Gemeenteblad van Arnhem
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Arnhem | Gemeenteblad 2023, 238922 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Arnhem | Gemeenteblad 2023, 238922 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING VOOR ARNHEM
A. Na artikel 2.3.4.1 wordt paragraaf 5 met bijbehorende artikelen ingevoegd en vastgesteld, luidende:
“Paragraaf 5 Tegengaan van een onveilig, niet leefbaar of malafide ondernemersklimaat
Artikel 2.3.5.1 Begripsbepalingen
In deze afdeling wordt verstaan onder:
Artikel 2.3.5.2 Aanwijzing vergunningplichtige gebouwen, gebieden of bedrijfsmatige activiteiten
Artikel 2.3.5.3 Vergunning uitoefening bedrijf
Artikel 2.3.5.4 Vergunningaanvraag
Artikel 2.3.5.5 Intrekking en wijziging van een vergunning
Onverminderd het bepaalde in artikel 1.5 kan de burgemeester een vergunning als bedoeld in het eerste lid van artikel 2.3.5.3 intrekken of wijzigen als:
Artikel 2.3.5.6 Sluiting bedrijf en/of bedrijfspand
Artikel 2.3.5.7 Geboden en verboden exploitant
Artikel 2.3.5.8 Uitgestelde werking aanwijzingsbesluiten voor bestaande gevallen
In afwijking van het eerste lid van artikel 2.3.5.3 geldt het aldaar gestelde verbod voor de exploitant die op het moment van inwerkingtreding van het in artikel 2.3.5.2 genoemde aanwijzingsbesluit reeds onder het aanwijzingsbesluit vallende bedrijfsmatige activiteiten verricht, voor die bestaande activiteiten op bestaande locaties niet:
Artikel 2.3.5.9 Positieve beschikking bij niet tijdig beslissen
Op de vergunning als bedoeld in artikel 2.3.5.3 is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.”
“Paragraaf 5 Tegengaan van een onveilig, niet leefbaar of malafide ondernemersklimaat.
De vergunning wordt aangevraagd door de exploitant. Het ‘voor rekening en risico’ heeft betrekking op de natuurlijke persoon of op de rechtspersoon. De dagelijkse leiding in het bedrijf kan in plaats van bij de exploitant zelf, bij een beheerder rusten. Er wordt dus in het kader van de vergunningverlening gewerkt met een beheerderslijst.
De systematiek van paragraaf 5 gaat uit van een gebouw-, gebieds- of activiteitgerichte aanpak. Hiermee kan maatwerk in de stad geleverd worden. De burgemeester kan met een aanwijzingsbesluit nieuwe en reeds gevestigde ondernemers onderwerpen aan een systeem van verplichte vergunningen.
De noodzaak van een aanwijzing, alsmede de duur van de aanwijzing, wordt zorgvuldig gemotiveerd. De uitgangspunten van proportionaliteit en subsidiariteit gelden. Bij een gebiedsgerichte aanpak wordt de noodzaak van de aanwijzing mede bezien in samenhang met de andere maatregelen in een gebied.
De vergunningplicht kan op gebouwniveau worden ingezet door deze bijvoorbeeld na concrete incidenten (strafbare feiten) van toepassing te verklaren op het gebouw of wanneer als gevolg van de wijze van exploitatie in dat gebouw de leefbaarheid of openbare orde onder druk staat. Daar waar strafbare feiten in een gebouw worden geconstateerd en de gebouweigenaar niet voldoende gemotiveerd is om mee te werken aan de bestrijding hiervan biedt een vergunningplicht gericht op gebouwen soelaas. De vergunningplicht is dan direct van toepassing op de nieuwe of zittende ondernemer.
Daarmee kan maatwerk worden geboden, en worden andere ondernemers, voor zover dat niet nodig is, niet in de aanwijzing betrokken. Een aanwijzing die specifiek op een bepaald gebouw is gericht, kan dan juist proportioneel en gerechtvaardigd zijn.
Indien sprake is van een (ernstige) structurele problematiek in een bepaalde branche of in een bepaald gebied kan op grond van dit APV artikel een vergunningplicht voor een bedrijfsmatige activiteit of voor een gebied worden ingevoerd.
De burgemeester wijst een gebouw, gebied of een bedrijfsmatige activiteit uitsluitend aan als in dat gebied dan wel door de wijze van exploitatie van het gebouw of door de bedrijfsmatige activiteiten naar het oordeel van de burgemeester de leefbaarheid of openbare orde en veiligheid onder druk staat dan wel nadelig kan worden beïnvloed.
