Gemeenteblad van Nieuwkoop
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nieuwkoop | Gemeenteblad 2023, 265903 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nieuwkoop | Gemeenteblad 2023, 265903 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Financiële verordening gemeente Nieuwkoop 2023
Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt in aanvulling op het bepaalde in artikel 20 en artikel 21 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten inzicht gegeven in de ontwikkeling van de schuldpositie als gevolg van de begroting, de meerjarenraming, de investeringen en de grondexploitatie.
Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten
Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.
Bij de behandeling van tussentijdse informatie in de raad bedoeld in artikel 6, lid 1, kan het college voorstellen doen voor het wijzigen van de geautoriseerde baten en lasten, het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten en het bijstellen van het beleid. In geval van investeringen met een meerjarig karakter doet het college indien nodig ook bij iedere begroting op grond van geactualiseerde ramingen voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten.
Voor een investering waarvan het investeringskrediet dat niet met het vaststellen van de begroting is geautoriseerd, legt het college voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel met een voorstel voor het vaststellen van een investeringskrediet aan de raad voor. Bij initiële investeringen groter dan € 2.500.000 informeert het college de raad in het voorstel over het effect van de investering op de schuldpositie van de gemeente.
Artikel 6. Tussentijdse rapportage
De tussentijdse informatie geeft inzicht in de beleidsmatige ontwikkelingen, de financiële gevolgen daarvan op de programmalasten en -baten en indien van toepassing de gevolgen voor de algemene dekkingsmiddelen, overhead en reserves. Tevens bevat de tussentijdse informatie het bijgestelde begrotingsresultaat.
Artikel 7. Jaarrekeningresultaat
Vooruitlopend op het bestemmingsvoorstel over het jaarrekeningresultaat kunnen burgemeester en wethouders de raad voorstellen om restantmiddelen op onderdelen van het rekeningresultaat over te hevelen naar het volgende begrotingsjaar. Burgemeester en wethouders bieden dit voorstel uiterlijk in december van het betreffende jaar aan aan de raad.
Het college besluit, indien dit afwijkt van de begroting, niet over:
dan nadat de raad is geïnformeerd over het voornemen en in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen.
Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Artikel 11. Voorwaardencriterium
Burgemeester en wethouders bieden als uitwerking van het voorwaardencriterium de raad jaarlijks uiterlijk op 31 maart van het opvolgende jaar ter vaststelling een normenkader rechtmatigheid aan. Dit kader bestaat uit alle relevante (interne) wet- en regelgeving waaruit financiële beheer handelingen kunnen voortvloeien. Burgemeester en wethouders operationaliseren dit normenkader in een toetsingskader ten behoeve van de interne beheersing.
Artikel 16. Reserves en voorzieningen
Artikel 18. Prijzen economische activiteiten
Voor de levering van goederen, diensten of werken door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden waarbij de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt ten minste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel aan de raad, waarin het publiek belang van de levering van de desbetreffende goederen, diensten of werken wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van leningen of garanties door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden worden ten minste de geraamde integrale kosten in rekening gebracht. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf een voorstel aan de raad, waarin het publiek belang van de lening of de garantie wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van ten minste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf een voorstel aan de raad, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.
Artikel 21. Onderhoud kapitaalgoederen
Het college biedt de raad eens in de 4 jaar, bij voorkeur aan het begin van een nieuwe raads- en collegeperiode de beleidsuitgangspunten aan voor beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Deze beleidsuitgangspunten geven een kader voor het beoogde onderhoudsniveau en het daarbij horende kostenniveau.
Financiële organisatie en financieel beheer
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:
Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheer handelingen. Bij afwijkingen rapporteren burgemeester en wethouders daarover in de rechtmatigheidsverantwoording, zoals beschreven in artikel 10. Daarnaast informeren burgemeester en wethouders de raad over genomen maatregelen tot herstel van de tekortkomingen.
Het college zorgt voor de systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het financieel vermogen van de gemeente met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende schulden en de vorderingen van crediteuren jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen ten minste eenmaal aan het begin van een collegeperiode. Bij afwijkingen in de registratie neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.
Artikel 26. Intrekken oude verordening en overgangsrecht
De Financiele verordening gemeente Nieuwkoop 2017 wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt en op de begroting, jaarrekening en jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar dat samenvalt met het jaar waarin deze verordening in werking treedt.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 13 april 2023, nummer 2023-024.
