Verordening van de raad van de gemeente Amsterdam tot wijziging van de Verordening op het lokaal onderwijsbeleid Amsterdam 2019 in verband met het vaststellen van de Voorziening Brede Brugklas Bonus 2023-2027 (Wijzigingsverordening VloA 2019: Brede Brugklas Bonus 2023-2027)

De raad van de gemeente Amsterdam,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 mei 2023,

 

gelet op:

 

  • Artikel 5.1, eerste lid en 5:23 van de Wet op het voortgezet onderwijs 2020

  • Artikel 149 van de Gemeentewet

besluit:

Artikel I. Wijziging Verordening op het lokaal onderwijsbeleid Amsterdam 2019

 

De Verordening op het lokaal onderwijsbeleid Amsterdam 2019 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

In bijlage 3 (Voorzieningen kansengelijkheid) wordt ingevoegd in artikel 1.1, een nieuw onderdeel f., luidende:

 

  • f.

    Brede Brugklas Bonus (2023-2027)

B

Aan Bijlage 3 (Voorzieningen kansengelijkheid) wordt een nieuw Hoofdstuk 7 toegevoegd, luidende:

 

Hoofdstuk 7 Voorziening Brede Brugklas Bonus (2023-2027)

 

Artikel 7.1 Begripsomschrijvingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    brede brugklas: heterogeen samengestelde onderbouw van minstens een schooljaar met minimaal de niveaus vmbo, havo en vwo;

  • b.

    inspectieoordeel: een oordeel op kwaliteit van het onderwijs getoetst en afgegeven door inspectie van het onderwijs;

  • c.

    school: school voor voortgezet onderwijs, dan wel een nevenvestiging daarvan;

  • d.

    subsidietijdvak: periode waarin de gesubsidieerde activiteiten worden uitgevoerd;

  • e.

    Wvo 2020: Wet op het voortgezet onderwijs 2020

Artikel 7.2 Doel voorziening

  • 1.

    Het doel van deze voorziening is om kansengelijkheid van leerlingen in het Amsterdamse onderwijs te bevorderen door Amsterdamse middelbare scholen in staat te stellen te werken aan:

    • a.

      tegengaan van nadelige effecten van de vroege selectie;

    • b.

      tegengaan van segregatie op onderwijsniveau en achtergrond leerlingen;

    • c.

      bevorderen van ontmoetingen van leerlingen van verschillende onderwijsniveaus;

  • 2.

    Dit doel wordt bereikt door middelbare scholen die een brede brugklas hebben te ondersteunen bij het verbeteren van de kwaliteit en scholen die een brede brugklas willen invoeren te ondersteunen bij de ontwikkeling en uitvoering hiervan.

Artikel 7.3 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Het college kan een subsidie verlenen als bijdrage in de kosten van de opzet en/of de uitvoering van een brede brugklas, waarbij de hoogte van de subsidie over het subsidietijdvak als bedoeld in artikel 7.4 als volgt wordt berekend:

    • a.

      voor een bestaande brede brugklas door de uitkomst van de som a + b, waarbij a staat voor de vaste voet van het soort brugklas dat een school uitvoert en b. voor het aantal leerlingen in de onderbouw op 1 oktober 2022;

    • b.

      voor de opzet van een nieuwe brede brugklas krijgt een school naast de subsidie als vermeld onder a. een extra subsidiebedrag van € 25.000 verleend.

  • 2.

    De bedragen voor de vaste voet en het aantal leerlingen in de onderbouw die worden gehanteerd in de berekening van de hoogte van de subsidie als bedoeld in het eerste lid, zijn:

    • a.

      vaste voet school met 3 niveaus: €35.000;

    • b.

      vaste voet school met 4 niveaus: €75.000;

    • c.

      aantal leerlingen onderbouw 1 oktobertelling 2022 < 400 leerlingen: €25.000;

    • d.

      aantal leerlingen onderbouw 1 oktobertelling 2022 > 400 leerlingen: €50.000.

  • 3.

    Indien een leraar van de school vanwege de uitvoering van één van de gesubsidieerde activiteiten werkzaamheden verricht, kan de subsidie bedoeld in het eerste lid tevens gebruikt worden voor zijn vervanging, waarbij geldt dat niet meer dan maximaal € 50 per uur (excl. BTW) ten laste van deze voorziening gebracht kan worden.

  • 4.

    Indien voor de uitvoering van één van de gesubsidieerde activiteiten gebruik wordt gemaakt van een externe deskundige, dan kan niet meer dan € 125 per uur (excl. BTW) ten laste van deze voorziening gebracht worden.

Artikel 7.4 Subsidieplafond en subsidietijdvak

Het college stelt een subsidieplafond vast voor de Brede Brugklas Bonus voor het subsidietijdvak dat loopt van 1 augustus 2023 tot en met 31 juli 2027.

 

Artikel 7.5 Verdeelsleutel subsidieplafond

  • 1.

    Het college rangschikt de aanvragen die het college niet heeft geweigerd op grond van artikel 7.8, eerste lid aanhef en onder a. of b. of tweede lid onder a., of b. en voor subsidie in aanmerking komen op een prioriteitenlijst.