In artikel 2.3.5.3 is het verbod opgenomen om in een aangewezen gebouw, straat of gebied bedrijfsmatige activiteiten te verrichten zonder vergunning van de burgemeester. In het aanwijzingsbesluit worden de bedrijfsmatige activiteiten genoemd waar de aanwijzing betrekking op heeft. Dat kan ook een groep van bedrijfsmatige activiteiten zijn.
Artikel 2.3.5.3, tweede lid en artikel 2.3.5.5
In deze artikelen staan de weigerings- en intrekkingsgronden vermeld. Toezicht op en handhaving van de vergunningplicht is mogelijk door intrekking van een reeds verstrekte vergunning of door sluiting van het bedrijf. Aan een vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden (artikel 1.4).
Indien de exploitant zijn verplichtingen uit het artikel of de vergunningvoorschriften niet nakomt, kan er reden zijn de vergunning in te trekken. Sub i is opgenomen om constructies van schijnbeheer tegen te kunnen gaan indien de praktijk niet in overeenstemming is met de situatie zoals op de vergunning vermeld.
In dit artikel wordt de wijze van indiening van de aanvraag van een vergunning geregeld, alsmede welke gegevens en bescheiden moeten worden overgelegd. De vereiste gegevens worden nodig geacht teneinde een weloverwogen beslissing te kunnen nemen. Zo moet er in ieder geval sprake zijn van een geldige inschrijving bij de KvK. Indien dat op enig moment niet meer het geval is, kan dit reden zijn om de vergunning in te trekken (2.3.5.5, eerste lid, sub h en i).
Als de burgemeester dat nodig acht voor de beoordeling van een aanvraag, kan hij om aanvullende gegevens verzoeken (2.3.5.4, vierde lid). Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een actuele verklaring betalingsgedrag nakoming fiscale verplichtingen.
Om oog te kunnen houden op relevante veranderingen moet de burgemeester daarvan weet hebben. De vergunninghouder is verplicht wijzigingen te melden. Als er met inachtneming van de geldende regels geen bezwaar bestaat tegen een voortgezet bedrijf, wordt een gewijzigde vergunning verleend. Als blijkt dat de wijzigingen niet zijn gemeld, kan dat leiden tot intrekking van de vergunning. Het is van groot belang om een actueel overzicht te hebben van de in de aangewezen gebieden actieve exploitanten. Om die reden moet ook worden gemeld dat de exploitatie wordt beëindigd of overgedragen. Ook wanneer slechts een van de exploitanten stopt. Om schijnbeheer te voorkomen en te bestrijden is het van belang dat de beheerders bij de gemeente bekend zijn. Een wijziging in het beheer kan pas plaatsvinden indien de burgemeester de gevraagde wijziging in het beheer heeft bijgeschreven op de vergunning en de exploitant hiervan bericht heeft ontvangen.
Voor zittende exploitanten geldt dat zij drie maanden de tijd krijgen om een vergunning aan te vragen. Vragen zij niet binnen die termijn een vergunning aan, dan handelen zij in strijd met het verbod. De burgemeester kan dan met onmiddellijke ingang tot handhaving van het verbod overgaan.
Wordt de aanvraag van een vergunning geweigerd, dan wordt eerst een voornemen tot weigering kenbaar gemaakt. Hierna volgt het besluit tot weigering. Exploitanten kunnen bezwaar maken tegen de weigering of intrekking en eventueel een voorlopige voorziening vragen bij de rechter als zij menen dat de vergunning ten onrechte is geweigerd.
De vergunningplicht op grond van het aanwijzingsbesluit en het verbod om zonder vergunning bedrijfsmatige activiteiten te verrichten, geldt voor nieuwe exploitanten onmiddellijk na inwerkingtreding van het aanwijzingsbesluit. Onder een nieuwe exploitant wordt ook verstaan: een exploitant die een andere bedrijfsmatige activiteit dan voorheen wil uitoefenen, en/of op een andere locatie dan voorheen.
Voor zover de Dienstenrichtlijn van toepassing is op het vergunningstelsel en de voorwaarden, geldt dat met name gelet op de openbare orde en veiligheid er een dwingende reden van algemeen belang is en de gestelde eisen ook evenredig (geschikt en noodzakelijk) zijn, zodat het stelsel en de voorwaarden gerechtvaardigd zijn. De openbare orde en veiligheid vormt eveneens de reden om van een lex silencio positivo af te zien.”
II Inwerkingtreding en citeertitel
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-238922.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.