Edzard van Holthe
griffier
Bijlage 1 bij Financiële verordening gemeente Nieuwkoop 2023 (begrippenlijst)
Begrippenlijst m.b.t. financiële verordening en bijlagen (alfabetische volgorde).
De financiële verordening en de bijlagen kennen de volgende begrippen:
Activa zijn de bezittingen van de gemeente. Deze worden ingedeeld in vaste en vlottende activa en staan op de linkerzijde (debet) van de balans, onderdeel van een jaarrekening. Vaste activa worden onderverdeeld in immateriële, materiële en financiële vaste activa. Vlottende activa worden onderverdeeld in voorraden, vorderingen en liquide middelen.
Het op de balans presenteren van de financiële waarde van het aangeschafte of vervaardigde kapitaalgoed met meerjarig nut dat vanaf dat moment als vast actief kan worden beschouwd. De jaarlijkse kosten worden in de toekomst ten laste van de exploitatie gebracht, dit zijn de kapitaallasten.
Het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, functioneren en beheersen van de gemeentelijke organisatie en de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.
Iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college.
Een periodieke boekhoudkundige verwerking van de waardevermindering van activa wegens technische slijtage en economische veroudering. Het af te schrijven bedrag hangt af van de economische levensduur van de investering. De afschrijvingen zijn onderdeel van de kapitaallasten. De meest voorkomende afschrijvingsmethoden zijn lineaire afschrijving en annuïtaire afschrijving.
Agio is het verschil tussen het bedrag waarvoor een lening wordt aangegaan en het bedrag dat aan de geldnemer wordt uitgekeerd. Agio kan ook te maken hebben met aandelen. Als de prijs, of koers, van een aandeel hoger is dan de nominale waarde dan is sprake van agio (het verschil tussen die twee. Disagio is het tegengestelde van agio.
Annuïtaire afschrijvingsmethode
Een afschrijvingsmethode waarbij de kapitaallasten jaarlijks gelijk zijn gedurende de gehele economische levensduur van de investering. In de beginjaren is de afschrijvingscomponent laag en de rentecomponent hoog. Aan het eind ligt deze verhouding andersom.
Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.
Het begrotingscriterium is een criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op de grenzen van de baten en lasten in de door de raad geautoriseerde begroting van exploitatie en investeringskredieten en de hiermee samenhangende programma’s, waarbinnen de financiële beheer handelingen tot stand moeten zijn gekomen.
Waarde van de activa op de balans. Dit is de verkrijging- of vervaardigingsprijs verminderd met de totale afschrijvingen per balansdatum.
Winst die wordt behaald als iets wordt verkocht tegen een prijs die hoger is dan de boekwaarde.
Verlies dat wordt geleden als iets wordt verkocht tegen een prijs die lager is dan de boekwaarde
Het totaal van langlopende leningen, kortlopende schulden, crediteurenvorderingen en overlopende passiva.
Bij het (meerjarig) begroten tegen constante prijzen worden de prijzen uit het lopende begrotingsjaar ongewijzigd overgenomen in de volgende begrotingsjaren.
Het realiseren van prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.
De mate waarin beleid, producten en activiteiten en dienstverlening bijdragen aan beoogde maatschappelijke effecten.
De maximale periode waarin een activa economisch verantwoord kan worden gebruikt. Er komen nieuwe modellen op de markt waarin de jongste technische kennis is verwerkt. De economische levensduur wordt bepaald door rationeel en doelmatig gebruik rekening houdend met technologische ontwikkelingen
De lasten en baten die worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben en is een onderdeel van de jaarrekening.
Het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen van rechten van de gemeente Nieuwkoop.
Is een onderdeel van de vaste activa die financiële bezittingen vertegenwoordigen, zoals deelnemingen en aandelen.
Het totaal van leningen aan deelnemingen, leningen aan overige verbonden partijen, leningen aan derden, langlopende uitzettingen, kortlopende uitzettingen, debiteurenvorderingen, liquide middelen en overlopende activa.
Geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak
Het totaal van langlopende uitzettingen, vorderingen, liquide middelen en overlopende activa.
Is een onderdeel van de vaste activa waar geen bezittingen tegenover staan. Ze vallen niet onder de materiële en financiële vaste activa, ze zijn niet stoffelijk (niet tastbaar). Voorbeelden zijn de kosten voor het sluiten van geldleningen en onderzoek en ontwikkeling van een bepaald actief.
