Verordening op de heffing en de invordering van Leges 2023

De raad van de gemeente Zeist;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 mei 2023

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

 

besluit:

 

vast te stellen de:

 

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • 1.

    ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • 2.

    ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • 3.

    ’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalenderrmaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • 4.

    ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • 5.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen en teruggaaf

  • 1.

    Leges worden niet geheven voor:

    • a.

      diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

    • b.

      diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

    • c.

      afgifte van attestaties de vita, nodig voor de ontvangst van pensioen.

  • 2.

    Teruggaaf van leges vindt plaats voor de hieronder genoemde activiteiten, onder de in Hoofdstuk 5 onder 2.5.6. van de Tarieventabel genoemde specificaties en voor de aldaar genoemde percentages:

    • a.

      de plaatsing van zonnepanelen op monumenten en op gebouwen in een monumentale structuur of in een beschermd dorpsgezicht;

    • b.

      investeringen in monumenten en in gebouwen in een monumentale structuur of in een beschermd dorpsgezicht ten behoeve van de duurzaamheid, uitgezonderd het aanbrengen van zonnepanelen;

    • c.

      de bouw van zelfstandige zonnepanelen:

    • d.

      het isoleren van woningen en andere gebouwen, boven de eisen van het Bouwbesluit,

      • 1.

        aan de buitenkant van een bestaande gevel,

      • 2.

        aan de buitenkant van een bestaand dak, of

      • 3.

        bij verbouw waarbij het bouwwerk wordt vergroot;

    • e.

      nieuwbouw van woningen, waarvoor van het bestemmingsplan niet hoeft te worden afgeweken, voor zover de leges betrekking hebben op investeringen die tot een grotere duurzaamheid leiden dan door het bouwbesluit wordt vereist;

    • f.

      nieuwbouw, waarvoor van het bestemmingsplan moet worden afgeweken, van nul-op-de-meter-woningen;

    • g.

      nieuwbouw, waarvoor van het bestemmingsplan wordt afgeweken, van energieneutrale utiliteitsbouw.

  • 3.

    Per activiteit of bundel van activiteiten, aangevraagd met dezelfde aanvraag om omgevingsvergunning, is lid 2 maximaal één keer van toepassing.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen dertig dagen na de dagtekening van de kennisgeving;

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      onderdelen 1.4.5 en 1.4.6 (verstrekkingen uit de basisregistratie personen met behulp van alternatieve media of schriftelijk);

    • 4.

      onderdeel 1.9.1.1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      paragraaf 1.16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1.

    De “Geconsolideerde Legesverordening 2023” vastgesteld bij raadsbesluit van 15 december 202, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan

  • 2.

    En met dien verstande dat de “Legesverordening 2022” vastgesteld bij raadsbesluit van 9 november 2021, laatstelijk gewijzigd op 14 december 2021, met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.”.

  • 3.

    De in de tarieventabel in Hoofdstuk 2, genoemde UAV wordt bekendgemaakt door terinzagelegging op het gemeentehuis, Het Rond 1 te Zeist alsmede ten kantore van de BghU, Stadsplateau 1 te Utrecht.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 juli 2023.

  • 3.

    De in hoofdstuk 2 van de tarieventabel genoemde Roeblijst (Bijlage A) en tarievenlijst Mooisticht (Bijlage B) worden bekendgemaakt door terinzagelegging op het gemeentehuis, Het Rond 1 te Zeist alsmede ten kantore van de BghU, Stadsplateau 1 te Utrecht.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: 1e wijziging op de Geconsolideerde Legesverordening 2023.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 23 mei 2023.

mr. J. Janssen,

griffier

D.H. van Ginkel,

plv. voorzitter

Bijlage 1: Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2023

 

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2023

 

Indeling tarieventabel

 

Hoofdstuk 1

Algemene dienstverlening

Paragraaf 1.1

Burgerlijke stand

Paragraaf 1.2

Reisdocumenten

Paragraaf 1.3

Rijbewijzen

Paragraaf 1.4

Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

Paragraaf 1.5

Verstrekkingen uit het Kiezersregister

Paragraaf 1.6

Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens (vervallen)

Paragraaf 1.7

Bestuursstukken

Paragraaf 1.8

Vastgoedinformatie (vervallen)

Paragraaf 1.9

Overige publiekszaken

Paragraaf 1.10

Gemeentearchief

Paragraaf 1.11

Huisvestingswet

Paragraaf 1.12

Leegstandwet

Paragraaf 1.13

Gemeentegarantie en gemeentelijke lening

Paragraaf 1.14

Marktstandplaatsen (vervallen)

Paragraaf 1.15

Vervallen

Paragraaf 1.16

Kansspelen

Paragraaf 1.17

Kinderopvang (vervallen)

Paragraaf 1.18

Telecommunicatie en overige kabels en leidingen

Paragraaf 1.19

Verkeer en vervoer

Paragraaf 1.20

Diversen

 

Hoofdstuk 2

Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Paragraaf 2.1

Begripsomschrijvingen

Paragraaf 2.2

Vooroverleg/beoordelen conceptaanvraag

Paragraaf 2.3

Omgevingsvergunning

Paragraaf 2.4

Vermindering

Paragraaf 2.5

Teruggaaf

Paragraaf 2.6

Intrekking omgevingsvergunning

Paragraaf 2.7

Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Paragraaf 2.8

Bestemmingsplanherziening en wijzigingsplan

Paragraaf 2.9

Sloopmelding (vervallen)

Paragraaf 2.10

In deze titel niet benoemde beschikking

 

Hoofdstuk 3

Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Paragraaf 3.1

Horeca

Paragraaf 3.2

Organiseren evenementen of markten

Paragraaf 3.3

Prostitutiebedrijven

Paragraaf 3.4

Splitsingsvergunning woonruimte

Paragraaf 3.5

Leefmilieuverordening

Paragraaf 3.6

Winkeltijdenwet (vervallen)

Paragraaf 3.7

In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

Hoofdstuk 1

Algemene dienstverlening

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Tarief 2023

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op vast aangewezen locaties:

