Centrumregeling Sociaal domein Rijnstreek

 

De colleges van burgemeester en wethouders;

 

Overwegende dat;

• de gemeenten Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop en Kaag en Braassem in 2012 gestart zijn met een Bestuurlijk Overleg Sociaal Domein om de regionale samenwerking op het gebied van het Sociaal Domein vorm te geven;

• de gemeenten Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop en Kaag en Braassem per 1 januari 2018 een centrumregeling hebben getroffen voor samenwerking die in eerste instantie gericht was op de Participatiewet;

• in december 2021 in de colleges van de deelnemende gemeenten het Rijnstreeks model is vastgesteld, waarin de ambities en inhoud met betrekking tot verdere samenwerking zijn vastgelegd;

• met de doordecentralisatie van de maatschappelijke zorg per 2023 de gemeenten verantwoordelijk worden voor de ondersteuning voor inwoners met (ernstige) psychische problemen en de opvang van mensen die dak- of thuisloos zijn geraakt;

• de gemeente Alphen aan den Rijn bereid is om in het kader van samenwerking binnen het sociale domein als centrumgemeente te fungeren voor de uitvoering van de in deze regeling benoemde uitvoeringstaken voor de regiogemeenten;

• het in dat kader, uit het oogpunt van kwaliteit, adequate dienstverlening aan burgers, borging van continuïteit, verhoging van efficiency, en behoud van de gemeentelijke autonomie ten aanzien van beleid, gewenst is te komen tot een breder samenwerkingsverband tussen genoemde gemeenten in de vorm van deze aangepaste centrumregeling;

• Alphen aan den Rijn bereid is de in deze regeling genoemde taken uit te voeren op een zo efficiënt mogelijke wijze, waardoor de kosten ook voor de regiogemeenten zo laag mogelijk blijven;

• besloten is om de samenwerking in de centrumregeling uit te breiden en een aantal uitvoeringstaken in het Sociaal Domein van de regiogemeenten op te dragen aan de centrumgemeente;

• voor de benoemde uitvoeringstaken een exclusief recht geldt, zoals bedoeld in de Aanbestedingswet 2012;

• gelet op hoofdstuk 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

• de door de gemeenteraden van Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop en Kaag en Braassem verleende toestemming, overeenkomstig artikel 1, tweede lid en derde lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen, aan de colleges van burgemeester en wethouders voor het wijzigen van deze regeling.

 

Gelet op de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), Besluit Bijstand Zelfstandigen (Bbz), de Wet inburgering 2021, de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) voor wat betreft opvang en beschermd wonen;

 

Besluiten:

 

om de naam van de centrumregeling Participatiewet Rijnstreek te wijzigen in Centrumregeling Sociaal domein Rijnstreek en deze als volgt te wijzigen:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1 – Begrippen

In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder;

a. Alphen aan den Rijn: de gemeente Alphen aan den Rijn;

b. centrumgemeente: gemeente als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 3 van deze regeling;

c. college: college van burgemeester en wethouders;

d. deelnemer óf deelnemende gemeente: een aan deze regeling deelnemend college van burgemeester en wethouders, inclusief de centrumgemeente;

e. regeling: deze centrumregeling;

f. regiogemeenten: de gemeenten Nieuwkoop en Kaag en Braassem;

g. Ondersteuning met wonen: ondersteuning inclusief een vorm van wonen voor inwoners met psychische of psychosociale problemen die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving;

h. Opvang: onderdak en begeleiding bieden aan inwoners die de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving.

 

Artikel 2 – Doel en belang

De deelnemende gemeenten werken door middel van deze centrumregeling aan de doelstellingen en uitgangspunten zoals verwoord onder lid 1 tot en met lid 5:

1. Het vastleggen van de uitgangspunten voor de gezamenlijke uitvoering van wettelijke taken in het sociaal domein van de deelnemende regiogemeenten, waarvoor gemeenten vrijwillig kunnen samenwerken.

2. Met de samenwerking kan meer worden bereikt, kan betere dienstverlening plaatsvinden voor de inwoners en kunnen kennis en expertise gebundeld worden en zo kan meer efficiency gerealiseerd worden.

3. Met de samenwerking ontstaat voor de deelnemende gemeenten en inwoners een stevigere positie in de regio en bij landelijke ontwikkelingen en kunnen schaalvoordelen behaald worden in het geval van bijvoorbeeld inkooptrajecten.

