Gemeenteblad van Gorinchem
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gorinchem | Gemeenteblad 2023, 264496 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gorinchem | Gemeenteblad 2023, 264496 | beleidsregel |
Coffeeshopbeleid gemeente Gorinchem 2023
Dit coffeeshopbeleid wordt hierna aangeduid als het 'Coffeeshopbeleid gemeente Gorinchem 2023' en vervangt het vorige beleidsstuk uit 2012. Directe aanleiding hiervoor zijn de diverse wijzigingen in de wet- en regelgeving de afgelopen jaren ten aanzien van coffeeshops, die een aanpassing in het beleid noodzakelijk maken.
1.2 Doelstellingen van het coffeeshopbeleid gemeente Gorinchem
Dit beleidsstuk benadert de coffeeshops, en de daarmee verband houdende problematiek, uit het oogpunt van volksgezondheid, openbare orde, veiligheid en woon- en leefklimaat. Het coffeeshopbeleid van de gemeente Gorinchem heeft de onderstaande doelstellingen:
• Het beschermen van de volksgezondheid
Dat coffeeshops worden toegestaan, betekent niet dat er geen risico’s verbonden zijn aan het gebruik van cannabis. Er zijn risico's voor de lichamelijke en de geestelijke gezondheid, risico's op misbruik en verslaving en het sociaal en maatschappelijk functioneren. Door verkoop in coffeeshops te gedogen, wordt de recreatieve gebruiker een verantwoorde en beheerste omgeving geboden waar de softdrugs kunnen worden gekocht. Een omgeving waar de gebruiker ook informatie krijgt over verantwoord gebruik en waar problematisch gebruik kan worden gesignaleerd.
• Het beheersen van de overlast en onveiligheid
Het is van belang om ervoor te zorgen dat een verstoring van de openbare orde en veiligheid wordt voorkomen en onaanvaardbare overlast voor het woon-, leef- en ondernemersklimaat wordt tegengegaan. Dit kan door een gecontroleerde verkoop van cannabis. Om deze overlast en veiligheid te beheersen, wordt ingezet op kleinschalige verkooppunten voor de lokale markt.
• Het tegengaan van de (georganiseerde) criminaliteit/ondermijning
Tegelijkertijd heeft dit beleidsstuk als doel: het tegengaan van criminaliteit in de coffeeshops en het doorbreken van de rol van criminele organisaties bij de achterdeur. Door de verkoop van cannabis te reguleren en hier voorwaarden aan te verbinden, wordt de onderwereld buiten de deur van de coffeeshops gehouden. De Bibob-toetsing is ondersteunend hieraan.
1.3 Reikwijdte coffeeshopbeleid
Op grond van artikel 2:28, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Gorinchem (hierna: de APV) beschikken openbare inrichtingen over een exploitatievergunning. Een coffeeshop is een openbare inrichting.1
In dit beleidsstuk wordt aangegeven hoe de burgemeester, als bevoegd bestuursorgaan, toepassing geeft aan de haar toekomende bevoegdheden. Dit beleidsstuk is aan te merken als een beleidsregel in de zin van artikel 4:3 van de Algemene wet Bestuursrecht (hierna: de Awb).
Met de vaststelling van dit beleidsstuk, vervalt het coffeeshopbeleid van 2012 (Drugsbeleid 2012 Gemeente Gorinchem; Gedoog- en handhavingsbeleid op grond van artikel 13b Opiumwet en APV gemeente Gorinchem).
1.4 Evaluatie coffeeshopbeleid
Er heeft een evaluatiebijeenkomst plaatsgevonden met de coffeeshopexploitanten en de politie over het bestaande coffeeshopbeleid. Ook heeft er een bijeenkomst plaatsgevonden met omwonenden van de coffeeshops, de coffeeshopexploitanten, de politie en de gemeente. De bevindingen uit deze bijeenkomsten zijn meegewogen bij de totstandkoming van dit beleidsstuk.
