Gemeenteblad van Vlieland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vlieland | Gemeenteblad 2023, 258599 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vlieland | Gemeenteblad 2023, 258599 | beleidsregel |
Beleidslijn voor de toepassing van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur voor de gemeente Vlieland 2017
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlieland en de burgemeester van de gemeente Vlieland, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;
Overwegende dat de Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur (hierna: Wet BIBOB) hen beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming omtrent het toepassen van hun uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden;
Beleidslijn voor de toepassing van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur voor de gemeente Vlieland 2017
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze beleidslijn wordt verstaan onder:
Eigen onderzoek: de wijze van behandelen van een aanvraag, zoals beschreven in paragraaf 4 van deze beleidslijn, waarbij met toepassing van de wet door het bestuursorgaan wordt beoordeeld of er redenen aanwezig zijn om de aanvraag te weigeren, respectievelijk de beschikking in te trekken of te beëindigen, daaraan voorschriften te verbinden dan wel een advies bij het bureau BIBOB aan te vragen.
Artikel 2.1 Toepassingsbereik bij nieuwe beschikkingen
De toepassing van de wet zal door het bestuursorgaan op de hieronder aangeduide (aanvragen voor) beschikkingen op de volgende wijze plaatsvinden.
Uitvoering van het eigen onderzoek, als bedoeld in artikel 1.1 lid 2 onder i. kan in beginsel plaats vinden bij een aanvraag voor een beschikking als bedoeld in:
Artikel 3 Drank- en Horecawet (Drank- en Horecawetvergunning),
Paracommerciële horeca-inrichtingen als bedoeld in artikel 4 van de Drank & Horecawet (zoals dorpshuis, buurthuis, clubhuis of kantine van een sportvereniging) waarvan de horeca in eigen beheer is en niet is verpacht, vallen in beginsel niet onder dit Bibob -beleid)
Uitvoering van het eigen onderzoek, als bedoeld in artikel 1.1 lid 2 onder i. kan in beginsel plaats vinden bij onderstaande aanvragen voor een beschikking:
Een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, aanhef en onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (omgevingsvergunning bouwactiviteit).
Bij de aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht wordt een Bibob-toets in beginsel alleen uitgevoerd als:
Een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, aanhef en onder e van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een inrichting als bedoeld in artikel 1.1 eerste lid van die wet (omgevingsvergunning inrichtingen Wet Milieubeheer).
Voor de aanvraag als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, aanhef en onder e van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een inrichting als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van die wet wordt een Bibob-toets in beginsel alleen uitgevoerd als:
De aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder i van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een activiteit waarvoor bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 2.17 van die wet is bepaald, dat de beschikking in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 Wet Bibob kan worden geweigerd (omgevingsvergunning beperkte milieutoets).
De Bibob-toets wordt in beginsel alleen uitgevoerd als bij de aanvraag:
Artikel 2.1a Toepassing in bijzondere situatie bij aanvragen voor een beschikking genoemd in artikel 2.1
Onverminderd het bepaalde in artikel 2.1 zal een eigen onderzoek ook plaatsvinden als bij navraag door het bestuursorgaan bij het Bureau BIBOB blijkt, dat tegen de aanvrager van een beschikking elders in het land in de achterliggende periode van twee kalenderjaren bij een aanvraag een ernstige mate van gevaar is vastgesteld.
Artikel 2.2 Toepassingsbereik bij reeds verleende beschikkingen
Het bestuursorgaan kan de Wet BIBOB toepassen met betrekking tot reeds verleende beschikkingen, indien:
bekend wordt dat tegen betrokkene in een andere gemeente bij een BIBOB-toets een ernstige mate van gevaar is geconstateerd en aan betrokkene in de gemeente Vlieland een soortgelijke beschikking is verstrekt. In geval aan betrokkene in meerdere gemeenten binnen het samenwerkingsverband RIEC eerder al een soortgelijke beschikking is verleend, zal het bestuur het RIEC om coördinatie in de BIBOB-toets verzoeken.
Artikel 2.3 Toepassingsbereik bij subsidies
In de Algemene subsidieverordening gemeente Vlieland 2007 is in artikel 10, eerste lid onder c., de volgende weigeringsgrond opgenomen:
De subsidieverstrekking kan worden geweigerd indien gegronde redenen bestaan aan te nemen, dat de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang, de openbare orde of het gemeentelijk beleid.
Het besluit tot uitvoering van het eigen onderzoek zal gebaseerd zijn op:
Artikel 3.1 Toepassingsbereik bij vastgoedtransacties
Het bestuursorgaan zal de wet in beginsel toepassen met betrekking tot vastgoedtransacties zoals bedoeld in artikel 1.1 lid 2 onder f van deze beleidslijn, waarbij de gemeente partij is. Bij de start van onderhandelen daartoe, zal het bestuursorgaan de wederpartij ervan in kennis stellen dat een BIBOB-procedure deel kan uitmaken van de procedure.
In de overeenkomst kan een integriteitsclausule worden opgenomen, op basis waarvan kan worden overgegaan tot ontbinding, opzegging, vernietiging of opschorting van de overeenkomst.
Het eigen onderzoek wordt in beginsel beperkt tot de gevallen, die één of meerdere van onderstaande kenmerken hebben:
Het besluit tot uitvoering van het eigen onderzoek kan daarnaast ook gebaseerd zijn op:
Indien de BIBOB-procedure niet is afgerond voor het sluiten van de overeenkomst, wordt hieromtrent een ontbindende voorwaarde in de betreffende overeenkomst opgenomen.
