Gemeenteblad van Uitgeest
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Uitgeest | Gemeenteblad 2023, 244621 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Uitgeest | Gemeenteblad 2023, 244621 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Beleidsregels schuldhulpverlening Zaffier
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
inwoner: de natuurlijke persoon of de zelfstandig ondernemer die als ingezetene op grond van de Wet basisregistratie personen is ingeschreven bij één van de gemeenten die zijn aangesloten bij Zaffier of ingezetenen zonder adres als bedoeld in artikel 1 Wet basisregistratie personen en die een beroep doet op schuldhulpverlening;
minnelijk traject: regeling tussen schuldenaar en schuldeisers gericht op een schuldbemiddeling of een schuldsanering/saneringskrediet in verband met aflossing van schulden gedurende 18 maanden waarbij een deel van de vorderingen wordt kwijtgescholden en waarbij de schuldhulpverlener optreedt als intermediair tussen schuldenaar en schuldeisers;
Artikel 2 Doelgroep schuldhulpverlening
Binnen de gemeenten die onderdeel uitmaken van Zaffier staat schuldhulpverlening open voor alle inwoners van 18 jaar en ouder.
Artikel 5 Aanbod traject schuldhulpverlening
De noodzaak voor schuldhulpverlening wordt in een beschikking vastgesteld. In het plan van aanpak, dat onderdeel is van de beschikking, wordt het aanbod schuldhulpverlening uitgewerkt en gemotiveerd. Het schuldhulpverleningstraject kan bestaan uit alle producten die de NVVK beschrijft in modules. Indien de producten of trajecten niet toereikend blijken, kan gekeken worden naar de inzet van andere vormen van dienstverlening als dit naar het oordeel van Zaffier noodzakelijk is.
Artikel 6 Verplichtingen klant
De klant is verplicht om alle medewerking te verlenen die nodig is om duurzaam schuldenvrij te worden. Daarom legt Zaffier in aanvulling op verplichtingen voortvloeiend uit artikel 6 en 7 van de wet in elk geval navolgende verplichtingen op die betrekking hebben op elke vorm van ondersteuning die het welslagen van de schuldhulpverlening bevordert en belemmeringen wegneemt:
Artikel 11 Fraude en strafrechtelijke boetes en schadevergoedingsmaatregelen
Bij bepaling van het aanbod schuldhulpverlening in situaties waarin sprake is van fraudeschulden, strafrechtelijke boetes of strafrechtelijke schadevergoedingsmaatregelen wordt rekening gehouden met de mate van opzet, de ontstaansdatum van de schuld, boete of maatregel, de mate van verwijtbaarheid en de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker.
Aldus vastgesteld op 11 mei 2023
Het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Zaffier
F. Ruiten
Vice Voorzitter
J. Mokveld
Secretaris
Toelichting op de beleidsregels Inleiding algemeen
De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) geeft de gemeente taken bij het geven van hulp bij schulden. De gemeente moet hiervoor een beleidsplan opstellen. In dit beleidsplan staat wat de gemeente doet om te voorkomen dat inwoners schulden opbouwen en hoe de gemeente helpt bij het oplossen van schulden
Wijziging Wgs vanaf 1 januari 2021
De Wgs is met ingang van 1 januari 2021 gewijzigd. Gemeenten krijgen met de wetswijziging de wettelijke taak om inwoners met beginnende schulden in een vroeg stadium actief te benaderen. De wetswijziging regelt de uitwisseling van persoonsgegevens ten behoeve van schuldhulpverlening en biedt tegelijkertijd waarborg voor naleving van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Het gaat specifiek om de mogelijkheid om persoonsgegevens uit te wisselen naar aanleiding van signalen over betalingsachterstanden op de vaste lasten huur, energie, zorgverzekering, water. Deze blijken de meest gebruikte voorspellers te zijn voor vroegsignalering. Op de gemeentelijke schuldhulpverlening is verder het Besluit van 6 juli 2020, houdende regels voor de uitvoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Besluit gemeentelijke schuldhulpverlening) van toepassing.
Traject minnelijke schuldregeling van 36 naar 18 maanden
De Eerste Kamer heeft op 7 februari 2023 ingestemd met de wijziging van de Faillissementswet ter verbetering van de doorstroom van de gemeentelijke schuldhulpverlening naar de wettelijke schuldregeling. Het is van belang dat de buitengerechtelijke schuldregeling (MSNP) en de wettelijke schuldregeling (Wsnp) op elkaar aansluiten en elkaar niet verdringen. Door het verkorten van de aflosperiode van de Msnp krijgen meer inwoners met problematische schulden zicht op een schuldenvrije toekomst. De duur van het traject minnelijke schuldregeling is verkort naar 18 maanden (was 36 maanden).