Uitgangspunt van het Nederlands drugsbeleid is het onderscheid dat in de Opiumwet is gemaakt tussen verdovende middelen met een onaanvaardbaar risico voor de volksgezondheid (harddrugs) en andere middelen (softdrugs). Doordat softdrugs minder schadelijk zijn voor de gezondheid dan harddrugs, gelden voor softdrugs soms andere regels. Coffeeshops kunnen onder strenge voorwaarden wiet en hasj (softdrugs) verkopen, zonder dat zij hiervoor strafrechtelijk worden vervolgd. Dit is de essentie van het gedoogbeleid. Het gebruik van softdrugs is niet strafbaar gesteld. Het is daarentegen wel strafbaar om zowel soft- als harddrugs binnen of buiten Nederlands grondgebied te brengen, te telen, te bereiden, te bewerken, te verwerken, te verkopen, af te leveren, te verstrekken of te vervoeren, aanwezig te hebben of te vervaardigen (artikel 2 en 3 van de Opiumwet).
Het landelijke gedoogbeleid is gericht op:
De verkoop van cannabis wordt enkel gedoogd in inrichtingen die in het bezit zijn van een exploitatievergunning en gedoogverklaring. Zij dienen zich ook te houden aan de gedoogcriteria uit de Aanwijzing Opiumwet, eventueel aangevuld met gemeentelijke criteria. Deze inrichtingen worden coffeeshops genoemd en zijn in hoofdzaak gericht op de verkoop van cannabisproducten. Eventuele verkoop van etenswaren, drinkwaren en rookwaren is ondergeschikt aan deze hoofdfunctie.
Coffeeshops moeten voldoen aan de zogeheten AHOJGI+-criteria die staan voor de volgende gedoogvoorwaarden:
geen toegang voor en verkoop aan niet-ingezetenen van Nederland (I): coffeeshops mogen geen toegang verlenen aan anderen dan ingezetenen van Nederland. De nationaliteit van de ingezetene is niet van belang, zolang hij ingeschreven staat in de gemeentelijke basisadministratie van een Nederlandse gemeente.
2.3 Gemeentelijke gedoogcriteria
De burgemeester treedt in beginsel handhavend op tegen de verkoop van softdrugs, tenzij dit in een vergunde coffeeshop gebeurt. Deze coffeeshops moeten zich houden aan de in paragraaf 2.2 genoemde AHOJGI+-criteria, aangevuld met onderstaande gemeentelijke criteria:
de coffeeshop ligt niet binnen een straal van 250 meter loopafstand van een school voor primair onderwijs, een school voor voortgezet onderwijs, een school voor middelbaar beroepsonderwijs, andere coffeeshops, jeugd- en jongereninstellingen en centra voor verslavingszorg.
Bovenstaande geldt niet voor vergunde coffeeshops welke vóór de inwerktreding van deze beleidsregel gevestigd zijn in de gemeente Gorinchem.
geen (nieuwe) coffeeshop wordt gevestigd in een straat, dan wel een duidelijk herkenbaar afzonderlijk gedeelte daarvan, waaraan bebouwing ligt die in hoofdzaak dient voor bewoning.
Dit criterium heeft een rechtstreekse relatie met de meest voorkomende hinder vanuit coffeeshops voor omwonenden: hinder door verkeer, parkeren en rondhangen. Bij een acceptabele vestigingslocatie wordt gedacht aan een locatie in een straat, of een bouwblok daarbinnen, waar de bebouwing op de begane grond in overwegende mate bestaat uit bedrijvigheid.
Er wordt geen coffeeshop gevestigd als deze in directe/inpandige verbinding staat met een woning.
Om in de gemeente Gorinchem spreiding te bevorderen, ongewenste concentratie tegen te gaan en overlast te voorkomen in bepaalde gebieden, kan de burgemeester een gebied/straat of deel daarvan aanwijzen waarbinnen geen nieuwe coffeeshops gevestigd mogen worden. Daarnaast kan de burgemeester een gebied/straat of deel daarvan aanwijzen waar het wenselijk zou zijn een nieuwe coffeeshop te vestigen.