  • 2.

    Over de rangschikking van de te verlenen subsidie laat het college zich adviseren door een door hem in te stellen adviescommissie, bestaande uit leden met kennis en ervaring op het gebied van brede brugklassen en het voorgezet onderwijs.

  • 3.

    De rangschikking voor de Brede Brugklas Bonus wordt bepaald door het aantal punten dat wordt behaald op basis van de volgende criteria:

    • a.

      de mate waarin de opzet en/of het werken met een brede brugklas vanaf schooljaar 2023-2024 onderdeel is of onderdeel wordt van de schoolontwikkeling zoals opgenomen in het schoolplan en het strategisch beleidsplan van het bestuur;

    • b.

      de mate waarin de verbeteringen realistisch zijn, die de school met het werken met een brede brugklas verwacht te bereiken of te consolideren in de organisatie en het onderwijs (doorgaande leerlijn);

    • c.

      de evenwichtige verhouding tussen de kosten van de te subsidiëren activiteiten met de daarmee te bereiken doelen en de daarvan te verwachten resultaten;

    • d.

      de duurzaamheid en borging van de brede brugklas.

  • 4.

    Voor de in het derde lid onder a, b, c, d, genoemde criteria kan per onderdeel maximaal 30 punten behaald worden met een totaal van 120 punten.

Artikel 7.6 Aanvraagtermijn

In afwijking van artikel 6, eerste lid, van de VloA 2019 wordt de subsidieaanvraag voor de Brede Brugklas Bonus ingediend van 15 juni 2023 tot en met uiterlijk 30 juni 2023.

 

Artikel 7.7 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

  • 1.

    In aanvulling op artikel 7, vierde lid van de VloA 2019 worden bij een subsidieaanvraag ingediend een aanvraagformulier met bijbehorende begroting waarin een duidelijke beschrijving wordt gegeven van:

    • a.

      van de wijze van opzet en/of werken met een brede brugklas vanaf schooljaar 2023-2024 als onderdeel van de schoolontwikkeling zoals opgenomen in het schoolplan en het strategisch beleidsplan van het bestuur;

    • b.

      op welke wijze de school met het werken met een brede brugklas verbeteringen in de organisatie en het onderwijs (doorgaande leerlijn) verwacht te bereiken, dan wel te consolideren.

    • c.

      de duurzaamheid en de borging van de brede brugklas.

Artikel 7.8 Aanvullende weigeringsgronden

  • 1.

    In aanvulling op artikel 7, eerste lid van de VloA 2019 weigert het college een subsidie te verlenen, indien:

    • a.

      de school voor voorgezet onderwijs in de eerste jaren van oprichting zit en de voor de school geldende stichtingsnorm als bedoeld in artikel 4.2, tweede lid Wvo 2020 nog niet gehaald heeft;

    • b.

      de brede brugklas niet bestaat uit minimaal drie niveaus, vmbo, havo en vwo;

    • c.

      de aanvraag op een van de afzonderlijke beoordelingscriteria genoemd onder artikel 7.5, derde lid minder dan de helft van de te behalen punten scoort.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 7, tweede lid van de VloA 2019 kan het college een subsidie weigeren te verlenen, indien:

    • a.

      het inspectieoordeel op moment van aanvraag onvoldoende of (zeer) zwak is;

    • b.

      de school onder de voor de school geldende opheffingsnorm zit, zoals bedoeld in artikel 4.24, tweede lid Wvo 2020.

Artikel 7.9 Aanvullende verplichtingen

Naast de verplichtingen op grond van artikel 9 van de VloA 2019 zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

  • a.

    het kosteloos beschikbaar stellen van de ervaringen en ontwikkelde producten aan andere schoolbesturen die een brede brugklas willen realiseren;

  • b.

    het delen van kennis en ervaringen met andere scholen voor voortgezet onderwijs in Amsterdam.

C

 

Aan de toelichting van Bijlage 3 (Voorzieningen kansengelijkheid) wordt een nieuw hoofdstuk 7 toegevoegd, luidende:

 

Hoofdstuk 7 Voorziening Brede Brugklas Bonus (2023-2027)

De gemeente Amsterdam investeert sinds 2019 in brede brugklassen middels de Brede Brugklas Bonus om scholen te ondersteunen bij het tegengaan van de vroege selectie. Ook voor de komende jaren zet de gemeente Amsterdam met in totaal 2,4 miljoen in op deze aanpak. Maximaal zeven scholen kunnen de komende vier jaar in aanmerking kunnen komen voor een Brede Brugklas Bonus. Deze bonus volgt dezelfde inhoudelijk lijn als de Brede Brugklas Bonus 2019-2023.

 

De subsidieregeling kan door scholen met een brede brugklas met minimaal drie niveaus – te weten vmbo, havo, vwo – worden aangevraagd. De brugklas duurt minimaal één schooljaar. Zij kunnen de Brede Brugklas Bonus aanvragen ter ondersteuning van hun huidige brede brugklas. Scholen die nog geen brede brugklas hebben kunnen deze aanvragen om een heterogene brede brugklas te vormen. Zij ontvangen daarbij extra ondersteuningskosten voor het starten van de brede brugklas.