De uitvoering van de Wgs is door de deelnemende gemeenten gedelegeerd aan Zaffier.
Dit houdt in dat het dagelijks bestuur van Zaffier de beleidsregels mag vaststellen.
Deze beleidsregels zijn een nadere uitwerking van de Wgs en de nieuwe wijzigingen daarin met betrekking tot vroegsignalering en gegevensuitwisseling ten behoeve daarvan.
Achterliggende gedachte is dat Zaffier behoefte heeft aan heldere spelregels: de inwoner weet wat de voorwaarden zijn voor toelating tot de schuldhulpverlening, Zaffier weet wanneer zij toegang kan weigeren. Hierbij speelt mee dat de schuldhulpverleningspraktijk onder het regime van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) valt. Het is dan ook om juridische redenen van belang om regels met betrekking tot de toelating tot de schuldhulpverlening, het opleggen van verplichtingen en het weigeren van hulp vast te leggen.
Voor de toegang tot de gemeentelijke schuldhulpverlening is het van belang om te benadrukken dat weigering en beëindiging van een schuldhulpverleningstraject de minnelijke schuldhulpverlening betreft. In het voorstadium, wanneer (nog) geen aanvraag voor schuldhulpverlening is ingediend, kunnen inwoners altijd een beroep doen op een informatie en adviesgesprek en kan doorverwijzing naar ketenpartners plaatsvinden.
In dit artikel wordt een aantal begrippen omschreven.
Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening
Schuldhulpverlening staat in beginsel open voor alle inwoners van de gemeenten die onderdeel uitmaken van Zaffier van 18 jaar en ouder. Onder de doelgroep vallen ook zelfstandigen zonder personeel (zzp-ers), ondernemers met een eenmanszaak of een vennootschap onder firma (VOF) met schulden. Een specifiek doelgroepenbeleid wordt niet gevoerd.
Artikel 3. Gegevensuitwisseling, verwerking en gebruik van persoonsgegevens
Met dit artikel wordt duidelijk gemaakt welke persoonsgegevens Zaffier, indien noodzakelijk voor uitvoering van de taak, uit kan wisselen om de identiteit van betrokkene te bevestigen, de noodzaak tot schuldhulpverlening, vast te stellen en ondersteuning te bieden. Bij het uitwisselen van persoonsgegevens op basis van een signaal over betalingsachterstanden gaat het specifiek om vier vaste lasten (huur, energie, zorgverzekering, water).
Artikel 4. Aanvraag schuldhulpverlening
In dit artikel staat het onderscheid tussen aanmelding en aanvraag omschreven. Dit is van belang voor de afhandelingstermijn in het kader van de Awb. Een aanmelding om schuldhulpverlening start met een eerste gesprek. Het eerste gesprek dient plaats te vinden binnen vier weken nadat een inwoner zich heeft aangemeld voor schuldhulpverlening dan wel Zaffier een signaal heeft ontvangen van een betalingsachterstand en de inwoner het tot schuldhulpverlening heeft geaccepteerd. Bij een bedreigende situatie is dat drie dagen. Onder bedreigende situatie wordt verstaan gedwongen woningontruiming, beëindiging van de levering van gas, elektriciteit, stadsverwarming, water of opzegging dan wel ontbinding van de zorgverzekering,
Artikel 5. Aanbod schuldhulpverlening
Een gerichte en selectieve toepassing van schuldhulpverlening vraagt om maatwerk. De inzet van producten kan per situatie verschillen. Er worden in dit artikel factoren genoemd die bepalen in welke mate Zaffier één of meerdere producten schuldhulpverlening aanbiedt. Afhankelijk van de persoonlijke situatie wordt besloten welke dienstverlening vervolgens kan worden ingezet.
Om een aanbod voor een schuldregeling te krijgen, moet er sprake zijn van een problematische schuldensituatie. Een problematische schuldsituatie is de situatie waarin te voorzien is dat een natuurlijke persoon schulden niet zal kunnen blijven afbetalen of is gestopt met afbetalen.