Het beoordelen van de oninbare voorzieningen op de wijze van oninbaarheid. Dit gebeurt met als basis de hoogte van de bedragen en worden apart dus individueel beoordeeld. Vervolgens wordt dit fiscaal getoetst door de accountant.
Totaal van de baten voor toevoegingen en onttrekkingen van reserves.
Het aanschaffen of zelf produceren van activa . Hierbij is de intentie de activa zelf meerdere jaren te gebruiken.
Een uitgave van enige omvang, waarvan het nut over meerdere jaren wordt verdeeld. Onderscheid wordt gemaakt tussen investeringen met een economisch nut en investeringen in de openbare ruimte met een met een maatschappelijk nut.
Investeringen met economisch nut
Activa die kunnen bijdragen aan het genereren van middelen, bijvoorbeeld door het vragen van heffingen (leges, rechten en tarieven), of activa die verhandelbaar zijn. Deze investeringen moeten volgens het BBV worden geactiveerd.
Investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut
Activa die geen mogelijkheid hebben middelen te genereren en een publieke taak vervullen in de openbare ruimte zoals; wegen, groenvoorziening, bruggen etc. Deze investeringen moeten volgens het BBV worden geactiveerd.
Bedrag door de gemeenteraad geautoriseerd voor het doen van een investering.
Is een verzameling van vervangingsinvesteringen en investeringen voor nieuw beleid voor de komende begrotingsperiode van 4 jaar.
Jaarlijks terugkerende lasten die samenhangen met de investeringen. De kapitaallasten bestaan uit de som van afschrijvingen en rente.
Levensduur verlengende investeringen
Investeringen aan een bestaand actief waardoor een langere economische levensduur ontstaat. Onderhoud is niet levensduur verlengend, maar dient om het actief gedurende zijn levensduur in goede staat te houden.
Een afschrijvingsmethode waarbij de jaarlijkse kapitaallasten dalen. Het component afschrijvingen is over de periode een jaarlijks gelijk bedrag. Als gevolg van een dalende boekwaarde nemen de jaarlijkse rentelasten af.
Investeringsuitgaven waar bezittingen van stoffelijke aard tegen over staan met een gebruiksduur van meerdere jaren.
Misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium
Het misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op het voorkomen, detecteren en corrigeren van misbruik en oneigenlijk gebruik van overheidsgelden en gemeentelijke eigendommen bij financiële beheer handelingen.
Meerjaren perspectief grondexploitaties; dit betreft een aparte sturing- en monitorrapportage over de gemeentelijke grondexploitaties die jaarlijks actueel wordt gemaakt en vastgesteld als basis voor de voortgang van de grondexploitaties in Nieuwkoop.
Bruto schuld minus de omvang van de geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak.
Bruto schuld minus de omvang van de geldelijke bezittingen gedeeld door het aantal inwoners op 31 december van het begrotingsjaar.
Nieuwe of uitbreidingsinvesteringen
Investeringen ten behoeve van de ontwikkeling van nieuwe activiteiten of uitbreiding van huidige activiteiten, waarvan de financiële aspecten nog niet in de begroting zijn opgenomen.
Onbenutte belastingcapaciteit onroerende zaakbelasting
Het verschil tussen de opbrengst onroerende zaakbelasting bij de tarieven die minimaal nodig zijn voor toegang tot de procedure van artikel 12 van de Financiële-verhoudingswet en de (geraamde) opbrengst onroerende zaakbelasting.
Onder uitputting bij afschrijvingslasten
Hiervan is sprake wanneer een gedeelte van een geplande investering in een jaar niet is uitgegeven. Onder uitputting op afschrijvingslasten ontstaat door het later uitvoeren van de investeringen dan oorspronkelijk gepland.
Onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin de gemeente, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt.
Het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen, raads- en collegebesluiten.
De rapportage van burgemeester en wethouders waarbij aangegeven wordt in welke mate de totstandkoming van de financiële beheer handelingen en de vastlegging daarvan overeenstemmen met de relevante wet- en regelgeving.
Voorwaardencriterium rechtmatigheid
Het voorwaardencriterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheer handelingen. De eisen/voorwaarden zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en hebben betrekking op aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.
Een vergoeding voor het beslag dat de boekwaarde van een investering legt op de financieringsmiddelen van de gemeente. De rente is een onderdeel van de kapitaallasten.
Zolang geen gebruik wordt gemaakt van externe financiering, rekent de gemeente Nieuwkoop conform het BBV geen rentekosten door aan de investeringen.
