Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Dordrecht, 20e wijziging

 

De RAAD van de gemeente Dordrecht;

 

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders inzake de 20e wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Dordrecht;

 

gelet op de artikelen 149 en 154 van de Gemeentewet, de artikelen 2.18, eerste lid, onder f en g, 2.21, eerste lid, onder a en b, en 3.148, tweede lid, onder a, van het Activiteitenbesluit milieubeheer juncto artikel 8.2.2 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, artikel 30c, tweede lid, van de Wet op de kansspelen, artikel 3 van de Winkeltijdenwet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

 

 

b e s l u i t :

 

 

vast te stellen de navolgende

Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Dordrecht, 20e wijziging

 

 

Artikel I Wijziging verordening

De Algemene plaatselijke verordening Dordrecht wordt als volgt gewijzigd.

 

  • A.

    Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd.

1. De begrippen worden in de alfabetische rangschikking geplaatst.

2. In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

- beperkingengebiedactiviteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

3. De definities van ‘bevoegd gezag’, ‘bouwwerk’ en ‘gebouw’ komen te luiden:

- bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Omgevingswet;

- bouwwerk: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

- gebouw: hetgeen daaronder wordt verstaan in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 

  • B.

    Aan artikel 1:2 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

3. Dit artikel is niet van toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

  • C.

    Aan artikel 1:4 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

3. Dit artikel is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

 

  • D.

    Voor de bestaande tekst van artikel 1:5 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

2. Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

 

  • E.

    Artikel 2:10 B lid 1, onderdeel g komt te luiden:

g. voor beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, Telecommunicatiewet, provinciale omgevingsverordening, waterschapsverordening of Leidingenverordening Dordrecht.

 

  • F.

    Artikel 2:11 wordt als volgt gewijzigd.

1. Het tweede en vijfde lid vervallen en de leden 3 en 4 worden vernummerd tot 2 en 3

2. Het derde lid (nieuw) komt te luiden:

3. Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, provinciale omgevingsverordening of waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, de Wegenwet, het Wetboek van Strafrecht, het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet of het bepaalde bij of krachtens de Leidingenverordening Dordrecht.

 

  • G.

    Artikel 2:12, derde lid, komt te luiden:

3. Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, provinciale omgevingsverordening of waterschapsverordening.

 

  • H.

    Artikel 2:14, tweede lid, komt te luiden:

2. Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet.

 

  • I.

    Artikel 2:21, tweede lid, komt te luiden:

2. Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door hoofdstuk 10 van de Omgevingswet.

 

  • J.

    Artikel 2:28 D, eerste lid onder a komt te luiden:

a. de vestiging of exploitatie van de inrichting in strijd is met het omgevingsplan.

 

  • K.

    Artikel 2:39 G, lid g komt te luiden:

de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal [red. correctie -kennelijke verschrijving: met de 20e wijziging APV was 'speelautomatenhal'abusievelijk door 'speelautomaat' vervangen] strijd oplevert met het omgevingsplan zonder dat concreet zicht bestaat op de vereiste planologische toestemming voor het ter plaatse vestigen van een speelautomatenhal.

 

  • L.

    Artikel 2:39 H, lid 1, onder c komt te luiden:

c. indien de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd oplevert met het geldende omgevingsplan of naar het oordeel van de burgemeester voldoende aannemelijk is dat die strijdigheid niet zal worden opgeheven, behoudens de in Titel VA van de Wet genoemde gronden;

 

 

  • M.

    Artikel 2:41 B wordt als volgt gewijzigd.

1. lid 4, onderdeel g komt te luiden:

g. indien de vestiging of de exploitatie in strijd is met een geldend omgevingsplan of de Omgevingswet.

2. lid 7, onderdeel j komt te luiden:

j. de vestiging of de exploitatie in strijd is met een geldend omgevingsplan, de Omgevingswet of een gebiedsplan.

 

  • N.

    Artikel 2:71 komt te luiden:

 

Artikel 2:71 Definitie

In deze afdeling wordt onder consumentenvuurwerk verstaan vuurwerk van categorie F1, F2 of F3 dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.

 

  • O.

    Artikel 3:7, eerste lid, onder k, komt te luiden:

k. de voorgenomen uitoefening van het seksbedrijf strijd zal opleveren met het omgevingsplan of een bekendgemaakte ontwerpwijziging daarvan.

 

  • P.

    Artikel 3:9 lid 1 wordt als volgt gewijzigd.