Het aanbod schuldhulpverlening wordt afgestemd op de persoonlijke en financiële situatie van de belanghebbende. In sommige gevallen kan Zaffier niet of nauwelijks iets betekenen voor een aanvrager. Als iemand zo verslaafd is dat hij nieuwe schulden blijft maken dan kan dit een schuldhulpverleningstraject belemmeren. Bij beoordeling van het doen van een aanbod vindt een analyse plaats waarbij gekeken wordt of:
Als er sprake is van zogenaamde draaideurklanten die zich telkens weer tot Zaffier wenden voor schuldhulpverlening, dan kan Zaffier het aanbod hierop aanpassen dan wel kiezen om geen aanbod te doen. Beoordeling hiervan is maatwerk.
Als Zaffier besluit geen aanbod te doen, dan vindt waar mogelijk overdracht naar flankerende hulpverlening plaats (bijv. een bewindvoerder of welzijnsorganisatie).
Zaffier is lid van de NVVK. Zaffier is dan ook verplicht om zich aan de regels en de Algemene Voorwaarden te houden en dit uit te dragen naar de personen die een beroep doen op onderhavige wet.
Artikel 6. Verplichtingen Cliënt
In aansluiting op artikel 6 ‘inlichtingenplicht’ en artikel 7 ‘Medewerkingsplicht’ van de wet wordt met dit artikel de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de cliënt om tijdig de benodigde informatie te geven en medewerking te verlenen. Dit geldt zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject alsmede tijdens de nazorgfase. Deze verplichtingen worden schriftelijk vastgelegd.
Artikel 6 Wgs inlichtingenplicht
De cliënt doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op de op hem van toepassing zijnde schuldhulpverlening of voor de uitvoering van deze wet, voor zover gegevens over deze feiten en omstandigheden niet door het college kunnen worden verkregen.
Artikel 7 Wgs Medewerkingsplicht
Het college stelt bij de uitvoering van deze wet de identiteit van de cliënt vast aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1° tot en met 3°, van de Wet op de identificatieplicht.
Een ieder is verplicht aan het college desgevraagd een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht terstond ter inzage te verstrekken, voor zover dit redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van deze wet.
Naast de uit de wet voortvloeiende verplichtingen is in dit lid nog een aantal algemene verplichtingen verwoord, welke onder andere hun basis vinden in de overeenkomsten in het kader van schuldhulpverlening en de algemene voorwaarden. Dit is geen limitatieve opsomming.
Sub d: De inspanningsplicht om het (gezins)inkomen te verhogen kan door het verwerven van inkomsten naar zijn volledig arbeidscapaciteit, passende arbeid te aanvaarden of passende arbeid proberen te verkrijgen in de mate die redelijkerwijs van hem gevraagd kan worden. Maar ook door het aanvragen van inkomensvoorzieningen, alimentatie, heffingskortingen en belastingteruggave. Om schuldhulpverlening te doen slagen is de medewerking en de inzet van de inwoner nodig.
Schuldhulpverlening is maatwerk en om te komen tot het beoogde eindresultaat is de inzet van middelen en instrumenten per persoon verschillend. Naast de algemene uit de wet en voorgaand lid voortvloeiende verplichtingen kan het ook aan de orde zijn dat er nog extra verplichtingen, bijvoorbeeld met betrekking tot flankerende hulp, opgelegd moeten worden om het eindresultaat van een zo bestendig mogelijke, schuldenvrije situatie te bereiken. Een limitatieve opsomming hiervan is ongewenst omdat het aantal (combinaties van) instrumenten groot is.
Artikel 7. Beëindigen schuldhulpverlening
In deze bepaling is de (bestuursrechtelijke) beëindiging van het schuldhulpverleningstraject vastgelegd.
In het eerste lid zijn de situaties opgesomd wanneer van rechtswege het traject wordt beëindigd. De beëindiging is in dit geval evident en wordt daarom niet in een beschikking waar tegen bezwaar en beroep kan worden gemaakt, vastgelegd. Belanghebbende ontvangt voor zover mogelijk wel een schriftelijke bevestiging van de beëindiging. In het tweede en derde lid zijn situaties opgesomd wanneer een beëindigingsbeschikking wordt verzonden. Tegen deze beschikking staat bezwaar open.
