Besluit van 6 juni 2023 van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam tot wijziging van de Regeling bezwaar en beroep (college en burgemeester) in verband met het instellen van een externe commissie voor de advisering over bezwaren voor een proefperiode van één jaar (Wijzigingsregeling bezwaar en beroep proef externe bezwaarschriftencommissie)

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Amsterdam,

 

besluiten:

Artikel I  

De Regeling Bezwaar en beroep (college en burgemeester) wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Voor Hoofdstuk 4 Werkwijze wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidende:

 

Hoofdstuk 3a Proef externe bezwaarschriftencommissie

 

Artikel 3a.1 Begripsbepalingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • De externe commissie: de onafhankelijke commissie voor advisering over bezwaren, bedoeld in artikel 3a.3.

Artikel 3a.2 Afwijking artikel 2.3

Dit hoofdstuk regelt de instelling en werkwijze van een externe bezwaarschriftencommissie voor de duur van één jaar, in afwijking van artikel 2.3 van deze regeling.

 

Artikel 3a.3 Instelling externe bezwaarschriftencommissie

  • 1.

    Er is een externe bezwaarschriftencommissie.

  • 2.

    De externe commissie belast met de advisering aan het college of de burgemeester over de bezwaren, genoemd in artikel 3a.4.

  • 3.

    De leden van de externe commissie zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het college of de burgemeester.

  • 4.

    Een bezwaar wordt behandeld door drie leden van de externe commissie, van wie één als voorzitter optreedt.

  • 5.

    In geval van een bezwaar als bedoeld in artikel 3a.4, onderdeel h, kan het horen worden opgedragen aan de voorzitter of een lid van de externe commissie.

  • 6.

    De leden worden door het college, of namens hen door de directeur Juridische Zaken, benoemd.

Artikel 3a.4 Aanwijzing categorieën bezwaren

De commissie adviseert over steekproefsgewijs geselecteerde bezwaren uit de volgende categorieën:

  • a.

    Evenementenvergunningen;

  • b.

    Exploitatievergunningen horeca;

  • c.

    Kapvergunningen;

  • d.

    Sluitingen en/of gebiedsverboden;

  • e.

    Omgevingsvergunningen met afwijken bestemmingsplan;

  • f.

    Wet open overheid en/of (Uitvoeringswet) Algemene verordening gegevensbescherming;

  • g.

    Boetes op grond van de Huisvestingsverordening;

  • h.

    Participatiewet en/of Wet maatschappelijke ondersteuning;

  • i.

    Subsidies;

  • j.

    Verkeersbesluiten;

  • k.

    Bezwaren die na een gegrondverklaring door de rechtbank zijn terugverwezen.

Artikel 3a.5 Onafhankelijkheid

  • 1.

    De leden van de externe commissie oefenen hun adviesfunctie onafhankelijk uit.

  • 2.

    De leden van de externe commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaar indien zij vanwege een bepaald belang of een bepaalde relatie niet objectief kunnen zijn.

Artikel 3a.6 Ondersteuning

  • 1.

    De commissie wordt ondersteund door een secretaris.

  • 2.

    De secretaris is werkzaam onder verantwoordelijkheid van het college.

  • 3.

    De secretaris is geen lid van de commissie.

B

 

Hoofdstuk 3a van de Regeling bezwaar en beroep (college en burgemeester) vervalt met ingang van 15 juni 2024.

Artikel II  

Deze regeling treedt in werking met ingang van 15 juni 2023.

Artikel III

Deze regeling wordt aangehaald als: Wijzigingsregeling bezwaar en beroep proef externe bezwaarschriftencommissie.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 6 juni 2023.

De burgemeester

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Toelichting

Algemeen

 

Deze regeling regelt een proef met een externe commissie die adviseert over bezwaren gericht tegen besluiten van het college en de burgemeester. De proef heeft als doel om te onderzoeken of de inzet van een externe bezwaarschriftencommissie kan bijdragen aan het herstel van het vertrouwen tussen burger en overheid. De looptijd van de proef is in beginsel één jaar, van 15 juni 2023 tot 15 juni 2024. De werking van de commissie zal worden gemonitord, wat mogelijk kan leiden tot de verlenging van de proef.