1.1.1.1

van maandag t/m vrijdag vanaf 09:00 uur tot 17:00 uur

479,05

1.1.1.2

van maandag t/m vrijdag, op een ander tijdstip dan tussen 09:00 uur en 17:00 uur, 1,25 maal het tarief van het voor die dag bepaalde

598,75

1.1.1.3

op zaterdag vanaf 09.00 uur tot 17.00 uur

564,15

1.1.1.4

op zaterdag, op een ander tijdstip dan tussen 09.00 uur en 17.00 uur, 1,25 maal het tarief van het voor die dag bepaalde

705,10

1.1.1.5

op zondag vanaf 12.00 uur tot 17.00 uur

940,15

1.1.2

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap voor een éénmalig aangewezen locatie, op de hierna vermelde tijden:

1.1.2.1

van maandag t/m vrijdag vanaf 09:00 uur tot 17:00 uur

718,55

1.1.2.2

van maandag t/m vrijdag, op een ander tijdstip dan tussen 09:00 uur en 17:00 uur, 1,25 maal het tarief van het voor die dag bepaalde

898,15

1.1.2.3

op zaterdag van 09.00 uur tot 17.00 uur

846,15

1.1.2.4

op zaterdag, op een ander tijdstip dan tussen 09.00 uur en 17.00 uur, 1,25 maal het tarief van het voor die dag bepaalde

1.057,65

1.1.2.5

op zondag vanaf 12.00 uur tot 17.00 uur

1.410,25

1.1.3

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis, ingevolge artikel 64, boek 1 van het Burgerlijk Wetboek:

1.1.3.1

van maandag t/m vrijdag vanaf 09:00 uur tot 17:00 uur

479,05

1.1.3.2

van maandag t/m vrijdag, op een ander tijdstip dan tussen 09:00 uur en 17:00 uur, 1,25 maal het tarief van het voor die dag bepaalde

598,75

1.1.3.3

op zaterdag vanaf 09.00 uur tot 17.00 uur

564,15

1.1.3.4

op zaterdag, op een ander tijdstip dan tussen 09.00 uur en 17.00 uur, 1,25 maal het tarief van het voor die dag bepaalde

705,10

1.1.3.5

op zondag 12.00 uur tot 17.00 uur

940,15

1.1.4

Het tarief voor eenvoudig trouwen bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, in het gemeentehuis op woensdag om 10:30 uur en om 11:00 uur

206,85

1.1.5

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, in een spreekkamer in het gemeentehuis

105,45

1.1.6

Kosteloze voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap, als bedoeld in artikel 4 van de Wet rechten burgerlijke stand, voor bewoners van de gemeente, vindt uitsluitend plaats in het gemeentehuis op maandagen om 10.30 uur en 11.00 uur

1.1.7

Vervallen.

1.1.8

Het tarief voor het getuige zijn bij een huwelijk, ingevuld door een ambtenaar van de gemeente, bedraagt

21,25

1.1.9

Het tarief bedraagt voor de verstrekking van een (duplicaat van) trouwboekje of partnerschapsboekje

41,85

1.1.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot vertrekking van een lijst waarop zijn vermeld:

1.1.10.1

alle op één dag, in één week of in één maand geborenen en/of overledenen, voor zover voor plaatsing op die lijst toestemming is verleend, voor elk op die lijst vermelde aangifte

39,00

Tarief 2023

1.1.10.2

alle op één dag, in één week of in één maand getrouwde paren of geregistreerde partners, als voor plaatsing op die lijst toestemming is verleend, voor elk op die lijst vermeld paar

39,00

1.1.11

het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement op het geregeld eenmaal per week verstrekken van lijsten als bedoeld in 1.1.10.1 en 1.1.10.2, zonder opgave van adres

310,20

1.1.12

Vervallen

1.1.13

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

1.1.14.1

Gebruik van de trouwzaal van maandag tot vrijdag van 9.00 tot 17.00

200,00

1.1.14.2

Gebruik van de trouwzaal van maandag tot vrijdag na 17.00

250,00

1.1.14.3

Gebruik van de trouwzaal op zaterdag en zondag van 9.00 tot 17.00

250,00

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

1.2.

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

1.2.1

van een nationaal paspoort:

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

77,75

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

58,80

1.2.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

77,75

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

58,80

1.2.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

77,75

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

58,80

1.2.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

58,80

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

70,30

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

37,95

1.2.6

van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon

34,25

1.2.7

voor de versnelde uitreiking van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die onderdelen genoemde bedragen

53,00

1.2.8

Voor het op verzoek van de aanvrager laten bezorgen van het reisdocument worden geen kosten berekend.

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

48,15

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een versnelde uitreiking vermeerderd met

34,10

1.3.3

Voor het op verzoek van de aanvrager laten bezorgen van het rijbewijs worden geen kosten berekend.

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

Tarief 2023

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17,tweede lid van het besluit Basisregistratie Personen, per verstrekking

7,50

1.4.2.2

tot het verstrekken van een afschrift van de persoonslijst (uitgezonderd de wettelijk voorgeschreven eerste levering)

9,65

1.4.3

Niet van toepassing

1.4.4

Niet van toepassing

1.4.5

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens met behulp van alternatieve media bedoeld in artikel 16, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen

25,80

1.4.6

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen

8,55

1.4.7

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier

21,25

Paragraaf 1.5 (vervallen)

Paragraaf 1.6 (vervallen)

Paragraaf 1.7 Bestuursstukken

begroting, jaarrekening

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.7.1.1

een afschrift van de gemeentebegroting

49,80

1.7.1.2

een afschrift van de gemeenterekening

77,60

raadsstukken, raadsverslagen

1.7.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.7.2.1

tot het verstrekken van:

1.7.2.1.1

een afschrift van het verslag van een raadsvergadering, per pagina

0,30

1.7.2.1.2

een afschrift van de stukken behorende bij een raadsvergadering, per pagina

0,30

1.7.2.2

tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar:

