Wijziging Verordening maatschappelijke ondersteuning Goeree-Overflakkee 2020

 

De raad van de gemeente Goeree-Overflakkee;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 april 2023;

 

gelet op artikel 2.1.3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

 

besluit :

 

De Verordening maatschappelijke ondersteuning Goeree-Overflakkee 2020 te wijzigen:

 

Artikel I  

De Verordening maatschappelijke ondersteuning Goeree-Overflakkee 2020 wordt gewijzigd als volgt:

 

  • A.

    In artikel 1 wordt in alfabetische volgorde van de begrippen ingevoegd:

 

  • eigen kracht: je eigen leven kunnen vormgeven en problemen zelf kunnen oplossen;

 

  • B.

    In artikel 2 wordt een vijfde en zesde lid toegevoegd, luidende:

 

  • 5.

    Als er sprake is van beschermd wonen, geclusterd wonen of maatschappelijke opvang, dan wordt de melding als bedoeld in het eerste lid doorgezet naar de centrumgemeente Nissewaard.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders van Nissewaard verstrekken de voorzieningen volgens het daartoe vastgestelde beleid, de geldende verordening maatschappelijke ondersteuning en de daarop gebaseerde nadere regels en beleidsregels maatschappelijke ondersteuning van de centrumgemeente Nissewaard.

 

  • C.

    Artikel 6, tweede lid, komt te luiden:

 

2. Binnen tien werkdagen na het gesprek verstrekken burgemeester en wethouders aan de cliënt een verslag van de uitkomsten van het onderzoek.

 

  • D.

    Artikel 9, onder d. komt te luiden:

 

d. het een voorziening betreft die de cliënt vóór het verstrekken van de beschikking zoals bedoeld in artikel 11 heeft gerealiseerd of geaccepteerd, tenzij:

  • burgemeester en wethouders schriftelijk toestemming hebben verleend; of

  • de noodzaak van de voorziening achteraf nog kan worden vastgesteld en er na de aanschaf nog beperkingen worden ervaren;

 

  • E.

    Artikel 12 komt te luiden:

 

Artikel 12 Regels voor het pgb

  • 1.

    De hoogte van een pgb is toereikend om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, van derden te betrekken.

  • 2.

    De hoogte van een pgb voor een cliënt ten behoeve van een zaak, zoals een hulpmiddel, woningaanpassing en autoaanpassing, wordt vastgesteld op basis van de kostprijs van de zaak die de cliënt zou hebben ontvangen als de zaak in natura zou zijn verstrekt waarbij rekening wordt gehouden met de in de betreffende situatie goedkoopst compenserende in de gemeente beschikbare maatwerkvoorziening in natura en een reële termijn voor de technische afschrijving en met de onderhouds- en verzekeringskosten.

  • 3.

    De berekening van de kostprijs voor een hulpmiddel gaat als volgt:

  • a.

    Als de cliënt het hulpmiddel in de vorm van een pgb wenst, vragen burgemeester en wethouders aan de cliënt een gespecificeerde offerte;

  • b.

    Burgemeester en wethouders vragen ook zelf een offerte op, uitgaande van een particulier tarief en niet van een tarief van een gecontracteerde aanbieder, voor het hulpmiddel dat de cliënt wenst, gebaseerd op de kwaliteitseisen voor het betreffende hulpmiddel zoals omschreven in het op dat moment geldende contract voor hulpmiddelen;

  • c.

    Burgemeester en wethouders hanteren het laagste offertebedrag (uitkomst van a of b);

  • d.

    Burgemeester en wethouders betalen maximaal 8% van het bedrag als bedoeld onder c. voor onderhoud en reparatie (en de eventuele kosten van een WA-verzekering zonder pechhulp), boven op het bedrag voor de aanschaf van het hulpmiddel.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders betalen het bedrag als bedoeld in het derde lid, onder d, jaarlijks op declaratiebasis.

  • 5.

    De hoogte van een pgb voor een cliënt ten behoeve van een dienst wordt vastgesteld op basis van het door burgemeester en wethouders gecontracteerde tarief in natura waarbij wordt uitgegaan van:

  • a.

    100% van het tarief in natura wanneer het professionele ondersteuning betreft die geboden wordt door een professional in dienst van een zorgaanbieder;

  • b.

    80% van het tarief in natura wanneer het niet-professionele ondersteuning betreft die geboden wordt door een ter zake gediplomeerde zelfstandige zonder personeel (zzp’er);

  • c.

    60% van het tarief in natura wanneer het niet-professionele of informele ondersteuning betreft.

  • 6.

    Een cliënt aan wie een pgb wordt verstrekt, kan diensten, zaken en andere maatregelen betrekken van een tussenpersoon of belangenbehartigers, zolang de kosten hiervan niet uit het pgb worden betaald.

  • 7.

    Een pgb is niet bedoeld voor besteding in het buitenland. In individuele gevallen kan hiervan worden afgeweken.

  • 8.

    Het pgb voor begeleiding, dagbesteding of huishoudelijke hulp kent een vrij besteedbaar bedrag van € 50,- per kalenderjaar waarover geen verantwoording verschuldigd is. Als een kalenderjaar nog minder dan 6 maanden bevat, wordt het vrij besteedbaar bedrag in het volgende kalenderjaar beschikbaar gesteld. Pas nadat 12 maanden na toekenning van een pgb zijn verstreken, kan een nieuw recht op een vrij besteedbaar bedrag ontstaan als het gaat om een pgb voor dezelfde soort voorziening.

 

  • F.

    Artikel 14 wordt gewijzigd als volgt:

 

  • a.

    Artikel 14, derde lid, onder 1. komt te luiden:

 

  • 1.

    (sport)rolstoelen;

 

  • b.

    Artikel 14, derde lid, onderdeel 7. wordt vernummerd tot onderdeel 8.

 

  • c.

    In artikel 14, derde lid, wordt een nieuw onderdeel 7. gevoegd, luidende:

 

  • 7.

    Voorzieningen waar meerdere personen gebruik van kunnen maken en die aan de gemeenschappelijke ruimte zijn aangebracht;

 

  • G.

    Artikel 17, vijfde lid, komt te luiden:

 

5. Als burgemeester en wethouders een beslissing op grond van het derde lid, onder a, hebben ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens door de cliënt opzettelijk heeft plaatsgevonden, kunnen burgemeester en wethouders van de cliënt en degene die daaraan opzettelijk zijn medewerking heeft verleend, geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening of het ten onrechte genoten pgb.

 

  • H.

    Artikel 20 wordt gewijzigd als volgt:

 

  • a.

    Artikel 20, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Burgemeester en wethouders bepalen jaarlijks de vorm, de periode waarin het mantelzorgcompliment kan worden aangevraagd en de hoogte van het mantelzorgcompliment.

 

  • b.

    Artikel 20, vierde lid, vervalt.

 

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad

van de gemeente Goeree-Overflakkee op 1 juni 2023

Naar boven