1. Onderdeel c komt te luiden:

c. is gehandeld in strijd met de artikelen 3:10, 3:13, aanhef en onder a, 3:14 tweede lid, 3:15 en 3:17, eerste lid, en tweede lid, aanhef en onderdeel b, aanhef en onder i;

2. Onderdeel g, komt te luiden:

g. de uitoefening van het seksbedrijf strijd oplevert met het omgevingsplan.

 

  • Q.

    Artikel 4:1, wordt als volgt gewijzigd.

1. lid a komt te luiden:

a. Besluit: Activiteitenbesluit milieubeheer, zoals dat besluit luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;

2. Lid b komt te luiden:

b. inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, met dien verstande dat de artikelen 4:2 tot en met 4:5 uitsluitend van toepassing zijn op inrichtingen type A of type B als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer;

 

  • R.

    Artikel 4:5 wordt als volgt gewijzigd.

1. Het eerste lid, onder c, komt te luiden:

c. de waarden in in- en aanpandige gevoelige gebouwen, voor zover het woningen betreft, gelden in geluidsgevoelige ruimten als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder en verblijfsruimten als bedoeld in artikel 1.1, onder d, van het Besluit Geluidhinder, zoals die wet en dat Besluit geluidhinder direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet luidden;

2. In het tweede lid wordt de laatste volzin verwijderd.

3. In het derde lid wordt de laatste volzin verwijderd.

4. Onder vernummering van het vijfde lid tot zesde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

5. Als versterkte elementen worden gecombineerd met onversterkte elementen wordt het hele samenspel beschouwd als versterkte muziek en is dit artikel niet van toepassing, maar het Besluit.

 

  • S.

    Artikel 4:6, derde lid komt te luiden:

3. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit of de provinciale omgevingsverordening.

 

  • T.

    Artikel 4:13 wordt als volgt gewijzigd.

1. Het eerste lid, aanhef, komt te luiden:

1. Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, in de openlucht of buiten de weg de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben.

2. Het vierde lid komt te luiden:

4. Dit artikel is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.

 

  • U.

    Artikel 4:17 komt te luiden:

Artikel 4:17 Definitie

In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan een niet-grondgebonden onderkomen of voertuig, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

 

  • V.

    Artikel 4:18, eerste lid, komt te luiden:

1. Het is verboden ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het omgevingsplan is bestemd of mede bestemd.

 

  • W.

    Artikel 5:5, tweede lid, komt te luiden:

2. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Wet milieubeheer of het Besluit activiteiten leefomgeving.

 

  • X.

    Artikel 5:6, derde lid, komt te luiden:

3. Het eerste lid is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de provinciale omgevingsverordening.

 

  • Y.

    Artikel 5:18, derde lid, onder b komt te luiden:

b. wegens strijd met het omgevingsplan.

 

  • Z.

    Artikel 5:20, eerste lid, komt te luiden:

1. Artikel 5:18, eerste lid, is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.

 

  • AA.

    Artikel 5:23, derde lid komt te luiden:

3. De burgemeester kan de vergunning wegens strijd met het omgevingsplan weigeren.

 

AB. Artikel 5:24, vierde lid, komt te luiden:

4. Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Havenverordening Dordrecht of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.

 

AC. Artikel 5:28, tweede lid, komt te luiden:

2. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, het Binnenvaartpolitiereglement of de provinciale omgevingsverordening.

 

AD. Artikel 5:30, tweede lid, komt te luiden:

2. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Binnenvaartpolitiereglement, de provinciale omgevingsverordening of het bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet.

 

AE. Artikel 5:32, derde lid, komt te luiden:

3. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Omgevingswet, afdeling 3.9 van het Besluit activiteiten leefomgeving, de Zondagswet of het Besluit geluidproduktie sportmotoren.

 

AF. Artikel 5:33, vierde lid, onder b, komt te luiden:

b. binnen de bij of krachtens de provinciale omgevingsverordening aangewezen stiltegebieden ten aanzien van motorrijtuigen die bij of krachtens die verordening zijn aangewezen als toestel.

 

AG. Artikel 5:34 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.

2. Het vijfde lid komt te luiden:

5. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1˚ of 3˚, van het Wetboek van Strafrecht of de provinciale omgevingsverordening.

 

Artikel II

1. Dit besluit treedt in werking op het tijdstip dat de Omgevingswet in werking treedt.

2. In afwijking van het eerste lid treden de onderdelen Q en R van artikel I in werking op de dag direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

 

Artikel III

Dit besluit kan worden aangehaald als Algemene plaatselijke verordening Dordrecht, 20e wijziging.

 

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 21 juni 2022.

De griffier, De voorzitter,

A.E.T. Wepster, A.W. Kolff

Naar boven