Derde wijziging van de Beleidsregels bijzondere bijstand Rotterdam 2019

De directeur Maatschappelijke Ondersteuning van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling,

 

gelet op artikel 4.81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 35, eerste lid, van de Participatiewet;

 

overwegende, dat het college het wenselijk vindt de beleidsregels bijzondere bijstand Rotterdam 2019 te wijzigen om onder genoemde voorwaarden bijzondere bijstand te verlenen voor extra energiekosten;

 

besluit:

Artikel I  

De Beleidsregels bijzondere bijstand Rotterdam 2019 worden als volgt gewijzigd:

 

A

In hoofdstuk 4, wordt onder vernummering van paragraaf 4 tot paragraaf 5 en artikel 4.15 tot artikel 4.17 een paragraaf ingevoegd, luidende:

 

§ 4 Extra energiekosten

 

Artikel 4.15 Extra energiekosten eindafrekening

  • 1.

    Het college kan bijzondere bijstand verlenen aan een belanghebbende voor meerkosten, zijnde het verschil tussen het totale bedrag van de eindafrekening van de energieleverancier afgegeven in de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023 en het toepasselijke jaarbedrag in onderstaande tabel, ten behoeve van de woonruimte waar belanghebbende, al dan niet met diens gezin, hoofdverblijf houdt.

    Huishoudtype

    Gemiddeld jaarbedrag energiekosten

    Alleenstaande

    € 1.020

    Alleenstaande ouder

    € 1.512

    Gezin zonder kinderen

    € 1.224

    Gezin met kinderen

    € 1.620

    Alleenstaande AOW’er

    € 1.140

    Gezin met tenminste een AOW’er

    € 1.356

  • 2.

    Als de periode waarover de eindafrekening betrekking heeft korter of langer is dan 12 maanden, dan wordt het toepasselijke jaarbedrag naar rato afgezet tegen het totale bedrag de eindafrekening.

  • 3.

    Bij de aanvraag wordt de jaarrekening of eindafrekening overgelegd.

  • 4.

    De energietoeslag, bedoeld in artikel 35 van de wet, en de uitkering van het Tijdelijk Noodfonds Energie worden naar rato in mindering gebracht op de meerkosten.

  • 5.

    Tegemoetkomingen bijzondere bijstand verstrekt voor Extra energiekosten maandbedragen over dezelfde periode als waarover de eindafrekening betrekking heeft, worden in mindering gebracht op de meerkosten.

  • 6.

    Bij de beoordeling van de aanvragen voor extra energiekosten, op basis van een eindafrekening die in de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023 is afgegeven, wordt het vermogen als bedoeld in artikel 11.1, achtste lid, en artikel 11.4 van de beleidsregels, niet meegenomen.

4.16 Extra energiekosten maandbedragen

  • 1.

    Het college kan bijzondere bijstand verlenen aan een belanghebbende voor meerkosten, zijnde het verschil tussen het door de energieleverancier geadviseerde maandbedrag en het toepasselijke maandbedrag in onderstaande tabel, ten behoeve van de woonruimte waar belanghebbende, al dan niet met diens gezin, hoofdverblijf houdt.

    Huishoudtype

    Gemiddeld maandbedrag energiekosten

    Alleenstaande

    € 141

    Alleenstaande ouder

    € 241

    Gezin zonder kinderen

    € 171

    Gezin met kinderen

    € 279

    Alleenstaande AOW’er

    € 157

    Gezin met tenminste een AOW’er

    € 191

  • 2.

    Kosten boven het door de energieleverancier geadviseerde maandbedrag komen niet voor bijzondere bijstand in aanmerking.

  • 3.

    Het college verleent de bijzondere bijstand maandelijks tot en met de maand waarin de jaarrekening of eindafrekening plaatsvindt, maar maximaal tot en met 31 december 2023.

  • 4.

    In afwijking van artikel 3.1, derde lid, onderdeel a, subonderdeel 2, geldt dat de kosten niet eerder dan 1 januari 2023 zijn gemaakt en niet langer geleden dan drie maanden voor de datum van de aanvraag zijn gemaakt of opgekomen.

  • 5.

    Bij de aanvraag wordt overgelegd:

    • a.

      bewijs van huidig energiecontract en bewijs van ten tijde van de aanvraag geadviseerd maandbedrag of;

    • b.

      bewijs van de servicekosten, waaruit de maandelijkse hoogte van de energiekosten blijkt.

  • 6.

    Bij de beoordeling van het recht op bijzondere bijstand wordt de aanvraag geacht te zijn ingediend op de eerste dag van de maand waarin de aanvraag is ingediend.

