Vastgesteld Bestemmingsplan ‘PARK21’ en Milieueffectrapportage (MER)

RECTIFICATIE van bekendmaking in het Gemeenteblad van 31-05-2023 nr. 227986

Recent is gebleken dat een bijlage op www.ruimtelijkeplannen.nl ontbreekt. Het gaat om de bijlage ‘Milieueffectrapport (MER)’, bijlage 8 bij de toelichting. Dat is gecorrigeerd en daarom is besloten de beroepstermijn met drie weken te verlengen. De termijn loopt nu tot en met 2 augustus 2023.

Burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer maken bekend dat: De gemeenteraad heeft op 6 april 2023

  • 1.

    het bestemmingsplan ‘PARK21’ gewijzigd vastgesteld. het plan heeft de planidentificatie NL.IMRO.0394.BPGlgbPARK21000000-C001

  • 2.

    besloten geen exploitatieplan vast te stellen.

  • 3.

    besloten het milieueffectrapport (MER) vast te stellen.

  • 4.

    de beeldkwaliteitsplannen Polderlaag, Leisurelaag en Openbare Ruimte PARK21 vastgesteld en deze onderdeel laten worden van de welstandsnota.

     

Het Bestemmingsplan ‘PARK21’

Het bestemmingsplan ‘Park21’ maakt planologisch mogelijk dat PARK21 een grootschalig groen- en recreatiegebied in Haarlemmermeer van circa 1.000 hectare kan worden. Het gebied ligt tussen de kernen Hoofddorp en Nieuw-Vennep. Met PARK21 is het de ambitie om te voorzien in de lokale behoefte aan recreatiemogelijkheden, het samenbrengen van stad en platteland, het tot ontwikkeling brengen van recreatieve en toeristische functies, voor inwoners uit Haarlemmermeer, maar ook voor regionale en (inter)nationale bezoekers. Het bestemmingsplan PARK21 vormt het juridisch-planologisch kader voor de ontwikkeling van PARK21. Met het doorlopen van de Milieueffectrapportage (MER)-procedure en het opstellen van het Milieueffectrapport is het milieubelang volwaardig meegewogen.

Dit bestemmingsplan kent een andere kostenverhaal regeling, namelijk een uitgestelde regeling. Dat houdt in dat het kostenverhaal op het moment van de verlening van de omgevingsvergunning is geregeld.

Het bestemmingsplan is gewijzigd ten opzichte van het ontwerp

Ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan zijn in het vastgestelde bestemmingsplan wijzigingen aangebracht. Deze wijzigingen zijn opgenomen in de nota van zienswijzen en in de nota ambtshalve wijzigingen, behorende bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan. De belangrijkste aanpassingen zijn:

  • 1.

    met betrekking tot de bescherming van de archeologische waarden is normaal agrarisch gebruik vrijgesteld tot 1,5 meter diepte;

  • 2.

    er zijn nieuwe stikstofdepositieberekeningen uitgevoerd waarbij het evenemententerrein en het voormalige baggerdepot zijn betrokken;

  • 3.

    regels voor horecavoorzieningen zijn nader gedifferentieerd;

  • 4.

    voor de locatie Hoofdweg 1041 is de bestemming Landgoedbedrijf opgenomen.

     

Ook de MER is op een aantal punten aangepast. Hierbij is het advies van de Commissie m.e.r. overgenomen en daarna door de Commissie compleet en akkoord bevonden.

U kunt de stukken inzien

De inzageperiode begint op 11 mei 2023 en duurt zes weken tot en met 21 juni 2023 en is vanwege de rectificatie verlengt tot en met 2 augustus 2023.

Een belanghebbende kan beroep instellen tegen het bestemmingsplan

Dat moet binnen de genoemde inzageperiode. Het kan op de volgende manieren:

Voor het instellen van beroep moet griffierecht betaald worden.

Iemand die beroep instelt kan om een voorlopige voorziening vragen

Het instellen van beroep voorkomt niet dat het bestemmingsplan in werking treedt. Om te voorkomen dat het bestemmingsplan in werking treedt, kunnen degenen die beroep hebben ingesteld, een verzoek om een voorlopige voorziening indienen bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Daar moet griffierecht voor betaald worden.

Het bestemmingsplan treedt in werking op de dag na afloop van de beroepstermijn

Dit is niet het geval als er binnen de beroepstermijn een verzoek om voorlopige voorziening is ingediend. Dan treedt het plan pas in werking op de datum die de Raad van State bepaalt.

Juridische achtergrond

De besluiten zijn genomen op grond van artikel 3.1 en 6.12 Wet ruimtelijke ordening, artikel 7c van het Besluit uitvoering Crisis en herstelwet, artikel 7.2 Wet milieubeheer en artikel 12a Woningwet.

 

 

Naar boven