 

De Onderwijsraad stelt dat het niet alleen gaat om later selecteren, maar dat goed kunnen differentiëren ook essentieel is: flexibel onderwijs op maat bieden, dat recht doet aan de verschillen tussen leerlingen. Differentiatievaardigheden en –mogelijkheden liggen ten grondslag aan de kwaliteit van brede brugklassen. De Brede Brugklas Bonus biedt ruimte aan scholen om dit te ontwikkelen. Daarin laat de subsidie veel ruimte voor maatwerk. Om deze ruimte te creëren is ingezet op een langdurige subsidie van vier jaar, zodat de scholen de tijd krijgen om duurzame plannen te ontwikkelen. Uit de monitoring van de huidige subsidie blijkt dat de bonus onder andere wordt ingezet op het ontwikkelen van differentiatievaardigheden van docenten, het lesgeven aan kleinere groepen en extra personele ondersteuning in de les om lesgeven in gedifferentieerde groepen mogelijk te maken. De (tussentijdse) monitoring wordt in het vierde kwartaal van 2023 opgeleverd en biedt inzicht in de succeselementen en ontwikkelpunten van de aanpakken en interventies van de scholen. Deze monitoring wordt voortgezet bij de Brede Brugklas Bonus 2023-2027.

 

De voorziening Brede Brugklas Bonus maakte onderdeel uit van de PIEK-aanpak in de periode 2019-2023. Deze aanpak richtte zich op het bevorderen van kansengelijkheid. De PIEK-aanpak bestond uit drie zelfstandige onderdelen, namelijk het bevorderen van de (door)ontwikkeling en uitvoering van een Brede Brugklas, een Integraal Kind Centrum (IKC) en de Amsterdamse Familie Scholen. Deze onderwijsvoorzieningen waren allen opgenomen in één Hoofdstuk 5 PIEK-aanpak. Omdat de subsidie voor het IKC niet meer wordt verstrekt de komende jaren en om de leesbaarheid van andere voorzieningen te bevorderen is er voor gekozen om te werken met twee aparte Hoofdstukken: ‘Hoofdstuk 5. Amsterdamse Familieschool 2023-2027’ en ‘Hoofdstuk 7 Brede Brugklas 2023-2027’.

 

Artikel 7.2 Doel voorziening

Het doel van de voorziening is het versoepelen van de (kwetsbare) overgangen, het tegengaan van de nadelige effecten van de vroege selectie, het tegengaan van segregatie op onderwijsniveau en achtergrond van leerlingen en het bieden van een brede ontwikkelomgeving aan leerlingen in het Amsterdamse onderwijs. De subsidie is bestemd voor scholen voor het voortgezet onderwijs.

 

Artikel 7.3 Subsidiabele activiteiten

De Brede Brugklas Bonus ondersteunt scholen bij de opzet en uitvoering van nieuwe en bestaande brede brugklassen. De subsidie wordt voor een subsidietijdvak van vier jaar verleend en dient te worden ingezet voor het bieden van een heterogene basis aan leerlingen van minimaal drie niveaus, te weten vmbo, havo en vwo. Scholen met homogene groepen kunnen de Brede Brugklas Bonus inzetten voor het invoeren van een heterogene brugklas. De hoogte van de subsidie is afhankelijk van het aantal niveaus dat de brugklas heeft en het aantal leerlingen.

 

Artikel 7.4 Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor de schooljaren 2023-2027 wordt met een afzonderlijk collegebesluit vastgesteld.

 

Artikel 7.5 Verdeelsleutel subsidieplafond

Het college laat zich adviseren door een adviescommissie. Daaraan voorafgaand wordt door het college beoordeeld of een aanvraag geweigerd moet worden op grond van artikel 7.8. De adviescommissie beoordeeld de aanvraag op basis van de beoordelingscriteria, zoals opgenomen in artikel 7.5, derde lid. De adviescommissie wordt gevormd door mensen met kennis en ervaring op het gebied van brede brugklassen en het voortgezet onderwijs.

 

Artikel 7.8 Aanvullende weigeringsgronden

Indien de school een onvoldoende of zeer zwak oordeel van de inspectie heeft en indien uit de aanvraag onvoldoende blijkt dat de school in staat is de gesubsidieerde activiteiten uit te voeren, kan het college, de subsidie weigeren te verlenen.

Indien de school onder de opheffingsnorm zit op het moment van aanvraag, dan kan het college de subsidie eveneens weigeren te verlenen.

Artikel II  

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.

Artikel III  

Deze verordening wordt aangehaald als Wijzigingsverordening VloA 2019: Brede Brugklas Bonus 2023-2027:

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 8 juni 2023

De voorzitter

Femke Halsema

De raadsgriffier

Jolien Houtman

Bijlage  

 

Toelichting Voorziening: Brede Brugklasbonus 2023-2027

 

Zie artikel I onder C.

Naar boven