Gemeenteblad van Hellendoorn
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hellendoorn | Gemeenteblad 2023, 275785 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hellendoorn | Gemeenteblad 2023, 275785 | beleidsregel |
Beleidsregel handhaving artikel 13b Opiumwet gemeente Hellendoorn
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
cumulatie: een gelijktijdige combinatie van twee of meerdere overtredingen van de Opiumwet in dezelfde woning of het daarbij behorende erf, dan wel in hetzelfde lokaal of op het daarbij behorende erf, bijvoorbeeld een combinatie van handel in softdrugs (daaronder begrepen: een hennepkwekerij), en/of handel in harddrugs, en/of (een) voorwerp(en) en/of (een) stof(fen) als bedoeld artikel 10a, eerste lid, onder 3, en/of artikel 11a van de Opiumwet;
recidive: als na een eerste overtreding in dezelfde woning of op het daarbij behorende erf of in hetzelfde lokaal of op het daarbij behorende erf een tweede overtreding van de Opiumwet plaatsvindt. Van recidive is tevens sprake als dezelfde eigenaar, verhuurder, huurder, bewoner of gebruiker van een woning of lokaal reeds eerder in een andere woning of lokaal de Opiumwet heeft overtreden;
In deze beleidsregel wordt onderscheid gemaakt tussen overtredingen van de Opiumwet die plaatsvinden in een woning en overtredingen van de Opiumwet die plaatsvinden in lokalen (waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen voor publiek toegankelijke lokalen en niet voor publiek toegankelijke lokalen).
Bij sluiting van een woning of lokaal wordt de sluiting, conform artikel 3:16 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 3, eerste lid van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken en het Aanwijzingsbesluit Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken ingeschreven in de openbare registers.
Artikel 3 Maatregelen bij handel in drugs/voorbereidingshandelingen in woningen
De burgemeester reageert als volgt op de handel in drugs in woningen:
Artikel 5 Maatregelen bij handel in drugs in lokalen en/of het voorbereiden of bevorderen daarvan (voorhanden hebben van een voorwerp of stof als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onder 3 van de Opiumwet)
In artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet is aan de burgemeester de bevoegdheid toegekend om een last onder bestuursdwang op te leggen, als in woningen of lokalen dan wel in of bij woningen of zodanige lokalen behorende erven, een middel als bedoeld in lijst I of II wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is.
Sinds 1 januari 2019 is dit artikel uitgebreid en kent artikel 13b van de Opiumwet aan de burgemeester tevens de bevoegdheid toe om een last onder bestuursdwang op te leggen als in woningen of lokalen dan wel in of bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een voorwerp of stof als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onder 3 of artikel 11a voorhanden is. Gelet op de tekst van artikel 13b van de Opiumwet beschikt de burgemeester bij de uitoefening van de in artikel 13b van de Opiumwet neergelegde bevoegdheid over beleidsruimte. Deze beleidsregel bevat de kaders die de burgemeester van de gemeente Hellendoorn in acht neemt bij de toepassing van zijn bevoegdheden op grond van artikel 13b van de Opiumwet. De burgemeester besluit met inachtneming van het beoordelings- en toetsingskader, zoals weergegeven in de overzichtsuitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) van 28 augustus 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2912. Daarnaast slaat de burgemeester acht op de uitspraak van de Afdeling van 2 februari 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:285) aangaande het evenredigheidsbeginsel, alsmede andere relevante rechtspraak van de Afdeling. Bij de besluitvorming wordt dit nader gemotiveerd en concreet op de voorliggende zaak toegespitst, waarbij alle omstandigheden van het geval bij de beoordeling worden betrokken.
Het algemene doel van de Opiumwet en artikel 13b in het bijzonder is de preventie en beheersing van de uit het drugsgebruik voortvloeiende risico's voor de volksgezondheid en het tegengaan van nadelige effecten van de handel in en het gebruik van drugs op het openbare leven. De toepassing van de bevoegdheid op grond van artikel 13b strekt er concreet toe om de verkoop, productie, de aflevering of de verstrekking dan wel het daartoe aanwezig zijn van drugs in of vanuit een woning of lokaal (definitief) te beëindigen en beëindigd te houden, herhaling daarvan te voorkomen en – voor wat betreft voorbereidingshandelingen – de facilitering van drugshandel- en/of productie te beletten.
Aan deze algemene doelstelling van de bevoegdheidstoepassing van artikel 13b van de Opiumwet kunnen de volgende subdoelen worden ontleend die met deze beleidsregel worden nagestreefd:
Deze subdoelen zijn niet uitputtend. Ook hoeven de subdoelen niet allemaal in iedere kwestie aan de orde te zijn. De subdoelen gelden daarom niet cumulatief maar alternatief. Uitgangspunt is dat de burgemeester van zijn bevoegdheid op grond van artikel 13b van de Opiumwet gebruik maakt als daarmee één of meer van deze subdoelen of een daaraan verwant doel zijn gediend.
Deze beleidsregel heeft in de eerste plaats betrekking op de bevoegdheid van de burgemeester om over te gaan tot het sluiten van woningen of lokalen met bijbehorende erven, als daarin of daarop een middel als bedoeld in lijst I of II behorende bij de Opiumwet dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet, wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is.