Als ook eerder in het coffeeshopbeleid ‘Drugsbeleid 2012 gemeente Gorinchem’ d.d. 18 december 2012 kent de gemeente Gorinchem een maximumstelsel van drie gedoogde coffeeshops. Vestiging is vooralsnog alleen toegestaan in de binnenstad (het gebied binnen de stadswallen) van de gemeente Gorinchem echter gaat er onderzocht worden of vestiging buiten de stadswallen ook tot de mogelijkheden behoort.
Als het maximum aantal toegestane coffeeshops is bereikt, worden geen nieuwe exploitatievergunningen voor coffeeshops verleend. Voor een nadere uitwerking zie bijlage 3.
In het Coffeeshopbeleid gemeente Gorinchem 2023 worden exploitatievergunningen voor nieuwe coffeeshops voor een periode van maximaal vijf jaar verstrekt. Als de houder van de exploitatievergunning bij het verstrijken van deze periode een nieuwe aanvraag voor een exploitatievergunning indient, vormt de afstandscriteria zoals genoemd in 2.3 geen weigeringsgrond. Er kunnen eventueel wel aanvullende voorwaarden worden gesteld. Als de burgemeester besluit geen nieuwe exploitatievergunning te verlenen, wordt de locatie van de betreffende (bestaande) coffeeshop niet langer beschouwd als een reeds gevestigde coffeeshop.
3. Vergunningverlening en handhaving
Dit hoofdstuk gaat over de wijze van exploitatie van coffeeshops. Eerst wordt ingegaan op vergunningverlening (paragraaf 3.1). In paragraaf 3.2 wordt uitgelegd hoe het toezicht op coffeeshops verloopt. Ten slotte bevat paragraaf 3.3 de handhavingsstrategie in geval een overtreding wordt geconstateerd.
Een coffeeshop is een openbare inrichting in de zin van artikel 2:27 van de APV. Op grond van artikel 2:28 van de APV (exploitatie openbare inrichting), moet een coffeeshop over een exploitatievergunning beschikken. In de exploitatievergunning staan de voorschriften en beperkingen waar de exploitant zich aan dient te houden. Daarnaast zijn de artikelen 2:28a, derde lid (aanwezigheid vergunning in de inrichting), 2:28b (eisen leidinggevenden) en 2:28d (aanwezigheid leidinggevende) van de APV ook van toepassing.
In de vergunning worden aanvullende voorschriften en beperkingen opgenomen over onder andere het voorkomen van overlast voor het woon -en leefklimaat in de omgeving van de openbare inrichting, gezondheid, leefbaarheid, openingstijden, de openbare orde, verplichtingen in het kader van de Wabo, het Bouwbesluit, de Wet milieubeheer en het Activiteitenbesluit.
De volgende voorwaarden zijn in elk geval van toepassing:
Bij overtreding van deze gedragsregels moet de toegang tot de coffeeshop door of namens de vergunninghouder worden geweigerd. De vergunninghouder ziet toe op de naleving van deze gedragsregels door zijn klanten. De verantwoordelijkheid van de vergunninghouder behelst een straal van tenminste 25 meter rondom de coffeeshop.
Een aanvraag voor een exploitatievergunning is pas ontvankelijk als deze alle nodige informatie bevat. Daarnaast dient de exploitant (schriftelijk) toestemming te hebben van de pandeigenaar voor het vestigen van een coffeeshop.
Bij de vergunningaanvraag dient een 'Verklaring inzake nakoming fiscale verplichtingen ex. Artikel 1.1.12 Leidraad invordering 2008' van de Belastingdienst te worden overgelegd. Dit geldt voor zowel de rechts- als natuurlijke persoon. De verklaring is, ten tijde van de vergunningaanvraag, niet ouder dan twee maanden. Hieruit blijkt dat de aanvrager/vergunninghouder van goed betalingsgedrag is ten aanzien van de verplichtingen bij de Belastingdienst. Als uit de verklaring blijkt dat de aanvrager/vergunninghouder verwijtbaar of nalatig heeft gehandeld in het nakomen van zijn betalingsverplichtingen, kan dit leiden tot het weigeren van de exploitatievergunning.
Om een exploitatievergunning te kunnen verlenen, dient de locatie eveneens te voldoen aan de regels van de Ruimtelijke Ordening.