4. De regiogemeenten liggen geografisch naast elkaar en delen kenmerken, wat de samenwerking voor de hand liggend maakt.

5. De taken voor de samenwerking zijn een aantal wettelijke taken op het terrein van het sociaal domein en kunnen omvatten beleidsvoorbereiding, inkoop dan wel subsidieverlening, contractmanagement dan wel accounthouderschap, de uitvoering en het financieel-administratief verwerken alsmede het cliëntenbeheer voor zover opgenomen in een DVO.

 

Hoofdstuk 2: Centrumgemeente en regiogemeenten

 

Artikel 3 – Aanwijzing centrumgemeente en vestiging

1. Alphen aan den Rijn wordt aangewezen als centrumgemeente voor deze gemeenschappelijke regeling.

2. De centrumregeling Sociaal domein Rijnstreek is gevestigd bij de gemeente Alphen aan den Rijn.

 

Artikel 4 – Taken

1. De colleges van de regiogemeenten dragen in Dienstverleningsovereenkomsten (DVO), zoals bedoeld in artikel 7 van deze regeling, aan het college van Alphen aan den Rijn taken op ter verwezenlijking van het doel, genoemd in artikel 2.

2. De taken die krachtens dit artikel worden opgedragen aan de centrumgemeente, worden door de colleges van de regiogemeenten bijgehouden in een mandaatregister.

3. De samenwerking richt zich op beleidsvoorbereiding, inkoop dan wel subsidieverlening, contractmanagement dan wel accounthouderschap, de uitvoering en het financieel-administratief verwerken alsmede het cliëntenbeheer van de volgende wetten:

a. de Participatiewet.

b. de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

c. de Wet inburgering 2021.

d. de Wet maatschappelijke ondersteuning voor de onderdelen Ondersteuning met wonen en Opvang

4. Een regiogemeente kan met de centrumgemeente in een DVO incidentele- en structurele opdrachten in het Sociaal Domein toevoegen, die de centrumgemeente vervolgens voor de betreffende regiogemeente gaat uitvoeren en factureren. Hiermee worden de DVO’s dynamische documenten, die altijd de actuele financiële kaders weergeven waarbinnen de centrumgemeente haar taken uitvoert per regiogemeente.

5. Alphen aan den Rijn zal haar rol als centrumgemeente in de zin van de genoemde wetten en het Rijnstreeks model uitvoeren.

 

Artikel 5 – Bevoegdheden colleges

1. Ter verwezenlijking van het doel, als bedoeld in artikel 2, kunnen de colleges van de regiogemeenten aan het college van Alphen aan den Rijn taken opdragen en bevoegdheden mandateren.

2. De bevoegdheden die ter uitvoering van deze regeling worden gemandateerd, worden in een mandaatregeling opgenomen. De mandaatregeling wordt vastgesteld en gewijzigd door eensluidende besluiten van de colleges en burgemeesters van de gemeenten.

3. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op het verlenen van volmacht tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen door Alphen aan den Rijn namens de regiogemeenten.

 

Artikel 6 – Financiën

1. Voor de taakuitvoering, zoals genoemd in artikel 4, ontvangt Alphen aan den Rijn van iedere regiogemeente een vergoeding.

2. De hoogte van de vergoeding en de momenten van facturering en betaling worden opgenomen in de betreffende DVO’s.

 

Artikel 7 – Informatieplicht

1. De colleges van de regiogemeenten geven het college van de centrumgemeente alle inlichtingen die het college van de centrumgemeente voor de uitoefening van zijn taken, genoemd in artikel 4, nodig heeft, tenzij dit in strijd is met het algemeen belang.

2. Het college van de centrumgemeente verschaft in voorkomende gevallen op verzoek van een college van een regiogemeente inlichtingen over de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden.

 

Artikel 8 – Privacy

De gemeenten waarborgen, als verwerkingsverantwoordelijken in de zin van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), dat bij de onderlinge gegevensuitwisseling de vigerende privacywetgeving wordt nageleefd.