Een schatting van de opbrengstwaarde van activa tegen een huidig prijspeil, verminderd met de te maken kosten voor verwijdering of vernietiging van (delen van) het actief.
Het aantal jaren dat een actief technisch meegaat, voor dat het versleten is.
De bezittingen van de gemeente waarvan het daarvoor benodigde vermogen voor een periode langer dan een jaar is vastgelegd.
Het bedrag dat is betaald om activa aan te schaffen (inkoopprijs en de bijkomende kosten).
Het vervangen van een bestaand actief, waarvan de financiële aspecten al in de begroting zijn verwerkt en de technische of economische levensduur is verstreken.
De bezittingen van de gemeente waarvan het daarvoor benodigde vermogen voor een periode korter dan één jaar is vastgelegd. Binnen een jaar moeten de vlottende activa zijn omgezet in geld.
Goederen in bewaring voor een later gebruik. Het BBV maakt onderscheid tussen: grond- en hulpstoffen, onderhanden werk waaronder bouwgronden in exploitatie, gereed product, handelsgoederen en vooruitbetalingen van voorraden.
Is het vaststellen van de waarde van een actief waarvoor het op de balans wordt opgenomen.
BIJLAGE 2: afschrijvingsbeleid bij artikel 14
Bijlage 3 bij Financiële verordening gemeente Nieuwkoop 2023 (uitgangspunten kostprijsberekeningen)
Bij het maken van kostprijsberekeningen worden zoveel mogelijk de volgende uitgangspunten gehanteerd:
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken en diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overheadkosten en de rente van de inzet van vreemd vermogen, reserves en voorzieningen voor de financiering van de in gebruik zijnde activa betrokken.
Bij de directe kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en de afschrijvingskosten van de in gebruik zijnde activa. Voor de rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, worden daarbij ook de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en de gederfde inkomsten van het kwijtscheldingsbeleid betrokken.
Voor de toerekening van de overheadkosten worden de overheadkosten die kunnen worden toegerekend aan activiteiten welke geheel of deels worden bekostigd met een specifieke uitkering of subsidie, binnen het taakveld overhead apart geadministreerd en in de desbetreffende verantwoordingen over de besteding toegerekend aan die activiteiten.
Voor de toerekening van de overheadkosten aan de kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken, diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, voor zover dat niet activiteiten als bedoeld in het derde en vierde punt betreffen, wordt uitgegaan van een aandeel in de totale overheadkosten ter grootte van de geraamde directe kosten van de economische categorieën 1.1 Salarissen en sociale lasten en 3.5.1 Ingeleend personeel die worden besteed aan de desbetreffende goederen, werken, diensten en heffingen, gedeeld door de totale geraamde directe kosten van de economische categorieën 1.1 Salarissen en sociale lasten en 3.5.1 Ingeleend personeel.
In afwijking van het vijfde punt wordt voor de toerekening van de overheadkosten aan de kostprijs van de rioolheffing uitgegaan van het aandeel in de totale geraamde overheadkosten ter grootte van de geraamde directe kosten die met de rioolheffing maximaal in rekening kunnen worden gebracht, gedeeld door de totale geraamde directe kosten van de taakvelden.
Het percentage van de omslagrente voor de toerekening van rente voor de financiering van de in gebruik zijn de activa, bedoeld in het eerste punt, wordt jaarlijks met de begroting vastgesteld. Het percentage van deze omslagrente wordt bepaald uit het gewogen gemiddelde van het bij de begroting geraamde rentepercentage van de rentekosten op de opgenomen langlopende leningen, kortlopende leningen en kredieten en het rentepercentage van de rentevergoeding over de reserves en de voorzieningen zoals bepaald overeenkomstig het achtste en negende punt. De uitkomst van dit percentage van de omslagrente wordt op een half procent afgerond.
In afwijking van het zevende punt wordt bij een verstrekte lening voor de bepaling van de rentekosten van de inzet van vreemd vermogen in de kostprijs uitgegaan van de rente van de lening die voor de financiering van de verstrekte lening is aangetrokken. Deze rente wordt verhoogd met een opslag voor het debiteurenrisico.
In afwijking van het eerste punt worden bij vennootschapsbelastingplichtige activiteiten en grondexploitaties alleen de rentekosten voor de inzet van vreemd vermogen aan de kostprijs toegerekend. Bij projectfinanciering worden dan de werkelijke rentekosten toegerekend. In andere gevallen wordt uitgegaan van het gewogen gemiddelde rentepercentage van de portefeuille leningen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-265903.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.