3.1.1 Bedrijfsoverdracht, verandering van rechtspersoon, bestuur en leiding van een coffeeshop
De houder van een exploitatievergunning van een coffeeshop is verplicht voor in ieder geval de volgende mutaties een gewijzigde dan wel een nieuwe exploitatievergunning aan te vragen. Een aanvraag tot wijziging van (het aanhangsel) van de exploitatievergunning is nodig bij:
Een nieuwe aanvraag voor een exploitatievergunning is nodig:
Na een sluiting van de coffeeshop kan een nieuwe aanvraag voor een vergunning worden ingediend. Als de burgemeester besluit een coffeeshop definitief te sluiten en dit besluit onherroepelijk is, wordt deze, ook na eventuele rechtsopvolging ten aanzien van de eigendom van de onderneming, niet meer beschouwd als een reeds gevestigde coffeeshop. Dat geldt ook wanneer de exploitatie van de coffeeshop om andere redenen wordt beëindigd door de vergunninghouder.
De coffeeshopbranche is, meer dan andere horeca, gevoelig voor criminele invloeden. Om deze reden zal het Bureau BIBOB standaard worden verzocht om in ieder geval een onderzoek in te stellen bij de volgende soorten aanvragen:
Dit betreft echter geen limitatieve lijst.
Bij de overige aanvragen zal per geval worden beoordeeld een (voor)onderzoek BIBOB in te stellen. Voor verdere informatie over een BIBOB-procedure wordt verwezen naar de beleidslijn Wet Bibob van de gemeente Gorinchem.
Het toezicht op coffeeshops vindt plaats door het team Toezicht en Veiligheid van de gemeente en de politie. De controles richten zich in de eerste plaats op naleving van de gedoogcriteria: hoe groot is de voorraad cannabis in de coffeeshop, wordt er geen cannabis verkocht aan personen jonger dan 18 jaar, et cetera. Dit zijn de reguliere controles die meerdere keren per jaar plaatsvinden. Tijdens een dergelijke controle wordt de exploitatie ‘ bevroren’: aanwezige bezoekers wordt gevraagd te vertrekken en de deur wordt op slot gedaan. Van de coffeeshopexploitant wordt verwacht dat hij zich meewerkend opstelt en de toezichthouders toegang verleend tot de te onderzoeken onderdelen van het pand. Omdat tijdens een controle de bedrijfsvoering wordt stilgelegd, wordt altijd geprobeerd de controle zo spoedig mogelijk af te ronden.
Naast de reguliere controles kunnen ook andere controles worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld observaties of een integrale controle met andere overheidspartners van de gemeente afhankelijk van het onderwerp van de controle. Ook bij deze controles wordt er altijd geprobeerd de controle zo spoedig mogelijk af te ronden.
Wanneer de gedoogcriteria of de APV-regels die algemeen gelden voor horecabedrijven worden overtreden, kan de burgemeester handhavend optreden. Voor de handhaving van de APV worden de handhavingsstrategieën gevolgd die zijn opgenomen in het handhavingsarrangement horeca. Voor overtreding van de gedoogcriteria wordt de handhavingsstrategie gevolgd die in deze paragraaf en in bijlage 1 is opgenomen.
De doelstelling van dit handhavingsbeleid is naleving van de wet- en regelgeving door coffeeshopexploitanten. Hiermee wordt beoogd dat de beleidsuitgangspunten uit paragraaf 1.2 worden gewaarborgd:
Deze uitgangspunten kennen zowel een gezondheids- als een openbare ordeperspectief en zijn leidend voor de opbouw van de handhavingsstappen. Overtredingen die een direct verband hebben met deze uitgangspunten vallen in een zwaarder handhavingskader.
De driehoekpartners hebben het handhavingsbeleid afgestemd en afspraken gemaakt over de inzet van het strafrechtelijke en bestuursrechtelijke instrumentarium, overigens met behoud van eigen verantwoordelijkheden.
De burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid in de gemeente. De burgemeester beschikt over de bestuurlijke middelen om de openbare orde en veiligheid te beschermen. Uitgangspunt is dat overtredingen van de gedoogcriteria in meerdere of mindere mate leiden tot aantasting van de openbare orde of het woon- en leefklimaat in of rond de inrichting. In de tabel in bijlage 1 staat beschreven op welke overtreding welke bestuurlijke maatregel volgt.
Bij de toepassing van de tabel gelden de volgende uitgangspunten:
De burgemeester heeft bij de besluitvorming over te treffen maatregelen een inherente afwijkingsbevoegdheid. De stappen in de handhavingstabel gelden daarbij als uitgangspunt. Als de feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven, kan de burgemeester gemotiveerd afwijken van deze uitgangspunten. Zo kan worden besloten om een stap over te slaan en niet eerst te waarschuwen, terwijl dit wel in het stappenplan is opgenomen, maar meteen tot een maatregel over te gaan.
Feit blijft dat meerdere maatregelen kunnen worden getroffen. Bijvoorbeeld de sluiting van een coffeeshop vanwege harddrugshandel en eveneens intrekking van de exploitatievergunning omdat het vertrouwen in de ondernemer is weggevallen. Opeenstapeling van bestuurlijke maatregelen is in het bestuursrecht toegestaan. Het gaat dan wel telkens om verschillende maatregelen (sluiting en intrekking van de vergunning bijvoorbeeld).
Stapeling van sluitingstermijnen gebeurt niet. Wel kan het samengaan van overtredingen en incidenten de burgemeester doen besluiten om een handhavingstap over te slaan of een zwaardere maatregel te treffen. De burgemeester motiveert dit in het besluit expliciet.
Voor de handhavingstabel geldt dat een volgende stap wordt gezet in de tabel wanneer binnen een jaar na een vorig incident of vorige constatering opnieuw een incident of overtreding plaats vindt. Een incident of overtreding blijft wel vijf jaar meetellen. Vindt een incident of overtreding plaats binnen vijf jaar na het vorige incident of de vorige overtreding, maar is de vorige keer langer dan een jaar geleden, dan wordt de handhavingsstap die voor dat bedrijf en die ondernemer geldt, herhaald.
Overtredingen van de gedoogcriteria voor coffeeshops zijn strafbaar gesteld, waardoor naast de bestuursrechtelijke ook strafrechtelijke handhaving mogelijk is.
Bijlage 1 Handhavingstabel en toelichting
In onderstaande tabel is weergegeven hoe wordt omgegaan met de overtreding van de gedoogcriteria.
Staffels handelsvoorraad coffeeshop
Als binnen twee jaar na vorige (tweede) opgelegde bestuurlijke maatregel een overtreding wordt geconstateerd, volgt een sluiting voor onbepaalde tijd. De exploitatievergunning wordt ingetrokken. |
Het is niet toegestaan om meer dan 500 gram gedoogde cannabis in de coffeeshop aanwezig te hebben. Indien deze gedoogde hoeveelheid van 500 gram wordt overschreden kan de burgemeester een maatregel treffen. De omvang van de overschrijding speelt hierbij een rol. Een aanzienlijke overschrijding is een reden om een handhavingstap over te slaan en direct tot sluiting over te gaan.
Het verbod om meer dan 500 gram cannabis aanwezig te hebben in de coffeeshop, houdt onder meer in dat er geen voorraden buiten de coffeeshop mogen worden aangehouden en dat er geen verband mag bestaan tussen een coffeeshop en een voorraad cannabis, aangetroffen buiten een coffeeshop. Er is in ieder geval sprake van een verband als de cannabisvoorraad buiten de coffeeshop wordt aangetroffen bij de exploitant of bij een houder die op de exploitatievergunning staat vermeld. Ook is er sprake van een verband als artikelen die zijn te relateren aan een coffeeshop worden aangetroffen bij de voorraad, zoals zakjes met de opdruk van een coffeeshop.