1.7.2.2.1

op de verslagen van de raadsvergaderingen

29,15

1.7.2.2.2

op de stukken behorende bij de raadsvergaderingen

40,65

1.7.2.3

voor toezending van de onder 1.7.2.2.1 en 1.7.2.2.2 bedoelde bescheiden

86,75

commissiestukken, commissieverslagen

1.7.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.7.3.1

tot het verstrekken van:

1.7.3.1.1

een afschrift van het verslag van een vergadering van een raadscommissie, per pagina

0,30

1.7.3.1.2

een afschrift van de stukken behorende bij een vergadering van een raadscommissie, per pagina

0,30

1.7.3.2

tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar:

1.7.3.2.1

op de verslagen van de vergaderingen van een raadscommissie

14,90

1.7.3.2.2

op de stukken behorende bij de vergaderingen van een raadscommissie

35,15

1.7.3.3

voor toezending van de onder 1.7.3.2.1 en 1.7.3.2.2 bedoelde bescheiden

86,75

 

Tarief 2023

gemeentebladen, verordeningen

1.7.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.7.4.1

tot het verstrekken van het gemeenteblad, per pagina

0,30

1.7.4.2

tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar op het gemeenteblad

23,65

1.7.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.7.5.1

een afschrift van de bouwverordening met toelichting

103,60

1.7.5.2

een afschrift van de brandbeveiligingsverordening

134,65

Paragraaf 1.8 (vervallen)

Paragraaf 1.9 Overige publiekszaken

1.9.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.9.1.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag

41,35

1.9.1.2

Tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn

16,50

1.9.1.3

tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap

16,50

1.9.1.4

tot het verkrijgen van een uittreksel uit het GBA

16,50

1.9.1.5

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

6,45

1.9.1.6

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening t.b.v. een bewijs van garantstelling en/of particuliere logiesverstrekking (per formulier).

6,45

1.9.2

Voor het in behandeling nemen van een verzoek als bedoeld in artikel 13 van de Rijkswet op het Nederlanderschap geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het vigerende Besluit optie- en naturalisatiegelden (o.a: verkrijging van Nederlanderschap).

Paragraaf 1.10 Gemeentearchief

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken (w.o. gemeentelijke bouwdossiers jonger dan 20 jaar), voor ieder daaraan besteed half uur, of een gedeelte daarvan, ongeacht het resultaat

42,55

1.10.1.a

Indien met de onder 1.10.1 bedoelde verrichtingen naar verwachting meer tijd is gemoeid dan een half uur, wordt vooraf met de opdrachtgever overleg gepleegd over aard en omvang van de opdracht.

1.10.2

Onverminderd het bepaalde onder 1.10.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

1.10.2.1

een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina

0,95

1.10.2.2

een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk

7,30

Paragraaf 1.11 Huisvestingswet

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.11.1

tot het verkrijgen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014

42,55

1.11.2

tot het verkrijgen van een vergunning tot gehele of gedeeltelijke onttrekking van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014

606,60

1.11.3

tot het verkrijgen van een vergunning tot samenvoeging van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder b, van de Huisvestingswet 2014

606,60

1.11.4

tot het verkrijgen van een vergunning tot omzetting van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014

606,60

Tarief 2023

1.11.5

tot het verkrijgen van een vergunning om woonruimte te verbouwen tot twee of meer woonruimten als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder d, van de Huisvestingswet 2014

606,60

1.11.6

Om urgentie als bedoeld in artikel 2.5.2 van de Huisvestingsverordening

83,80

1.11.7

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning opkoopbescherming als bedoeld in artikel 41 Huisvestingswet 2014

203,25

1.11.a

Huisnummers

1.11.a.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om toekenning, respectievelijk vernummering van de huisnummers bedraagt:

1.11.a.2

als de aanvraag één huisnummer betreft:

89,15

1.11.a.3

als de aanvraag maximaal vijf huisnummers betreft, per toe te kennen of te wijzigen huisnummer:

44,55

1.11.a.4

als de aanvraag meer dan vijf huisnummers betreft, per toe te kennen of te wijzigen huisnummer:

22,25

Paragraaf 1.12 Leegstandwet

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.12.1

tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

109,15

1.12.2

tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vijfde lid, van de Leegstandwet

54,60

Paragraaf 1.13 Gemeentegarantie en gemeentelijke lening

1.13

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.13.1

tot het verkrijgen van een gemeentegarantie of gemeentelijke lening

128,90

1.13.2

tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde of verstrekte geldlening

128,90

Paragraaf 1.14 (vervallen)

Paragraaf 1.15 Vervallen

Paragraaf 1.16 Kansspelen

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

1.16.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

56,50

1.16.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

79,00

en voor ieder volgende kansspelautomaat

34,00

1.16.1.a

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning voor onbepaalde tijd, in een inrichting bestemd om publiek de gelegenheid te geven een spel d.m.v. kansspelautomaten te beoefenen als bedoeld in artikel 30c lid 1, onder b, van de Wet op de kansspelen.

1.16.1.a.1

een basisbedrag van

226,50

Tarief 2023

1.16.1.a.2

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat

226,50

en voor iedere volgende kasspelautomaat

136,00

1.16.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

42,55

Paragraaf 1.17 Kinderopvang (vervallen)

Paragraaf 1.18 Telecommunicatie en overige kabels en leidingen

1.18.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 2:11, lid 2 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de aanleg van kabels, c.q. leidingen, of ter zake van het in behandeling nemen van een melding in verbrand met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.2, derde lid, van de Telecommunicatiewet, per locatie:

1.18.1.1

voor een tracé met een lengte tot 25m

255,40

1.18.1.2

voor een tracé met een lengte vanaf 25 m tot 1.000 m

330,30

1.18.1.3

voor een tracé met een lengte vanaf 1.000 m

1.538,50

Paragraaf 1.19 Verkeer en vervoer

1.19.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.19.1.1

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV, Stb. 459) voor zover noodzakelijk voor en direct samenhangend met de uitvoering van bijzondere transporten

30,80

1.19.1.2

tot het verkrijgen van een ontheffing volgens artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV, Stb. 459) anders dan volgens onderdeel 1.19.1.1

