Gemeenteblad van Land van Cuijk
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Land van Cuijk | Gemeenteblad 2023, 25114 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Land van Cuijk | Gemeenteblad 2023, 25114 | beleidsregel |
Burgemeester en wethouders Land van Cuijk,
de secretaris,
J. Postma
(waarnemend) burgemeester,
W.A.G. Hillenaar
Maatschappelijke participatie van kinderen
Het college heeft gemeend dat de maatschappelijke participatie van kinderen van groot belang is met het oog op een zelfredzame toekomst. In dat verband blijft het gewenst dat inkomensondersteuning ten behoeve van die participatie rechtstreeks aan zoveel mogelijk minderjarige kinderen van de doelgroep ten goede komt.
Kinderen mogen nooit de dupe zijn van financiële omstandigheden binnen het gezin. Zij moeten zorgeloos mee kunnen doen met leeftijdsgenootjes en deelnemen aan (sport)activiteiten die voor kinderen heel normaal zijn. Ook op school, zowel tijdens - en na schooltijd moet ieder kind kunnen meedoen.
Als maatschappelijke participatie goed is geregeld lopen kinderen geen risico op achterstand en/of sociale uitsluiting. Alle kinderen moeten onbezorgd zichzelf en hun talenten kunnen ontwikkelen.
De gemeente ontvangt van de overheid structureel Rijksmiddelen ter bestrijding van kinderarmoede. De insteek is dat het geld ‘in natura’ voor deze doelgroep wordt ingezet.
Samenwerking met Stichting Leergeld Land van Cuijk
Sinds 2017 werken de gemeenten binnen het Land van Cuijk samen met Stichting Leergeld en worden de Rijksmiddelen voor kinderarmoede door Leergeld in natura ingezet voor de doelgroep kinderen.
Stichting Leergeld Land van Cuijk werkt volgens de “Leergeldmethode”. Deze methode houdt in dat bij iedere aanvraag om hulp een huisbezoek plaatsvindt bij het betreffende gezin. Stichting Leergeld Land van Cuijk heeft een breed netwerk en onderhoudt contacten met lokale maatschappelijke organisaties.
Leergeld werkt samen met de andere landelijk bekende kinderfondsen en fungeert voor de gemeente als toegangspoort tot deze fondsen indien nodig.
De gemeente Land van Cuijk zet de samenwerking door en heeft daarvoor per 1 januari 2023 een overeenkomst met Stichting Leergeld Land van Cuijk gesloten. De kinderen kunnen zodoende mee blijven doen op verschillende vlakken zoals sport, school en cultuur.
De doelgroep betreft kinderen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar.
Enkele voorbeelden waarbij Leergeld kan ondersteunen zijn:
De hulp wordt ‘in natura’ aangeboden. Leergeld maakt daarvoor afspraken met scholen, ondernemers en onderhoudt contacten binnen het netwerk.
Op de website www.leergeldlandvancuijk.nl kan direct een aanvraag worden ingediend.
Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de Participatiewet, Awb of de Gemeentewet niet afzonderlijk te definiëren in deze regeling. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in de betreffende wetten ook deze regeling moet worden gewijzigd.
Ten aanzien van het beleid met betrekking tot de voorzieningen voor maatschappelijke participatie geldt dat deze uitsluitend betrekking mogen hebben op sociaal-culturele, educatieve of sportieve activiteiten. In artikel 1 lid 2 onderdeel d van deze regeling is bepaald dat onder sociaal-culturele, educatieve respectievelijk sportieve activiteit wordt verstaan: een maatschappelijke, educatieve, sportieve of culturele activiteit die beoogt een sociaal isolement te voorkomen of te doorbreken.
