Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Vlieland 2019

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlieland;,

 

gelezen het voorstel van 27 november 2019;

 

gelet op de artikelen 44 en 66 van de Gemeentewet en [de ]artikel[en] [3.2.10], 3.3.2, 3.3.3, tweede lid en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en artikel 3.8 van de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers;

 

besluit

 

vast te stellen de volgende Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Vlieland 2019.

Artikel 1. Definitiebepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders.

  • b.

    burgemeester: voorzitter van het college van burgemeester en wethouders.

  • c.

    secretaris: de secretaris bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

  • d.

    wethouder: lid van het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2. Reiskosten woon-werkverkeer

De burgemeester en de wethouders hebben aanspraak op een vergoeding voor de kosten woon-werkverkeer. Dit met inachtneming van de bepalingen genoemd in het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

Artikel 3. Zakelijke reis- en verblijfkosten

De burgemeester en de wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt. Dit met inachtneming van de bepalingen genoemd in het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

Artikel 4. Dienstauto

De burgemeester en de wethouders kunnen voor reizen ten behoeve van de gemeente ook gebruik maken van een door de gemeente ingehuurde auto.

De huurauto kan ook gebruikt worden voor reizen ten behoeve van nevenfuncties die zij vervullen uit hoofde van het ambt.

Als zij voor reizen ten behoeve van in het tweede lid bedoelde nevenfuncties gebruikmaken van de huurauto en daarvoor een vergoeding van reiskosten ontvangen wordt die vergoeding in de gemeentelijke kas gestort.

Artikel 5. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing burgemeester en wethouders

  • 1.

    De burgemeester of de wethouder die willen deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers in verband met de vervulling van hun functie dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de secretaris.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    Het college beslist op de aanvraag op basis van de overlegde stukken.

Artikel 6. Informatie- en communicatievoorzieningen

  • 1.

    De burgemeester of de wethouder tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld als bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit politieke ambtsdragers decentrale. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2.

    De burgemeester of de wethouder levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.

Artikel 7. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze regeling, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 8. Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze regeling voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur,

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen of

    • c.

      betaling ten laste van de gemeentelijke creditcard.

  • 2.

    Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden door de burgemeester of wethouder ingediend bij de secretaris.

  • 4.

    Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan burgemeester of wethouders zo spoedig mogelijk] na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang op de dag na publicatie in het Gemeenteblad en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Artikel 10. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Vlieland 2019.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlieland op 3 december 2019. De bestaande Regeling van 2018 komt hierdoor te vervallen.

de secretaris a.i.,

de burgemeester,

Naar boven