Wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Den Haag

 

de raad van de gemeente Den Haag,

 

gezien het voorstel van het college van 9 mei 2023,

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet,

 

besluit vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag:

 

Artikel I

De Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag wordt gewijzigd als volgt:

 

A Artikel 1:8 komt te luiden als volgt:

 

Artikel 1:8

Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing op de volgende artikelen in deze verordening:

- Artikel 2:25 Vergunning evenementen;

- Artikel 2:25C Vergunningplicht betaald voetbalwedstrijden;

- Artikel 2:28 Exploitatievergunning horeca;

- Artikel 2:39: Exploitatievergunning speelautomatenhal;

- Artikel: 2:98: Tegengaan onveiligheid, onleefbaarheid of malafide ondernemersklimaat;

- Artikel 3:4: Vergunning seksbedrijven.

 

B Artikel 2:24, eerste lid, onderdeel g komt te luiden als volgt:

 

g. wedstrijden als bedoeld in artikel 2:25B en 2:25C.

 

C Na artikel 2:25B wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat komt te luiden als volgt:

 

Artikel 2:25C – Vergunningplicht betaald voetbalwedstrijden

  • 1.

    In dit artikel wordt verstaan onder organisator:

    • a.

      de betaald voetbalorganisatie ADO Den Haag, indien het betreft een voetbalwedstrijd waarbij ADO Den Haag of Jong ADO Den Haag als thuisspelende ploeg is betrokken;

    • b.

      de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond, indien het betreft een voetbalwedstrijd tussen voetbalorganisaties afkomstig van buiten de gemeente Den Haag, dan wel in geval van voetbalwedstrijden tussen vertegenwoordigende elftallen;

    • c.

      degene die buiten de gevallen als bedoeld onder a en b een voetbalwedstrijd organiseert.

  • 2.

    In dit artikel wordt verstaan onder voetbalwedstijd: wedstrijd waarbij ten minste één van de betaald voetbalteams van de mannen van een betaald voetbalorganisatie is betrokken en die wordt georganiseerd door een organisator als bedoeld in lid 1.

  • 3.

    Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een voetbalwedstrijd te houden of te doen houden;

    • a.

      een vergunning kan meerdere wedstrijden betreffen;

    • b.

      paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.

  • 4.

    De aanvraag om vergunning als bedoeld in het derde lid, dient te geschieden door middel van een door de burgemeester vastgesteld formulier en kan meerdere wedstrijden betreffen.

  • 5.

    In de aanvraag om een vergunning en in de vergunning wordt in ieder geval vermeld:

    • a.

      de gegevens van de organisator;

    • b.

      de deelnemende voetbalorganisaties;

    • c.

      de geplande datum, tijdstip en locatie van de wedstrijd(en).

  • 6.

    De aanvraag dient vergezeld te gaan van een door de organisator op te stellen veiligheidsplan waaruit blijkt dat aan de hand van het risicoprofiel van de wedstrijd(en) voldoende maatregelen zijn genomen voor een goed verloop van de voetbalwedstrijd.

  • 7.

    Een aanvraag om vergunning als bedoeld in het derde lid, moet uiterlijk acht weken voor de speeldatum van de (eerste) voetbalwedstrijd worden ingediend.

  • 8.

    De burgemeester kan een vergunning als bedoeld in het derde lid, in het belang van de openbare orde en veiligheid weigeren indien:

    • a.

      de vrees bestaat voor het ontstaan van een ernstige verstoring van de openbare orde;

    • b.

      het aannemelijk is dat de aan de vergunning verbonden voorschriften niet zullen worden nageleefd;

    • c.

      de organisator onvoldoende waarborgen biedt voor een goed verloop van de voetbalwedstrijd.

  • 9.

    De burgemeester weigert een vergunning als bedoeld in het derde lid indien niet voldaan is aan het bepaalde in het vierde tot en met het zevende lid.

     

D Artikel 6:1, eerste lid, komt te luiden als volgt:

 

  • 1.

    Overtreding van het bij of krachtens de volgende artikelen bepaalde en de op grond van artikel 1:4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak: artikel 2:1, 2:3, 2:6, 2:8, 2:10, 2:10B, 2:11, 2:12, 2:18, 2:25, 2:25B, 2:25C, 2:26, 2:26A, 2:26B, 2:28, 2:29, 2:30, 2:30A, 2:31, 2:32, 2:33, 2:37, 2:38, 2:38A, 2:38B, 2:41, 2:44, 2:48, 2:49, 2:50, 2:52, 2:67, 2:68, 2:69, 2:72, 2:73, 2:73A, 2:73B, 2:74, 2:74A, 2:74B, 2:74C, 2:75, 2:79, 2:98, 3:3, 3:8, 3:10, 3:11, 3:12, 3:13, 3:14, 3:15, 3:16, 3:17, 3:18, 3:19, 3:20, 4:3, 4:4, 4:6, 4:13, 5:2, 5:3, 5:7, 5:8, 5:9, 5:10A, 5:11, 5:13, 5:24, 5:33, 5:34, 5:36, 5:37, 5:39, 5:42, eerste lid, 5:42, derde lid, 5:43.

 

Artikel II

Voor alle op grond van deze verordening vergunningplichtige voetbalwedstrijden geldt de vergunningplicht eerst met ingang van het voetbalseizoen 2023/2024.