Een belangrijk uitgangspunt van het coffeeshopbeleid is de scheiding van de markten van soft- en harddrugs. Wanneer een handelshoeveelheid harddrugs wordt aangetroffen in een coffeeshop is de openbare orde per definitie in het geding. Dit is zeker het geval wanneer aannemelijk is dat in deze drugs wordt gehandeld in of vanuit de inrichting, ook indien dit gebeurt buiten medeweten van de ondernemer of zijn personeel om. Het uitgangspunt is dat de burgemeester een maatregel treft wanneer een handelshoeveelheid harddrugs wordt aangetroffen. Van de exploitant wordt verwacht dat hij/zij alles in het werk stelt om te voorkomen dat harddrugs aanwezig is in de inrichting. Indien blijkt dat er geen enkel verband is tussen de aangetroffen hoeveelheid en de wijze van exploitatie van de inrichting kan hier van worden afgeweken en worden volstaan met een bestuurlijke waarschuwing. Indien de horecaondernemer of zijn personeel zelf betrokken is bij de drugshandel of andere personen met zijn medeweten vanuit de inrichting in drugs handelen, geldt dit als verzwarende omstandigheid.
In de lijsten behorende bij de Opiumwet staat omschreven welk verdovend middel onder harddrugs (lijst I) en welk middel onder softdrugs (lijst II) valt. Voor coffeeshops geldt dat enkel de verkoop van cannabisproducten zoals vermeld op lijst II van de Opiumwet wordt gedoogd.2 Softdrugs niet zijnde cannabisproducten zijn niet toegestaan in coffeeshops (bijvoorbeeld qat of hallucinogene paddo’s). Bij het bepalen of een aangetroffen verdovende hoeveelheid drugs die wordt aangetroffen een handelshoeveelheid is, gaat de gemeente uit van de richtlijnen die het Openbaar Ministerie hierover heeft opgesteld. Bij middelen volgens lijst I van de Opiumwet (harddrugs) gaat het in de meeste gevallen om een hoeveelheid groter dan 0,5 gram.
Geen verkoop aan en geen toegang voor jeugdigen tot een coffeeshop. De coffeeshophouder dient vast te stellen dat degene die hij toegang verleent tot de coffeeshop en degene aan wie hij verkoopt meerderjarig is.
Coffeeshops en hun bezoekers dienen geen overlast te veroorzaken. De overlast die veelal met coffeeshop samenhangt is parkeeroverlast, vervuiling, geluidshinder en rondhangende klanten rondom de coffeeshop. Bij (klachten van) overlast moet het volgende in ieder geval duidelijk zijn:
Bij aantoonbare overlast wordt van de ondernemer verwacht dat hij/zij maatregelen treft om de overlast te beëindigen/ terug te brengen.
Het is voor coffeeshops niet toegestaan om reclame te maken voor hun coffeeshop en de verkoop van softdrugs. Een summiere aanduiding van de naam van de coffeeshop op de gevel van de betreffende coffeeshop is wel toegestaan.
Groothandelshoeveelheden (G-criterium)
Vanuit één coffeeshop mag maximaal 5 gram cannabis vermeld op lijst II van de Opiumwet worden verkocht: per dag, per persoon dan wel per transactie.
Per 1 januari 2013 geldt het landelijke ingezetenencriterium voor alle coffeeshopgemeenten in Nederland. Het ingezetenencriterium is opgenomen in de Aanwijzing van het Openbaar Ministerie en houdt in dat coffeeshops geen toegang mogen verlenen en niet mogen verkopen aan anderen dan ingezetenen van Nederland.
Er zal niet actief worden gehandhaafd op het ingezetenencriterium. Wanneer echter blijkt dat overlast ontstaat door de verkoop aan niet-ingezetenen (coffeeshoptoerisme), kan worden overgegaan tot handhaving van het ingezetenencriterium zoals opgenomen in het arrangement.
Coffeeshops zijn altijd alcoholvrije horecagelegenheden. In een coffeeshop mag geen alcohol verkocht worden. De exploitant dient er op toe te zien dat er in de coffeeshop geen alcohol wordt genuttigd.