Informatieverstrekking door politie
Omdat de Opiumwet geen mogelijkheid biedt om gemeentelijke toezichthouders aan te wijzen, is de burgemeester hoofdzakelijk afhankelijk van informatie van de politie. Deze informatie wordt aan de burgemeester verstrekt in het kader van zijn taak tot handhaving van de openbare orde en veiligheid. Door de politie wordt zo spoedig mogelijk informatie verstrekt die noodzakelijk is voor het treffen van een bestuurlijke maatregel. Als meer informatie nodig wordt geacht om de context van het toepassen van de bevoegdheid van artikel 13b van de Opiumwet ter terechtzitting nader te schetsen, wordt in overleg met de politie gekeken welke informatie hiertoe gedeeld kan worden. De door de politie aangeleverde gegevens worden vertrouwelijk door de burgemeester behandeld.
Bij de definities is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de wettekst van artikel 13b van de Opiumwet.
In dit artikel worden de uitgangspunten weergegeven van het beleid.
Artikel 3 Maatregelen bij handel in drugs en voorbereidingshandelingen of bevorderen daarvan (voorhanden hebben van een voorwerp of stof als bedoeld in artikel 11a van de Opiumwet)
Onderscheid woningen en lokalen
In dit hoofdstuk wordt voor het bepalen van het type maatregel en de sluitingsduur allereerst onderscheid gemaakt tussen woningen (artikel 3) en lokalen (artikel 5). De reden voor dit onderscheid wordt hierna toegelicht. In de tweede plaats wordt in dit hoofdstuk onderscheid gemaakt tussen harddrugs en softdrugs, omdat harddrugs en de productie daarvan in het algemeen gevaarlijker zijn voor de gezondheid en het milieu dan softdrugs.
In beginsel sluit de zwaarte van de verschillende maatregelen (sluitingsduur) aan op de ernst van de geconstateerde overtreding. De duur van de sluiting is in de eerste plaats afhankelijk van de soort overtreding, in die zin dat de sluitingsduur bij handel/treffen van voorbereidingshandelingen in harddrugs in beginsel langer is dan de sluitingsduur bij softdrugs. Dit hangt samen met het beleidsmatige en strafrechtelijke onderscheid tussen harddrugs (lijst I) en softdrugs (lijst II) en de onaanvaardbare risico’s van harddrugs. De duur van de sluiting is verder afhankelijk van de vraag of handel in drugs/treffen van voorbereidingshandelingen heeft plaatsgevonden in een woning of een lokaal, in die zin dat de sluitingsduur van lokalen in beginsel langer is dan de sluitingsduur van woningen. Dit hangt samen met het uitgangspunt dat de sluiting van een woning zwaarder ingrijpt op de persoonlijke levenssfeer van betrokkene(n) dan de sluiting van lokalen. Aangezien er altijd maatwerk moet worden toegepast, waarbij alle belangen moeten worden afgewogen bij de keuze van de maatregel en de omvang van de maatregel betreft het maximumtermijnen.
Bij woningen spelen bijzondere belangen die niet aan de orde zijn bij lokalen. Toepassing van artikel 13b van de Opiumwet in een woning kan voor de bewoners namelijk mogelijk ingrijpende gevolgen hebben, die een inbreuk kunnen vormen op het in artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) neergelegde recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Hieraan komt zwaar gewicht toe bij de beoordeling van de vraag of de burgemeester van zijn bevoegdheid gebruik kan maken en zo ja, op welke wijze. Uit de geschiedenis van de totstandkoming van artikel 13b van de Opiumwet volgt dat in algemene zin bij een eerste overtreding nog niet tot sluiting van de woning dient te worden overgegaan en moet worden volstaan met een waarschuwing of soortgelijke maatregel. Dit moet echter worden beschouwd als een uitgangspunt waarvan in ernstige gevallen mag worden afgeweken. In dit hoofdstuk worden in artikel 3, tweede lid nadere uitgangspunten gegeven wanneer sprake is van een ernstig geval bij de toepassing van de bevoegdheid van artikel 13b van de Opiumwet.
Enkele in artikel 3, tweede lid genoemde indicatoren worden hier nader omschreven met voorbeelden:
de inrichting, het bedrijfsmatige karakter evenals de professionaliteit van de hennepplantage-/kwekerij of het productiepunt (bijvoorbeeld illegale stroom aftap, aanwezige hennep-/drugsresten van een vorige productie en randapparatuur voor het in standhouden van de hennepplantage-/kwekerij of productiepunt);
er is een vermoeden dat de bewoner(s)/betrokkene(n) verkeert/verkeren in kringen van personen met antecedenten (hierbij moet vooral gedacht worden aan antecedenten t.a.v. de Opiumwet of de Wet wapens en munitie, maar ook antecedenten op het gebied van geweld tegen personen of zaken, zoals geweld, mishandeling, bedreiging, vernieling of diefstal e.d. kunnen een rol spelen).
Binnen de regio vervullen coffeeshopexploitanten in de gemeenten Almelo, Hengelo en Enschede een belangrijke regiofunctie.
Voor Twente gelden de volgende beleidsuitgangspunten:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-275785.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.