2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
Achteraf ingediende aanvragen:
|
|
|
De berekende legesbedragen worden verhoogd met 10% met een maximum van € 1.000,00 indien de aanvraag om een omgevingsvergunning wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteiten
|
|
|
Publicatieplicht
|
|
|
Indien ten behoeve van de omgevingsvergunningverlening een publicatieplicht is voorgeschreven, wordt het berekende tarief, dat voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning verschuldigd is, verhoogd met
|
€ 79,15
|
2.3.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
2.3.1.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
indien de bouwkosten € 45.000,00 of minder bedragen:
5,4% van de bouwkosten met een minimum van € 31,25
|
|
|
Indien de bouwkosten meer dan € 45.000,00 bedragen:
€ 2.430,00 vermeerderd met 2,55% van de bouwkosten boven € 45.000,00
|
|
2.3.1.1.A
|
In afwijking van artikel 2.3.1.1 worden geen leges geheven over dat deel van de bouwkosten dat betrekking heeft op bouwactiviteiten voor het verduurzamen van bestaande woningen en bedrijfspanden, welke niet wettelijk verplicht zijn, alsmede op bouwactiviteiten voor het opstellen van zonnepanelenstellages op de grond, het plaatsen van warmtepompen en monovergisters.
De bouwkosten waarover maximaal geen leges worden geheven bedraagt € 20.400,00.
|
|
2.3.1.1.1
|
Gecertificeerde bouwbesluittoetsing
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 wordt het tarief verlaagd met 30 % indien een aanvraag als bedoeld in 2.3.1.1. wordt ingediend met een gecertificeerde bouwbesluittoets waaruit blijkt dat de aanvraag voldoet aan het Bouwbesluit 2012.
|
|
2.3.1.2
|
Welstandstoets
De op basis van de onderdelen 2.2.1, 2.3.1.1, 2.3.3 en 2.3.10 berekende legesbedragen worden, wanneer ter zake van de aanvragen een advies wordt gevraagd van de commissie voor de welstandszorg en monumentenzorg verhoogd met het bedrag dat door de genoemde commissie bij de gemeente hiervoor in rekening wordt gebracht.
|
|
|
Verplicht advies agrarische commissie
|
|
2.3.1.3
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is, verhoogd met het bedrag dat door de agrarische commissie daarvoor in rekening wordt gebracht.
|
|
2.3.1.4
|
Extern stedenbouwkundig advies
Wanneer ter zake van de aanvraag een advies wordt gevraagd van een externe stedenbouwkundige, worden de op basis van de onderdelen 2.2.2. en 2.3.3 berekende legesbedragen verhoogd met het bedrag aan kosten dat door de stedenbouwkundige daarvoor in rekening wordt gebracht.
|
|
2.3.2
|
Aanlegactiviteiten
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief per € 4.600,00 aanlegkosten of een gedeelte daarvan:
|
€ 88,75
|
2.3.3
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
|
|
2.3.3.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 62,10
|
2.3.3.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
€ 62,10
|
2.3.3.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
26,3%
|
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag, met een minimum van:
|
€ 117,30
|
2.3.3.4
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):
|
€ 62,20
|
2.3.3.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 62,20
|
2.3.3.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 152,00
|
2.3.3.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 152,00
|
2.3.3.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 62,20
|
2.3.4
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.4.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 62,20
|
2.3.4.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
€ 62,20
|
2.3.4.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€ 302,15
|
2.3.4.4
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):
|
€ 62,20
|
2.3.4.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 62,20
|
2.3.4.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 151,90
|
2.3.4.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 149,00
|
2.3.4.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 62,20
|
2.3.5
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 630,45
|
2.3.5.1
|
Het tarief voor advisering indien het plan niet ontvankelijk is of bijstelling noodzakelijk is, per half uur of gedeelte daarvan
|
€ 25,50
|
2.3.5.2
|
Het tarief voor het overschrijven van een vergunning als bedoeld onder 2.3.5. per overschrijving
|
€ 50,00
|
2.3.5.3
|
Indien de aanvrager van een gebruiksvergunning voordat daarover definitief is beschikt, de aanvraag schriftelijk intrekt, wordt het onder 2.3.5 genoemde bedrag met 50% verminderd.
|
|
2.3.6
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
2.3.6.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten
|
€ 119,35
|
2.3.6.1.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:
|
|
|
vermeerderd met indien het te slopen monument een gebouw betreft en het gebouw een inhoud heeft van:
|
|
|
0 tot 250 m3
|
€ 167,00
|
|
250 tot 500 m3
|
€ 265,30
|
|
500 m3 of meer
|
€ 601,55
|
2.3.6.1.2
|
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 119,35
|
2.3.6.2
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
vermeerderd met indien het te slopen gebouw een inhoud heeft van:
|
€ 119,35
|
|
0 tot 250 m3
|
€167,05
|
|
250 tot 500 m3
|
€ 266,10
|
|
500 m3 of meer
|
€ 601,55
|