38,85

1.19.1.3

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

30,80

1.19.1.4

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

38,85

1.19.1.5

tot wijziging van een gehandicaptenparkeerkaart

19,45

1.19.1.6

tot afgifte van een duplicaat gehandicaptenparkeerkaart, in geval van diefstal en op vertoon van proces verbaal

19,45

1.19.1.7

tot afgifte van een duplicaat gehandicaptenparkeerkaart, anders dan genoemd in 1.19.1.6

58,25

1.19.2

Voor een geneeskundig onderzoek ten behoeve van de aanvraag als bedoeld in 1.19.1.4 wordt afzonderlijk in rekening gebracht

88,60

1.19.3

Bij het niet op het juiste tijdstip verschijnen voor het geneeskundig onderzoek als bedoeld in 1.19.2 wordt in rekening gebracht

49,45

1.19.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een besluit tot het plaatsen van Bord E6 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV, Stb. 459)

38,85

Paragraaf 1.20 Diversen

Overige vergunningen

1.20.1.1

Ventvergunningen (vervallen)

1.20.1.2

Uitoefenen beroep of bedrijf/diversen (vervallen)

Tarief 2023

Brandweer

1.20.1.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot ontheffing van het verbod volgens artikel 5.34 van de Apv (stookverbod):

1.20.1.4.1

voor een tijdelijke ontheffing:

42,55

1.20.1.4.2

voor een doorlopende ontheffing:

85,15

Gebruik gemeentegrond

1.20.1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verstrekken van een vergunning (gebruik gemeentegrond) volgens artikel 2.10 van de Apv per kwartier ambtelijke inzet of een deel daarvan

18,30

met een minimum bedrag per vergunning van

41,05

Vangnetbepalingen

1.20.1a

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verkrijging van ontheffing van enigerlei bepaling van de Apv, voor zover niet in deze tabel genoemd

42,55

1.20.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.20.2.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

7,30

1.20.2.2

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

1.20.2.2.1

per pagina op papier van A4-formaat, of kleiner

0,30

1.20.2.2.2

per pagina op papier groter dan A4-formaat

0,75

1.20.2.3

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.20.2.1 en 1.20.2.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk:

1.20.2.3.1

van A4-formaat, of kleiner

1,20

1.20.2.3.2

groter dan A4-formaat

2,45

1.20.2.4

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders onder Titel 1 of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

42,55

1.20.2.5

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders onder Titel 1 of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

7,30

1.20.3

Voor zover niet elders in deze tabel een tarief is opgenomen of een ander wettelijk voorschrift geldt, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.20.3.1

voor het verrichten van onderzoek in bij de gemeente berustende documenten of bestanden, ongeacht het resultaat, door een daartoe bevoegde ambtenaar; per half uur of een gedeelte daarvan

42,55

1.20.3.2

Indien met de onder 1.20.3.1 bedoelde verrichtingen naar verwachting meer tijd is gemoeid dan een half uur, wordt vooraf met de opdrachtgever over aard en omvang van de opdracht overleg gevoerd.

1.20.4.1

Voor zover niet elders in deze tabel opgenomen, wordt als de aanvrager verzoekt om toezending van in deze tabel genoemde stukken, de daarvoor verschuldigde leges verhoogd met het door de posterijen gehanteerde tarief voor ieder poststuk dat meer weegt dan 20 gram, tenzij aangetekend of per expresse verzonden, in welk geval de kosten daarvan in rekening worden gebracht

1.20.4.2

De aanvrager wordt geïnformeerd over deze kosten voordat de aanvraag in behandeling genomen wordt.

 

Titel 2

Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ Omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1

Begripsomschrijvingen

Tarief

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

aanlegkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.2

bouwkosten:

de bouwkosten die worden berekend aan de hand van de ‘ROEB-lijst’ (Regionaal Overleg Eindhoven Bouwtoezicht), zoals opgenomen in de bijlage A bij deze tarieventabel. Voor zover deze ‘ROEB-lijst’ niet voorziet in een passende hoofcategorie (vetgedrukt in de lijst) wordt onder bouwkosten verstaan: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012;Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk. In dit laatste geval zullen de overgelegde gegevens getoetst worden aan hun wettelijke kaders. Wanneer deze raming ontbreekt gaat het om de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, exclusief de omzetbelasting.

2.1.1.3

exploitatieplan:

een plan als bedoeld in artikel 6.12, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening

2.1.1.4

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2

Vooroverleg/beoordelen conceptaanvraag

2.2

Omgevingsoverleg

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

2.2.1

Ruimtelijke verkenning

2.2.1.1

Voor elk omgevingsoverleg bestaande uit twee disciplines (toets wenselijkheid initiatief) met als uitkomst het ambtelijk advies

€ 500,00

2.2.1.2

per in te schakelen interne discipline verhoogd met:

€ 250,00

2.2.2

Conceptaanvraag

2.2.2.1

Voor elke conceptaanvraag (toets wenselijkheid initiatief) met als uitkomst het bestuurlijk standpunt ten aanzien van de conceptaanvraag

2.2.2.2

Indien de bouwkosten € 100.000 of minder bedragen:

€ 2.500,00

2.2.2.3

Indien de bouwkosten meer dan € 100.000, maar niet meer dan € 1.000.000,- bedragen:

€ 5.000,00

2.2.2.4

Indien de bouwkosten meer dan € 1.000.000,- bedragen

€ 7.500,00

2.2.3

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk, als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, wordt, indien in het kader van een ruimtelijke verkenning of conceptaanvraag een andere in dit hoofdstuk opgenomen dienst dient te worden uitgevoerd, het tarief voor de ruimtelijke verkenning of conceptaanvraag vermeerderd met de leges zoals vermeld in deze tarieventabel voor die betreffende dienst of diensten

Hoofdstuk 3

Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.3.1

Bouwactiviteiten

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.1.1.1

indien de bouwkosten € 10.000,- of minder bedragen

voor elke € 500,- bouwkosten of een gedeelte daarvan

€ 45,00

met een minimum bedrag per vergunning van

€ 500,00

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten meer dan € 10.000,-, maar niet meer dan € 50.000,- bedragen:

een bedrag van

€ 900,00

vermeerderd met een bedrag van

€ 35,00

voor elke € 500,- bouwkosten of een gedeelte daarvan, dat de €10.000,- aan bouwkosten overstijgt;