In het derde lid, onderdelen a tot en met e zijn situaties beschreven waarbij de reden van beëindiging te wijten is aan belanghebbende. Het gaat daarbij om het niet nakomen van de inlichtingen- of de medewerkingsplicht. Betreffende onderdelen f en g, is er geen sprake van een verwijt, maar staan praktische bezwaren de verdere uitvoering van het schuldhulpverleningstraject in de weg. In de situatie zoals beschreven in onderdeel h is er sprake van gewijzigde omstandigheden of van pas na aanvang van het schuldhulpverleningstraject gebleken omstandigheden die een verdere schuldhulpverlening in de weg staan.
In onderdeel i is aangegeven dat ook de houding van schuldeisers tot beëindiging van het (minnelijk) traject kunnen leiden. In deze situaties beoordeelt Zaffier of de wettelijke mogelijkheden van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen van toepassing zijn waarmee via de rechter een dwangakkoord aan de schuldeisers kan worden opgelegd. Indien mogelijk gaat dan na positieve beslissing van de rechter het beëindigde minnelijke traject over in een wettelijk traject. Op dit traject zijn deze beleidsregels echter niet van toepassing. Hier gelden de regels van de WSNP.
Artikel 8. Weigeren van schuldhulpverlening
Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het Dagelijks Bestuur besluiten tot het weigeren van schuldhulpverlening. Hieronder worden de weigeringsgronden afzonderlijk toegelicht.
Verzoeker is vanwege in de persoon gelegen factoren niet in staat een schuldhulpverleningstraject te volgen
Hiermee worden in de persoon gelegen factoren bedoeld die het volgen van een schuldhulpverleningstraject in de weg staan: bijvoorbeeld een nog niet onder behandeling zijnde verslaving. Let op: als duidelijk is dat de in de persoon gelegen factoren een traject niet langer in de weg staan doordat verzoeker maatregelen gaat treffen of heeft getroffen waardoor een nieuwe terugval voorkomen wordt (bijvoorbeeld door ondersteuning van een hulpverlener/begeleider/familielid) kan toelating wel mogelijk zijn.
Uit houding en gedragingen van verzoeker blijkt ondubbelzinnig dat hij zijn beschikbare middelen niet wil gebruiken ter delging van zijn schulden, danwel dat hij op een andere wijze niet wil meewerken aan een schuldhulpverleningstraject.
Het gaat hierbij bijvoorbeeld om verzoekers die niet noodzakelijke uitgaven doen en weigeren hun uitgavenpatroon aan te passen aan hun inkomenssituatie (= een sluitende begroting op basis van de beslagvrije voet) door bijvoorbeeld hun auto te verkopen. Ook kan een aanbod tot schuldhulpverlening worden geweigerd als uit houding en gedrag van verzoeker ondubbelzinnig blijkt dat hij onvoldoende gemotiveerd is om aan de verplichtingen in het kader van de op te stellen overeenkomst te gaan voldoen. Bijvoorbeeld als hij aangeeft dat een ander zijn schuldenproblemen moet oplossen en hij zichzelf onvoldoende wil inzetten en/of niet lerend opstelt.
Verzoeker misdraagt zich ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het schuldhulpverleningstraject.
In de situatie dat een verzoeker zich ernstig heeft misdragen, zal gekeken worden naar de ernst van de gedraging, de mate van verwijtbaarheid en de persoonlijke omstandigheden van de betrokkene. Voorbeelden van uitingen van agressief gedrag zijn verbaal geweld (schelden), discriminatie, intimidatie (uitoefenen van psychische druk), zaakgericht geweld (vernielingen) en mensgericht fysiek geweld. Onder de term: ’zeer ernstige gedragingen’ kunnen diverse vormen van agressie worden verstaan, zij het dat er sprake moet zijn van verwijtbaarheid en van gedrag dat in het normale menselijke verkeer in alle gevallen als onacceptabel wordt beschouwd.
Wanneer verzoeker de belemmeringen heeft weggenomen als bedoeld in lid 1 onderdeel a en b, kan alsnog toegang worden verleend tot de schuldhulpverlening. Deze bepaling is opgenomen om duidelijkheid te verschaffen dat er in deze gevallen geen sprake is van een uitsluitingstermijn met een bepaalde tijdsduur maar van een voorwaardelijke uitsluitingstermijn. Wanneer duidelijk is dat er aan de voorwaarde is voldaan waardoor de belemmering is weggenomen of wordt opgevangen door bijvoorbeeld flankerende hulpverlening, kan vanaf dat moment alsnog toegang worden verleend tot de schuldhulpverlening.