 

Artikel 9 – DVO’s

1. In meerdere tussen het college van de regiogemeenten en het college van Alphen aan den Rijn te sluiten DVO’s, wordt nadere uitwerking gegeven aan de taken uit deze regeling. In de DVO wordt in ieder geval vastgelegd;

a. onder welke uitvoeringskaders de diensten plaatsvinden (gebaseerd op de inhoudelijke (transformatie) doelstellingen);

b. het overzicht van de uit te voeren diensten;

c. aan welke kwaliteitseisen de taakuitoefening door Alphen aan den Rijn moet voldoen en welk resultaat er wordt beoogd;

d. de hoogte van de financiële bijdrage;

e. de uitwerking van de informatie- en verantwoordingsplicht van het college van Alphen aan den Rijn aan de colleges van de regiogemeenten;

f. de wijze waarop de colleges van de gemeenten elkaar informeren over het niet nakomen van hun verplichtingen en de gevolgen die zij daaraan verbinden;

g. dat er nadere afspraken worden gemaakt over de kosten en verplichtingen verbonden aan uittreding en de verrekening van de kosten hiervan;

2. De plicht, als bedoeld in het vorige lid, onder e, houdt in ieder geval in het verstrekken van alle gegevens aan de regiogemeenten die voor de uitvoering van de wetgeving door de gemeenten van belang zijn.

 

Hoofdstuk 3: Wijziging, toetreding, uittreding en opheffing

 

Artikel 10 – Wijziging van de regeling

1. Iedere deelnemer kan een voorstel doen tot een wijziging van deze regeling.

2. De wijziging komt tot stand, indien alle deelnemende colleges van burgemeester en wethouders aan deze regeling met de wijziging van de regeling akkoord zijn gegaan.

3. De wijziging van deze regeling wordt als voorgenomen besluit voorgelegd aan de gemeenteraden van de deelnemers, die binnen 8 weken na ontvangst van het ontwerp van de wijzing hun zienswijze hierover kunnen uitbrengen.

4. De deelnemers gaan pas over tot een definitieve wijziging van deze regeling dan na verkregen toestemming van de gemeenteraden van de deelnemers.

5. De wijziging van deze regeling treedt in werking op de eerste dag van de maand, volgend op de dag van de bekendmaking ervan in het Gemeenteblad door de centrumgemeente.

6. Op de wijziging van deze regeling is artikel 16 van deze regeling van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 11 – Toetreding tot de regeling

1. Iedere deelnemer kan een voorstel doen tot toetreding van een college aan deze regeling.

2. Bij toetreding van een college maken de deelnemers afspraken over een herschikking van de financiële bijdragen.

3. De toetreding, zoals bedoeld in het vorige lid, wordt pas voorgelegd aan de gemeenteraden van de deelnemers, indien alle deelnemers met de toetreding akkoord zijn.

4. De toetreding vindt niet eerder plaats dan na verkregen toestemming van de gemeenteraden van de deelnemers en de gemeenteraad van het toetredende college.

 

Artikel 12 – Uittreding uit de regeling

1. Een deelnemer die wenst uit te treden maakt dit voornemen schriftelijk kenbaar aan de overige deelnemers.

2. Een deelnemer besluit tot uittreding nadat zijn raad hiertoe toestemming heeft verleend.

3. Uittreding kan niet eerder plaats vinden dan met ingang van het kalenderjaar, volgend op het jaar waarin het besluit tot uittreding is genomen, mits het besluit tot uittreding uiterlijk op 30 juni van het jaar, voorafgaand aan het jaar van uittreding, schriftelijk bekend is gemaakt aan de centrumgemeente.

4. Onverminderd het derde lid, is uittreding gedurende de eerste vier jaar na het wijzigen van deze regeling, niet mogelijk.

5. De uittredende deelnemer ontvangt van de centrumgemeente bij uittreding een eindafrekening, waarin de kosten worden opgenomen die verband houden met de uittreding. Een en ander wordt nader uitgewerkt in de dienstverleningsovereenkomst.

6. Naar aanleiding van de uittreding wijzigen de overige deelnemers de regeling, conform artikel 10, of heffen zij de regeling op, conform artikel 13.

7. Op uittreding uit deze regeling is artikel 16 van deze regeling van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 13 – Opheffing van de regeling

1. Deze regeling wordt opgeheven bij gelijkluidend besluit van de colleges van minimaal twee derde van de deelnemers. Een verzoek tot uittreding van minimaal twee derde van de deelnemers wordt beschouwd als een verzoek tot opheffing.