2.3.1.1.3

indien de bouwkosten meer dan € 50.000,-, maar niet meer dan € 300.000,- bedragen:

een bedrag van

€ 3.700,00

vermeerderd met een bedrag van

€ 34,50

voor elke € 500,- bouwkosten of een gedeelte daarvan, dat de € 50.000,- aan bouwkosten overstijgt;

2.3.1.1.4

indien de bouwkosten meer dan € 300.000,-, maar niet meer dan € 1.000.000,- bedragen:

een bedrag van

€ 20.950,00

vermeerderd met een bedrag van

€ 30,00

voor elke € 500,- bouwkosten of een gedeelte daarvan, dat de € 300.000,- aan bouwkosten overstijgt;

2.3.1.1.5

indien de bouwkosten meer dan € 1.000.000,-, maar niet meer dan € 5.000.000,- bedragen:

een bedrag van

€ 62.950,00

vermeerderd met een bedrag van

€ 15,00

voor elke € 500,- bouwkosten of een gedeelte daarvan, dat de € 1.000.000,- aan bouwkosten overstijgt;

2.3.1.1.6

indien de bouwkosten meer dan € 5.000.000,-, maar niet meer dan € 10.000.000,- bedragen:

een bedrag van

€ 182.950,00

vermeerderd met een bedrag van

€ 3,00

voor elke € 500,- bouwkosten of een gedeelte daarvan, dat de € 5.000.000,- aan bouwkosten overstijgt.

2.3.1.1.7

indien de bouwkosten meer dan € 10.000.000,-, maar niet meer dan € 20.000.000,- bedragen:

een bedrag van

€ 212.950,00

vermeerderd met een bedrag van

€ 3,00

voor elke € 500,- bouwkosten of een gedeelte daarvan, dat de € 10.000.000,- aan bouwkosten overstijgt.

2.3.1.1.8

indien de bouwkosten meer dan € 20.000.000,-, maar niet meer dan € 40.000.000,- bedragen:

een bedrag van

€ 272.950,00

vermeerderd met een bedrag van

€ 3,00

voor elke € 500,- bouwkosten of een gedeelte daarvan, dat de € 20.000.000,- aan bouwkosten overstijgt

indien de bouwkosten meer dan € 40.000.000,- bedragen:

€ 392.950,00

Achteraf ingediende aanvraag

2.3.1.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit, waarvoor een omgevingsvergunning verplicht is: van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

10%

met een minimum van € 250,00 en een maximum van € 1.000,00

2.3.2

Aanlegactiviteiten

2.3.2.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, is het tarief

€ 850,00

Achteraf ingediende aanvraag

2.3.2.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.2.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de aanlegactiviteit, waarvoor een omgevingsvergunning verplicht is: van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges

10%

met een minimum van € 250,00 en een maximum van € 1.000,00

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouw

2.3.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 wordt, indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo of een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): bedraagt het tarief

€ 750,00

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking) bedraagt het tarief:

2.3.3.2.1

indien de bouw-/aanlegkosten niet meer dan € 10.000 bedragen, het bedrag van

€ 325,00

2.3.3.2.2

indien de bouw-/aanlegkosten meer dan € 10.000, maar niet meer dan € 100.000 bedragen, het bedrag van

€ 750,00

2.3.3.2.3

indien de bouw-/aanlegkosten meer dan € 100.000, maar niet meer dan € 200.000 bedragen, het bedrag van

€ 1.500,00

2.3.3.2.4

indien de bouw-/aanlegkosten meer dan € 200.000, maar niet meer dan € 500.000 bedragen, het bedrag van

€ 3.000,00

2.3.3.2.5

indien de bouw-/aanlegkosten meer dan € 500.000, maar niet meer dan € 1.000.000 bedragen, het bedrag van

€ 6.000,00

2.3.3.2.6

indien de bouw-/aanlegkosten meer dan € 1.000.000, maar niet meer dan € 2.500.000 bedragen, het bedrag van

€ 9.000,00

2.3.3.2.7

indien de bouw-/aanlegkosten meer dan € 2.500.000 bedragen, het bedrag van

€ 15.000,00

2.3.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse grote afwijking), Bedraagt het tarief:

€ 37.500,00

2.3.3.4

Artikelnummer niet in gebruik

2.3.3.5

Artikelnummer niet in gebruik

2.3.3.6

Artikelnummer niet in gebruik

2.3.3.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): bedraagt het tarief;

€ 2.126,30

2.3.3.8

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): bedraagt het tarief

€ 2.126,30

2.3.3.9

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) bedraagt het tarief

€ 2.126,30

2.3.3.10

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit) bedraagt het tarief

€ 2.126,30

2.3.3.11

Indien nog geen sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning dient voor de bepaling van de verschuldigde leges in de onderdelen 2.3.3.3.1 en 2.3.3.3.2 te worden uitgegaan van de raming van de bouw-aanlegkosten van de voorzieningen die in de omgevingsvergunning met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º van de Wabo zijn opgenomen, een en ander overeenkomstig het bepaalde in onderdeel 2.1.1.1 en 2.1.1.2.