 

De proef wordt geregeld in een apart tijdelijk hoofdstuk in de Regeling bezwaar en beroep (college en burgemeester) (hierna: de regeling). Artikel 2.3 van de regeling biedt al een grondslag om een externe commissie in te stellen. Mede gelet op de toelichting is dat artikel echter niet bedoeld voor het instellen van een externe commissie die adviseert over een groot aantal bezwaren binnen een groot aantal categorieën van bezwaren. Het gaat volgens de toelichting namelijk om incidentele gevallen. Ook is de opzet van de adviescommissie anders dan waar de huidige regeling vanuit gaat, namelijk een volledig externe commissie in plaats van alleen een externe voorzitter. Daarom is er voor gekozen om een apart tijdelijk hoofdstuk in te voegen in de regeling voor de proef met de externe commissie.

 

De commissie is een externe bezwaarschriftencommissie in de zin van artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht. De commissie leeft de voorschriften in dat artikel en de overige toepasselijke artikelen uit de Algemene wet bestuursrecht na. In dit besluit staan een aantal specifieke bepalingen over de externe commissie, die hieronder verder worden toegelicht. Op de werkwijze van de externe commissie is Hoofdstuk 4 van de regeling van toepassing. Dat betekent onder meer dat de commissie de informele aanpak van bezwaren hanteert.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

A

 

Artikel 3a.2

Zoals in het algemeen deel van deze toelichting al is vermeld, wijkt het hoofdstuk over de externe bezwaaradviescommissie af van artikel 2.3 van de regeling.

 

Artikel 3a.3

Dit artikel regelt de instelling van de commissie. In afwijking van artikel 2.3 van de regeling wordt niet voor de behandeling van één bezwaar of een categorie bezwaren een externe commissie aangesteld, maar voor de behandeling van bezwaren binnen een groot aantal verschillende categorieën. De commissieleden zijn niet werkzaam bij de gemeente.

 

Een bezwaarschrift wordt in beginsel behandeld door drie commissieleden, waarvan één optreedt als voorzitter. Bij de behandeling van bezwaren in het sociaal domein kan het horen worden verricht door één lid van de commissie. De reden daarvoor is dat in het sociaal domein ook in de huidige situatie vaak gehoord wordt door één persoon. Op deze manier kunnen beide methoden goed met elkaar worden vergeleken.

 

De voorzitter heeft op grond van Hoofdstuk 4 van de regeling onder meer als taak om de hoorzittingen te leiden. Daarnaast wordt van de voorzitter verwacht dat hij afspraken maakt met de leden en de secretaris over de taakverdeling.

 

Artikel 3a.4

Dit artikel regelt de reikwijdte van de proef. De commissie behandelt de bezwaren die op basis van een steekproef worden geselecteerd uit verschillende categorieën. Door te werken met een steekproef kan de werklast voor de commissie beheersbaar blijven, terwijl er wel over een breed terrein aan verschillende besluiten ervaring wordt opgedaan met de externe commissie.

 

Artikel 3a.5

In dit artikel wordt de onafhankelijke beoordeling van de externe commissie benadrukt. Onafhankelijke beoordeling door de commissie houdt in dat de commissieleden elke schijn van directe en indirecte belangenverstrengeling moeten voorkomen. Indien belangen of relaties van een commissielid ervoor zorgen dat de onafhankelijkheid in het geding zou komen, neemt het commissielid niet deel aan de advisering over een bezwaar.

 

Artikel 3a.6

De commissie wordt ondersteund door een ambtelijke secretaris. De secretaris is geen lid van de commissie en heeft geen zeggenschap over welke zaken worden geselecteerd of welk inhoudelijk advies de commissie uitbrengt.

 

B

 

Dit artikel regelt dat de proef tijdelijk is. Het hoofdstuk dat met deze wijzigingsregeling in de regeling Bezwaar en beroep wordt ingevoegd, vervalt na een jaar weer.

Naar boven