In het Coffeeshopbeleid gemeente Gorinchem 2023 worden de volgende (wettelijke of landelijk gangbare) benamingen gebruikt:
Coffeeshop: een winkel of verkooppunt waar cannabisproducten worden verkocht voor consumptie, al dan niet ter plaatse. Waar in deze nota het begrip coffeeshop wordt gebruikt wordt daaronder eveneens verstaan: alle inrichtingen waar softdrugs worden verkocht. Alleen deze winkels of verkooppunten komen in aanmerking voor een exploitatievergunning en gedoogverklaring volgens de regels en beperkingen die verder in dit document zijn opgenomen.
Smartshop3: een locatie waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet psychoactieve substanties, waaronder niet-traditionele genotmiddelen op natuurlijke basis en gerelateerde literatuur en accessoires worden bereid, bewerkt, verwerkt, te koop aangeboden, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervaardigd of voorhanden zijn.
headshop4: een locatie waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet artikelen en hulpmiddelen voor het gebruik van drugs zoals jointvloeitjes, (water)pijpen, grinders, vaporizers en dergelijke te koop worden aangeboden, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervaardigd of voorhanden zijn.
Growshop: een winkel of verkooppunt in benodigdheden voor het binnenshuis of in een kas kweken van diverse gewassen en planten. Een growshop levert, naast informatie, onder andere potten, potgrond, bemesting, lampen, afzuigers en andere apparatuur voor de productie, verwerking en het oogsten van de gewassen. Het uitbaten van growshops is na 1 maart 2015 namelijk nagenoeg onmogelijk geworden. De handelsactiviteiten van een growshop zijn immers in de kern gericht op het verkopen van voorwerpen voor (illegale) hennepteelt, zodat hier al snel sprake zal zijn van een facilitator.
Overlast: hieronder wordt, onder andere, verstaan: parkeeroverlast, geluidshinder, vervuiling, rondhangende klanten of andere personen in de omgeving van het verkooppunt, maar ook druk op de wijdere leefomgeving door (buitenlandse) personen die op zoek zijn naar een verkooppunt en daartoe mensen aanspreken.
Bijlage 3: Vestiging coffeeshop
1 procedure vestiging coffeeshop
Het Coffeeshopbeleid gemeente Gorinchem 2023 biedt op één manier ruimte voor nieuwe coffeeshops. Het kan voorkomen, ook wanneer dit maximum van drie coffeeshops is bereikt, dat een coffeeshop om welke reden dan ook verdwijnt. Het moet dan gaan om een daadwerkelijke beëindiging van de activiteiten van de coffeeshop. Bijvoorbeeld doordat de vergunninghouder vrijwillig stopt of de exploitatievergunning wordt ingetrokken. In geval van een tijdelijke sluiting ontstaat er geen ruimte voor een nieuwe coffeeshop. Er is dus, in de zin van het Coffeeshopbeleid gemeente Gorinchem 2023, sprake van ruimte voor een nieuwe coffeeshop, als het aantal coffeeshops met een geldende exploitatievergunning kleiner is dan drie.
Op grond van artikel 13b van de Opiumwet heeft de burgemeester de bevoegdheid bestuursrechtelijk op te treden tegen een coffeeshop die de voorwaarden overtreedt. Tevens is de burgemeester op grond van 174 Gemeentewet en Afdeling 4. Toezicht op openbare inrichtingen van de APV belast met het toezicht op voor het publiek openstaande gebouwen en de daarbij behorende erven. Daaronder vallen ook coffeeshops.
Binnen dit wettelijk kader heeft de burgemeester beleidsruimte om bijvoorbeeld het moment en tempo te kiezen waarbinnen, gegeven een ontstane ruimte voor een extra coffeeshop, een nieuwe coffeeshop kan worden geopend. Met andere woorden: als er ruimte ontstaat voor een nieuwe coffeeshop in de zin van het Coffeeshopbeleid gemeente Gorinchem 2023 kunnen belanghebbenden of derden geen rechten of gerechtvaardigde verwachtingen ontlenen ten aanzien van het moment dat een aanvraag kan worden ingediend voor een exploitatievergunning.