Er kan worden gedacht aan een lidmaatschap van een sportvereniging of toneelvereniging. Maar ook aan internet-, krant- of tijdschriftenabonnementen voor bijvoorbeeld senioren, waarmee deze op de hoogte blijven van de actualiteiten in- en om hen heen. Het college stelt een limitatieve lijst op met activiteiten waarvoor een tegemoetkoming gegeven kan worden. Zie hiervoor de toelichting bij artikel 5 van deze regeling
Artikel 1, lid 2 sub e van deze regeling ziet erop toe dat uitsluitend kosten in verband met maatschappelijke participatie in aanmerking komen voor een tegemoetkoming op grond van deze regeling. Het doel van maatschappelijke participatie is het tegengaan of voorkomen van een sociaal isolement.
In dit artikel is de kring van rechthebbenden beschreven. Voor bepaling van het recht op tegemoetkoming zijn de bepalingen uit de Wet werk en bijstand van overeenkomstige toepassing. De belangrijkste daarvan zijn de leefvorm, inkomen, vermogen en rechtmatig verblijf in Nederland. Studenten komen niet in aanmerking voor een tegemoetkoming, omdat ze door hun studie al voldoende meedoen aan de maatschappij.
Ten aanzien van het inkomen, geldt dat er een inkomensgrens is waarboven men van deelname aan de Reductieregeling uitgesloten is. Deze inkomensgrens is voor wat betreft artikel 2 lid 3 van deze regeling gemaximeerd op 120% van de geldende bijstandsnorm, hetzelfde percentage dat geldt voor nagenoeg alle andere vormen van individuele bijzondere bijstand.
Ten aanzien van vermogen, geldt er een vermogensgrens gelijk aan artikel 34 lid 2 Participatiewet. Mensen met een vermogen dat hoger ligt dan de toepasselijke vermogensgrens worden in principe uitgesloten van deelname aan de Reductieregeling.
In artikel 3 zijn de voorwaarden opgenomen om in aanmerking te komen voor de deelname aan de Reductieregeling. Hierbij wordt de doelgroep nader gespecificeerd en aan welke voorwaarden deze moet voldoen. In artikel 3 lid 2 van deze regeling is voorts bepaald dat uitsluitend kosten voor sociaal-culturele, educatieve respectievelijk sportieve activiteiten in verband met ‘maatschappelijke participatie’ zoals bedoeld in artikel 1 in aanmerking komen voor tegemoetkoming op grond van deze regeling. Zie in dit verband ook de toelichting bij artikel 1 van deze regeling.
Artikel 4. Maximale tegemoetkoming
Om de kosten van de Reductieregeling enigszins te kunnen beheersen is in artikel 4 onder lid 1 van deze regeling de maximale tegemoetkoming per gezinslid per kalenderjaar vastgelegd voor gezinnen, alleenstaande ouders en alleenstaanden. In lid 2 is een indexeringsbepaling opgenomen.
Omdat de uitvoering van het verstrekken van een tegemoetkoming is opgedragen aan het college worden ten behoeve van de uitvoering nadere beleidsregels gesteld. Deze beleidsregels dienen als handvat voor de uitvoering.
In artikel 5 lid 2 van deze regeling is bepaald dat de beleidsregels in ieder geval bepalingen van de te verstrekken kosten bevatten. Hierbij kan worden gedacht aan de kosten van:
In artikel 5 lid 3 is neergelegd dat een tegemoetkoming enkel verstrekt wordt op vertoon van bewijs van de kosten. Hierdoor wordt er gericht een tegemoetkoming verstrekt voor daadwerkelijke kosten en wordt het doel van de regeling, het maatschappelijke participeren, ook meetbaar en controleerbaar.
Artikel 5 lid 4 betreft een hardheidsclausule, onder verwijzing naar artikel 16 Participatiewet, waarbij het college bevoegd blijft om, in afwijking van deze regeling, indien de situatie daartoe noodzaakt, alsnog een tegemoetkoming te verstrekken op grond van deze regeling. Hiermee wordt de mogelijkheid gecreëerd voor het college om maatwerk te leveren in situaties die als zeer schrijnende betiteld kunnen worden en er in beginsel eigenlijk geen recht is op een tegemoetkoming. Dit wordt altijd individueel beoordeeld aan de hand van de situatie
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-25114.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.