Artikel 3.2 Toepassingsbereik bij aanbestedingen
Het bestuursorgaan kan het eigen onderzoek ten aanzien van een gegadigde of onderaannemer in de zin van de wet, in beginsel alleen uitvoeren bij overheidsopdrachten, die vallen binnen de sectoren milieu, informatiecommunicatietechnologie (ICT) of bouw en die, conform het vigerende aanbestedingsbeleid van de gemeente Vlieland, voor aanbesteden van werken respectievelijk van diensten en leveringen, meervoudig onderhands dan wel openbaar moeten worden aanbesteed.
Het besluit tot uitvoering van het eigen onderzoek zal gebaseerd zijn op:
Artikel 4.1 Eigen onderzoek, als bedoeld in artikel 1.1 lid 2 onder i
In de in deze beleidslijn bepaalde gevallen, zal betrokkene de BIBOB-vragenformulieren dienen in te vullen en in te leveren bij het bestuursorgaan. Daarbij dienen ook de documenten te worden gevoegd, die in deze vragenformulieren zijn vermeld en/of bij de uitreiking van de formulieren door of namens het bestuursorgaan zijn genoemd. De BIBOB-vragenformulieren bevatten in elk geval de in artikel 30 tweede lid van de Wet BIBOB genoemde vragen en daarnaast aanvullende vragen, die het bestuursorgaan zo goed mogelijk in staat stellen om het eigen onderzoek te kunnen verrichten.
Alvorens het eigen onderzoek - naar het zich voordoen van weigeringsgronden als bedoeld in artikel 3 van de wet - wordt gestart, zal een aanvraag eerst beoordeeld worden conform de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de reguliere weigeringsgronden vanuit de onderliggende regelgeving van de desbetreffende vergunning.
Het daarop aansluitende eigen onderzoek naar het zich voordoen van de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 3 van de Wet BIBOB bestaat uit twee stappen:
Wanneer het BIBOB-vragenformulier niet of niet volledig wordt ingevuld, worden allereerst de daartoe gestelde regels van de Algemene wet bestuursrecht (met name die van artikel 4:5 van voornoemde wet) toegepast. Bij volharding zal de weigering of het toesturen van onvolledige informatie leiden tot het buiten behandeling stellen van de aanvraag.
Aanvullend op de controle en analyse van de (extra) verstrekte informatie als hiervoor genoemd, kan een advies bij het Bureau BIBOB worden gevaagd indien:
Een toetsing aan de Wet BIBOB met behulp van een advies van het Bureau BIBOB geldt in beginsel als een uiterste middel om de integriteit van een betrokken (rechts)persoon te controleren. Bij deze zware inbreuk op de privacy moet het bevoegd gezag de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit in acht nemen.
Deze eisen brengen mee dat het bevoegd gezag eerst, zoals hierboven is uitgewerkt, gebruik moet maken van de eigen instrumenten en voorts alleen een advies kan vragen indien dit – gelet op de mate van gevaar en de ernst van de strafbare feiten – evenredig is.
De adviesaanvraag bij het Bureau BIBOB is geen beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Hiertegen staat derhalve geen bezwaar of beroep open. Wel is de aanvrager van de beschikking te allen tijde toegestaan de aanvraag in te trekken.
Bij een “mindere mate van gevaar” dat de (aangevraagde) beschikking wordt gebruikt voor het plegen van strafbare feiten en witwaspraktijken kan het bevoegd gezag extra voorwaarden aan de vergunning verbinden. Deze voorwaarden dienen BIBOB-gerelateerd te zijn.
In geval een van het Bureau BIBOB ontvangen adviesverzoek leidt tot het voornemen om een gevraagde beschikking te weigeren dan wel een eerder verleende beschikking in te trekken, wordt aan betrokkene een kopie van het adviesrapport ter hand gesteld. Betrokkene wordt daarbij door het bestuursorgaan schriftelijk gewezen op zijn geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 28 van de wet.
Indien het bestuursorgaan een advies aanvraagt bij het Bureau BIBOB, wordt op grond van artikel 31 van de wet de wettelijke termijn waarbinnen de beschikking dient te worden gegeven, opgeschort voor de duur van de periode die begint met de dag waarop het advies door het Bureau BIBOB in behandeling wordt genomen en eindigt met de dag waarop het advies is ontvangen, met dien verstande dat deze opschorting niet langer duurt dan de termijn, zoals genoemd in artikel 15 lid 1 van de wet BIBOB.
Het bestuursorgaan gaat over tot een negatief besluit op de aanvraag voor de beschikking dan wel inschrijving op een overheidsopdracht of het aangaan van een vastgoedtransactie, indien uit het eigen onderzoek en een eventueel daarop afgegeven advies van het Bureau BIBOB blijkt dat er sprake is van een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet. Daarbij zal in geval van een inschrijving op een overheidsopdracht, de geconstateerde ernstige mate van gevaar dienen als versterking van een of meerdere uitsluitingsgronden als genoemd in de Aanbestedingswet 2013.
Indien het bestuursorgaan voornemens is negatief te beschikken op de aanvraag voor de beschikking dan wel inschrijving op een overheidsopdracht op grond van de wet, wordt betrokkene in de gelegenheid gesteld daartegen zienswijzen in te brengen conform de betreffende bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht.
Deze beleidsregels zijn van toepassing op aanvragen ontvangen vanaf de datum van inwerkingtreding en op de reeds verleende beschikkingen als bedoeld in art. 2.2 van deze beleidslijn.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-258599.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.