2. Indien een besluit tot opheffing, als bedoeld in het vorige lid, wordt genomen, geven de deelnemers een onafhankelijke registeraccountant de opdracht om een opheffingsplan op te stellen.

3. Het opheffingsplan, bedoeld in het tweede lid, voorziet in ieder geval in de verplichting van de deelnemers gemeenten tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing en de personele gevolgen hiervan.

4. Het college van Alphen aan den Rijn is belast met de uitvoering van het opheffingsplan bedoeld in het tweede lid.

 

Hoofdstuk 4: Overige bepalingen

 

Artikel 14 – Overleg

Over en de inhoud- en de uitvoering van deze regeling vindt op de volgende wijze overleg plaats:

1. Regionaal Bestuurlijk Overleg Sociaal domein, bestaande uit de portefeuillehouders van de 5deelnemende gemeenten die (delen van) het sociaal domein in hun portefeuille hebben, ambtelijk ondersteund door een secretaris.

2. Regionaal ambtelijk overleg Sociaal domein, bestaande uit in elk geval één ambtelijke vertegenwoordiger per deelnemer, waarbij één van de medewerkers al dan niet per toerbeurt optreedt als secretaris.

3. Het in het eerste lid bedoelde bestuurlijke overleg vergadert minimaal twee keer per jaar of als één van de portefeuillehouders dit nodig acht.

4. Het in het tweede lid bedoelde ambtelijke overleg vergadert minimaal twee keer per jaar of als minimaal twee deelnemende gemeenten dat nodig achten.

 

Artikel 15 – Duur

Deze regeling is voor onbepaalde tijd getroffen.

 

Artikel 16 – Evaluatie

1. Deze regeling zal binnen drie jaar na het wijzigen ervan worden geëvalueerd door een onafhankelijke organisatie onder gemeenschappelijk opdrachtgeverschap en gemeenschappelijke financiering van de deelnemers.

2. De resultaten van deze evaluatie zullen aan de deelnemers worden verstrekt via de colleges van de gemeenten.

 

Artikel 17 – Geschillen

1. Onverminderd artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen worden geschillen over deze regeling onderworpen aan een niet-bindend deskundigenadvies.

2. Voordat een dergelijk advies wordt gevraagd, dient het geschil besproken te worden in een afvaardiging van de deelnemende colleges.

3. Wanneer dit niet leidt tot overeenstemming wijst iedere deelnemer een onafhankelijke deskundige aan. De aangewezen deskundigen benoemen gezamenlijk een deskundige die als voorzitter van de adviescommissie optreedt. Het opdrachtgeverschap aan de commissie wordt door de deelnemers gezamenlijk vervuld.

4. De kosten voor het optreden van de onafhankelijke deskundige komen voor rekening van de deelnemer, waarvoor deze optreedt.

5. De kosten voor het optreden van de gezamenlijk deskundige, die als voorzitter optreedt, zoals bedoeld in lid 3, worden verdeeld over de deelnemers, waarbij de verdeling naar verhouding van het aantal inwoners is.

 

Artikel 18 – Inzending en bekendmaking

1. Het college van Alphen aan den Rijn is belast met de inzending van deze regeling aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland.

2. Het college van Alphen aan den Rijn is belast met de wettelijk vereiste bekendmaking van deze regeling, wijziging en het toevoegen van gegevens in het openbaar elektronisch register

 

Artikel 19 – Archivering

De archivering met betrekking tot de door Alphen aan den Rijn uitgevoerde taken geschiedt op basis van de bepalingen die Alphen aan den Rijn ook voor haar eigen processen hanteert.

 

Artikel 20 - Inwerkingtreding

Deze regeling of de wijziging ervan treedt in werking op de eerste dag van de maand, volgend op de dag waarop de wettelijke bekendmaking ervan heeft plaatsgevonden.

 

Artikel 21 - Citeerwijze

Deze regeling wordt aangehaald als: Centrumregeling Sociaal domein Rijnstreek

 

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen aan den Rijn op 8 november 2022,

de secretaris, de burgemeester.

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwkoop op 22 november 2022,

de secretaris, de burgemeester.