Artikel 9. Hernieuwde aanvraag na beëindiging eerder traject
Dit artikel gaat over al dan niet toelaten tot de schuldhulpverlening, bij recidive. Daar waar een onevenredige situatie ontstaat voor de cliënt, kan van het bepaalde in artikel 8 afgeweken worden indien nodig (ingevolge artikel 9: de hardheidsclausule). Bijvoorbeeld als er redenen zijn die de cliënt niet waren toe te rekenen.
Nazorg is een onderdeel van het schuldhulpverleningstraject en start na afronding van de schuldregeling. Het is gericht op het voorkomen van terugval in oude gewoonten, die leidden tot het ontstaan van een (problematische) schuldensituatie, en draagt bij aan een bestendige financiële toekomst.
De klant wordt zowel voorafgaand aan het nazorgtraject als tijdens dit traject aangespoord om zelf een actieve houding aan te nemen. De vorm, waarin Zaffier nazorg biedt, is gebaseerd op een analyse van het daaraan voorafgaande traject, de onderliggende problematiek, de inmiddels bereikte resultaten en de prognose voor de toekomst. Dit wordt in een plan van aanpak “nazorg” omschreven. Nazorg duurt maximaal 12 maanden of zoveel korter naar het oordeel Zaffier.
Net als de voorgaande fases is ook de fase nazorg maatwerk en zal de inzet van middelen en instrumenten per persoon verschillend zijn. Een limitatieve opsomming hiervan is daarom niet aan de orde.
Artikel 11. Fraude en strafrechtelijke boetes en schadevergoedingsmaatregelen
De bepaling van het aanbod schuldhulpverlening in geval van fraude, strafrechtelijke boetes en schadevergoedingsmaatregelen, wordt in dit artikel nader uitgelegd.
Onder fraude wordt verstaan een opzettelijk handelen of nalaten waarbij misleiding wordt gebruikt om een wederrechtelijk voordeel te behalen ten koste van een bestuursorgaan. De aanwezigheid van fraudeschulden, strafrechtelijke boetes en schadevergoedingsmaatregelen is geen reden om toelating tot de schuldhulpverlening te weigeren. Bij het bepalen van het aanbod schuldhulpverlening wordt rekening gehouden met de mate van opzet, de ontstaansdatum, de mate van verwijtbaarheid en de persoonlijke situatie van de verzoeker. Er wordt bepaald welke vorm van schuldhulpverlening ingezet kan worden. Dit betreft een aangepast aanbod waarbij niet saneerbare vorderingen als fraudeschulden en de daarmee verband houdende onherroepelijke bestuurlijke sanctie mee kunnen lopen in de schuldregeling. Deze schulden komen gezien hun juridische karakter niet voor geheel of gedeeltelijke kwijtschelding in aanmerking waardoor deze na de regeling blijven bestaan. Echter door deze schulden mee te laten lopen in een schuldregeling kan er een oplossing worden geboden voor de aanwezige schuldenproblematiek inzake de overige schulden en wordt tevens al een gedeelte van de fraudeschuld en/of onherroepelijke bestuurlijke boete afgelost. Bij het succesvol verlopen van deze schuldregeling is de schuldensituatie inzake bovenstaande meer beheersbaar en overzichtelijk.
In het geval van een strafrechtelijke boetes of schadevergoedingsmaatregel behoort gezien het juridische karakter van de vordering en de daaruit volgende medewerking van desbetreffende schuldeiser, een schuldregeling niet tot de mogelijkheden. Echter kan verzoeker wel worden toegelaten tot de schuldhulpverlening waarbij verzoeker een passend aanbod wordt gedaan. Zo kan er bijvoorbeeld informatie en advies worden geboden of een traject Duurzame Financiële Dienstverlening worden ingezet om de situatie te stabiliseren en beheersbaar te maken.
Dit artikel geeft ruimte aan Zaffier om in bijzondere of onvoorziene gevallen ten gunste van de cliënt af te wijken van de regels zoals neergelegd in deze regeling wanneer de toepassing van de regels onevenredige gevolgen heeft voor de cliënt. Het gebruik hiervan moet worden beschouwd als uitzondering en niet als regel. Motivering voor de afwijking moet dan ook duidelijk worden gemaakt.
Dit artikel hoeft geen nadere toelichting
Dit artikel hoeft geen nadere toelichting
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-244621.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.