  • 7.

    De energietoeslag, bedoeld in artikel 35 van de wet, en de uitkering van het Tijdelijk Noodfonds Energie kunnen in mindering worden gebracht op de meerkosten.

  • 8.

    Het college kan het recht op eenmaal verstrekte bijzondere bijstand voor Extra energiekosten maandbedragen gedurende de toekenningsperiode opnieuw vaststellen als daar in het individuele geval aanleiding voor is.

  • 9.

    Bij de beoordeling van de draagkracht wordt het vermogen, bedoeld in artikel 11.1 achtste lid en artikel 11.4, niet meegenomen.

B

Aan de tabel in bijlage 1 wordt een rij toegevoegd, luidende:

Extra energiekosten: eindafrekening en maandbedragen

Percentage van de draagkrachtruimte volgens artikel 11.3 lid 2 tot en met 4.

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2023.

Aldus vastgesteld op 19 juni 2023.

Het college van burgemeester en wethouders,

namens deze:

Ronald van As

Directeur Maatschappelijke Ondersteuning

Toelichting

Met deze derde wijziging van de beleidsregels wordt de grondslag gecreëerd voor het beleid ten aanzien van de toekenning van bijzondere bijstand voor de extra kosten van de energierekening van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023.

 

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I, onderdeel a

In artikel I, onderdeel a wordt in hoofdstuk 4 een nieuwe paragraaf ingevoegd. De artikelen in deze nieuwe paragraaf 4 worden hieronder, voor zover nodig, toegelicht.

 

Artikel 4.15

Eerste lid

Het doel van de bijzondere bijstand voor Extra energiekosten eindafrekening is het vergoeden van de meerkosten die zijn ontstaan door de energiecrisis. De regering heeft in 2022 en 2023 de energiecrisis aangemerkt als bijzondere omstandigheid. De meerkosten bestaan uit het verschil tussen het totale bedrag dat de aanvrager verschuldigd is over de periode waarop de eindafrekening betrekking heeft en het toepasselijke jaargemiddelde voor het betreffende huishoudtype, genoemd in de tabel. Deze gemiddelden zijn gebaseerd op de energieprijzen van januari 2021 en zijn berekend door het Nibud. Bij de eindafrekening kunnen de definitieve meerkosten vastgesteld worden.

 

Daar waar in dit artikel wordt gesproken over ‘eindafrekening’ dient ook de ‘jaarrekening’ te worden verstaan.

 

Het bedrag dat de aanvrager verschuldigd is over de periode waarop de eindafrekening betrekking heeft, verwijst naar de totale kosten op de eindafrekening. Dit bedrag bestaat in ieder geval uit de leveringskosten (bestaande uit verbruikskosten en vaste leveringskosten), netbeheerkosten, belastingen en overheidsheffingen. Ook de Nibud-bedragen, genoemd in de tabel zijn inclusief deze kosten.

 

Tweede lid

Een eindafrekening doet zich doorgaans voor na een periode van 12 maanden in de vorm van een jaarnota. Het kan voorkomen dat een eindafrekening zich eerder voordoet, bijvoorbeeld door een verhuizing. In dat geval wordt het toepasselijke gemiddelde, genoemd in de tabel in lid 1 omgerekend naar de duur van de periode waarop de eindafrekening betrekking heeft.

 

Vierde lid

Indien de aanvrager de energietoeslag, bedoeld in artikel 35 van de wet, heeft ontvangen, dan wordt de energietoeslag naar rato in mindering gebracht op de meerkosten zoals bedoeld in het eerste lid van artikel 4.15. Dit geldt zowel voor de energietoeslag van 2022 als de beoogde energietoeslag 2023. Daarnaast wordt ook een uitkering vanuit het Tijdelijk Noodfonds Energie, indien hier sprake van is, in mindering gebracht op de meerkosten.

In 2022 bedroeg de energietoeslag in totaal € 1.300. Dat komt neer op een bedrag van € 108,33 per maand. Als voorbeeld: als de eindafrekening van de aanvrager betrekking heeft op de periode april 2022 tot april 2023, dan heeft de eindafrekening betrekking op negen maanden van het jaar 2022. In dat geval wordt negenmaal € 108,33 in mindering gebracht op de meerkosten.

 

Vijfde lid

Indien de aanvrager, over de periode waarop de eindafrekening betrekking heeft, bijzondere bijstand voor Extra energiekosten maandbedragen heeft ontvangen, dan wordt de som van de over die periode verstrekte bijzondere bijstand in mindering gebracht op de meerkosten zoals bedoeld in het eerste lid van artikel 4.15. Deze bijzondere bijstand voor Extra energiekosten maandbedragen kan zowel in 2022 als in 2023 verstrekt zijn.

