting (vanuit actuele verordeningen in Midden-Drenthe), waarbij wordt bepaald gedurende welke periode personen verblijven en het aantal overnachtingen.
Ter controle kan de gemeente een overzicht van het register opvragen bij degene die verblijf biedt, bijvoorbeeld de hoofdbewoner, de eigenaar, de verhuurder of het verhuurbedrijf, waarin de naam, woonplaats en de verblijfsperiode wordt geregistreerd van degenen die overnachten.
Toeristenbelasting is van toepassing op het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.
Belastingplichtig voor de toeristenbelasting is degene die gelegenheid biedt tot overnachten. De belastingplichtige mag de toeristenbelasting verhalen op degene die verblijf houdt. Als geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, dan is degene die verblijf houdt, belastingplichtig.
Met uitzondering van inwoning en huisvesting in hotels en pensions, zoals beschreven in de raadsvisie huisvesting van arbeidsmigranten, is huisvesting van arbeidsmigranten in strijd met de huidige bestemmingsplannen in Midden-Drenthe. Het College kan medewerking verlenen aan plannen die passen binnen dit beleid door af te wijken van het bestemmingsplan op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), en, zodra deze in werking treedt, de Omgevingswet. Als er sprake is van een geval waarin de regeling niet heeft voorzien, beslist het College van B&W.
OVERGANGSRECHT , OVERIGE BEPALINGEN
Deze beleidsuitvoeringsregels treden een dag na bekendmaking in werking.
Aanvragen voor een omgevingsvergunning die zijn ingediend voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit beleid, maar waar nog niet op is beslist, worden beoordeeld met inachtneming van dit onderhavige beleidsdocument.
Aanvragen voor een omgevingsvergunning die zijn ingediend na de inwerkingtreding van dit beleidsdocument worden beoordeeld met inachtneming van dit onderhavige beleidsdocument.
Voor niet-vergunningplichtige situaties geldt dat deze locaties, na inwerkingtreding van dit beleidsdocument, in gebruik mogen zijn met inachtneming van (de voorwaarden behorende bij) dit beleidsdocument.
Voor huisvesters of huisvestende werkgevers die niet beschikken over een omgevingsvergunning op het tijdstip van inwerkingtreding van dit beleidsdocument en voorafgaand of daaropvolgend geen aanvraag voor een omgevingsvergunning hebben ingediend, gelden bestuursrechtelijke of strafrechtelijke gevolgen op basis van het VTH-beleid.
Te verwachten is dat alle huisvestinglocaties voor arbeidsmigranten naar aanleiding van de aanbevelingen uit het adviesrapport van de Commissie-Roemer zullen moeten gaan voldoen aan de eisen van een van de keurmerken voor huisvesting. Dit wordt vastgelegd in keurmerken en het Bouwbesluit. Bestaande huisvestingslocaties krijgen een redelijke termijn om de transformatie naar de nieuwe norm plaats te laten vinden. Hierbij is het landelijk beleid leidend.
De “Beleidsregel huisvesting arbeidsmigranten na bevriezing paragraaf 3.3”, vastgesteld d.d. 13 september 2022 door het College van B&W, wordt ingetrokken op het moment van inwerkingtreding van deze beleidsuitvoeringsregels.
In het beleid huisvesting arbeidsmigranten wordt verstaan onder:
recreatiewoning: een permanent aanwezig gebouw, geen woonkeet, (sta)chalet, stacaravan, tenthuisje, trekkershut en geen caravan of ander bouwsel op wielen zijnde, bestemd om uitsluitend door een huishouden of een daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat of die het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden bewoond;
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-275999.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.