2.3.4

Artikelnummer niet in gebruik

2.3.4.a

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

2.3.4.a.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.4.a.1.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 750,00

2.3.4.a.1.2

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking)

2.3.4.a.1.2.1

bij een bruto vloeroppervlakte van niet meer dan 75 m2

€ 750,00

2.3.4.a.1.2.2

bij een bruto vloeroppervlakte van meer dan 75 m2, maar niet meer dan 150 m2

€ 1.500,00

2.3.4.a.1.2.3

bij een bruto vloeroppervlakte van meer dan 150 m2, maar niet meer dan 350 m2

€ 3.000,00

2.3.4.a.1.2.4

bij een bruto vloeroppervlakte van meer dan 350 m2, maar niet meer dan 1.000 m2

€ 6.000,00

2.3.4.a.1.2.5

bij een bruto vloeroppervlakte van meer dan 1.000 m2, maar niet meer dan 2.500 m2

€ 9.000,00

2.3.4.a.1.2.6

bij een bruto vloeroppervlakte van meer dan 2.500 m2

€ 15.000,00

2.3.4.a.1.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse grote afwijking) Inclusief het ter inzage leggen wordt gelegd op grond van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht:

2.3.4.a.1.3.1.1

bij een bruto vloeroppervlakte van niet meer dan 75 m2

€ 3.950,00

2.3.4.a.1.3.1.2

bij een bruto vloeroppervlakte van meer dan 75 m2, maar niet meer dan 150 m2

€ 4.700,00

2.3.4.a.1.3.1.3

bij een bruto vloeroppervlakte van meer dan 150 m2, maar niet meer dan 350 m2

€ 6.200,00

2.3.4.a.1.3.1.4

bij een bruto vloeroppervlakte van meer dan 350 m2, maar niet meer dan 1.000 m2

€ 9.200,00

2.3.4.a.1.3.1.5

bij een bruto vloeroppervlakte van meer dan 1.000 m2, maar niet meer dan 2.500 m2

€ 12.200,00

2.3.4.a.1.3.1.6

bij een bruto vloeroppervlakte van meer dan 2.500 m2

€ 18.200,00

2.3.4.a.1.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 2.126,25

2.3.4.a.1.5

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 2.126,25

2.3.4.a1.6

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving)

€ 2.126,25

2.3.4.a.1.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit)

€ 2.126,25

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

2.3.5.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

een tarief van

€ 472,50

2.3.5.2

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een bestaande gebruiksvergunning is gelijk aan het tarief bedoeld onder 2.3.5.1.

2.3.5.3

Het tarief bedraagt voor een aanvraag tot vervanging van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.3.5.1 indien de bestaande vergunning in het ongerede is geraakt:

2.3.5.3.1

een basisbedrag van:

€ 472,50

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

2.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of artikel 10 van de gemeentelijke Erfgoedverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen, het herstellen, wijzigen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 250,00

2.3.6.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of artikel 10 van de gemeentelijke Erfgoedverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 250,00

2.3.6.3

Onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.1.1 en 2.3.6.1 of als er sprake is van een bouw- of aanlegactiviteit welke is gelegen binnen een beschermd stads-of dorpsgezicht wordt, indien de aanvraag ter beoordeling in handen wordt gesteld van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit, het tarief verhoogd overeenkomstig het daarvoor geldende tarief van MooiSticht. Per uur Conform bijlage B:

€ 112,00

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

2.3.7.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.7.1.1

in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo:

€ 250,00

Aanleggen of veranderen weg

2.3.8

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo in samenhang met het provinciaal wegenreglement of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 92,00

2.3.9

Uitweg/inrit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van artikel 2.12 van de Apv en het uitwegenbeleid van de gemeente Zeist. Een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 550,00

2.3.10

Kappen

2.3.10.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met de Bomenverordening 2016, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 250,00

2.3.10.2

dit bedrag wordt per boom verhoogd met:

€ 24,60

2.3.11

Opslag van roerende zaken

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder j of k, van de Wabo in samenhang met artikel 2:10, derde lid, van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 250,00

2.3.12

Natura 2000-activiteiten

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit ruimtelijke ordening (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 243,70

2.3.13

Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 243,70

2.3.13.a

Ontheffing hogere grenswaarden

Indien de aanvraag tot het verlenen van een ontheffing betrekking heeft op een hogere grenswaarden zoals bedoeld in de Wet geluidshinder bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 1.477,50

2.3.14

Andere activiteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

2.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 243,70

2.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.14.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft

€ 243,70

2.3.14.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft

€ 243,70

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

2.3.16

externe adviezen

2.3.16.1

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een een advies moet worden gevraagd, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.16.1.1

Welstand

2.3.16.1.1.1

voor een advies van de de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, de tarieven zoals opgenomen in Bijlage B:

2.3.16.1.1.2

Per behandeling in de gemeentelijke adviescommissie (CRK) over andere aspecten dan bedoeld in onderdeel 2.3.16.1.1.1, per aspect:

€ 372,12

2.3.16.1.2

Artikelnummer niet in gebruik

2.3.16.1.3

Beoordelen Bodemrapport

2.3.16.1.3.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het instellen van een historisch bodemonderzoek bedraagt:

2.3.16.1.3.1.1

voor het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2.1.5, leden twee, drie en zes, van de Bouwverordening als onderdeel voor een bodemonderzoek overeenkomstig NEN 5740 voor een aanvraag om een omgevingsvergunning, een bedrag van

€ 295,50

2.3.16.1.3.1.2

voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1.5, vierde lid, van de Bouwverordening om beoordeling, respectievelijk goedkeuring van de onderzoeksopzet van een bodemonderzoek overeenkomstig NEN 5740 voor een aanvraag omgevingsvergunning, een bedrag van

€ 295,50

2.3.16.1.3.1.3

voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1.5, eerste lid, van de Bouwverordening voor het beoordelen van de resultaten van een onderzoeksrapport inzake de gesteldheid van de bodem als bedoeld in artikel 2.1.5 van de bouwverordening, een bedrag van

€ 295,50

2.3.16.1.3.2

Als uit het bodemgesteldheidonderzoek blijkt dat een saneringsonderzoek nodig is en/of de bodem dient te worden gesaneerd en aan de bouwvergunning één of meer saneringsvoorwaarden dienen te worden verbonden, bedraagt het tarief