Onderdeel van de beleidsruimte van de burgemeester is tevens de bevoegdheid het beschreven proces te starten voor een vooraf beschreven deel van de stad. Bij een aanwijzing van het gebied/ straat of deel daarvan waarin juist wel of geen nieuwe coffeeshops gevestigd mogen worden waar voornoemd proces start, wordt de advisering vanuit het college van burgemeester en wethouders betrokken.
Registratie van belangstellenden
Als de burgemeester besluit tot het starten van de procedure tot uitgifte van een exploitatievergunning of tot uitbreiding van het aantal coffeeshops, wordt een periode bepaald waarbinnen belangstellenden hun belangstelling kenbaar kunnen maken. Daarbij wordt aangegeven welke gegevens belangstellenden dienen te overleggen. Dit zijn in ieder geval:
binnen de gebieden, die door de burgemeester zijn aangewezen voor een mogelijk nieuwe coffeeshop: een locatie met horecabestemming volgens het vigerende bestemmingsplan, waar de belangstellende een coffeeshop wenst te vestigen, door belangstellende nader aangeduid met adres en kadastrale aanduiding. Of een verzoek tot meewerken wijziging bestemmingsplan;
Een bewijs van eigendom, dan wel een huurovereenkomst van die locatie waaruit blijkt dat de belangstellende daarvan de eigenaar of huurder is. Een schriftelijke optie tot koop dan wel huur kan volstaan, mits deze de naam en adresgegevens (KvK-gegevens indien een rechtspersoon) vermeldt van de optiegever, alsmede een bewijs dat deze optiegever bevoegd is deze optie te verlenen.
De hiervoor genoemde overgelegde gegevens worden gefixeerd. Dat betekent dat de hiervoor overgelegde gegevens mede de basis vormen voor de verdere stappen in het proces. Als deze gegevens tussentijds, dat wil zeggen op enig moment gedurende dat lopende proces wijzigen, dingt de belangstellende niet langer mee naar een exploitatievergunning voor een coffeeshop. Een uitzondering hierop is de omzetting van een optie voor een koopovereenkomst of een optie voor een huurovereenkomst naar een daadwerkelijke koop- of huurovereenkomst.
De belangstellende overlegt een bedrijfs-/ondernemersplan waaruit in ieder geval blijkt:
Op basis van de belangstellingsregistratie en de daar overlegde gegevens vindt een toetsing plaats van de opgestelde (vestigings)criteria zoals genoemd in hoofdstuk 2 en de geldende parkeernorm. Als de belangstellende hier niet aan voldoet, dingt hij niet langer mee voor een exploitatievergunning voor een coffeeshop.
Beoordeling overlegde gegevens
De burgemeester beoordeelt de door de belangstellende overgelegde gegevens op inhoud, volledigheid en juistheid ten aanzien van de gestelde kaders. Als die gegevens niet volledig of juist zijn, krijgt de belangstellende een hersteltermijn van twee weken. De belangstellenden van wie de overgelegde gegevens niet volledig en/of juist worden bevonden, worden hierover schriftelijk geïnformeerd. Als de door belangstellende overgelegde gegevens volledig en juist worden bevonden, komt de belangstellende in aanmerking voor de volgende stap in het proces.
Belangstellenden die na toetsing van de overlegde gegevens nog meedingen naar een exploitatievergunning voor een coffeeshop, participeren in een loting. Deze loting vindt plaats in opdracht van de burgemeester van de gemeente Gorinchem. De loting is openbaar en vindt plaats door een notaris op een door de burgemeester aan te wijzen locatie en tijdstip. Belangstellenden die aan de loting deelnemen ontvangen voor die deelname een schriftelijke uitnodiging namens de burgemeester. De gegevens die eerder zijn overlegd, dienen tijdens het gehele beoordelingsproces ongewijzigd te blijven. Zie hiervoor het onderdeel Fixatie.
Via loting wordt één belangstellende gekozen die schriftelijk wordt uitgenodigd een aanvraag voor een exploitatievergunning voor een coffeeshop te in dienen. In deze schriftelijke uitnodiging wordt het proces hieromtrent nader toegelicht. Een onderdeel van dit proces in ieder geval een Bibob-onderzoek.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-264496.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.