 

Zesde lid

Het vermogen wordt niet meegenomen in de beoordeling zolang de eindafrekening zich heeft voorgedaan tussen 1 januari 2023 en 31 december 2023. Dit dient het doel, analoog aan de energietoeslag, de toegankelijkheid tot deze kostensoort te vergroten.

 

Artikel 4.16

Eerste lid

Het doel van de bijzondere bijstand voor Extra energiekosten maandbedragen is het bieden van extra maandelijkse ondersteuning aan huishoudens die, ondanks de intrede van het prijsplafond per 1 januari 2023, de maandbedragen voor energiekosten niet kunnen betalen, ook met het doel de opbouw van betalingsachterstanden te voorkomen. De meerkosten bestaan uit het verschil tussen het aan de aanvrager geadviseerde maandbedrag en het toepasselijke maandgemiddelde voor het betreffende huishoudtype, genoemd in de tabel. Deze gemiddelden zijn gebaseerd op de energieprijzen van januari 2023 en zijn berekend door het Nibud, waarbij het Nibud rekening heeft gehouden met de energieprijzen als gevolg van het prijsplafond.

 

Het maandbedrag verwijst naar de totale kosten op de maandelijkse energienota. Dit bedrag bestaat in ieder geval uit de leveringskosten (bestaande uit verbruikskosten en vaste leveringskosten), netbeheerkosten, belastingen en overheidsheffingen. Ook de Nibud-bedragen, genoemd in de tabel zijn inclusief deze kosten.

 

Derde lid

De bijzondere bijstand voor Extra energiekosten maandbedragen wordt maandelijks verleend tot het moment dat de eindafrekening zich voordoet. Immers, bij het aangaan van een nieuw contract is het mogelijk dat het geadviseerde maandbedrag verandert, wat van invloed kan zijn op de hoogte van de bijzondere bijstand.

 

Daar waar in dit artikel wordt gesproken over ‘eindafrekening’ dient ook de ‘jaarrekening’ te worden verstaan.

 

Belanghebbenden zijn bovendien verplicht tijdens de periode van de maandelijkse verstrekking van de bijzondere bijstand tussentijdse wijzigingen van het geadviseerde maandbedrag door te geven. Burgers hebben na het voordoen van de eindafrekening opnieuw de mogelijkheid bijzondere bijstand voor Extra energiekosten maandbedragen aan te vragen. Hiervoor geldt opnieuw dat de individuele bijzondere bijstand wordt toegekend tot aan de eerstvolgende eindafrekening, maar niet later dan 31 december 2023.

 

De reden voor het toekennen van de bijzondere bijstand voor Extra energiekosten maandbedragen tot en met 31 december 2023, is vanwege de onzekerheid op de energiemarkt en de onzekerheid over de Rijksmaatregelen met betrekking tot energiecompensatie die al dan niet gelden vanaf 1 januari 2024.

 

Vierde lid

Ter voorkoming van verstrekking van bijzondere bijstand voor Extra energiekosten maandbedragen over de periode vóór de intrede van het prijsplafond, wordt afgeweken van artikel 3.1, derde lid, onderdeel a, subonderdeel 2.

 

Zevende lid

Dit lid biedt de ruimte aan het college om de ontvangen aangekondigde energietoeslag 2023 in mindering te brengen op de meerkosten bij de beoordeling van een aanvraag bijzondere bijstand Extra energiekosten voor maandbedragen. De energietoeslag van 2022 wordt niet in mindering gebracht op de meerkosten. Immers, de bijzondere bijstand voor Extra energiekosten maandbedragen gaat niet verder terug dan 1 januari 2023. Ook de uitkering uit het Tijdelijk Noodfonds Energie die betrekking heeft op de periode voor 1 januari 2023 wordt niet in mindering gebracht op de meerkosten.

 

Achtste lid

Dit lid biedt de ruimte aan het college om tijdens een lopende maandelijkse toekenning het recht op bijzondere bijstand opnieuw vast te stellen. Bijvoorbeeld in de situatie als tijdens een lopende toekenning de aangekondigde energietoeslag 2023 wordt ontvangen.

 

Negende lid

Het vermogen wordt niet meegenomen in de beoordeling zolang de maandbedragen betrekking hebben op de periode 1 januari 2023 tot en met en 31 december 2023. Dit dient het doel, analoog aan de energietoeslag, de toegankelijkheid tot deze kostensoort te vergroten.

 

Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl

Naar boven