2.3.16.1.3.2.1

bij saneringskosten tot ten hoogste € 100.000:

voor beoordeling van een nader (sanerings)onderzoek

€ 492,50

voor beoordeling van het saneringsplan

€ 492,50

2.3.16.1.3.2.2

bij saneringskosten tussen € 100.000 en € 500.000:

voor beoordeling van een nader (sanerings)onderzoek

€ 985,00

voor beoordeling van het saneringsplan

€ 985,00

2.3.16.1.3.2.3

bij saneringskosten hoger dan € 500.000:

voor beoordeling van een nader (sanerings)onderzoek

€ 1.871,50

voor beoordeling van het saneringsplan

€ 1.871,50

2.3.16.1.4

Artikelnummer niet in gebruik

2.3.16.1.5

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 295,50

2.3.16.1.6

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 6.895,00

2.3.16.1.7

Akoestisch onderzoek

2.3.16.1.7.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het beoordelen van de resultaten van een akoestisch onderzoek ter bepaling van de maximaal toegestane geluidsbelasting op gevels van gebouwen bedraagt

€ 295,50

2.3.16.1.8

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 295,50

2.3.16.1.9

voor de advisering op een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport / onderwerp:

€ 295,50

2.3.17

Verklaring van geen bedenkingen

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo

2.3.17.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven

€ 750,00

2.3.17.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven

€ 750,00

2.3.18

Artikelnummer niet in gebruik

2.3.19

Artikelnummer niet in gebruik

Rioolaansluitingsvergunning

2.3.20

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een rioolaansluitingsvergunning waarbij op grond van artikel 2.11 van de Apv een vergunning is vereist, bedraagt

€ 350,00

2.3.21

Publicatie

2.3.21.1

Als met betrekking tot het verlenen van een omgevingsvergunning met toepassing van de artikelen 2.12 lid 1, onder a, onder 1°, 2°, 3°, artikel 2.12 lid 2, artikel 2.12 lid 1, onder b, artikel 2.12 lid 1 onder c en artikel 2.12 lid 1, onder d, van de Wabo enigerlei vorm van publicatie verplicht of noodzakelijk is, wordt het verschuldigde tarief verhoogd met een bedrag van

€ 86,00

Hoofdstuk 4

Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag voor een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een vooroverleg / conceptaanvraag zoals bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de leges van de laatste aanvraag conform hoofdstuk 2.2.1 of 2.2.2 in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3 of een bestemmingsplanherziening of wijzigingsplan bedoeld in hoofdstuk 8

100%

Hoofdstuk 5

Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw- of aanlegactiviteiten

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- of aanlegactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 of 2.3.2, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.1.1

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen één weken na de indiening van de aanvraag:

100%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

2.5.1.2

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf één week tot vier weken na de indiening van de aanvraag:

60%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

2.5.1.3

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:

45%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

2.5.1.4

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:

10%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of aanlegactiviteiten

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- of aanlegactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 of 2.3.2, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

10%

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw of aanlegactiviteiten

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- of aanlegactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 of 2.3.2 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

10%

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

2.5.4

Teruggaaf als gevolg van buiten verdere behandeling stellen aanvraag omgevingsvergunning voor bouw- of aanlegactiviteiten

Als een aanvraag om omgevingsvergunning met de activiteit bouwen of aanleggen buiten verdere behandeling wordt gesteld op grond van artikel 4:5 van de Awb, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges bedoeld in de onderdelen 2.3.1 en 2.3.2. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

50%

2.5.5

Teruggaaf als gevolg van gebleken vergunningsvrije activiteit.

Als bij de behandeling van een aanvraag om omgevingsvergunning blijkt dat de activiteit vergunningsvrij kan worden uitgevoerd, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges bedoeld in de hoofdstuk 2.2 en 2.3. De teruggaaf bedraagt:

50%

2.5.6

Teruggaaf in geval sprake is van bouwactiviteiten tot bevordering van de duurzaamheid

2.5.6.1

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning uitsluitend voor de plaatsing van zonnepanelen, op een monument of op een gebouw in een monumentale structuur of in een van rijkswege aangewezen beschermd dorpsgezicht, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, zoals bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3 van titel 2. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die hoofdstukken voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

50%

2.5.6.2

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor aanpassingen van een monument of van een gebouw in een monumentale structuur of in een van rijkswege aangewezen beschermd dorpsgezicht ten behoeve van de duurzaamheid, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, zoals bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3 van titel 2.

De teruggaaf bedraagt:

50%

van de op grond van die hoofdstukken voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, als kan worden aangetoond dat de investering leidt tot een verbetering van de GPR-gebouwscore met tenminste 1,0 punt.

2.5.6.3

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor de bouw van een of meer zelfstandige zonnepanelen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, zoals bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3 van titel 2. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die hoofdstukken voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

50%

2.5.6.4.1

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het isoleren van woningen en andere gebouwen, aan de buitenkant van een bestaande gevel, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, zoals bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3 van titel 2

50%

De teruggaaf bedraagt:

van de op grond van die hoofdstukken voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

a.

De totale isolatiewaarde van de gevel ná isolatie heeft een waarde a. De totale isolatiewaarde van de gevel ná isolatie heeft een waarde van Rc=4,5 m2K/W of hoger.

b.

De totale isolatiewaarde van de gevel in de oude situatie had een waarde van Rc=1,3 m2K/W of lager.

c.

De totale bebouwde oppervlakte wordt niet meer dan 10% vergroot.

2.5.6.4.2

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het isoleren van woningen en andere gebouwen, aan de buitenkant van een bestaand dak, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, zoals bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3 van titel 2

50%

De teruggaaf bedraagt:

van de op grond van die hoofdstukken voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

a.

De totale isolatiewaarde van het dak ná isolatie heeft een waarde van Rc=6,0 m2K/W of hoger.

b.

De totale isolatiewaarde van het dak in de oude situatie had een waarde van Rc=1,3 m2K/W of lager.

c.

De totale bebouwde oppervlakte wordt niet meer dan 10% vergroot.

2.5.6.4.3

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het isoleren van woningen en andere gebouwen waarbij het gebouw tegelijkertijd wordt vergroot, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, zoals bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3 van titel 2 De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die hoofdstukken voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: a. Voor het dak geldt, dat het rechtens verkregen niveau niet hoger ligt dan de isolatiewaarde van Rc=3,5 m2K/W en de totale isolatiewaarde van het dak na realisatie een waarde heeft van Rc=6,0 m2K/W of hoger, b. Voor de gevel geldt, dat het rechtens verkregen niveau niet hoger ligt dan de isolatiewaarde van Rc=3,5 m2K/W en de totale isolatiewaarde van de gevel na realisatie een waarde heeft van Rc=4,5 m2K/W of hoger. c. Voor de vloer geldt, dat het rechtens verkregen niveau niet hoger ligt dan de isolatiewaarde van Rc=2,5 m2K/W en de totale isolatiewaarde van de vloer na realisatie een waarde heeft van Rc=3,5 m2K/W of hoger.