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kaag en Braassem op 22 november 2022,

de secretaris, de burgemeester.

Toelichting op de Centrumregeling Sociaal domein Rijnstreek

 

Inleiding

Sinds 2012 werken de gemeenten Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop en Kaag en Braassem samen op het gebied van Werk en Inkomen en sinds 1 januari 2018 hebben de deelnemende gemeenten hiervoor een gemeenschappelijke regeling getroffen.

Gelet op de bijkomende taken op sociaal domein en de verwachtte schaalvoordelen van regionale samenwerking op dit gebied en het bepaalde in de Aanbestedingswet 2012 is besloten om de samenwerking, neergelegd in een centrumregeling op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) uit te breiden.

 

Centrumregeling

De vorm voor samenwerking voor de uitvoering van de in de regeling genoemde deelgebieden in het sociaal domein is een centrumregeling op grond van artikel 8, lid 4 Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). Dit is de meest lichte –geformaliseerde – publieke samenwerkingsvorm die mogelijk is voor overheden. In tegenstelling tot bijvoorbeeld een gemeenschappelijk openbaar lichaam, wordt bij een centrumregeling geen nieuwe organisatie met rechtspersoonlijkheid in het leven geroepen. Ook kent een centrumregeling geen formeel besluitvormend orgaan zoals een algemeen of dagelijks bestuur of bestuurscommissie. Bij een centrumregeling kan worden bepaald dat daarin omschreven bevoegdheden van bestuursorganen of van ambtenaren van de aan de regeling deelnemende gemeenten (regiogemeenten), voortaan in mandaat kunnen worden uitgeoefend door bestuursorganen of ambtenaren van een van de deelnemende gemeenten (de centrumgemeente).

De basis voor deze vorm van samenwerking wordt gelegd in de tekst van de centrumregeling. Per deelnemer kunnen er vervolgens in een dienstverleningsovereenkomst nadere afspraken worden gemaakt.

Voor het aangaan van een centrumregeling op basis van de Wgr door colleges, dienen de deelnemende colleges toestemming te vragen aan hun gemeenteraden (art. 1, lid 2 Wgr). De toestemming kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang. Voor de wijziging van deze regeling is ook toestemming vereist van de gemeenteraden

 

Deelnemers

Aan de centrumregeling nemen de colleges van burgemeester en wethouders deel van de gemeenten Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop en Kaag en Braassem.

De gemeente Alphen aan den Rijn wordt aangewezen als centrumgemeente. Hiermee is sprake van een enkelvoudige centrumregeling. Wanneer er meer gemeenten zijn die taken uitoefenen voor andere deelnemers is er sprake van een meervoudige centrumregeling. Het ligt voor de hand om Alphen aan den Rijn ook voor de taakuitbreiding aan te wijzen als centrumgemeente, aangezien deze gemeente de rol als centrumgemeente op grond van de Participatiewet al vervult. Uit efficiency oogpunt is er dan ook voor gekozen om taakuitvoering waar mogelijk te concentreren bij één centrumgemeente.

 

DVO’s

Tussen de colleges wordt een dienstverleningsovereenkomst gesloten waarin nadere uitwerking wordt gegeven aan de regeling opgenomen taken. In deze dienstverleningsovereenkomst wordt tenminste geregeld:

• De uitvoeringskaders;

• De kwaliteitseisen waaraan de taakuitoefening door Alphen aan den Rijn moet voldoen;

• De uitwerking van de kostenverdeelsleutel c.q. de wijze waarop de deelnemende gemeenten een financiële bijdrage leveren in de kosten die Alphen aan den Rijn maakt voor de uitvoering van de krachtens de regeling opgedragen taken en bevoegdheden;

• De informatieplicht en verantwoordingsplicht van het college van de gemeente Alphen aan den Rijn aan de overige colleges van de deelnemende gemeenten;

• De wijze waarop de colleges van de gemeenten elkaar informeren over het niet nakomen van hun verplichtingen en de gevolgen die zij daaraan verbinden.

 

In een dienstverleningsovereenkomst tussen de gemeente Alphen aan den Rijn en elke andere deelnemer afzonderlijk wordt per taakgebied of per taak nadere uitwerking gegeven aan de regeling. Tevens regelt de DVO het mandaat dat aan de centrumgemeente wordt verleend.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Naar boven