 

Artikel III

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 2:25C, eerste en tweede lid

 

De begripsbepalingen zijn noodzakelijk omdat de vergunningplicht zich niet uitstrekt over alle voetbalwedstrijden, maar slechts tot wedstrijden waarbij minimaal één betaald voetbalorganisatie is betrokken. Openbare ordeproblemen doen zich in Den Haag niet of nauwelijks voor bij amateurvoetbal. Openbare ordeproblemen doen zich evenmin voor bij betaald voetbalwedstrijden tussen teams van vrouwen. De vergunningplicht beperkt zich dan ook tot de betaald voetbalwedstrijden tussen teams van mannen.

 

Artikel 2:25, derde lid

Het derde lid introduceert een vergunningplicht voor betaald voetbalwedstrijden. In tegenstelling tot de kennisgeving in artikel 2:25B van de APV, is een vergunning een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Dit betekent dat de waarborgen zoals die zijn neergelegd in de Algemene wet bestuursrecht, van toepassing zijn op het besluitvormingsproces. Dit geldt evenwel niet voor de toepassing van de lex silencio, omdat het belang van de openbare orde zich hiertegen verzet. De vergunning is dus van de lex silencio uitgezonderd. Op de aanvraag wordt in beginsel binnen acht weken beslist. Deze termijn geeft de politie de tijd om de planning van personele inzet rond te krijgen.

 

Een aanvraag en een vergunning kan één of meerdere voetbalwedstrijden betreffen. Voor veel wedstrijden zullen gelijkluidende voorschriften gelden. Voor dergelijke wedstrijden kan op grond van dit artikellid één vergunning worden aangevraagd en afgegeven. Bijvoorbeeld per seizoenhelft of per seizoen. Op 22 juli 2022 is de commissie bestuur geïnformeerd over de afspraken die de driehoek en ADO Den Haag hebben gemaakt over de praktische invulling van de vergunningplicht voor de thuiswedstrijden van ADO Den Haag (RIS 312870): per competitiehelft dient ADO Den Haag een volledige aanvraag te doen voor alle wedstrijden van ADO Den Haag en Jong ADO Den Haag (het eerste en tweede team van de mannen van ADO Den Haag) in die helft, voorzien van de geactualiseerde veiligheids- en mobiliteitsplannen. In aanvulling hierop wordt per thuiswedstrijd van ADO Den Haag en Jong ADO Den Haag door ADO Den Haag uiterlijk 30 dagen voor de wedstrijddag een melding gedaan. Op grond van deze melding en de meest actuele informatie (bijvoorbeeld van de voorgaande wedstrijd) wordt in de driehoek besloten of aanvullende maatregelen nodig zijn.

 

Aan de vergunning kunnen ingevolge artikel 1:4 van deze verordening voorschriften worden verbonden die strekken tot bescherming van de openbare orde en veiligheid. Bovendien is het ingevolge artikel 1:6 van deze verordening mogelijk om de voorschriften van een verleende vergunning te wijzigen of aan te vullen. Dit maakt het mogelijk om te anticiperen op nieuwe informatie of gegevens. Denk hierbij bijvoorbeeld aan politie-informatie over onvoorzien supportersgedrag of het feit dat een voetbalwedstrijd een verhoogd risico met zich meebrengt in verband met de stand op een ranglijst.

 

Artikel 2:25C, vierde tot en met zesde lid

Een aanvraag wordt ingediend door middel van een door de burgemeester vastgesteld formulier. Dit formulier dient vergezeld te gaan van een veiligheidsplan. Hierin maakt de organisator – aan de hand van het risicoprofiel van de wedstrijd(en) – inzichtelijk hoe invulling wordt gegeven aan zijn verantwoordelijkheid voor een goed verloop van de voetbalwedstrijd (en). Het zorgen voor een goede professionele wedstrijdorganisatie blijft immers primair de verantwoordelijkheid van de organisator.

 

Artikel 2:25C, zevende lid

De termijn voor het indienen van een aanvraag is gelijk met de aanvraag voor een vergunning voor een groot evenement (artikel 2:25A, derde lid, APV).

 

Artikel 2:25C, negende lid

Een vergunning voor een betaald voetbalwedstrijd kan geweigerd worden op een van de gronden genoemd in het negende lid. Het kennisgevingsstelsel kent soortgelijke gronden om een voetbalwedstrijd te verbieden. De weigeringsgrond van het achtste lid, onder c, is hieraan toegevoegd. Hiermee is de mogelijkheid gecreëerd om een vergunning te weigeren indien uit de aanvraag en de daarbij overgelegde gegevens en bescheiden reeds blijkt dat een organisator onvoldoende waarborgen kan bieden voor een goed en ordentelijk verloop van de voetbalwedstrijd.

 

Naast het weigeren van een vergunning, volgt uit artikel 1:6 van deze verordening dat een vergunning kan worden ingetrokken of gewijzigd. Zo kan een vergunning worden ingetrokken of gewijzigd indien de organisator zich niet houdt aan de vergunningvoorschriften of kunnen gewijzigde omstandigheden hiervoor aanleiding zijn. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een aanvankelijk risicoloze wedstrijd, waarvan uit latere informatie blijkt dat het risico vele malen groter is dan ten tijde van de vergunningverlening te voorzien was en dientengevolge een ander veiligheidsplan en/of andere voorschriften aan de vergunning hadden moeten worden verbonden. Er zal alleen worden overgegaan tot het weigeren of intrekken van een vergunning, indien een minder verstrekkende maatregel niet genomen kan worden.

 

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 25 mei 2023.

De griffier, Lilianne Blankwaard-Rombouts en de voorzitter, Jan van Zanen.

 

Naar boven