50%

2.5.6.5

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor nieuwbouw van woningen en andere gebouwen waarvoor niet van het bestemmingsplan hoeft te worden afgeweken, waarbij een duurzamer gebouw wordt gerealiseerd dan op basis van het bouwbesluit verplicht is, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, zoals bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3 van titel 2

100%

De teruggaaf bedraagt:

van de op grond van die hoofdstukken voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, die vanwege de hogere bouwkosten meer in rekening gebracht worden dan wanneer slechts conform de eisen van het bouwbesluit zou zijn gebouwd, als kan worden aangetoond dat de extra investering leidt tot verbetering van de op basis van het Bouwbesluit verplichte duurzaamheid.

2.5.6.6

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor nieuwbouw van woningen, waarvoor van het bestemmingsplan moet worden afgeweken, en de betreffende woningen als nul-op-de-meter-woningen worden gerealiseerd, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, zoals bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3 van titel 2.

De teruggaaf bedraagt:

15%

van de op grond van die hoofdstukken voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, als kan worden aangetoond dat de extra investering er toe leidt dat de woning ‘nul op de meter’ wordt.

2.5.6.7

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor nieuwbouw van utiliteitsbouw, waarvoor van het bestemmingsplan moet worden afgeweken, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, zoals bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3 van titel 2.

De teruggaaf bedraagt:

100%

van de op grond van die hoofdstukken voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, die vanwege de hogere bouwkosten meer in rekening gebracht worden dan wanneer slechts conform de eisen van het bouwbesluit zou zijn gebouwd, als kan worden aangetoond dat met die extra investeringen een EPC van maximaal 0,0 en een GPR score van minimaal 8,0 wordt behaald.

2.5.7

Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan € 100,- wordt niet teruggegeven.

2.5.8

In afwijking van de voorgaande artikelen van dit hoofdstuk wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de artikelen 2.3.1.2, 2.3.2.2, 2.3.16 en 2.3.17.

Hoofdstuk 6

Intrekking omgevingsvergunning (gereserveerd)

Hoofdstuk 7

Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: een bedrag naar tarief en berekend volgens de onder artikel 2.3.1 en 2.3.2 genoemde methode, met dien verstande dat het bedrag nooit minder bedraagt dan

€ 365,60

2.7.2

Er vindt geen teruggave plaats als de totale bouw- of aanlegkosten lager zijn dan bij de indiening van de oorspronkelijke verleende omgevingsvergunning zijn berekend.

2.7.3

Er vindt geen teruggave plaats als de afwijking zodanig is, dat naar omstandigheden beoordeeld, sprake is van een nieuw bouw- of aanlegplan.

Hoofdstuk 8

Bestemmingsplanherziening en wijzigingsplan

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening (inclusief verplichte of noodzakelijke publicatie)

€ 37.500,00

2.8.2.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het toepassen van een wijzigings- of een uitwerkingsbevoegdheid ex artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, voor de bouw van meer dan 5 woningen en/of de bouw van overige gebouwen met een bebouwd oppervlak groter dan 800m2 of de daarbij behorende onbebouwde oppervlakte van meer dan 4.000 m2, bedraagt het tarief (inclusief verplichte of noodzakelijke publicatie):

€ 27.500,00

2.8.2.2

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het toepassen van een wijzigings- of uitwerkingsbevoegdheid ex artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, voor alle overige gevallen, bedraagt het tarief (inclusief verplichte of noodzakelijke publicatie):

€ 6.800,00

2.8.3

De onder 2.8.1 tot en met 2.8.3 vermelde bedragen worden verhoogd met externe advieskosten op basis van een vooraf opgestelde offerte. Indien een offerte als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt de aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de offerte aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.8.4

Daar waar medewerking wordt verleend aan een besluit als bedoeld in de subonderdelen 2.8.1, 2.8.2.1, 2.8.2.2 en 2.8.3. Verzekerd is dat kostenverhaal plaatsvindt via afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie/overeenkomst) wordt om een dubbele aanslag te voorkomen op verzoek vrijstelling of, indien van toepassing, teruggaaf verleend voor de leges bedoeld onder bedoelde rubrieken.

Hoofdstuk 9

Sloopmelding (vervallen)

Hoofdstuk 10

In deze titel niet benoemde beschikking

2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking

€ 243,70

 

Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Paragraaf 3.1 Horeca

Tarief 2023

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

474,85

3.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet

42,55

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

42,55

3.1.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot geopend houden van cafés en dergelijke inrichtingen tot na het algemene sluitingsuur, voor elk volgend uur, geldig voor:

3.1.4.1

een dag:

42,55

3.1.4.2

een maand:

48,30

3.1.4.3

twee maanden:

81,95

3.1.4.4

drie maanden:

118,90

3.1.4.5

onbepaalde tijd:

198,10

Exploiteren van een horecabedrijf

3.1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een exploitatievergunning ingevolge de Apv voor het exploiteren van een Openbare inrichting (artikel 2.28 van de Apv)

316,55

Paragraaf 3.2 Organiseren evenementen of markten

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25 van de Apv (evenementenvergunning)

42,55

Paragraaf 3.3 Prostitutiebedrijven

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

3.3.1

een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.4 van de Apv

1.697,10

Paragraaf 3.4 Splitsingsvergunning woonruimte

3.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet 2014

500,25

Paragraaf 3.5 Leefmilieuverordening

De gemeente Zeist kent geen leefmilieuverordening

Paragraaf 3.6 Winkeltijdenwet (vervallen)

Paragraaf 3.7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking

42,55

 

Behorende bij raadsbesluit van 26 mei 2023

 

De griffier

Naar boven